Epstein-Barr Virus (MRQ-47)

Vergelijkbare documenten
Myoglobin (Polyclonal)

Chromogranin A (LK2H10)

Adenovirus (20/11 & 2/6)

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Principes En Procedures

HMB-45 + Mart-1 (Melan A) + Tyrosinase (HMB-45+A103+T311)

Myoglobin (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Phosphohistone H3 (PHH3) (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Cytokeratin 5 & 6 (D5 & 16B4)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Cytokeratin (34betaE12)

Varicella Zoster Virus (SG1-1, SG1- SG4, NCP-1 & IE-62)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Helicobacter pylori (Polyclonal)

Principes En Procedures

Herpes Simplex Virus II (Polyclonal)

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Chromogranin A (LK2H10)

CD117, c-kit (YR145) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

is ook positief gebleken in sommige schildklier carcinomen. Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD123 (6H6) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Principes En Procedures

Principes En Procedures

CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

van glad spierweefsel kan voorkomen. 1-9 Principes En Procedures

Androgen Receptor (SP107)

Principes En Procedures

ontwikkeling tot T h 1. Anti-T-bet is een merker van mature T-cellen en wordt uitgedrukt in zeer lage niveaus in T h

CD45 (LCA) (2B11 & PD7/26)

Principes En Procedures

GCDFP-15 (EP1582Y) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

nestinpositieve cellen in 84% (35/42) van de voornaamste melanomen en 83% (10/12) van de metastatische melanomen. 1 Nestinimmunoreactiviteit

Principes En Procedures

CD2 (MRQ-11) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

CD33 (PWS44) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Principes En Procedures

Cytokeratin 5 (EP1601Y)

Principes En Procedures

SOX-11 (MRQ-58) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

Nerve Growth Factor Receptor (NGFR) (MRQ-21)

Principes En Procedures

Glutamine Synthetase (GS-6)

Parathyroid Hormone (PTH) (MRQ- 31)

Ep-CAM/Epithelial Specific Antigen. (Ber-EP4) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen.

FLI-1 (MRQ-1) Mouse Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

SOX-10 (Polyclonal) Rabbit Polyclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

CD38 (SP149) Rabbit Monoclonal Antibody. Beschikbaarheid Product. Verklaring Van De Symbolen. Beoogd Gebruik. Samenvatting En Toelichting

ImPath HER2 FISH. Identificatie van de stof of het preparaat Cat. nr. Beschrijving ImPath HER2 FISH

IMPATH ALK D/C BREAK APART FISH

REAGENTIA EN MATERIALEN Positieve controle (1) Negatieve controle (1) Verdunningsmiddel (1) Bijsluiter (1)

Aptima Multitest Swab Collectie-kit

DNA/RNA extracties uit FFPE weefsel Dr. Sc. Elke Boone, H.-Hartziekenhuis Roeselare-Menen

GEBRUIKSAANWIJZINGEN PARASITE SUSPENSIONS. n Parasite Suspensions in formaline BEDOELD GEBRUIK SAMENVATTING EN UITLEG PRINCIPES SAMENSTELLING

Bijsluiter van QuantiFERON -controlepanel

Immuno, het volledige proces! Regionale Coupe-rondzending OLV-ziekenhuis Aalst 19 december 2012

Aanbeveling: Ingangscontrole van antistoffen t.b.v. flowcytometrie

Speed ReSpiVB TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Eenvoudig. Efficiënt. Nauwkeurig. Volledig geautomatiseerd Leica HER2 FISH System voor BOND TM

Gebruikershandleiding Idexx SNAP BVD Test

ParvoTM Ptc-Parvo.indd 1 07/10/15 10:24

Q-IHC. Roy Cloots Dienst pathologische anatomie Jessa Ziekenhuis Aalst,

Diagnostische betrouwbaarheid. Laboratoriumefficiëntie. Leica Bond Oracle HER2 IHC System voor borstkanker

Speed F-Corona TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed FIV TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Leerlingenhandleiding Vaccinatie practicum,

Speed FeLV TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Code K tests voor gebruik op de Dako Autostainer

Distemper TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Speed Leish K TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

Speed Duo FeLV/FIV TM

Het bewaren van lichaamsmateriaal door Pathologie laboratoria.

PATIËNTEN INFORMATIE. Afdeling. Klinische Pathologie

Afweer en Immuniteit

INSTRUCTIES VOOR STAALAFNAME Centrum voor Menselijke Erfelijkheid Erk. nr 8/24990/92/000 Tel fax

Speed Duo FeLV/FIV TM

Thermo. Shandon Rapid-Chrome Frozen Section Staining Kit ELECTRON CORPORATION. Rev. 3, 10/03 P/N

INSTRUCTIES VOOR STAALAFNAME Centrum voor Menselijke Erfelijkheid Erk. nr 8/24990/92/000 Tel fax

Validatie van immuunhistochemische testen GZA ziekenhuizen. Couperondzending te OLV Ziekenhuis Aalst Dr. Marloes Luijks 1 december 2014

Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 -

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

Speed Diro TM. Shaping the future of animal health. Virbac Nederland BV

Speed V-Diar 5 TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel info@virbac.

Laboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland

Veiligheidsinformatieblad

Organisatie van de regionale coupe- rondzending. 19/12/2012 Robin Laplanche Pathologische Ontleedkunde

Transcriptie:

Beschikbaarheid Product Cat. nr. Beschrijving 45206 IMPATH Epstein-Barr Virus RTU R (MRQ-47) Verklaring Van De Symbolen P A E S DOC# DIS klaar te gebruiken ascites serum supernatant documentnummer gedistribueerd door Beoogd Gebruik Dit antilichaam is bedoeld voor in-vitro diagnostisch (IVD) gebruik. Epstein-Barr Virus antilichaam is bedoeld voor gebruik door gekwalificeerde laboratoria om op kwalitatieve wijze door middel van lichtmicroscopie de aanwezigheid van bijbehorend antigenen aan te tonen in coupes van formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde coupes met behulp van IHC-testmethoden (IGC: immunohistochemie) op de ImPath-kleurmachine. De indicatie voor gebruik van dit antilichaam is, na klinische differentiële diagnose van ziektes, als een hulpmiddel bij de identificatie van met EBV geïnfecteerde s en daarmee samenhangende tumoren, binnen de context van een panel antilichamen, de klinische geschiedenis van de patiënt en andere door een gekwalificeerde patholoog beoordeelde diagnostische testen. Samenvatting En Toelichting Het antilichaam tegen Anti-Epstein-Barr-virus heeft het latente EBV-membraaneiwit (LMP- 1) als doel, dit eiwit fungeert als een oncogen en bevordert B-celproliferatie door activering van signaleringsroutes 1. EBV veroorzaakt infectueuze mononucleose en is ook in verband gebracht met een grote verscheidenheid aan maligniteiten, waaronder Hodgkin en non-hodgkin lymfoom, post-transplantatie lymfoproliferatieve stoornis, nasofaryngeaal carcinoom en maagcarcinoom 2. EBV is ook gedetecteerd in alle gevallen van het endemische burkittlymfoom en in 15-20% gevallen van sporadisch burkittlymfoom 3. Principes En Procedures Het genoemde primaire antilichaam kan worden gebruikt als het primaire antilichaam voor immunohistochemische kleuring van formalinegefixeerde, in paraffine ingebedde coupes. In het algemeen wordt visualisatie van antigenen door immunohistochemische kleuring in combinatie met een streptavidine-biotinedetectiesysteem mogelijk gemaakt door opeenvolgende applicatie van een specifiek antilichaam (primair antilichaam) op het antigeen, een secundair antilichaam (link-antilichaam) op het primaire antilichaam, een enzymcomplex en een chromogeen substraat, met tussenliggende wasstappen. Een biotinevrij detectiesysteem kan echter ook worden gebruikt. De enzymatische activering van het chromogeen heeft een zichtbaar reactieproduct op de plaats van het antigeen als gevolg. Het monster kan dan met een tegenkleuring behandeld worden en er kan een coverslip aangebracht worden. De resultaten worden beoordeeld met behulp van een lichtmicroscoop en dragen bij aan de differentiële diagnose van pathofysiologische processen, die al of niet met een bepaald antigeen kunnen worden geassocieerd. De voorverdunde producten zijn optimaal verdund voor gebruik met een grote verscheidenheid aan detectiekits die door andere fabrikanten worden aangeboden. Materialen En Methoden Zie het productetiket voor partijspecifieke informatie wat betreft het volgende: 1. Immunoglobulineconcentratie van antilichaam 2. Gegevens over herkomst DIS A.Menarini Diagnostics S.r.l. Via Sette Santi, 3 50131 Firenze Italy DOC# MEN45206000 NL Rev. 0,0 Cell Marque Corporation 6600 Sierra College Blvd Rocklin California 95677 USA EMERGO EUROPE Molenstraat 15, 2513 BH The Hague NL

Meegeleverde Reagentia Voorverdund Het genoemde primaire antilichaamproduct bevat kant-enklaar reagens in een flacon die gemaakt is voor gebruik met de Menarini ImPath-kleurmachine. De flacon is voorzien van een RFID-tag die door de kleurmachine wordt uitgelezen om de specifieke product- en partijinformatie te verkrijgen. Het concentratiebereik van voorverdunde immunoglobuline voor dit product is 0,01-1 µg/ml. De antilichamen zijn verdund in Trisbuffer, ph 7,3-7,7, met 1% BSA en <0,1% natriumazide. Isotype: IgG 1 Reconstitutie, Menging, Verdunning, Titratie Voorverdund antilichaam is gebruiksklaar en geoptimaliseerd voor kleuring. Reconstitutie, menging, verdunning of titratie is niet nodig. Door verschillen in bewerking en technische procedures in het laboratorium kunnen de resultaten aanzienlijk uiteenlopen. Daarom moeten regelmatig referenties gebruikt worden. (Zie paragraaf Kwaliteitsbeheersingsprocedures) Benodigde, Maar Niet Meegeleverde Materialen En Reagentia De volgende reagentia en materialen worden niet met het primaire antilichaam meegeleverd, maar kunt u nodig hebben voor de kleuringsprocedures: 1. Positief en negatief referentie 2. Microscoop-objectglaasjes, positief geladen 3. Droogoven die de temperatuur op 58-60 C ± 5 C kan handhaven 4. Kleurbakjes of -baden 5. Timer 6. Xyleen of xyleenvervanger 7. Ethanol of reagensalcohol 8. Gedeïoniseerd of gedestilleerd water 9. Elektrische snelkoker voor de voorbehandelingsstap van het 10. ImPath DAB Detection Kit (cat. no.: 44995) 11. ImPath DAB Super Sensitive Detection Kit (cat. no.: 44994) 12. ImPath AP-Red Detection Kit (cat. no.: 44993) 13. ImPath AP-Red Super Sensitive Detection Kit (cat. no.: 44992) 14. Wasoplossingen 15. Hematoxyline of andere tegenkleuring 16. Verdunnende middelen voor antilichaam 17. Negatief referentiereagens 18. Afdekmedium 19. Dekglaasjes 20. Lichtmicroscoop (40-400x) Opslag En Hantering Bij 2-8 C bewaren. Niet invriezen. Om een juiste afgifte van reagens en stabiliteit van het antilichaam te waarborgen moet na elke run de dop worden teruggeplaatst en moet de fles onmiddellijk rechtopstaand in de koelkast worden geplaatst. Op elke fles met antilichaamreagens wordt de uiterste gebruiksdatum vermeld. Wanneer het reagens op de juiste wijze wordt bewaard, blijft het stabiel tot de datum die is aangegeven op het etiket. Gebruik het reagens niet na de uiterste gebruiksdatum die geldt voor de voorgeschreven opslagmethode. Omdat er geen duidelijke tekenen zijn waaruit valt op te maken dat het product instabiel is geworden, moeten er bij een onbekend monster gelijktijdig positieve en negatieve referenties getest worden. Neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics als er een vermoeden bestaat van reagensinstabiliteit. Monsterafname En Monsterpreparatie Voor Analyse Standaard bewerkte, in neutraal gebufferde formaline gefixeerde, in paraffine ingebedde s zijn geschikt om te worden gebruikt met dit primaire antilichaam. Het aanbevolen fixatiemiddel is 10% neutraal gebufferde formaline. Bij langdurige fixatie of bij speciale bewerkingen zoals decalcificering van beenmergpreparaten kunnen variabele resultaten voorkomen. Iedere coupe moet op de juiste dikte (ongeveer 3 µm) worden gesneden en op een positief geladen objectglaasje worden gelegd. De glaasjes met de coupes kunnen gedurende ten minste 2 uur (maar niet langer dan 24 uur) in een oven worden gedroogd bij 58-60 C ± 5 C. Waarschuwingen En Voorzorgsmaatregelen 1. Neem de juiste voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met reagentia. Draag bij het hanteren van mogelijk carcinogene of toxische stoffen wegwerphandschoenen en een laboratoriumjas (bijvoorbeeld: xyleen). 2. Zorg ervoor dat de reagentia niet met de ogen en slijmvliezen in aanraking komen. Indien reagentia in aanraking komen met gevoelige lichaamsdelen, spoel die dan af met veel water. 3. Patiëntenmateriaal en alle materialen die daarmee in aanraking komen, moeten worden behandeld als biologisch gevaarlijk materiaal en moeten met inachtneming van de juiste voorzorgsmaatregelen als zodanig worden afgevoerd. Pipetteer nooit met de mond. 4. Vermijd microbiële contaminatie van reagentia; onjuiste onderzoeksuitslagen kunnen hiervan het gevolg zijn. 5. De gebruiker moet de incubatietijden en -temperaturen valideren. 6. De voorverdunde, gebruiksklare reagentia zijn in optimale mate verdund; verdere verdunning kan verlies van antigeenkleuring tot gevolg hebben. 7. Bij gebruik volgens de aanwijzingen valt dit product niet onder de categorie gevaarlijke stoffen. Het conserveringsmiddel in het reagens 2

is minder dan 0,1% natriumazide en voldoet niet aan de EU-criteria uit de verordening inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) voor gevaarlijke stoffen bij de genoemde concentratie. 8. De gebruiker moet opslagcondities die anders zijn dan gespecificeerd in de bijsluiter valideren. 9. Het verdunningsmiddel kan bovien serumalbumine bevatten en het supernatant kan bovien serum bevatten. De producten die foetaal bovien serum bevatten en de producten die bovien serumalbumine bevatten, worden gekocht van commerciële leveranciers. Het Certificaat van oorsprong voor de dierlijke bron die in deze producten wordt gebruikt, kan men inzien bij Cell Marque. Deze certificaten geven aan dat de boviene bronnen afkomstig zijn uit landen met een verwaarloosbaar BSE-risico en vermelden de VS en Canada als de boviene bron. 10. Zoals voor alle producten van biologische herkomst geldt, moeten de juiste procedures voor behandeling worden nageleefd. Gebruiksinstructies Aanbevolen kleuringsprotocollen voor het genoemde primaire antilichaam: ImPath HRP Detection Protocol: Impath DAB Detection Kit (cat. no.: 44995) Protocol Stappen: 1 Reagens terugwinnen: TR1 2 Temperatuur terugwinning: 101 C 3 Tijd antilichaamincubatie (minuten): 30 4 Temperatuur antilichaamincubatie: 37 C ImPath Alkaline Phosphatase Detection Protocol: ImPath AP-Red Detection Kit (cat. no.: 44993) Protocol Stappen: 1 Reagens terugwinnen: TR1 2 Temperatuur terugwinning: 103 C 3 Tijd antilichaamincubatie (minuten): 60 4 Temperatuur antilichaamincubatie: 37 C Stapsgewijze Procedurebeschrijving 1. Volg de gebruiksaanwijzing van het ImPath-instrument om het reagens klaar te maken voor gebruik met de kleurmachine. 2. Laad de glaasjes, het antilichaam en de detectieset volgens de gebruiksaanwijzing op het ImPath-instrument. 3. Start de kleuring. 4. Verwijder, als de kleuring voltooid is, de glaasjes uit het instrument en spoel ze goed met wasbuffer. 5. Breng coverslip aan. Kwaliteitscontroleprocedures referentie Bij elke kleuringsprocedure moet een positieve referentie worden getest. Dit kan zowel positief als negatief kleurende cellen of componenten bevatten en kan als zowel positief als negatief referentie dienen. Referenties moeten verse monsters zijn, afkomstig van autopsie, biopsie of chirurgie, en moeten zo snel mogelijk na afname zijn geprepareerd of gefixeerd, op dezelfde wijze als de te onderzoeken coupes. Gebruik van een coupe die anders is gefixeerd of bewerkt dan het onderzoeksmonster, levert een referentie voor alle reagentia en procedurestappen, behalve voor fixatie en bewerking. Een met zwak-positieve kleuring is het best geschikt voor optimale kwaliteitsbeheersing en voor het aantonen van een geringe afbraak van het reagens. Een positieve referentie voor het genoemde primaire antilichaam kan zijn: referentie Met EBV geïnfecteerd Visualisatie Cytoplasmisch, Membraneus Bekende positieve referenties mogen alleen worden gebruikt voor het controleren van de juiste werking van bewerkte s en testreagentia, en niet als hulpmiddel voor het stellen van een specifieke diagnose van patiëntenmateriaal. Als de positieve referenties niet de juiste positieve kleuring laten zien, moeten de resultaten met de testmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve referentie Het dat wordt gebruikt voor een positieve referentie kan ook als negatieve referentie dienen. De uiteenlopende celtypes die in de meeste coupes voorkomen, leveren interne negatieve referentielocaties, maar de gebruiker moet dit wel verifiëren. De componenten die niet kleuren, geven aan dat er geen specifieke kleuring is en geven een indicatie van niet-specifieke achtergrondkleuring. Bij specifieke kleuring in de negatieve referentie moeten de resultaten van patiëntmonsters als ongeldig worden beschouwd. Onverklaarbare Afwijkingen Onverklaarbare afwijkingen in referenties moeten onmiddellijk bij de klantenservice van A.Menarini Diagnostics worden gemeld. Als de resultaten van kwaliteitsbewaking niet aan de specificaties voldoen, zijn de patiëntresultaten ongeldig. Raadpleeg het hoofdstuk Problemen oplossen van deze bijsluiter. Identificeer en corrigeer het probleem en herhaal vervolgens de gehele procedure met de patiëntmonsters. Negatieve Reagensreferentie Voor een juiste beoordeling van de resultaten moet voor elk monster een negatieve reagensreferentie worden getest. Een negatieve reagensreferentie wordt in plaats van het primaire antilichaam gebruikt om het monster op niet-specifieke kleuring te beoordelen. Het glaasje moet worden behandeld met een negatieve reagensreferentie die overeenkomt met de gastheersoort van het primaire antilichaam en bij 3

voorkeur met dezelfde IgG-concentratie. De incubatieperiode voor de negatieve reagensreferentie moet gelijk zijn aan die voor het primaire antilichaam. Interpretatie Van De Resultaten Door de immunokleuringsprocedure slaat een gekleurd reactieproduct neer op de antigeenlocaties die door het primaire antilichaam worden gelokaliseerd. Zie voor een overzicht van de te verwachten kleurreacties de bijsluiter van het toegepaste detectiesysteem. Voordat de resultaten worden beoordeeld, moet een daartoe bevoegd patholoog met ervaring in IHC-procedures de positieve en negatieve referenties beoordelen. referentie De gekleurde positieve referentie moet eerst worden onderzocht om na te gaan of alle reagentia goed functioneren. De aanwezigheid van een reactieproduct met de juiste kleuring in de doelcellen wijst op positieve reactiviteit. Zie voor een overzicht van de te verwachten kleuringsreacties de bijsluiter van het gebruikte detectiesysteem. Afhankelijk van de incubatieduur en de sterkte van het gebruikte hematoxyline leidt tegenkleuring tot een licht- tot donkerblauwe kleuring van celkernen. Excessieve of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. Als de positieve referentie niet positief kleurt, moeten de resultaten met de testmonsters als ongeldig worden beschouwd. Negatieve referentie De negatieve referentie moet worden onderzocht na de positieve referentie om de specifieke labeling van het doelantigeen door het primaire antilichaam te verifiëren. Het uitblijven van een specifieke kleuring in de negatieve referentie bevestigt dat er geen kruisreactiviteit van het antilichaam met cellen of celcomponenten is opgetreden. Bij specifieke kleuring in de negatieve referentie moeten resultaten met het patiëntmonster als ongeldig worden beschouwd. Als er een nietspecifieke kleuring aanwezig is, is deze diffuus van aard. In sporadische gevallen kan ook lichte kleuring van bind worden waargenomen in coupes die niet optimaal gefixeerd zijn. Voor de beoordeling van kleuringsresultaten moeten intacte cellen worden gebruikt. Necrotische of gedegenereerde cellen laten een niet-specifieke kleuring zien. Patiënt Patiëntmonsters moeten als laatste worden onderzocht. kleuringsintensiteit moet binnen de context van een eventuele achtergrondkleuring van de negatieve reagentiareferentie worden beoordeeld. Zoals voor elke immunohistochemische test geldt, betekent een negatief resultaat dat het betreffende antigeen niet is gedetecteerd, maar niet dat het antigeen niet voorkomt in de geteste cellen of het geteste. Maak, indien nodig, gebruik van een panel met diverse antistoffen om fout-negatieve reacties te herkennen (zie paragraaf Samenvatting van te verwachten resultaten). Elk monster moet ook op morfologische kenmerken worden onderzocht, waarbij een met hematoxyline-eosine gekleurde coupe wordt gebruikt voor de beoordeling van het immunohistochemische resultaat. De morfologische bevindingen voor de patiënt en diens relevante klinische gegevens moeten door een gekwalificeerde patholoog worden beoordeeld. Beperkingen 1. Dit reagens is uitsluitend voor professioneel gebruik, aangezien immunohistochemie een diagnostisch proces is dat uit meerdere stappen bestaat. Voor uitvoering ervan is gespecialiseerde training vereist in de keuze van de geschikte reagentia en s, fixatie, bewerking, preparatie van immunohistochemische objectglaasjes en beoordeling van de kleuringsresultaten. 2. Uitsluitend bestemd voor gebruik in een laboratorium. 3. Bestemd voor in-vitrodiagnostiek. 4. De kwaliteit van de kleuring is afhankelijk van de wijze van behandeling en bewerking van het voorafgaand aan de kleuring. Onjuiste of onvoldoende fixatie, bevriezen, ontdooien, wassen, drogen, verwarmen, snijden of contaminatie met andere s of vloeistoffen kunnen de oorzaak zijn van artefacten, het insluiten van antilichamen of fout-negatieve resultaten. Afwijkende resultaten kunnen het gevolg zijn van afwijkingen in de wijze waarop het monster wordt gefixeerd of ingebed of afwijkingen die inherent zijn aan het. 5. Excessieve of onvolledige tegenkleuring kan de juiste interpretatie van resultaten in de weg staan. 6. De klinische interpretatie van elke positieve kleuring of het uitblijven daarvan, moet worden beoordeeld binnen de context van de klinische voorgeschiedenis, de morfologie, andere histopathologische criteria en andere diagnostische testen. Dit antilichaam is voor zover van toepassing, bedoeld voor toepassing in een panel antilichamen. Het is de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde patholoog zich vertrouwd te maken met de antilichamen, reagentia, diagnostische panels en methoden voor het verkrijgen van een gekleurd preparaat. Kleuring moet worden uitgevoerd door een erkend en gecertificeerd laboratorium en onder toezicht van een patholoog die verantwoordelijk is voor het beoordelen van de gekleurde glaasjes en bevestiging dat er sprake is van de juiste positieve en negatieve referenties. 7. Er worden kant-en-klare antilichamen en reagentia geleverd in de optimale verdunning voor gebruik volgens de instructies. Afwijking van de aanbevolen testprocedures kan de te verwachten resultaten ongeldig maken. Gebruik geschikte referenties en documenteer deze. Gebruikers zijn onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de interpretatie van de patiëntresultaten. 8. Er worden geconcentreerde producten geleverd zodat de gebruiker vervolgens naar behoefte en conform de passende validatietechnieken een optimale verdunning kan aanmaken. De gebruiker moet het gebruik van andere verdunningsmiddelen dan hierin aanbevolen, valideren. Als het primaire antilichaam gevalideerd is als zijnde geschikt, kunnen afwijkingen van de aanbevolen testprocedures kan de te verwachten resultaten ongeldig maken. Gebruik geschikte referenties en documenteer deze. Gebruikers zijn onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de interpretatie van de patiëntresultaten. 9. Dit product is niet bestemd voor toepassing bij flowcytometrie. 10. Reagentia kunnen onverwachte reacties vertonen bij niet eerder onderzocht. De mogelijkheid van onverwachte reacties kan, ook bij reeds onderzochte groepen, niet geheel worden uitgesloten vanwege de biologische veranderlijkheid van antigeenexpressie in neoplasmata of andere pathologische s. 4

Neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics in geval van vermoede, gedocumenteerde onverwachte reacties. 11. s die afkomstig zijn van personen besmet met het hepatitis-b-virus en die hepatitis-b-oppervlakteantigeen (HBsAg) bevatten, kunnen een niet-specifieke kleuring vertonen met mierikswortelperoxidase. 12. Wanneer normale sera van dezelfde dierlijke bron als de secundaire antisera worden gebruikt in blokkeringsstappen, kan dit tot fout-negatieve of fout-positieve resultaten leiden vanwege de aanwezigheid van autoantilichamen of natuurlijke antilichamen. 13. Fout-positieve resultaten kunnen voorkomen vanwege nietimmunologische binding van eiwitten of substraatreactieproducten. Ook kunnen zij worden veroorzaakt door pseudoperoxidaseactiviteit (erytrocyten), endogene peroxidase-activiteit (cytochroom C) of endogeen biotine (voorbeelden: lever, hersenen, borst, nier) afhankelijk van het gebruikte type immunokleuring. 14. Zoals voor elke immunohistochemische test geldt, betekent een negatief resultaat dat het antigeen niet is gedetecteerd, niet dat het antigeen niet in de geteste cellen of het geteste voorkomt. Specifieke Beperkingen 1. De voorverdunde antilichaamproducten zijn geoptimaliseerd als een gebruiksklaar product. Vanwege variaties in fixatie en -bewerking kan het nodig zijn de incubatietijd met het primaire antilichaam bij bepaalde individuele monsters te verlengen of te bekorten. 2. Het antilichaam, gebruikt in combinatie met detectiesystemen en toebehoren, detecteert antigeen/antigenen dat/die standaard formalinefixatie, bewerking en snijden heeft/hebben overleefd. Gebruikers die van de aanbevolen onderzoeksprocedures afwijken, blijven net als onder alle omstandigheden, aansprakelijk voor de interpretatie en validatie van patiëntenresultaten. Samenvatting Van De Verwachte Resultaten Zie de volgende tabel voor reactiviteit: Normaal Onderzoek Hersenen Bijnierschors Eierstok Alvleesklier Bijschildklier Hypofyse Testis Schildklier Borst Milt Tonsil Thymus Beenmerg Normaal Onderzoek (vervolgd) Long Hart Slokdarm Maag Dunne darm Colon Lever Speekselklier Galblaas Nier Blaas Prostaat Uterus Eileider Ureter Baarmoederhals Skeletspier Gladde spier Huid Perifere zenuw Mesotheel Vet Placenta Onderzoek Aangedaan Met EBV geïnfecteerd 6 6 Hodgkinlymfoom 3 8 Folliculair lymfoom 0 2 Diffuus grote-b- cellymfoom 0 2 Burkitt-lymfoom 0 2 Met CMV geïnfecteerd Met adenovirus geïnfecteerd Met SV-40 geïnfecteerd Met HHV8 geïnfecteerd Met hepatitis B geïnfecteerd Met P. carini geïnfecteerd Met Parvovirus B19 geïnfecteerd 5

Onderzoek Aangedaan (vervolgd) Met varicella-zostervirus geïnfecteerd Problemen Oplossen 1. Als de positieve referentie een zwakkere kleuring vertoont dan voorzien, moeten andere positieve referenties uit dezelfde run worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. 2. Als de positieve referentie negatief uitvalt, moeten andere positieve referenties uit dezelfde run worden gecontroleerd om te bepalen of dit aan het primaire antilichaam of aan een van de gebruikte secundaire reagentia ligt. Het kan zijn dat s niet op de juiste wijze zijn afgenomen, gefixeerd of gedeparaffineerd. De juiste procedure moet worden gevolgd voor het afnemen, bewaren en fixeren van monsters. 3. Bij overmatige achtergrondkleuring is mogelijk het gehalte endogeen biotine hoog. Er moet een biotineblokkerende stap worden uitgevoerd, tenzij er een biotinevrij detectiesysteem wordt gebruikt, in welk geval eventueel aanwezig biotine niet van invloed is op de achtergrondkleuring. 4. Als niet alle paraffine is verwijderd, moet de deparaffinering worden herhaald. 5. Als coupes van het objectglaasje afspoelen, moet worden gecontroleerd of de objectglaasjes positief geladen zijn. Andere mogelijkheden die een nadelig effect zouden kunnen hebben op adhesie zijn het onvoldoende drogen van de coupe op het glaasje vóór het kleuren, of het fixeren in formaline dat onvoldoende neutraal gebufferd was. Ook de dikte kan meespelen. Raadpleeg de paragraaf Stapsgewijze procedure voor corrigerende handelingen of neem contact op met de klantenservice van A.Menarini Diagnostics. Literatuurverwijzingen 1 Margaret L, et al., Laboratory assays for Epstein-Barr Virus-Related Disease. J. Mol Diag. 2008, 10 (4):279-291. 2 Vinay Kumar, et al., Robbins Basic Pathology.8th edition 212-213;458-459, 2007. 3 Antonino Carbone, et al., EBV-Associated Lymphoproliferative Disorders: Classification and Treatment. The Oncologist. 2008; 13:577-585. 6