10 tips voor sportfotografie door Iris van Liempt De laatste tijd ben ik steeds meer bezig met sportfotografie, met name het fotograferen van voetbalwedstrijden. Omdat dat me zo bevalt ben ik erover gaan leren en zo weet ik er nu al een stukje meer van dan toen ik net begon. In dit artikel vind je mijn 10 tips voor beginnende sportfotografen. Qua apparatuur schiet ik nog behoorlijk tekort. Het kan dus zijn dat sommige foto's wat ruizig zijn of dat ze er juist wat zacht uitzien omdat er ruis verwijderd is. Vergeef me de imperfecties.
1. Gebruik een snelle sluitertijd Sportfotografie is snelle fotografie (tenzij je een sport als schaken fotografeert). Daarbij moet je er dus voor zorgen dat je een snelle sluitertijd gebruikt, zodat je de actie goed bevriest. Voor voetbal gebruik ik zelf vaak rond de 1/800 of 1/1000, net wat de lichtinval die dag toelaat. Je kunt overigens ook wel eens experimenteren met die sluitertijd. Door middel van panning (waarbij je met je camera de beweging van je onderwerp volgt terwijl je de ontspanner indrukt), kun je met een iets langere sluitertijd je onderwerp scherp krijgen terwijl je tegelijkertijd een hele wazige achtergrond creëert. Hiermee benadruk je ook nog eens extra de snelheid en beweging van je onderwerp. Foto door TransformersMan 2. Hoge ISO Als je aan de slag wil met sportfotografie, wees er dan op voorbereid dat je relatief hoge ISOs gaat moeten gebruiken. Zeker als je binnensport of avondsport fotografeert. Een hoge ISO stelt je ook in staat om je sluitertijd korter te maken.
Zorg er dus voor dat je een camera hebt die hogere ISO waardes aankan zonder meteen een onoverkomelijke ruis over je foto's te gooien. Ruis is met nabewerkingsprogramma's nog wel iets te verbeteren, maar niet oneindig. Zulk soort bewerkingen gaan uiteindelijk ten koste van de kwaliteit van je foto. 3. Gebruik een zoomlens Gebruik bij sportfotografie altijd een lange zoomlens. 300mm of 400mm is ideaal. Zorg er in ieder geval voor dat je minstens 200mm hebt. Op die manier kun je echt inzoomen op de actie, ook als deze aan de andere kant van het speelveld plaatsvindt. Zorg er trouwens bij het uitkiezen van een lens ook voor dat je een redelijk snelle lens hebt, bijvoorbeeld f/2.8. Hoe wijder je diafragma open kan, des te meer licht je camera kan ontvangen en des te korter je sluitertijd dus kan zijn. Heb je een lens die bijvoorbeeld van f/3.5 f/5.6 loopt over de zoomrange, wat vrij gebruikelijk is, probeer dan niet volledig in te zoomen, maar laat hem halverwege hangen. Zo kun je toch nog een relatief wijd diafragma krijgen.
4. Autofocus Gebruik bij het fotograferen van sport de continue autofocus. Op die manier hoef je je camera niet steeds opnieuw te laten focussen, maar kun je hem, door de ontspanner half ingedrukt te houden, constant gefocussed houden. De focus lock knop (AF-L) kan hierbij ook helpen als je onderwerp op dezelfde afstand van je camera blijft. Zet je autofocus ook op één focuspunt in plaats van dat alle focuspunten in werking zijn. Dit voorkomt dat je camera per ongeluk scherpstelt op die ene speler die net voor de speler in actie stond. Dit is echt belangrijk. Ik heb zelf al zo vaak gehad dat ik een perfect scherpe foto had, maar scherpgesteld op het verkeelde deel van het beeld. Zeker in een drukke sport zoals voetbal, met veel verschillende mensen in het beeld, mis je op die manier echt heel veel shots. Je kunt verkeerd scherpgestelde foto's eigenlijk per definitie weggooien. 5. Burst mode Zorg ervoor dat je camera in burst mode staat. Bij mijn Nikon D3100 doe je dat met het schuifknopje naast het draaiwieltje. Met burst mode kun je heel snel foto's maken, zo snel als je camera het toelaat. Mijn Nikon heeft (helaas) slechts 3 frames per second, dus kan maar 3 foto's per seconde maken. Veel camera's hebben er echter een stuk meer, bijvoorbeeld 6 of soms wel 8. Met zoveel foto's per seconde wordt de kans groot dat je precies dat ene hoogtepunt in de actie op de foto hebt staan. Je bereikt dat aantal foto's per seconde echter alleen wanneer je je camera in burst mode zet. Let er trouwens ook op dat je een geheugenkaart hebt die de snelheid van je camera ondersteunt. Toen ik de Nikon D7200 testte, die 6fps heeft, kwam ik niet weg met een geheugenkaart met 40 mb/s. Ik had toen echt een geheugenkaart nodig met een snelheid van 95 mb/s. Als je geheugenkaart te traag is, dan zit je met regelmaat tussen het schieten door te wachten totdat je camera klaar is met het overschrijven van alle data uit de buffer naar je geheugenkaart. En dan kun je zomaar een mooie actie missen.
6. Kijk geen foto's terug Probeer tijdens het fotograferen van sport niet te veel tussendoor je foto's terug te kijken. Dat kost je ten eerste gewoon batterij, en ten tweede heb je dan je ogen niet op de sport voor je en kun je per ongeluk net een mooi shot missen. Natuurlijk kun je af en toe wel even kort terug kijken of de belichting nog steeds goed gaat, dat doe ik zelf ook. Maar bij veel sporten, zoals voetbal, basketbal of hockey, valt dit te
beperken tot de momenten dat het spel even stil ligt. Probeer dit dus ook echt te doen. Neem van te voren ook altijd een paar test shots van het veld om de instellingen van je camera te controleren en zo nodig aan te passen. Dan is het tussendoor controleren ook een stuk minder nodig. 7. Neem een laag standpunt aan Het is bij de meeste sporten heel mooi om een laag standpunt aan te nemen. Ga bijvoorbeeld gehurkt zitten, of neem een zak mee en ga daarop zitten (kijk wel uit dat je niet de hele wedstrijd op één plek blijft zitten). Een laag standpunt maakt de foto's dramatischer en vergroot de kans dat je gezichtsuitdrukkingen op de foto krijgt. Zeker bij balsporten kijken spelers namelijk ook vaak naar beneden.
8. Ken je sport en anticipeer Bij sportfotografie is het heel belangrijk dat je weet wat je fotografeert. Goede foto's maken van een sport waar je geen verstand van hebt wordt lastig, omdat je niet weet waar je op moet letten en omdat je niet kunt anticiperen. Anticiperen is heel belangrijk. Tijdens voetbal is het bijvoorbeeld goed om te kijken welk team er beter is dan het andere team, dan kun je je positie langs het veld bepalen. Andere voorbeelden zijn bijvoorbeeld het herkennen van spelers die flink oplopen als ze de bal krijgen, het herkennen van vrijstaande spelers (die waarschijnlijk de bal gaan krijgen), of bijvoorbeeld inschatten of iemand een lange bal naar voren of een rustig passje zal geven. Als je een idee hebt wat een speler gaat doen, dan kun je je camera gereed houden, het frame alvast in beeld brengen, en zodra er gebeurt wat je geanticipeerd hebt meteen beginnen met schieten zonder dat je eerst je camera nog hoeft te richten of te focussen. 9. Don't box in Ik doe een foto opleiding aan het New York Institute of Photography. Aan het eind van bepaalde 'courses' krijg je daar een foto opdracht. Even geleden had ik de opdracht om een foto in te leveren waarin ik beweging had vastgelegd. Ik heb de foto bij punt 7 ingeleverd. Don't box in. Dat was één van de tips die ik van mijn begeleider kreeg aan de hand van deze foto. En hoewel het in deze specifieke foto geen problemen geeft, snapte ik heel goed wat ze bedoelde. Als je te ver inzoomt, dan loop je vaak tegen het probleem aan dat je per ongeluk een handje of een voetje van je foto hebt afgesneden. Soms kun je dan zo'n hele speler eruit croppen, maar vaak ook niet. En dan heb je een foto die misschien heel mooi en scherp een actie in beeld brengt, met aan de rechterzijde een speler met maar één hand. En dat leidt af. Probeer dus niet té veel op de actie in te zoomen, maar laat er nog wat ruimte buiten. Als je foto's van voldoende kwaliteit zijn (en dat is wel de bedoeling), dan kun je daarna altijd nog wat croppen als je dat nodig acht. Maar strak kunnen croppen is een veel beter uitgangspunt dan strak moeten croppen. 10. Het is niet alleen actie, het is ook emotie! Vergeet bij sportfotografie niet dat het om veel meer gaat dan het bevriezen van een actie. Sporters hebben vaak enorm sterke emoties, zowel goede als slechte, evenals het publiek. Een foto van een speler die zijn hoofd laat hangen na een tegendoelpunt kan soms een stuk indrukwekkender zijn dan een foto van een speler die de bal op de punt van zijn voet heeft. Let er dus op dat je niet alleen bezig bent met het vastleggen van mooie actieshots, maar dat je ook het emotionele aspect van sport meeneemt in je fotografie.