Stilte Votum en groet Zingen GK 90: 1,2 Gebed cantorij Kyrie Via dolorosa Schriftlezing Hebr. 13: 9-16 Zingen Ps 40: 3,7 lezing van de tekst Hebr. 13: 10-14 GK 41 NGB 21 begin en slot Zingen Opw 614 (op toonhoogte 112) Zie hoe Jezus daar loopt Gebed Collecte Cantorij Was mein Gott will Slotzang Ps 118: 5,7 Zegen Combo Opw 480 U stierf voor mij Hebr 13: 10-14 10 Wij hebben een altaar waarvan zij die in de tent dienst doen niet mogen eten. 11 Het bloed dat bestemd is voor het reinigingsoffer wordt door de hogepriester het heiligdom binnengedragen, de kadavers van de offerdieren worden buiten het kamp verbrand. 12 Daarom heeft ook Jezus, om met zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de stadspoort geleden. 13 Laten we dus het kamp verlaten, ons bij hem voegen en delen in zijn vernedering. 14 Onze stad is immers niet blijvend, wij kijken juist verlangend uit naar de stad die komt. De voldoening door Christus Wij geloven dat Jezus Christus een eeuwig Hogepriester is naar de orde van Melchisedek, wat God met een eed heeft bevestigd. Hij heeft Zichzelf in onze plaats voor zijn Vader gesteld, om door volkomen voldoening diens toorn te stillen. Daartoe heeft Hij Zichzelf aan het kruis geofferd en zijn kostbaar bloed vergoten, om ons te reinigen van onze zonden, zoals de profeten hadden voorzegd. Wij vinden al onze troost in zijn wonden en behoeven geen enkel ander middel te zoeken of uit te denken om ons met God te verzoenen naast dit ene, eens voor altijd gebrachte offer, dat de gelovigen voor eeuwig tot volmaaktheid brengt (Hebr. 10:14). Daarom noemt Gods engel Hem ook Jezus, dat is Verlosser, omdat Hij zijn volk zou redden van hun zonden (Matt. 1:21). 1
Gemeente, boeren krijgen de laatste tijd te maken met veepest.* Ieder is bang dat het virus zich verspreidt. Ontsmetting volgt en veiligheidszones gelegd. Grote grijpers graaien in de lijken van runderen, varkens, kippen. Weg ermee, naar de vuilstortplaats voor verbranding en vernietiging. Zonde is de grote smet onder alle mensen. * Het bederft het leven met God. Als er geen herstel komt gaan de mensen naar de hel. De hel is de vuilnisbelt voor alle zondevuil. Jaarlijks deed de Hogepriester verzoening op de grote verzoendag.* Dan werden dieren geofferd en verbrand buiten het kamp. Dit wees naar de komst van de Messias. Gods Zoon wil de zonde zuiveren met zijn levensbloed. Op Goede Vrijdag brengt men Gods Zoon naar de vuilnisbelt Golgotha. * Daar grijpt God Hem voor zijn helse straf over onze zonde. Breng de zonde ver van God vandaan: buiten de poort, op de vuilnisbelt! Jezus laat zich in onze plaats buiten de poort doden. Daar vinden we ontsmet nieuw leven in Gods stad. Zoek je leven bij Christus buiten de poort. * Buiten de poort met 1. offerdieren 2. Jezus 3. ons 1. Buiten de poort met de offerdieren.* WIJ hebben een altaar, waar priesters niet van mogen eten. In het oude verbond had je voor de dienst van verzoening een altaar, maar wij? Ja, horen we in deze brief! Ons altaar is Jezus! Jezus is de betere Mozes, de Hogepriester, het offer, en het altaar. We horen van het offer waar priesters niet van mochten eten. Dat wijst naar de grote verzoendag. De Jom Kippoer. * Dat was jaarlijkse het grote feest van verzoening in het oude verbond. Als begin van een nieuw kerkelijk jaar komt Gods volk samen in de voorhof. God verzoent de zonden en maakt een nieuwe start met zijn volk. De Hogepriester slacht dan eerst een zondoffer voor zichzelf en de priesters. Hij sprenkelt het bloed van de stier en de ram op het altaar. 2
Daarna komt de verzoening van de zonde van het hele volk aan de beurt. De hogepriester krijgt in het heilige twee geitenbokjes. * Dan valt het lot: één bokje is voor de HEER, één voor Azazel. De bok voor de HEER wordt geslacht. De hogepriester bespat het verzoendeksel op de ark met bloed. Deze bok moet de zonden van het volk verzoenen: bloed bedekt de zonden. * Daarom kwam dat bloed dicht bij de HEER op de verzoendeksel, waar Hij troont. Vanaf de verzoendeksel op de ark ziet God de twee stenen tafels. Op zonde tegen die wet staat de doodstraf. Feestelijk verzoent de hogepriester met dierenbloed al die zonden eens per jaar. Dan is de zonde bedekt. Daarna wordt de bok voor Azazel gehaald. De hogepriester legt de zonden op kop van de bok en zendt hem de woestijn in. Nu zijn de zonden niet alleen bedekt, maar ook ver weg gezonden. * God en zijn volk willen niets meer met de zonde te maken hebben. Wat gebeurt er nu met de lichamen van de geslachte dieren: stier, ram en bok. Alle andere offerdieren in het oude verbond mocht je eten! Dat is feest rond de barbecue. Maar waarom mag je van deze offers beslist niet eten (vs. 11)! God heeft toch de zonden bedekt en weggezonden Ja, maar God wil ook de smet ervan uitbannen. Daarom verbrandt men deze dieren buiten het kamp. * Op de vuilnisbelt ermee! Deze beesten hadden de zonden van de priesters en het hele volk in zich. Dit vlees is besmet met zonde: als gif kleeft het in zijn vlees. Van dit offer mag niemand eten verbrand het op de vuilnisbelt. Zoals wij doen met BSE, varkenspest, vogelpest We ontsmetten alles volledig en ruimen het helemaal op. Alle zonde en wat er mee besmet is moet verdwijnen. Hoe doen wij dat met onze zonde die ons besmet heeft? * Kunt u concreet bepaalde dingen aanwijzen en verwijderen Verbrand alles buiten het kamp voor vrede met God binnen de poort. Dat is het feest van verzoening op de Goede Vrijdag. Leg al je zonde en zwakheid onder het kruis. Daar ontvang je Gods liefde en leven tot in eeuwigheid. 3
2. Buiten de poort met Jezus * Jezus vervult de offerdienst in het oude testament. * Die jaarlijkse Grote Verzoendag wijst naar de verzoendag op Goede Vrijdag. Dierenbloed, dierenoffers, hogepriesters kunnen niet zelf betalen. Daarom leed Jezus buiten de poort om ons met zijn bloed te ontsmetten. Alles wijst naar Jezus die stierf op de vuilnisbelt van Jeruzalem. Hij ruimt onze zonde en schuld en ontsmet ons met zijn bloed. Wij zijn vrij! Een beest ondergaat passief alle handelingen van de wet. Maar Jezus draagt actief de vloek en de smet van de zonde en schuld. Hij draagt bewust Gods toorn, de vloek en smaad. De diepte van dit lijden en deze vloek kunnen we ons niet indenken. Offerdieren dood je eerst en daarna verbrand je ze. Maar Jezus liep levend met zijn kruis de poort van Jeruzalem uit. Hij draagt bewust de zonden van het volk op zijn lichaam mee. * Als vuilnis, als gevloekte kwam Hij op Golgotha aan het kruis. Maar volgens Mozes' wet mocht de veroordeelde niet levend gehangen. * Pas na zijn dood mocht je hem vervloeken en ophangen. Daarmee zeg je: de doodstraf is niet genoeg. Laat God hem verder straffen in de hel. Alleen Hij kán de rechtmatige straf geven: de eeuwige dood. Dat was een gebaar van machteloosheid: wij kunnen niet verder straffen. De zonde is zo erg, HEER, straft u maar verder! Maar de volgorde is bij Jezus andersom. In het verhoor, in de bespotting voelt Jezus de vloek zwaar. De hogepriesters vervloeken Hem en ze stellen Hem buiten de wet. Daarin voelt Jezus, dat de Hemelse Rechter bezig is. Jezus voelt tijdens zijn leven Gods vloek, Gods rechtvaardige toorn! * Jezus moet als levende in onze plaats de helse straf ondergaan. Hij moet actief Gods toorn over onze zonden dragen. Zo vertrekt de optocht uit Jeruzalem - buiten de poort van de kerkstad. * Jezus de gevloekte moet buiten de gemeenschap met God en volk sterven. Christus de onschuldige was zonder zonde, zonder smet: zuiver! Hij gaat met zijn kruis de hel tegemoet. Om ons wordt Hij tot een gevloekte. Hij draagt al onze zonde en smet de poort van de kerkstad uit. 4
Jezus is het zondoffer waarvan niet gegeten mocht worden. Hij is helemaal overgeleverd aan Gods toorn. Maar Hij kan Gods toorn dragen! Want Jezus is ook God. Zijn zuiver Goddelijke Natuur is het altaar! Op dat altaar offer Hij Zichzelf als zuiver mens! Wat een Hogepriester, wat een Offer, wat een Altaar! God en Mens! God eist Hem helemaal op voor de totale ontsmetting van alle zonde. Daarom staat het kruis van Christus buiten de poort. Buiten de poort voelt Christus de verstoting van de gemeenschap met God. Die gemeenschap was er immers in de tempel: het huis van zijn Vader. Verlaten van God en mensen lijdt Jezus buiten de poort voor ons de hel. Hij wil ons zuiveren op zijn heilig Altaar. Zo opent Jezus voor ons de poort naar het paradijs, de eeuwige stad van God. Daar kunnen we eeuwig leven met God. 3. Buiten de poort met ons * Nu lezen we het opnieuw: Wij hebben een altaar! Jezus is ons Altaar, onze Hogepriester, ons Offer! Hiermee krijgen we ook een aansporing. Verlaat het kamp, voeg je bij hem en deel in zijn vernedering. We krijgen hier de opdracht: ga naar Jezus op de vuilnisbelt. Mensen uit de kerk en de wereld hebben Jezus verworpen en gesmaad. De Hebreeën hadden er moeite mee om Jezus als het offer te erkennen. Joodse leiders brachten Jezus buiten de gemeenschap met God en kerk. Zij denken binnen de poorten van de stad geluk en de vrede te vinden. Zo zoeken velen nog steeds hun heil binnen de poorten. Vers 9 zegt al dat er onder de Hebreeën zijn die zekerheid bij spijzen zoeken. Mensen kunnen hun levenszekerheid bij allerlei zaken zoeken. Zo zochten joodse christenen dat bij de oude joodse wetten en regels. Sommigen zoeken het bij gewijd voedsel, vegetarische maaltijden, offervlees. Anderen zoeken hun zekerheid bij gezond leven, vaste levenspatronen. Zo kun je vandaag vastzitten in allerlei goede werken, regels. Je agenda kan vol zijn met hulpacties. Je kunt proberen als goed mens te leven. En dan concludeer je: we hebben best nog wat te bieden, toch! Geloof, kerkopbouw, inzet voor mensen in nood, prestaties, financiële steun. 5
Valt het met onze zonde niet wat mee? Vind je nu echt dat je leven rijp is voor de grijper? Je zoekt dan je je leven nog binnen de poort van deze wereld. Zoals de Joden het zochten in hun Jeruzalem in de tempel. Zij brachten de vervloekte en verachte Jezus buiten de poort. Hoor de oproep: ga buiten de poort naar Jezus. Op naar de vuilstortplaats. Erken: dat je zondig bent en besmet, rijp voor de grijper. Zoek je ontsmetting en zuivering bij Jezus buiten de poort. Als mens zoek je graag het leven binnen de poort in de wereldstad. Lekker genieten van ons leven hier op aarde, van gezondheid en succes! We hebben snel een goed gevoel bij de dingen van deze wereld. Dan vragen we: is dat nu zo erg? Moet kunnen! Geen probleem toch Ik bedoel het allemaal wel goed, God begrijpt me wel. Zo vullen we het leven met God op 'eigen wijze' in. Binnen de poorten! Maar hoor de oproep: Ga tot Hem uit buiten het kamp. Zoek je heil buiten jezelf, alleen bij Jezus. Erken het: bij mij had de hel moeten losbranden. Ik zoek Jezus mijn Priester, offer, Altaar. * Ik draag Jezus vernedering in deze wereld. Dat is de bron van ons nieuwe leven! Met schaamte en berouw brengen we onze zonden naar het Altaar. We weten dat de prijs voor elke zonde zeer hoog is! Wij willen met God leven. Daarom doen we onder Jezus' kruis dankbaar de zonde uit ons leven weg. We gruwen onder het kruis van elke zonde. Leven naar Gods wet is onze vreugde. Je kunt dat wereldvreemd noemen, want je zoekt je heil niet binnen de poort. Maar je zoekt hier geen blijvende stad. Buiten de poort volgen we Jezus naar de toekomstige Stad. Bij het altaar op de vuilnisbelt ontvang je het nieuwe leven! Zijn dood geeft ons het leven. * Amen 6