CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Vergelijkbare documenten
CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Chromogranin A (LK2H10)

Myoglobin (Polyclonal)

Adenovirus (20/11 & 2/6)

Epstein-Barr Virus (MRQ-47)

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Principes En Procedures

Myoglobin (Polyclonal)

Phosphohistone H3 (PHH3) (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Cytokeratin 5 & 6 (D5 & 16B4)

Cytokeratin (34betaE12)

Principes En Procedures

HMB-45 + Mart-1 (Melan A) + Tyrosinase (HMB-45+A103+T311)

Principes En Procedures

Helicobacter pylori (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Herpes Simplex Virus II (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

is ook positief gebleken in sommige schildklier carcinomen. Principes En Procedures

Chromogranin A (LK2H10)

CD123 (6H6) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD117, c-kit (YR145) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Androgen Receptor (SP107)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

van glad spierweefsel kan voorkomen. 1-9 Principes En Procedures

ontwikkeling tot T h 1. Anti-T-bet is een merker van mature T-cellen en wordt uitgedrukt in zeer lage niveaus in T h

GCDFP-15 (EP1582Y) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

nestinpositieve cellen in 84% (35/42) van de voornaamste melanomen en 83% (10/12) van de metastatische melanomen. 1 Nestinimmunoreactiviteit

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD2 (MRQ-11) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Cytokeratin 5 (EP1601Y)

CD45 (LCA) (2B11 & PD7/26)

SOX-11 (MRQ-58) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Nerve Growth Factor Receptor (NGFR) (MRQ-21)

Glutamine Synthetase (GS-6)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Ep-CAM/Epithelial Specific Antigen. (Ber-EP4) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen.

Parathyroid Hormone (PTH) (MRQ- 31)

FLI-1 (MRQ-1) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

SOX-10 (Polyclonal) Rabbit Polyclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

CD38 (SP149) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

ImPath HER2 FISH. Identificatie van de stof of het preparaat Cat. nr. Beschrijving ImPath HER2 FISH

IMPATH ALK D/C BREAK APART FISH

REAGENTIA EN MATERIALEN Positieve controle (1) Negatieve controle (1) Verdunningsmiddel (1) Bijsluiter (1)

Aanbeveling: Ingangscontrole van antistoffen t.b.v. flowcytometrie

DNA/RNA extracties uit FFPE weefsel Dr. Sc. Elke Boone, H.-Hartziekenhuis Roeselare-Menen

Aptima Multitest Swab Collectie-kit

GEBRUIKSAANWIJZINGEN PARASITE SUSPENSIONS. n Parasite Suspensions in formaline BEDOELD GEBRUIK SAMENVATTING EN UITLEG PRINCIPES SAMENSTELLING

Immuno, het volledige proces! Regionale Coupe-rondzending OLV-ziekenhuis Aalst 19 december 2012

Bijsluiter van QuantiFERON -controlepanel

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Gebruikershandleiding Idexx SNAP BVD Test

Eenvoudig. Efficiënt. Nauwkeurig. Volledig geautomatiseerd Leica HER2 FISH System voor BOND TM

Validatie van immuunhistochemische testen GZA ziekenhuizen. Couperondzending te OLV Ziekenhuis Aalst Dr. Marloes Luijks 1 december 2014

Validatie van IHC testen - aanpak in UZA -

Code K tests voor gebruik op de Dako Autostainer

VOORLOPIG GLOBAAL JAARRAPPORT Histologie/Immunohistochemie/Cytologie 2018

Diagnostische betrouwbaarheid. Laboratoriumefficiëntie. Leica Bond Oracle HER2 IHC System voor borstkanker

Speed F-Corona TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

K.B In werking B.S

Feed4Foodure. Interacties in de darm. darm 30/10/2013. Voeding, darmgezondheid en immuniteit (VDI) Technieken en procedures.

Het bewaren van lichaamsmateriaal door Pathologie laboratoria.

DEFINITIEF GLOBAAL RAPPORT IMMUNOHISTOCHEMIE CK7/VIMENTINE ENQUETE 2016/1

PATIËNTEN INFORMATIE. Afdeling. Klinische Pathologie

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 -

Laboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland

Speed FIV TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

ultraview Universal Alkaline Phosphatase Red Detection Kit

Speed ReSpiVB TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed FeLV TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed Leish K TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed Duo FeLV/FIV TM

Leerlingenhandleiding Vaccinatie practicum,

Thermo. Shandon Rapid-Chrome Frozen Section Staining Kit ELECTRON CORPORATION. Rev. 3, 10/03 P/N

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

ParvoTM Ptc-Parvo.indd 1 07/10/15 10:24

Transcriptie:

Beschikbaarheid Product Cat. nr. Beschrijving 45130 IMPATH CD33 RTU M (PWS44) Verklaring Van De Symbolen P A E S DOC# DIS klaar te gebruiken ascites serum supernatant documentnummer gedistribueerd door Beoogd Gebruik Dit antilichaam is bedoeld voor in-vitro diagnostisch (IVD) gebruik. CD33 antilichaam is bedoeld voor gebruik door gekwalificeerde laboratoria om op kwalitatieve wijze door middel van lichtmicroscopie de aanwezigheid van bijbehorend antigenen aan te tonen in coupes van formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde weefselcoupes met behulp van IHC-testmethoden (IGC: immunohistochemie) op de ImPathkleurmachine. De indicatie voor gebruik van dit antilichaam is, na klinische differentiële diagnose van ziektes, als een hulpmiddel bij de identificatie van acute leukemie, binnen de context van een panel antilichamen, de klinische geschiedenis van de patiënt en andere door een gekwalificeerde patholoog beoordeelde diagnostische testen. Samenvatting En Toelichting CD33 (gp67 of siglec-3) is een 67 kdageglycosyleerd transmembraaneiwit dat lid is van de siaalzuurbindende immunoglobineachtige lectine (siglec)-familie 1. De locatie van het genoom van dit eiwit is bepaald op chromosoom 19q13.1-3.5. De exacte functie van CD33 is niet bekend, maar het kan een functionele rol spelen in de celtot-cel-adhesie. Het wordt niet tot expressie gebracht op pluripotente hematopoëtische stamcellen, maar is aanwezig op specifieke myeloïde precursorstamcellen. In rijpende granulocytcellen is er sprake van een progressieve downregulatie van CD33 van het blaststadium naar rijpe neutrofielen. Bij monocyten en macrofagen/ histiocyten blijft de expressie van CD33 sterk tijdens de rijping. Om die reden moet het positieve referentieweefsel bestaan uit beenmerg-myeloïde cellen (met name myeloïde precursors), kuppfercellen uit de lever, alveolaire macrofagen uit de long of syncytiotrofoblasten uit de placenta. Detectie van CD33 met behulp van monoklonale antilichamen is een essentieel onderdeel van de immunofenotypering van acute leukemieën, met name acute myeloïde leukemieën 2-4. De bepaling van de CD33- expressie was voorheen alleen mogelijk met flowcytometrisch onderzoek van verse cellulaire preparaten van perifeer bloed, een beenmergaspiraat of lymfeklierweefsel. Dit monoklonale antilichaam tegen CD33 herkent een epitoop dat normale weefselfixatie overleeft en in in paraffine ingebedde weefselmonsters wordt geconserveerd. Om die reden kan een analyse van de CD33- expressie worden uitgevoerd in die gevallen waar geen celpreparaten beschikbaar zijn. Dit CD33-antilichaam kan met name nuttig zijn voor gevallen van acute myeloïde leukemie, minimaal gedifferentieerde (AML-M0) en acute monocytaire leukemie (AML-M5), waarbij andere paraffinecoupemarkers van de myeloïdedifferentiatie (zoals antimyeoloperoxidase) negatief kunnen zijn. Anti-CD33-kleuring kan echter niet worden gebruikt in isolatie en moet correleren met andere myeloïde en lymfoïde markers, omdat gevallen van myeloïde-antigeenpositieve acute lymfoblastische leukemie een bona fide CD33- expressie kan laten zien. Voor het typeren van een blastpopulatie lijkt dit antilichaam het meest nuttig wanneer het percentage blasten hoog is, zoals bij acute leukemieën. Het is geen nuttige marker voor het schatten van het percentage blasten, zoals bij myelodysplastische aandoeningen, omdat andere vroege granulocytaire precursors, zoals promyelocyten en myeolocyten ook kleuren met anti-cd33. Acute myeloïde leukemieën met betrokkenheid van extramedullaire weefsels hebben vaak een monocytaire differentiatie. Een duidelijk immunofenotype is vaak moeilijk te verkrijgen, omdat deze DIS A.Menarini Diagnostics S.r.l. Via Sette Santi, 3 50131 Firenze Italy DOC# MEN45130000 NL Rev. 0,0 Cell Marque Corporation 6600 Sierra College Blvd Rocklin California 95677 USA EMERGO EUROPE Molenstraat 15, 2513 BH The Hague NL

gevallen negatief of slechts focaal positief voor myeoloperoxidase en de huidige, beschikbare monocytaire markers (anti-cd68 en antilysozym) een beperkte specificiteit hebben. Alle gevallen van myeloïd sarcoom in deze studie 4 vertoonden een anti-cd33-positiviteit in de myeloïde en monocytaire subsets, waardoor de interpretatie eenvoudig wordt. De uitstekende sensitiviteit en specificiteit voor myelomonocytaire lijnen maken dit anti-cd33 een nuttige diagnostische marker voor myeloïd sarcoom. Daarnaast kan dit anti-cd33 nuttig zijn voor het bepalen van de CD33-expressie op eerder in paraffine ingebed materiaal wanneer er aanvankelijk geen flowcytometrie-onderzoek werd uitgevoerd bij patiënten met acute leukemie. Analyse van de CD33-expressie in in paraffine ingebedde beenmergbioptmonsters vormt een alternatief voor het evalueren van acute leukemieën. Principes En Procedures Het genoemde primaire antilichaam kan worden gebruikt als het primaire antilichaam voor immunohistochemische kleuring van formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde weefselcoupes. In het algemeen wordt visualisatie van antigenen door immunohistochemische kleuring in combinatie met een streptavidine-biotinedetectiesysteem mogelijk gemaakt door opeenvolgende applicatie van een specifiek antilichaam (primair antilichaam) op het antigeen, een secundair antilichaam (link-antilichaam) op het primaire antilichaam, een enzymcomplex en een chromogeen substraat, met tussenliggende wasstappen. Een biotinevrij detectiesysteem kan echter ook worden gebruikt. De enzymatische activering van het chromogeen heeft een zichtbaar reactieproduct op de plaats van het antigeen als gevolg. Het monster kan dan met een tegenkleuring behandeld worden en er kan een coverslip aangebracht worden. De resultaten worden beoordeeld met behulp van een lichtmicroscoop en dragen bij aan de differentiële diagnose van pathofysiologische processen, die al of niet met een bepaald antigeen kunnen worden geassocieerd. De voorverdunde producten zijn optimaal verdund voor gebruik met een grote verscheidenheid aan detectiekits die door andere fabrikanten worden aangeboden. Materialen En Methoden Zie het productetiket voor partijspecifieke informatie wat betreft het volgende: 1. Immunoglobulineconcentratie van antilichaam 2. Gegevens over herkomst Meegeleverde Reagentia Voorverdund Het genoemde primaire antilichaamproduct bevat kant-enklaar reagens in een flacon die gemaakt is voor gebruik met de Menarini ImPath-kleurmachine. De flacon is voorzien van een RFID-tag die door de kleurmachine wordt uitgelezen om de specifieke product- en partijinformatie te verkrijgen. Het concentratiebereik van voorverdunde immunoglobuline voor dit product is 5-20 µg/ml. De antilichamen zijn verdund in Trisbuffer, ph 7,3-7,7, met 1% BSA en <0,1% natriumazide. Isotype: IgG 2b Reconstitutie, Menging, Verdunning, Titratie Voorverdund antilichaam is gebruiksklaar en geoptimaliseerd voor kleuring. Reconstitutie, menging, verdunning of titratie is niet nodig. Door verschillen in weefselbewerking en technische procedures in het laboratorium kunnen de resultaten aanzienlijk uiteenlopen. Daarom moeten regelmatig referenties gebruikt worden. (Zie paragraaf Kwaliteitsbeheersingsprocedures) Benodigde, Maar Niet Meegeleverde Materialen En Reagentia De volgende reagentia en materialen worden niet met het primaire antilichaam meegeleverd, maar kunt u nodig hebben voor de kleuringsprocedures: 1. Positief en negatief referentieweefsel 2. Microscoop-objectglaasjes, positief geladen 3. Droogoven die de temperatuur op 58-60 C ± 5 C kan handhaven 4. Kleurbakjes of -baden 5. Timer 6. Xyleen of xyleenvervanger 7. Ethanol of reagensalcohol 8. Gedeïoniseerd of gedestilleerd water 9. Elektrische snelkoker voor de voorbehandelingsstap van het weefsel 10. ImPath DAB Detection Kit (cat. no.: 44995) 11. ImPath DAB Super Sensitive Detection Kit (cat. no.: 44994) 12. ImPath AP-Red Detection Kit (cat. no.: 44993) 13. ImPath AP-Red Super Sensitive Detection Kit (cat. no.: 44992) 14. Wasoplossingen 15. Hematoxyline of andere tegenkleuring 16. Verdunnende middelen voor antilichaam 17. Negatief referentiereagens 18. Afdekmedium 19. Dekglaasjes 20. Lichtmicroscoop (40-400x) Opslag En Hantering Bij 2-8 C bewaren. Niet invriezen. Om een juiste afgifte van reagens en stabiliteit van het antilichaam te waarborgen moet na elke run de dop worden teruggeplaatst en moet de fles onmiddellijk rechtopstaand in de koelkast worden geplaatst. Op elke fles met antilichaamreagens wordt de uiterste gebruiksdatum vermeld. Wanneer het reagens op de juiste wijze wordt bewaard, blijft het stabiel tot de datum die is aangegeven op het etiket. Gebruik het reagens niet na de uiterste gebruiksdatum die geldt voor de voorgeschreven opslagmethode. 2

Omdat er geen duidelijke tekenen zijn waaruit valt op te maken dat het product instabiel is geworden, moeten er bij een onbekend monster gelijktijdig positieve en negatieve referenties getest worden. Neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics als er een vermoeden bestaat van reagensinstabiliteit. Monsterafname En Monsterpreparatie Voor Analyse Standaard bewerkte, in neutraal gebufferde formaline gefixeerde, in paraffine ingebedde weefsels zijn geschikt om te worden gebruikt met dit primaire antilichaam. Het aanbevolen weefselfixatiemiddel is 10% neutraal gebufferde formaline. Bij langdurige fixatie of bij speciale bewerkingen zoals decalcificering van beenmergpreparaten kunnen variabele resultaten voorkomen. Iedere coupe moet op de juiste dikte (ongeveer 3 µm) worden gesneden en op een positief geladen objectglaasje worden gelegd. De glaasjes met de weefselcoupes kunnen gedurende ten minste 2 uur (maar niet langer dan 24 uur) in een oven worden gedroogd bij 58-60 C ± 5 C. Waarschuwingen En Voorzorgsmaatregelen 1. Neem de juiste voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met reagentia. Draag bij het hanteren van mogelijk carcinogene of toxische stoffen wegwerphandschoenen en een laboratoriumjas (bijvoorbeeld: xyleen). 2. Zorg ervoor dat de reagentia niet met de ogen en slijmvliezen in aanraking komen. Indien reagentia in aanraking komen met gevoelige lichaamsdelen, spoel die dan af met veel water. 3. Patiëntenmateriaal en alle materialen die daarmee in aanraking komen, moeten worden behandeld als biologisch gevaarlijk materiaal en moeten met inachtneming van de juiste voorzorgsmaatregelen als zodanig worden afgevoerd. Pipetteer nooit met de mond. 4. Vermijd microbiële contaminatie van reagentia; onjuiste onderzoeksuitslagen kunnen hiervan het gevolg zijn. 5. De gebruiker moet de incubatietijden en -temperaturen valideren. 6. De voorverdunde, gebruiksklare reagentia zijn in optimale mate verdund; verdere verdunning kan verlies van antigeenkleuring tot gevolg hebben. 7. Bij gebruik volgens de aanwijzingen valt dit product niet onder de categorie gevaarlijke stoffen. Het conserveringsmiddel in het reagens is minder dan 0,1% natriumazide en voldoet niet aan de EU-criteria uit de verordening inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) voor gevaarlijke stoffen bij de genoemde concentratie. 8. De gebruiker moet opslagcondities die anders zijn dan gespecificeerd in de bijsluiter valideren. 9. Het verdunningsmiddel kan bovien serumalbumine bevatten en het supernatant kan bovien serum bevatten. De producten die foetaal bovien serum bevatten en de producten die bovien serumalbumine bevatten, worden gekocht van commerciële leveranciers. Het Certificaat van oorsprong voor de dierlijke bron die in deze producten wordt gebruikt, kan men inzien bij Cell Marque. Deze certificaten geven aan dat de boviene bronnen afkomstig zijn uit landen met een verwaarloosbaar BSE-risico en vermelden de VS en Canada als de boviene bron. 10. Zoals voor alle producten van biologische herkomst geldt, moeten de juiste procedures voor behandeling worden nageleefd. Gebruiksinstructies Aanbevolen kleuringsprotocollen voor het genoemde primaire antilichaam: ImPath HRP Detection Protocol: Impath DAB Detection Kit (cat. no.: 44995) Protocol Stappen: 1 Reagens terugwinnen: TR1 2 Temperatuur terugwinning: 103 C 3 Tijd antilichaamincubatie (minuten): 30 4 Temperatuur antilichaamincubatie: 37 C ImPath Alkaline Phosphatase Detection Protocol: ImPath AP-Red Super Sensitive Detection Kit (cat. no.: 44992) Protocol Stappen: 1 Reagens terugwinnen: TR1 2 Temperatuur terugwinning: 103 C 3 Tijd antilichaamincubatie (minuten): 60 4 Temperatuur antilichaamincubatie: 37 C Stapsgewijze Procedurebeschrijving 1. Volg de gebruiksaanwijzing van het ImPath-instrument om het reagens klaar te maken voor gebruik met de kleurmachine. 2. Laad de glaasjes, het antilichaam en de detectieset volgens de gebruiksaanwijzing op het ImPath-instrument. 3. Start de kleuring. 4. Verwijder, als de kleuring voltooid is, de glaasjes uit het instrument en spoel ze goed met wasbuffer. 5. Breng coverslip aan. Kwaliteitscontroleprocedures Positieve referentie Bij elke kleuringsprocedure moet een positieve weefselreferentie worden getest. Dit weefsel kan zowel positief als negatief kleurende cellen of weefselcomponenten bevatten en kan als zowel positief als negatief referentieweefsel dienen. Referentieweefsels moeten verse monsters zijn, afkomstig van autopsie, biopsie of chirurgie, en moeten zo snel mogelijk na afname zijn geprepareerd of gefixeerd, op dezelfde wijze als de te onderzoeken coupes. Gebruik van een weefselcoupe die anders is gefixeerd of bewerkt dan het onderzoeksmonster, levert een referentie voor alle reagentia en procedurestappen, behalve voor fixatie en weefselbewerking. Een weefsel met zwak-positieve kleuring is het best geschikt voor optimale kwaliteitsbeheersing en voor het aantonen van een geringe afbraak van het reagens. Een positieve referentie voor het genoemde primaire antilichaam kan zijn: 3

Positieve referentie Acute myeloïde leukemie met monocytaire differentiatie of met minimale differentiatie Placentasyncytiotrofoblasten Visualisatie Membraneus Membraneus Bekende positieve weefselreferenties mogen alleen worden gebruikt voor het controleren van de juiste werking van bewerkte weefsels en testreagentia, en niet als hulpmiddel voor het stellen van een specifieke diagnose van patiëntenmateriaal. Als de positieve weefselreferenties niet de juiste positieve kleuring laten zien, moeten de resultaten met de testmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve referentie Het weefsel dat wordt gebruikt voor een positieve weefselreferentie kan ook als negatieve weefselreferentie dienen. De uiteenlopende celtypes die in de meeste weefselcoupes voorkomen, leveren interne negatieve referentielocaties, maar de gebruiker moet dit wel verifiëren. De componenten die niet kleuren, geven aan dat er geen specifieke kleuring is en geven een indicatie van niet-specifieke achtergrondkleuring. Bij specifieke kleuring in de negatieve weefselreferentie moeten de resultaten van patiëntmonsters als ongeldig worden beschouwd. Onverklaarbare Afwijkingen Onverklaarbare afwijkingen in referenties moeten onmiddellijk bij de klantenservice van A.Menarini Diagnostics worden gemeld. Als de resultaten van kwaliteitsbewaking niet aan de specificaties voldoen, zijn de patiëntresultaten ongeldig. Raadpleeg het hoofdstuk Problemen oplossen van deze bijsluiter. Identificeer en corrigeer het probleem en herhaal vervolgens de gehele procedure met de patiëntmonsters. Negatieve Reagensreferentie Voor een juiste beoordeling van de resultaten moet voor elk monster een negatieve reagensreferentie worden getest. Een negatieve reagensreferentie wordt in plaats van het primaire antilichaam gebruikt om het monster op niet-specifieke kleuring te beoordelen. Het glaasje moet worden behandeld met een negatieve reagensreferentie die overeenkomt met de gastheersoort van het primaire antilichaam en bij voorkeur met dezelfde IgG-concentratie. De incubatieperiode voor de negatieve reagensreferentie moet gelijk zijn aan die voor het primaire antilichaam. Interpretatie Van De Resultaten Door de immunokleuringsprocedure slaat een gekleurd reactieproduct neer op de antigeenlocaties die door het primaire antilichaam worden gelokaliseerd. Zie voor een overzicht van de te verwachten kleurreacties de bijsluiter van het toegepaste detectiesysteem. Voordat de resultaten worden beoordeeld, moet een daartoe bevoegd patholoog met ervaring in IHC-procedures de positieve en negatieve referenties beoordelen. Positieve referentie De gekleurde positieve weefselreferentie moet eerst worden onderzocht om na te gaan of alle reagentia goed functioneren. De aanwezigheid van een reactieproduct met de juiste kleuring in de doelcellen wijst op positieve reactiviteit. Zie voor een overzicht van de te verwachten kleuringsreacties de bijsluiter van het gebruikte detectiesysteem. Afhankelijk van de incubatieduur en de sterkte van het gebruikte hematoxyline leidt tegenkleuring tot een licht- tot donkerblauwe kleuring van celkernen. Excessieve of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. Als de positieve weefselreferentie niet positief kleurt, moeten de resultaten met de testmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve referentie De negatieve weefselreferentie moet worden onderzocht na de positieve weefselreferentie om de specifieke labeling van het doelantigeen door het primaire antilichaam te verifiëren. Het uitblijven van een specifieke kleuring in de negatieve weefselreferentie bevestigt dat er geen kruisreactiviteit van het antilichaam met cellen of celcomponenten is opgetreden. Bij specifieke kleuring in de negatieve weefselreferentie moeten resultaten met het patiëntmonster als ongeldig worden beschouwd. Als er een nietspecifieke kleuring aanwezig is, is deze diffuus van aard. In sporadische gevallen kan ook lichte kleuring van bindweefsel worden waargenomen in coupes die niet optimaal gefixeerd zijn. Voor de beoordeling van kleuringsresultaten moeten intacte cellen worden gebruikt. Necrotische of gedegenereerde cellen laten een niet-specifieke kleuring zien. Patiëntweefsel Patiëntmonsters moeten als laatste worden onderzocht. Positieve kleuringsintensiteit moet binnen de context van een eventuele achtergrondkleuring van de negatieve reagentiareferentie worden beoordeeld. Zoals voor elke immunohistochemische test geldt, betekent een negatief resultaat dat het betreffende antigeen niet is gedetecteerd, maar niet dat het antigeen niet voorkomt in de geteste cellen of het geteste weefsel. Maak, indien nodig, gebruik van een panel met diverse antistoffen om fout-negatieve reacties te herkennen (zie paragraaf Samenvatting van te verwachten resultaten). Elk weefselmonster moet ook op morfologische kenmerken worden onderzocht, waarbij een met hematoxyline-eosine gekleurde coupe wordt gebruikt voor de beoordeling van het immunohistochemische resultaat. De morfologische bevindingen voor de patiënt en diens relevante klinische gegevens moeten door een gekwalificeerde patholoog worden beoordeeld. Beperkingen 1. Dit reagens is uitsluitend voor professioneel gebruik, aangezien immunohistochemie een diagnostisch proces is dat uit meerdere stappen bestaat. Voor uitvoering ervan is gespecialiseerde training vereist in de keuze van de geschikte reagentia en weefsels, fixatie, bewerking, preparatie van immunohistochemische objectglaasjes en beoordeling van de kleuringsresultaten. 2. Uitsluitend bestemd voor gebruik in een laboratorium. 3. Bestemd voor in-vitrodiagnostiek. 4

4. De kwaliteit van de weefselkleuring is afhankelijk van de wijze van behandeling en bewerking van het weefsel voorafgaand aan de kleuring. Onjuiste of onvoldoende fixatie, bevriezen, ontdooien, wassen, drogen, verwarmen, snijden of contaminatie met andere weefsels of vloeistoffen kunnen de oorzaak zijn van artefacten, het insluiten van antilichamen of fout-negatieve resultaten. Afwijkende resultaten kunnen het gevolg zijn van afwijkingen in de wijze waarop het monster wordt gefixeerd of ingebed of afwijkingen die inherent zijn aan het weefsel. 5. Excessieve of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. 6. De klinische interpretatie van elke positieve kleuring of het uitblijven daarvan, moet worden beoordeeld binnen de context van de klinische voorgeschiedenis, de morfologie, andere histopathologische criteria en andere diagnostische testen. Dit antilichaam is voor zover van toepassing, bedoeld voor toepassing in een panel antilichamen. Het is de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde patholoog zich vertrouwd te maken met de antilichamen, reagentia, diagnostische panels en methoden voor het verkrijgen van een gekleurd preparaat. Kleuring moet worden uitgevoerd door een erkend en gecertificeerd laboratorium en onder toezicht van een patholoog die verantwoordelijk is voor het beoordelen van de gekleurde glaasjes en bevestiging dat er sprake is van de juiste positieve en negatieve referenties. 7. Er worden kant-en-klare antilichamen en reagentia geleverd in de optimale verdunning voor gebruik volgens de instructies. Afwijking van de aanbevolen testprocedures kan de te verwachten resultaten ongeldig maken. Gebruik geschikte referenties en documenteer deze. Gebruikers zijn onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de interpretatie van de patiëntresultaten. 8. Er worden geconcentreerde producten geleverd zodat de gebruiker vervolgens naar behoefte en conform de passende validatietechnieken een optimale verdunning kan aanmaken. De gebruiker moet het gebruik van andere verdunningsmiddelen dan hierin aanbevolen, valideren. Als het primaire antilichaam gevalideerd is als zijnde geschikt, kunnen afwijkingen van de aanbevolen testprocedures kan de te verwachten resultaten ongeldig maken. Gebruik geschikte referenties en documenteer deze. Gebruikers zijn onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de interpretatie van de patiëntresultaten. 9. Dit product is niet bestemd voor toepassing bij flowcytometrie. 10. Reagentia kunnen onverwachte reacties vertonen bij niet eerder onderzocht weefsel. De mogelijkheid van onverwachte reacties kan, ook bij reeds onderzochte weefselgroepen, niet geheel worden uitgesloten vanwege de biologische veranderlijkheid van antigeenexpressie in neoplasmata of andere pathologische weefsels. Neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics in geval van vermoede, gedocumenteerde onverwachte reacties. 11. s die afkomstig zijn van personen besmet met het hepatitis-b-virus en die hepatitis-b-oppervlakteantigeen (HBsAg) bevatten, kunnen een niet-specifieke kleuring vertonen met mierikswortelperoxidase. 12. Wanneer normale sera van dezelfde dierlijke bron als de secundaire antisera worden gebruikt in blokkeringsstappen, kan dit tot fout-negatieve of fout-positieve resultaten leiden vanwege de aanwezigheid van autoantilichamen of natuurlijke antilichamen. 13. Fout-positieve resultaten kunnen voorkomen vanwege nietimmunologische binding van eiwitten of substraatreactieproducten. Ook kunnen zij worden veroorzaakt door pseudoperoxidaseactiviteit (erytrocyten), endogene peroxidase-activiteit (cytochroom C) of endogeen biotine (voorbeelden: lever, hersenen, borst, nier) afhankelijk van het gebruikte type immunokleuring. 14. Zoals voor elke immunohistochemische test geldt, betekent een negatief resultaat dat het antigeen niet is gedetecteerd, niet dat het antigeen niet in de geteste cellen of het geteste weefsel voorkomt. Specifieke Beperkingen 1. De voorverdunde antilichaamproducten zijn geoptimaliseerd als een gebruiksklaar product. Vanwege variaties in weefselfixatie en -bewerking kan het nodig zijn de incubatietijd met het primaire antilichaam bij bepaalde individuele monsters te verlengen of te bekorten. 2. Het antilichaam, gebruikt in combinatie met detectiesystemen en toebehoren, detecteert antigeen/antigenen dat/die standaard formalinefixatie, weefselbewerking en snijden heeft/hebben overleefd. Gebruikers die van de aanbevolen onderzoeksprocedures afwijken, blijven net als onder alle omstandigheden, aansprakelijk voor de interpretatie en validatie van patiëntenresultaten. Samenvatting Van De Verwachte Resultaten Zie de volgende tabel voor reactiviteit: Normaal Onderzoek Positieve Totaal Getest Hersenen 0 1 Bijnierschors 0 1 Eierstok 0 1 Alvleesklier 0 1 Bijschildklier 0 1 Hypofyse 0 1 Testis 0 1 Schildklier 0 1 Borst 0 1 Opmerkingen Milt 1 1 Macrofagen + Tonsil 1 1 Dendritische cellen + Thymus 0 1 Beenmerg 1 1 Mastcellen + Long 0 1 Hart 0 1 Slokdarm 0 1 Maag 0 1 Dunne darm 0 1 Colon 0 1 Lever 0 1 Speekselklier 0 1 Galblaas 0 1 Nier 0 1 5

Normaal Onderzoek (vervolgd) Positieve Totaal Getest Blaas 0 1 Prostaat 0 1 Uterus 0 1 Eileider 0 1 Ureter 0 1 Baarmoederhals 0 1 Skeletspier 0 1 Gladde spier 0 1 Huid 0 1 Perifere zenuw 0 1 Mesotheel 0 1 Vet 0 1 Placenta 1 1 Opmerkingen Dit antilichaam kleurt normale weefsels, zoals aangegeven in de literatuur. Onderzoek Aangedaan Positieve Totaal Getest Lymfoom 0 35 Colorectaal carcinoom 0 21 Invasief ductaal carcinoom van de borst 0 17 Ander carcinoom 0 28 Acute myeloïde leukemie 9 9 Opmerkingen 5. Als weefselcoupes van het objectglaasje afspoelen, moet worden gecontroleerd of de objectglaasjes positief geladen zijn. Andere mogelijkheden die een nadelig effect zouden kunnen hebben op weefseladhesie zijn het onvoldoende drogen van de weefselcoupe op het glaasje vóór het kleuren, of het fixeren in formaline dat onvoldoende neutraal gebufferd was. Ook de weefseldikte kan meespelen. Raadpleeg de paragraaf Stapsgewijze procedure voor corrigerende handelingen of neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics. Literatuurverwijzingen 1 Crocker, PR et al. New 1-type lectins of the CD33-related siglec subgroup identified through genomics. Biochem Soc Symp 2002; 69:83-96. 2 Braylan, RC et al. Optimal number of reagents required to evaluate hematolymphoid neoplasias: results of an international consensus meeting. Cytometry 2001; 46:23-27. 3 Chang, H et al. Prognostic relevance of immunophenotyping in 379 patients with acute myeloid leukemia. Leuk Res 2004; 28:43-48. 4 Mason, KD et al. The immunophenotype of acute myeloid leukemia: is there a relationship with prognosis? Blood Rev 2006; 20:71-78. Dit antilichaam kleurt tumoren, zoals aangegeven in de literatuur. Problemen Oplossen 1. Als de positieve referentie een zwakkere kleuring vertoont dan voorzien, moeten andere positieve referenties uit dezelfde run worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. 2. Als de positieve referentie negatief uitvalt, moeten andere positieve referenties uit dezelfde run worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. Het kan zijn dat weefsels niet op de juiste wijze zijn afgenomen, gefixeerd of gedeparaffineerd. De juiste procedure moet worden gevolgd voor het afnemen, bewaren en fixeren van monsters. 3. Bij overmatige achtergrondkleuring is mogelijk het gehalte endogeen biotine hoog. Er moet een biotineblokkerende stap worden uitgevoerd, tenzij er een biotinevrij detectiesysteem wordt gebruikt, in welk geval eventueel aanwezig biotine niet van invloed is op de achtergrondkleuring. 4. Als niet alle paraffine is verwijderd, moet de deparaffinering worden herhaald. 6