Gecoördineerde versie Herziene Scheldereglement

Vergelijkbare documenten
38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 9, tweede lid, onder a, van het Scheldereglement;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 april 2018;

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1966 Nr. 161

SCHELDEREGLEMENT - TOELICHTING

Nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht

1/12A BESTELREGELING LOODSEN VOOR SCHEPEN MET EEN VLAAMSE HAVEN ALS BESTEMMING

1/17 SCHELDE SLEPEN VAN MOEILIJK HANDELBARE SCHEPEN EN/OF VARENDE TUIGEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

GEZAMENLIJKE BEKENDMAKING van de Belgische en Nederlandse Scheldedirecteuren. Kennisgeving nr. 1/96 dd

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET

Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de scheepvaartregelgeving aan de mogelijkheden van geautomatiseerd varen

Nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht Scheldereglement

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds GB Loodsen op Afstand, GNB Beheersgebied

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening inzake het examen Nederlands recht en het examen gedrags- en beroepsregels Zoals vastgesteld in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op

GNB infodag. 24 oktober 2006

Bevoegdhedenverordening registerloodsen 1995

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 21 JULI 2011 NR. 15

Artikel 1: Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

loodgeldtarieven 2019 regio scheldemonden PILOTAGE TARIFFS NEDERLANDS LOODSWEZEN - REGION RIVER SCHELDT PAGE 1

: LANDSVERORDENING tot vaststelling van nieuwe voorschriften betreffende de meting van zeeschepen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gecoördineerde versie Loodsdecreet

Verordening examen Nederlands recht en examen gedrags- en beroepsregels Zoals vastgesteld in de bijeenkomst van de Ledenvergadering op 8 december

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3 december 1992, houdende plaatsing in het

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de loodscoëff iciënten voor de berekening van de loodstoelage van de operationele loodsen

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1/16B VESSEL TRAFFIC SERVICES SCHELDE EN HAAR MONDINGEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERBETERLIJST. Kanaal Gent - Terneuzen Editie / januari 2017

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Advies. Over het voorontwerp van decreet over het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren. Brussel, 19 september 2011.

> 14/162 BELGISCHE KUST - OMGEVING SCHEUR WIELINGEN VERPLAATSEN GOLFMEETBOEI EN WAAKTON

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Loodsplichtbesluit 2020 (amvb) (wettekst incl. nota van toelichting)

Wet van 7 juli 1988, houdende algemene regeling met betrekking tot het scheepvaartverkeer op de binnenwateren en op zee

Gezamenlijke Bekendmaking

Verordening havengelden 2011

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

A 2012 N 90 PUBLICATIEBLAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Vlaamse loodsgeldtarieven, loodsvergoedingen en andere kosten vanaf 1 juli 2011

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Scheepvaartverkeerswet

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

Verkeersbesluit Vaarwegen AGV- 1

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

A 2007 N 110 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

een schip dat is bestemd of geschikt is voor de vaart op zee;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Schepen met bestemming Scheldekaaien Antwerpen rede, GNB beheersgebied

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig-, kade- en opslaggelden 2018

Beleidsregels ontheffingverlening loodsplicht Noord- Nederland, Den Helder, Harlingen en Delfzijl-Eemshaven

Eerste Kamer der Staten-Generaal

APICS - Loket wijzigingen n.a.v de opvaartregeling. toelichting voor de scheepsagenten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet van 12 februari 1981, houdende bepalingen betreffende de meting van schepen

Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

abcdefgh Onderwerp Loodsplichtbesluit 1995 en Besluit verklaringhouders Scheepvaartverkeerswet.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Regeling tachograafkaarten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet arbeid Vreemdelingen

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2005 Nr. 312

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Gecoördineerde versie Herziene Scheldereglement Op 1 oktober 2002 zijn het Herziene Scheldereglement en bijhorende uitvoeringsbesluiten in voege getreden. Met de inwerkingtreding van het Herziene Scheldereglement komen het Scheldereglement van 1843, de Regeling loodsdienst 1966 en de Uitvoeringsregeling 1966 te vervallen. Na 1 oktober 2002 zijn een aantal nieuwe uitvoeringsbesluiten verschenen. Vandaar dat er nu een tweede, bijgewerkte editie van het Herziene Scheldereglement wordt uitgegeven. In deze officieus gecoördineerde tekst sluiten de uitvoeringsbesluiten aan op het artikel van het Herziene Scheldereglement waarvan zij de uitvoering zijn. De uitvoeringsbesluiten zijn in een ander lettertype en in het blauw weergegeven. De nieuwe wetteksten, opgenomen in deze brochure, staan in de inhoudstafel vermeld onder de rubrieken: 7: wijziging besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement 8: wijziging besluit verklaringen van vrijstelling Scheldereglement 9: wijziging besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement 10: nieuw besluit ontheffing loodsplicht Scheldereglement 2003 11: nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht Scheldereglement 14: wijziging ETA-besluit Scheldereglement 15 wijziging ETD-besluit Scheldereglement 16 opheffing besluit controlelijst Scheldereglement 19: wijziging van de bijlage bij het besluit loodsgelden en loodsvergoedingen Scheldereglement 20: wijziging besluit vaststelling examengeld en benoeming examencommissie Scheldereglement Deze officieuze gecoördineerde tekst is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 26.10.2004. De wijzigingen aan de uitvoeringsbesluiten zijn in de marge gemarkeerd. Besluit 1. Wet van 5 maart 1999 houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams Gewest en het koninkrijk der Nederlanden tot herziening van het reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) en Bijlage, gedaan te Middelburg op 11 januari 1995. (Belgisch Staatsblad 24.12.99 bl. 49069) 2. Wet van 5 maart 1999 houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams Gewest en het koninkrijk der Nederlanden tot herziening van het reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) en Bijlage, gedaan te Middelburg op 11 januari 1995. Addendum, (Belgisch Staatsblad 24.09.02 bl. 43059) 3. Besluit van 21 augustus 2002 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheldereglement» (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44081) pagina 4-71 4 6 1

Besluit pagina 4. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit begripsbepalingen Scheldereglement» 8 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44110) 5. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit uitvoering loodsprestaties Scheldereglement» 10 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44103) 6. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit facturering en inning Scheldereglement» 13 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44110) 7. Besluit van 21 augustus 2002 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement» 17 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44082) Gewijzigd bij besluit van 12.01.04 van de Vlaamse Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en energie en de Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende wijziging van het besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement. (Belgisch Staatsblad 30.01.04 bl. 5898) 8. Besluit van 21 augustus 2002 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit verklaringen van vrijstelling Scheldereglement» 19 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44079) 9. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement» 20 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44106) Gewijzigd bij besluit van 15 oktober 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement en het besluit vaststelling examengeld en benoeming examencommissie en commissie van gecommitteerden Scheldereglement (Belgisch Staatsblad 22.10.04 bl. 73234) 10. Besluit van 19 juni 2003. - van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit ontheffing loodsplicht Scheldereglement 2003» 26 (Belgisch Staatsblad 17.07.03 bl.38348) 11. Besluit van 19 juni 2003 van de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewegen en de Rijkshavenmeester Westerschelde, handelend als bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 1, onder 2, van het Scheldereglement, houdende 29 vaststelling van de «Nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht Scheldereglement» (Belgisch Staatsblad 17.07.03 bl. 38350) 12. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit loodsen op afstand Scheldereglement» 41 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44112) 13. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit ad hoc loodsplicht Scheldereglement» 43 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44112) 14. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «ETA-besluit Scheldereglement» 45 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44105) Gewijzigd bij besluit van 18 maart 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het ETA-besluit Scheldereglement en het ETD-besluit Scheldereglement en opheffing van het besluit controlelijst Scheldereglement. (Belgisch Staatsblad van 31.03.04 bl. 18263) 2

Besluit Pagina 15. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «ETD-besluit Scheldereglement» 49 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44113) Gewijzigd bij besluit van 18 maart 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het ETA-besluit Scheldereglement en het ETD-besluit Scheldereglement en opheffing van het besluit controlelijst Scheldereglement. (Belgisch Staatsblad van 31.03.04 bl. 18263) 16. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit controlelijst Scheldereglement» 52 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44115) Opgeheven door besluit van 18 maart 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het ETA-besluit Scheldereglement en het ETD-besluit Scheldereglement en opheffing van het besluit controlelijst Scheldereglement. (Belgisch Staatsblad van 31.03.04 bl. 18263) 17. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit schademeldingen Scheldereglement» 54 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44115) 18. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit loodscertificaat Scheldereglement» 56 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44116) 19. Besluit van 21 augustus 2002 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit loodsgelden en loodsvergoedingen Scheldereglement» 58 (Belgisch Staatsblad 28.09.02 bl. 44065) Gewijzigd bij besluit van 08.12.03 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat houdende wijziging van de bijlage bij het Besluit loodsgelden en loodsvergoedingen Scheldereglement. In werking getreden op 01.01.04 (Belgisch Staatsblad 29.12.03 bl. 61834) 20. Besluit van 29 augustus 2002 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit vaststelling examengeld en benoeming examencommissie 71 Scheldereglement» (Belgisch Staatsblad 10.10.02 bl. 45744) Gewijzigd bij besluit van 18 maart 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het Besluit vaststelling examengeld en benoeming examencommissie en commissie van gecommitteerden Scheldereglement (Belgisch Staatsblad 31.03.04 bl. 18262) Gewijzigd bij besluit van 15 oktober 2004 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende wijziging van het besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement en het besluit vaststelling examengeld en benoeming examencommissie en commissie van gecommitteerden Scheldereglement. BS 22.10.04. In voege 01.11.04 (Belgisch Staatsblad 22.10.04 bl. 73234) 3

Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden tot herziening van het reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) 1 De Regering van het Koninkrijk België en de Vlaamse Regering, enerzijds, en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds Overwegende dat het, gezien de ontwikkeling van het scheepvaartverkeer op de Westerschelde en het kanaal van Gent naar Terneuzen, wenselijk is het Reglement van 20 mei 1843 ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk 11, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop, te herzien; Zijn overeengekomen als volgt : Artikel 1 Het Reglement van 20 mei 1843 ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk 11, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, wordt vervangen door het reglement, zoals in de bijlage bij dit Verdrag gevoegd, verder te noemen het Scheldereglement. Artikel 2 Dit Verdrag, alsmede het in de bijlage opgenomen Scheldereglement, kunnen in overeenstemming tussen de Verdragsluitende Partijen worden gewijzigd. Artikel 3 Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin de Verdragsluitende Partijen elkaar hebben meegedeeld dat aan de voor hen terzake geldende constitutionele vereisten is voldaan. Gedaan te Middelburg, op 11 januari 1995, in drie originele exemplaren, FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 5 MAART 1999. - Wet houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden tot herziening van het reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) en Bijlage, gedaan te Middelburg op 11 januari 1995 (1). - Addendum 2 Overeenkomstig de bepalingen van artikel 13 treedt dit Verdrag in werking op 1 oktober 2002. 1 Publicatie in Belgisch Staatsblad van 24.12.99 2 Publicatie in Belgisch Staatsblad van 24.09.02 4

Bijlage bij het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden tot herziening van het reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop HOOFDSTUK I Definities Artikel 1 SCHELDEREGLEMENT Voor de toepassing van dit reglement en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder : 1. Scheldevaarder : ieder schip dat de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen bevaart, voor zover het geen haven dan wel anker- of ligplaats op het Nederlandse gedeelte van die wateren als bestemming of vertrekpunt heeft, en ieder schip dat de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen bevaart en een op het Nederlandse gedeelte van die wateren gelegen haven dan wel anker- of ligplaats aandoet : a. voor het lichten onderscheidenlijk bijladen van een schip, indien dit uitsluitend in verband met de diepgang vereist is ter waarborging van een veilige vaart naar onderscheidenlijk vanuit België, of b. zonder het doel aldaar een economische activiteit uit te voeren, met uitzondering van schepen die zowel hun vertrekpunt als hun bestemming op het Belgische gedeelte van de Schelde, haar mondingen of het kanaal van Gent naar Terneuzen hebben en tijdens de vaart de Belgisch-Nederlandse grens niet passeren; 2. bevoegde autoriteit : de door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben, in onderlinge overeenstemming aangewezen functionaris; 3 3. loodsgeld : vergoeding voor de diensten van de loods en voor andere kosten van individuele dienstverlening aan de gezagvoerder; 4. loodsvergoedingen : vergoedingen voor de onkosten samenhangende met de diensten van de loods; 5. loodsprestatie : de diensten die een loods van de Vlaamse of Nederlandse loodsdienst verleent van op een schip vanaf de wal of van op een ander schip; 6. de commissarissen : de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen bedoeld in artikel 31. 3 Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het Besluit aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheldereglement Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 5

Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheldereglement» De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, en de Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat; Gelet op artikel 1, onderdeel 2, van het Scheldereglement, Besluiten : Artikel 1. De volgende personen worden aangewezen als bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1, onderdeel 2, van het Scheldereglement : 1 voor het Vlaamse Gewest : de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewezen, of de door hem aangestelde persoon; 2 voor Nederland : de Rijkshavenmeester Westerschelde, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990, of de door de Rijkshavenmeester daartoe aangestelde plaatsvervanger(s). Art. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 3. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit aanwijzing bevoegde autoriteiten Scheldereglement». 6

Artikel 2 Door de commissarissen zal nader worden bepaald wat wordt verstaan onder : a. het lichten onderscheidenlijk bijladen als bedoeld in artikel 1, onderdeel 1 onder a; b. een economische activiteit als bedoeld in artikel 1 onderdeel 1, onder b. 4 4 Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het Besluit begripsbepalingen Scheldereglement ; Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 7

Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit begripsbepalingen Scheldereglement» Gelet op artikel 2, onderdelen a en b, van het Scheldereglement, Besluit : Artikel 1. Onder lichten en bijladen als bedoeld in artikel 1, onderdeel 1 a, van het Scheldereglement, wordt begrepen het lichten en bijladen als voor de betreffende lading geen cognossement aanwezig is, waarin voor die lading een Nederlandse haven of ankerplaats als los- of laadplaats is genoemd. Art. 2. Onder economische activiteit als bedoeld in artikel 1, onderdeel 1 b, van het Scheldereglement wordt begrepen iedere overeenkomst of feitelijke handeling betreffende schip, passagiers, lading of bemanning met een op geld waardeerbaar gevolg in het economisch verkeer. Art. 3. Onder economische activiteit, als bedoeld in artikel 1, onderdeel 1 b, van het Scheldereglement, wordt niet begrepen: 1. het aan- of afmonsteren van bemanning; 2. het in- of ontschepen van niet-betalende passagiers; 3. het in- of ontschepen van een loods in Vlissingen voor of van een haven, niet gelegen in het Scheldegebied; 4. het schuilen; 5. het wachten op orders; en, als vervolgens de reis wordt voortgezet naar een Belgische haven of van een Belgische haven naar zee : 6. het aan boord nemen van proviand en drinkwater; 7. het bunkeren; 8. het uitvoeren van een noodherstelling; 9. het aan boord nemen van machineonderdelen voor het schip in kwestie, als er geen installatie- of reparatiewerkzaamheden met betrekking daartoe door derden plaatsvinden. Art. 4. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 5. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit begripsbepalingen Scheldereglement». 8

HOOFDSTUK II Loodsdiensten Artikel 3 1. De Vlaamse en de Nederlandse loodsdienst zijn vrij zich langs de Schelde, haar mondingen en het kanaal van Gent naar Terneuzen, te vestigen. Tot de inrichting van deze diensten zullen beide regeringen elkaar alle medewerking verlenen. 2. Door tussenkomst van de commissarissen stellen de Vlaamse en de Nederlandse regering elkaar in kennis van de vestigingen als bedoeld in het eerste lid. 3. De Vlaamse en de Nederlandse regering treffen zodanige voorzieningen dat de door de Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten te verzorgen loodsprestaties daadwerkelijk kunnen worden verricht en verlenen elkaar alle medewerking op dit gebied. Artikel 4 1. Het loodsen van Scheldevaarders wordt op zodanige wijze tussen de Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten verdeeld dat van het totaal der loodsprestaties 72,5 % door loodsen van de Vlaamse loodsdienst en 27,5 % door loodsen van de Nederlandse loodsdienst wordt verricht. Deze verdeling is niet van toepassing op loodsprestaties die uitsluitend betrekking hebben op het loodsen vanaf de wal. 2. Voor de bepaling van de loodsprestaties en een doelmatige uitvoering van het bepaalde in het eerste lid stellen de commissarissen nadere regels vast. 5 3. Voor zover de door de loodsen van een der beide landen te verzorgen loodsprestaties als bedoeld in het eerste lid niet kunnen worden verricht, worden deze zo mogelijk door de loodsen van het andere land verricht. Deze loodsprestaties vallen niet onder de verdeling, bedoeld in het eerste lid. 4. In afwijking van de verdeling als voorzien in het eerste lid, wordt het loodsen van een Scheldevaarder, anders dan vanaf de wal, die van een Belgische haven dan wel een anker- of ligplaats aan het Belgische gedeelte van het kanaal van Gent naar Terneuzen, naar Antwerpen of een bovenwaarts gelegen haven, dan wel omgekeerd, vaart, uitsluitend door loodsen van de Vlaamse loodsdienst verricht. 5. Het loodsen anders dan vanaf de wal, van een schip dat van een Belgische haven dan wel anker- of ligplaats aan het kanaal van Gent naar Terneuzen of aan de Schelde naar een Nederlandse haven aan de Schelde of het kanaal van Gent naar Terneuzen, dan wel omgekeerd, vaart, wordt uitsluitend door loodsen van de Nederlandse loodsdienst verricht. 5 Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het Besluit uitvoering loodsprestaties Scheldereglement ; Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 9

Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit uitvoering loodsprestaties Scheldereglement» Gelet op artikel 4, tweede lid, van het Scheldereglement, Besluit : Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 kruisposten : a) Wandelaar : de geografische positie, ongeveer twee mijl west van de SW Akkaertboei, tenzij door bijzondere omstandigheden van die positie wordt afgeweken; b) Steenbank : de geografische positie, ongeveer 1 mijl west van Schouwenbank lichtboei, tenzij door bijzondere omstandigheden van die positie wordt afgeweken; 2 Vlissingen-Rede : het gedeelte van de Westerschelde dat in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 als redegebied Vlissingen is omschreven; 3 haalschip : een schip dat een loods verlangt vanuit een haven, niet gelegen langs de Schelde of het kanaal van Gent naar Terneuzen. Art. 2. Inzake de voorzieningen op de loodskruisposten wordt het volgende bepaald : 1. De Vlaamse loodsdienst verzorgt op de kruispost Wandelaar het beloodsen en het afhalen van loodsen ten behoeve van de binnenkomende of uitgaande scheepvaart, en bij een tekort of een teveel aan loodsen aldaar, het transport naar en van die kruispost. 2. De Nederlandse loodsdienst verzorgt op de kruispost Steenbank het beloodsen en het afhalen van loodsen ten behoeve van de binnenkomende of uitgaande scheepvaart, en bij een tekort of een teveel aan loodsen aldaar, het transport naar en van die kruispost. 3. Wanneer slechts een klein aantal loodsen moet worden overgebracht naar of afgehaald van een kruispost, varen de betrokken loodsen mee als passagier op een geloodst schip. Daartoe stellen de beide loodsdiensten in overeenstemming regels vast. Art. 3. De loodsprestaties worden uitgevoerd volgens de verdeelsleutel, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Scheldereglement. Voor de verdere toepassing van de verdeelsleutel stellen beide loodsdiensten gezamenlijk richtlijnen vast. De loodsdiensten brengen die richtlijnen ter kennis van de commissarissen. In afwijking van voormelde verdeelsleutel, worden de loodsprestaties geleverd in het kader van het geven van adviezen vanaf de wal : 1. voor de trajecten Wandelaar-Belgisch-Nederlandse grens, gegeven door loodsen van de Vlaamse loodsdienst, en vanaf de Belgisch-Nederlandse grens - Vlissingen-Rede door loodsen van de Nederlandse loodsdienst; 2. voor de trajecten Steenbank - Vlissingen-Rede via het Oostgat door loodsen van de Nederlandse loodsdienst; 3. voor de trajecten Steenbank - Vlissingen-Rede via Westrond door de loodsen van de Nederlandse en Vlaamse loodsdienst, ieder binnen zijn werkingsgebied. In de volgende bijzondere gevallen wordt eveneens afgeweken van voormelde verdeelsleutel : 1. als de gezagvoerder van een schip op eigen verzoek gebruikmaakt van de diensten van meer dan een loods op hetzelfde traject, worden die loodsen in de verdeelsleutel opgenomen. Zo mogelijk moeten die loodsen tot dezelfde loodsdienst behoren; 2. voor de schepen die volgens de verdeelsleutel een loods kregen toegewezen, maar die zonder loods zijn vertrokken, wordt de lopende verdeelsleutel bijgesteld; 3. loods- en overheidsvaartuigen en oorlogsschepen van beide landen worden in de regel bediend door de loodsen van het eigen land, waarbij de verdeelsleutel niet wordt toegepast; 4. vreemde oorlogsschepen worden bij officiële of semi-officiële bezoeken aan de havens van Antwerpen, Gent of Brussel door Vlaamse loodsen bediend, waarbij de verdeelsleutel niet wordt toegepast. Bij routine- of operationele bezoeken krijgen die schepen een loods toegewezen volgens de verdeelsleutel. In de regeling van dit onderdeel wordt verstaan onder : a) officiële of semi-officiële bezoeken : het verblijf van een vreemd oorlogsschip op het grondgebied van een staat, op uitnodiging van die staat, ter gelegenheid van een belangrijke nationale of internationale gebeurtenis en waarbij beide staten overeengekomen zijn om het bezoek een plechtig karakter te geven; 10

b) routine- of operationele bezoeken : bezoeken in het kader van vlootoefeningen, daaronder begrepen zijn de bezoeken die zijn ingegeven wegens bevoorrading, herstelling, bunkeren, in- en ontschepen van manschappen en materiaal, zoek- en reddingsoperaties, waarbij de formaliteiten tot een minimum zijn beperkt; 5. loodsprestaties, geleverd door een loodsdienst in plaats van de andere loodsdienst, volgens de bepalingen in artikel 4 van dit besluit, hebben geen invloed op de verdeelsleutel. Art. 4. Als een loodsdienst de prestaties niet kan verrichten die aan hem zijn toegewezen volgens de verdeelsleutel, worden die voorzover mogelijk uitgevoerd door de andere loodsdienst. Daartoe verzoekt de loodsdienst die in gebreke blijft, tijdig de andere loodsdienst om bijstand, zodat het schip geen vertraging ondervindt. Als die loodsdienst aan het verzoek niet kan voldoen, blijft de vraag tot bijstand bestaan, tot op het ogenblik dat de verzoekende loodsdienst laat weten dat hij opnieuw aan zijn verplichtingen kan voldoen. De op dat moment reeds toegewezen loodsprestaties worden verder als bijstand uitgevoerd. Als een schip aantoonbaar niet kan voldoen aan de regeling, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van het Scheldereglement, betreffende de tijdige melding van het verwachte tijdstip van aankomst op de kruispost, is de in het eerste lid bedoelde regeling voor bijstand op de kruisposten niet van toepassing. Het schip wordt in dat geval ingepast in de lopende serie. Beide loodsdiensten stellen gezamenlijk richtlijnen vast voor de aanvraag en de uitvoering van een verzoek om bijstand. De loodsdiensten brengen die richtlijnen ter kennis van de commissarissen. Art. 5. De wederzijdse dienstverlening en de dienstverlening aan derden worden contractueel geregeld. Art. 6. De werkwijze voor de loodsbestellingen wordt in onderling overleg tussen beide loodsdiensten geregeld en in nauwe samenwerking uitgevoerd. Art. 7. Als een schip op Vlissingen-Rede ankert, wordt de loods die zich aan boord bevindt pas van boord gehaald na dat ankeren. Beide loodsdiensten stellen gezamenlijk richtlijnen op voor de samenwerking van de loodsdiensten op Vlissingen-Rede, om een vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart te waarborgen. De loodsdiensten brengen die richtlijnen ter kennis van de commissarissen. Art. 8. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 9. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit uitvoering loodsprestaties Scheldereglement» 11

Artikel 5 1. Van de opbrengst van de loodsgelden, welke van Scheldevaarders worden geheven, komt 72,5 % toe aan het Vlaamse Gewest en 27,5 % aan de Nederlandse staat, met uitzondering van de opbrengst van de loodsgelden uitsluitend geheven voor het loodsen vanaf de wal, waarvan 80 % toekomt aan het Vlaamse Gewest en 20 % aan de Nederlandse staat. 2. Uit de opbrengst van de verdeling als bedoeld in het eerste lid, worden de loodsprestaties als bedoeld in artikel 4, derde lid, door het land waartoe de loodsdienst behoort waarvoor de betreffende prestaties zijn verricht, vergoed aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende prestaties feitelijk heeft verricht. 3. De uit de loodsprestaties als bedoeld in artikel 4, vierde en vijfde lid, voortvloeiende loodsgelden komen toe aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende prestaties heeft verricht. 4. De loodsvergoedingen komen toe aan het land waartoe de loodsdienst behoort die de betreffende loodsprestaties feitelijk heeft verricht. 5. Het loodsgeld en de loodsvergoedingen zijn verschuldigd aan de autoriteit of organisatie die daartoe bij wettelijk voorschrift van het betreffende land is aangewezen. Bij een dergelijke aanwijzing kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende componenten van het loodsgeld. 6. Voor wat betreft de inning en de betaalwijze van de loodsgelden en de loodsvergoedingen, alsmede de wijze van de verrekening van de loodsgelden, worden door de commissarissen nadere regels vastgesteld. 6 6 Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het Besluit facturering en inning Scheldereglement ; Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 12

Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit facturering en inning Scheldereglement» Gelet op artikel 5, zesde lid, van het Scheldereglement, Besluit : Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 kruispost Wandelaar : de geografische positie, ongeveer twee mijl west van de SW Akkaert lichtboei, tenzij door bijzondere omstandigheden van die positie wordt afgeweken; 2 kruispost Steenbank : de geografische positie, ongeveer 1 mijl west van Schouwenbank lichtboei, tenzij door bijzondere omstandigheden van die positie wordt afgeweken. Art. 2. De facturering en inning van loodsgelden en loodsvergoedingen wordt als volgt geregeld : 1 De loodsgelden en loodsvergoedingen worden geïnd door of vanwege het land waarvan de loodsdienst in kwestie de loodsprestaties heeft verricht. Beide loodsdiensten kunnen daarvan in door hen nader te bepalen gevallen in onderlinge overeenstemming afwijken, met dien verstande dat per loodsprestatie slechts één loodsdienst de inning kan verrichten. 2 Als een schip het gehele traject kruisposten Wandelaar of Steenbank - Antwerpen of kruisposten Wandelaar of Steenbank - Belgische haven aan het kanaal van Gent naar Terneuzen, of omgekeerd, heeft afgelegd zonder gebruik te maken van de diensten van een loods, terwijl hij daartoe niettemin verplicht is en loodsgeld is verschuldigd, worden de loodsgelden en de eventuele loodsvergoedingen, onverminderd de bepalingen in de tweede volzin van het eerste lid, geïnd door of vanwege het Vlaamse Gewest. 3 Als een schip slechts een gedeelte van een in het tweede lid genoemd traject heeft afgelegd zonder gebruik te maken van de diensten van een loods, worden het loodsgeld en eventuele loodsvergoedingen, onverminderd de bepalingen in de tweede volzin van het eerste lid, geïnd door of vanwege het land waarvan de loodsdienst in kwestie de loodsprestaties op het beloodste deel heeft verzorgd. 4 De loodsgelden voor een schip als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel b, van het Scheldereglement worden, in het kader van het geven van adviezen vanaf de wal, onverminderd de bepalingen in de tweede volzin van het eerste lid, geïnd door of vanwege de loodsdienst die het aansluitende traject verzorgt. 5 Ten behoeve van de facturering en de inning van loodsgelden en loodsvergoedingen geven beide landen en beide loodsdiensten elkaar daarvoor alle benodigde informatie en ondersteuning. Art. 3. Inzake de verrekening en betaling van de loodsgelden en loodsvergoedingen wordt het volgende bepaald : 1 Maandelijks bezorgen beide loodsdiensten elkaar een overzicht van de geïnde loodsgelden en loodsvergoedingen. Het model van dat overzicht wordt in overeenstemming tussen beide loodsdiensten vastgesteld. Een kopie van die overzichten wordt toegezonden aan de desbetreffende dienst van het Nederlandse Ministerie van Verkeer en Waterstaat. 2 De verrekening en betaling van het loodsgeld en de loodsvergoedingen tussen het Vlaamse Gewest en de Nederlandse loodsdienst vindt plaats volgens de volgende regels : a) de geïnde loodsgelden, volgens de maandelijkse overzichten van beide loodsdiensten, worden getotaliseerd, met dien verstande dat de loodsgelden, verschuldigd in het kader van het geven van adviezen vanaf de wal, afzonderlijk worden vermeld; b) de in a) bedoelde bedragen worden verdeeld volgens de in artikel 5 van het Scheldereglement vermelde verdeelsleutels; c) het aldus aan elk van de desbetreffende landen toekomende deel wordt verrekend met het reeds door het desbetreffende land aan loodsgeld geïnde bedrag; d) een eventueel na die verrekening resterend voordelig saldo wordt uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op die waarop het overzicht betrekking heeft, door of vanwege het desbetreffende land betaald aan het andere land; e) de loodsvergoedingen die ten behoeve van het andere land zijn geïnd, worden gelijktijdig verrekend met betaling van het saldo. 13

Art. 4. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 5. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit facturering en inning Scheldereglement». 14

Artikel 6 Onverminderd het bepaalde bij of krachtens dit reglement, gelden voor de toelating tot de functie van loods, zijn bevoegdheden en de verplichtingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de wettelijke voorschriften van het land waarin de hoofdzetel van de betrokken loodsdienst is gevestigd. Artikel 7 1. De vaartuigen die worden gebruikt voor de uitoefening van de loodsdienst zijn vrij van alle havengelden en andere rechten, hoe ook genaamd, die van de scheepvaart in beide landen worden geheven. 2. Noch de Vlaamse noch de Nederlandse regering zal een borgstelling verlangen in geval van schadevaringen met deze vaartuigen. 3. Deze vaartuigen kunnen zonder enige beperkingen de wateren genoemd in artikel 1, onderdeel 1, op- of afvaren. 4. De vaartuigen van de onderscheiden loodsdiensten zijn als zodanig herkenbaar en voeren hun nationale vlag. Artikel 8 1. De Vlaamse en de Nederlandse loodsdiensten zijn bevoegd om alle goederen voor het materieel van de loodsdienst in hun wederzijdse standplaatsen in te voeren. Deze invoer is vrij van alle douane- of andere rechten. 2. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor goederen ten behoeve van de objecten als bedoeld in artikel 31, eerste lid. HOOFDSTUK III - Het loodsen Artikel 9 1. De gezagvoerder van een Scheldevaarder is verplicht gebruik te maken van de diensten van een tot de Vlaamse of de Nederlandse loodsdienst behorende loods. 2. Van de in het eerste lid bedoelde verplichting bestaat vrijstelling indien : a. het schip behoort tot een der door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben in onderlinge overeenstemming aangewezen categorieën Scheldevaarders, of. 7 b. de gezagvoerder of een bevoegd officier, die feitelijk de navigatie leidt, voldoet aan de door de Vlaamse en Nederlandse ministers die de loodsdiensten in hun bevoegdheid hebben, in onderlinge overeenstemming voor het traject waarvoor de vrijstelling is aangevraagd, te stellen eisen 8 3. De commissarissen kunnen regels stellen met betrekking tot de autoriteit of organisatie die is belast met de examinering van de gezagvoerders en officieren, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de voorwaarden waaronder en de vergoeding waartegen deze examinering plaatsvindt. 9 7 Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het "Besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement"; Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 8 Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het "Besluit verklaringen van vrijstelling Scheldereglement"; Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 9 Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het Besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement Dit besluit treedt in werking met ingang van 01.10.02, datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28.09.02 en de Nederlandse Staatscourant 15

4. De commissarissen kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verplichting. Aan een dergelijke ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. De commissarissen kunnen deze bevoegdheid ook toekennen aan de bevoegde autoriteit en kunnen daartoe regels stellen. 10 / 11 5. Bij de toepassing van het bepaalde in het tweede en vierde lid, wordt rekening gehouden met de in artikel 18, tweede lid, genoemde belangen. 10 Besluit van 19 juni 2003 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit ontheffing loodsplicht Scheldereglement 2003» Dit besluit treedt in werking op 01.08.03 en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17.07.03 en de Nederlandse Staatscourant 11 Besluit van 19 juni 2003 van de leidend ambtenaar van de administratie Waterwegen en Zeewegen en de Rijkshavenmeester Westerschelde, handelend als bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 1, onder 2, van het Scheldereglement, houdende vaststelling van de«nadere eisen ontheffingverlening loodsplicht Scheldereglement» Dit besluit treedt in werking op 01.08.03 en werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17.07.03 en de Nederlandse Staatscourant 16

Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement» De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, en de Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op artikel 9, tweede lid, onderdeel a, van het Scheldereglement, besluiten: Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 Londonlengte : lengte, bedoeld in artikel 2, onder 8, van het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de meting van zeeschepen; 12 2 Vlissingen-Rede : het gedeelte van de Westerschelde dat in het Scheepvaartreglement Westerschelde 1990 als redegebied Vlissingen is omschreven. 3 Rijnschip, Denemarkenvaarder, binnen-/buitenschip, register : hetgeen daaronder wordt verstaan in het Nederlandse Loodsplichtbesluit 1995. 13 Art. 2. Onverminderd de bepalingen van of krachtens artikel 11 van het Scheldereglement, zijn de gezagvoerders van de volgende categorieën schepen vrijgesteld van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement : 1 binnenschepen, als ze zich niet zeewaarts Vlissingen-Rede bevinden; 2 estuaire vaart : binnenschepen, die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de Belgische kust varen, en als zodanig door de Belgische overheid zijn geregistreerd; 3 fluviomaritieme vaart : binnenschepen, die over een zeebrief beschikken, die uitsluitend in een beperkt gebied op zee mogen varen en als zodanig door de Belgische of de Nederlandse overheid zijn geregistreerd; 4 zeeschepen die ten anker liggen; 5 Rijnschepen, Denemarkenvaarders en binnen-/buitenschepen die bij of krachtens de in Nederland geldende wettelijke voorschriften zijn vrijgesteld van de loodsplicht en die als zodanig zijn ingeschreven in het register, als zij zich niet zeewaarts Vlissingen-Rede bevinden; 14 6 vaartuigen, gebouwd voor het winnen of vervoeren van zand, baggerspecie of grind, tenzij ze tijdens de vaart voor een ander doel worden ingezet; 7 zeeschepen in eigendom van of in beheer bij de Vlaamse of Nederlandse loodsdienst; 8 schepen in eigendom van of in beheer bij de Belgische, Vlaamse of Nederlandse overheid. 9 oorlogsschepen die behoren tot de Koninklijke Marine, de Belgische Zeemacht of een bondgenootschappelijke zeemacht. 15 De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zeeschepen, gebouwd of geschikt gemaakt voor het vervoer in bulk van vloeibare lading van ontvlambare aard of gebezigd voor het vervoer van gas of chemicaliën in bulk, en geheel of gedeeltelijk daarmee geladen, dan wel leeg maar nog niet ontgast of ontdaan van zijn gevaarlijke residuen, met uitzondering van schepen die ten anker liggen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel 4. Art. 2bis 16. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 11 van het Scheldereglement zijn voorts vrijgesteld van de verplichting, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement : 1 zeeschepen met een lengte over alles tot en met 80 meter en een diepgang tot en met 5,5 meter, indien zij de monden van de Schelde vanaf de Magneboei, via het Oostgat, de Galgeput, de Sardijngeul en Vlissingen-Rede tot aan de havens van Vlissingen Oost bevaren; 2 zeeschepen met een lengte over alles tot en met 80 meter, indien zij de monden van de Schelde via een andere dan de onder 1 bedoelde scheepvaartweg bevaren. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op zeeschepen met een Londonlengte tot en met 75 meter, maar met een lengte over alles van meer dan 80 meter. 12 Gewijzigd bij besluit van 12.01.04 van de Vlaamse Minister van Mobiliteit, Openbare Werken en energie en de Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende wijziging van het besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement. In werking getreden op 01.01.04, BS van 30.01.04 p. 5898 13 Ibidem 14 Ibidem 15 Ibidem 16 Ibidem 17

De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zeeschepen, gebouwd of geschikt gemaakt voor het vervoer in bulk van vloeibare lading van ontvlambare aard of gebezigd voor het vervoer van gas of chemicaliën in bulk, en geheel of gedeeltelijk daarmee geladen, dan wel leeg maar nog niet ontgast of ontdaan van gevaarlijke residuen, met uitzondering van schepen die ten anker liggen, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel 4. Art. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 4. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit vrijstelling loodsplicht Scheldereglement». 18

Besluit van 21.08.02 van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, houdende vaststelling van het «Besluit verklaringen van vrijstelling Scheldereglement» De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat; Gelet op artikel 9, tweede lid, onderdeel b, van het Scheldereglement, Besluiten : Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1 grondige kennis : het onderwerp wordt in zijn geheel begrepen en beheerst, en kan te allen tijde als parate kennis worden toegepast, zonder de hulp van op schrift gestelde gegevens; 2 zeeschepen met gevaarlijke lading : schepen, gebouwd of geschikt gemaakt voor het vervoer van vloeibare lading van ontvlambare aard of gebezigd voor het vervoer van gas of chemicaliën in bulk, en geheel of gedeeltelijk daarmee geladen, dan wel leeg maar nog niet ontgast of ontdaan van hun gevaarlijke residuen. Art. 2. De gezagvoerder van een Scheldevaarder is vrijgesteld van de in artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement bedoelde verplichting, als de gezagvoerder of een bevoegd officier die feitelijk de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling, afgegeven door de commissarissen of, namens hen, door de bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten van het traject waarop de vrijstelling betrekking heeft. Art. 3. Een afgegeven verklaring geldt niet : 1 voor zeeschepen met gevaarlijke lading; 2 voor zeeschepen die gesleept of geduwd worden; 3 op meer dan een van de volgende trajecten : a) volle zee - Vlissingen; b) Vlissingen - Antwerpen; c) Vlissingen - Gent; als gedurende dezelfde reis door de verklaringhouder minder dan 8 uur rust is genoten, alvorens een volgend traject af te leggen. Art. 4. De verklaring van vrijstelling, bedoeld in artikel 2, kan slechts worden afgegeven als de houder van de verklaring met goed gevolg het examen, bedoeld in artikel 9, derde lid, van het Scheldereglement heeft afgelegd. Het examen heeft in ieder geval voor het betreffende traject betrekking op : 1 verkeersreglementering : grondige kennis van de algemene en bijzondere scheepvaartreglementen, haven- en politieverordeningen; 2 het Scheldereglement : het Scheldereglement en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten, als die van belang zijn voor de gezagvoerder; 3 communicatieprocedures : grondige kennis van de geldende marifoon- en verkeersbegeleidingsprocedures; 4 voertaal : een zodanige kennis van de Nederlandse taal dat de kandidaat de communicatie tussen het scheepvaartverkeer onderling en met de wal kan volgen; 5 praktische navigatie : grondige kennis van : a) de stromingen, getijden en banken; b) de richtingen en diepten van de scheepvaartwegen; c) de onder verschillende omstandigheden te sturen koersen; d) de ligging en plaatsing van de verkeerstekens, kustlichten, ankerplaatsen en landmerken; e) de waterstand- en spuiseinen; f) de te gebruiken navigatiemiddelen; g) de kunstwerken en leidingen, gelegen in of over de scheepvaartwegen; h) de beloodsingsgebieden, met inbegrip van de gebieden waar vanaf de wal wordt geloodst; 6 manoeuvreren in het relevante gebied : grondige kennis van het manoeuvreren onder alle omstandigheden. 19

Art. 5. Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop het Scheldereglement in werking treedt en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en de Nederlandse Staatscourant. Art. 6. Dit besluit wordt aangehaald als «Besluit verklaringen van vrijstelling Scheldereglement». 20

Besluit van 29.08.02 van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het «Besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement» Gelet op artikel 9, derde lid, van het Scheldereglement, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder : 1 verklaring : de verklaring van vrijstelling, bedoeld in artikel 2; 2 examencommissie : de commissie, belast met afnemen van de bekwaamheidsproef; 3 gelijksoortige schepen : schepen die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit vergelijkbaar zijn. Ze worden tenminste op de volgende aspecten beoordeeld : a) scheepstype; b) hoofdafmetingen. Art. 2. Door de commissarissen kan voor een bepaald traject een verklaring van vrijstelling afgegeven worden, die geldig is voor de vaart naar en van een of meer daarin aangegeven ligplaatsen of voor de vaart naar, van en in een of meer daarin aangegeven havenbekkens en voor een of meer gelijksoortige daarin aangegeven zeeschepen, aan de kapitein en aan de officier van het zeeschip waarop die persoon als verkeersdeelnemer optreedt, als voldaan wordt aan de voor de afgifte van een verklaring gestelde eisen. HOOFDSTUK II - Aanvraag en afgifte, verlies van geldigheid en intrekking van de verklaring Art. 3. Een aanvraag tot afgifte van een verklaring wordt schriftelijk ingediend bij de commissarissen. Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden of afschriften daarvan overgelegd : 1 voldoende bewijsstukken, waaruit blijkt dat de aanvrager : a) in een dienstverband werkzaam is bij een werkgever op een of meer gelijksoortige zeeschepen, waarvoor de verklaring wordt aangevraagd; b) als verkeersdeelnemer met het zeeschip het betreffende traject 24 maal per periode van twaalf maanden, in- en uitvarend, zal bevaren; 2 voldoende bewijsstukken, waaruit blijkt dat de aanvrager de bevoegdheid bezit om als kapitein op te treden aan boord van het zeeschip; 3 een getuigschrift, waaruit blijkt dat de aanvrager het examen, bedoeld in artikel 4, met goed gevolg heeft afgelegd, afgegeven uiterlijk een jaar voor de aanvraag; 4 een geldige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart, alsmede de geldige verklaringen betreffende het gezichts- en gehoororgaan van kapiteins en stuurlieden; 5 twee recente pasfoto's van de aanvrager, aan de achterkant voorzien van zijn naam, voorletters en geboortedatum; 6 een kopie van de meetbrief van het zeeschip of de zeeschepen, waarop de aangevraagde verklaring betrekking heeft. Door de commissarissen kunnen ten aanzien van de onderscheiden bewijsstukken, bedoeld in het tweede lid, nadere gegevens gevraagd worden. 21