Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Vergelijkbare documenten
Programma van maatregelen: Kampenhout - Haachtsesteenweg

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van maatregelen: Sint-Kwintens-Lennik (Lennik) Veldstraat

Programma van maatregelen: Bouwel (Grobbendonk) Vrijheidsstraat 5

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Leemputstraat

Programma van maatregelen: Muizen (Mechelen) - Spreeuwenhoek

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

Archeologienota:!De!verkaveling!aan!de!Struikheidestraat!te! Muizen!(gemeente!Mechelen)!

Archeologienota:! de! bouw! van! een! stal! te! Groesaard! in! Poederlee!(gemeente!Lille)!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Dennenstraat te Eksel (gem. Hechtel-Eksel) Programma van Maatregelen

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

Bortierlaan te Diksmuide (gem. Diksmuide) Programma van Maatregelen

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Hermansstraat te Werchter Annelies De Raymaeker

Programma van maatregelen: Antwerpen - Cadixstraat

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Grote Baan, Weverstraat en Bessenstraat (gem. Meeuwen-Gruitrode) Programma van Maatregelen

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN HASSELT SASPUT

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Uitbreiding Gemeentelijke begraafplaats Sint-Bernardusstraat (Fase 4) Hechtel-Eksel

Archeologienota: Het archeologisch bureauonderzoek aan de Rozenstraat te Niel Annelies De Raymaeker Caroline Dockx

Schoten Afkoppeling RWA Bloemendaal-DWA Jozef Jennesstraat (23.126) Programma van Maatregelen. Amsterdam 2017 VUhbs archeologie

Archeologienota Roeselare Klaproosstraat

ARCHEOLOGIENOTA. ROESELARE HONZEBROEKSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologienota:! Bouw! van! een! woonzorgcentrum! aan! het! Betsveld!te!Landen!!

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Zellik - Aloïs De Deckerstraat / Galgenberg

ARCHEOLOGIENOTA. ZOTTEGEM LEEUWERGEMSTRAAT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan het Paardenstraatje te Mechelen Vanessa Vander Ginst

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Archeologienota:! bouw! van! appartementen! aan! de! Kanunnik!Davidlaan!te!Lier! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Aldi-Kattestraat te Sint-Truiden (gem. Sint-Truiden) Programma van Maatregelen

Boerderijstraat, Venetiëlaan, Spoor- Wegstraat en Politieke gevangenenstraat (gem. Harelbeke) Programma van maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA. LIEDEKERKE ROZENLAAN (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK DRIE HOFSTEDEN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

ARCHEOLOGIENOTA. MOERBEKE-WAAS FAZANTENLAAN (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Archeologienota:! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Boombosstraat!te!Kalken!(Laarne)!!

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

Schiervelde te Roeselare (gem. Roeselare) Programma van Maatregelen

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BORNEM INDUSTRIEWEG

Archeologienota De Pauwstraat te Zottegem (Oost- Vlaanderen)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN WUUSTWEZEL NOORDWATERINGSWEG

HEMBYSE ARCHEOLOGIE TIELT, SHAMROCK HOTEL

SINT-PIETERS-LEEUW GROOT- BIJGAARDENSTRAAAT. Archeologienota [2017B C C358] DEEL 3: Programma van Maatregelen. Gunther.

Karel Steverlyncklaan (Ieper, West-Vlaanderen)

RAPPORTEN VAN ERFPUNT CEL ONDERZOEK 26

Archeologienota Lokeren Sterrestraat 96

GEBOUW B (5) BARCELONA. schaal 1/500. voetpad - grijze betondallen. rode betonklinkers GEBOUW B (5) BARCELONA. voetpad - grijze betondallen

Archeologienota François Benardstraat te Gent (Oost-Vlaanderen).

Archeologienota Heidestraat te Merelbeke (Oost-Vlaanderen). Programma van Maatregelen.

DEEL 3: PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

Archeologienota. Zoutleeuw, Dungelstraat 24

Genenbosstraat te Lummen

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

Vanessa Vander Ginst Laurane Dupont Ludo Fockedey. Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba

Bavikhove, Eerste Aardstraat

Edingseweg (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

ARCHEOLOGIENOTA LIER PAUL KRUGERSTRAAT PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Walplein 28 (Brugge, West-Vlaanderen)

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

Archeologienota Hoogstraatsebaan te Brecht (Antwerpen).

ARCHEOLOGIENOTA. ANTWERPEN DE DAMES (prov. ANTWERPEN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

STADSARCHEOLOGIE GENT Archeologienota projectcode 2016K97

STADEN RENOVATIE RWZI Aquafinproject

Post X, facilitair gebouw Berchem

Uitbreiding van een bedrijfsruimte en verharding aan de Sint-Lenaartseweg 42-44A te Hoogstraten. Programma van Maatregelen. E.N.A.

ARCHEOLOGIENOTA. LEUVEN HERTOGENSITE SINT-RAFAEL (prov. VLAAMS-BRABANT) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Bouw van opslagtanks aan de Beliweg te Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Koning Albert I-laan 293 (Brugge, West-Vlaanderen)

RAPPORT 336. Archeologienota Rotselaar Sint-Jansstraat

Bouwen van een magazijn en regularisatie van parkeerplaatsen aan de Drijhoek 44 te Rijkevorsel. Programma van Maatregelen

Nieuwbouw kunstencampus. Karel de Grote Hogeschool, Van Schoonbekestraat 143, Antwerpen. Programma van Maatregelen. E.N.A.

EEKLO MOEIE 2016K517 & 2016K525 Archeologienota DEEL 3: Programma van Maatregelen

Archeologienota:! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Buitensingel!te!Lommel!!

Ommegangsdreef (Meulebeke, West-Vlaanderen)

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Italiëlei-Korte Winkelstraat te Antwerpen Vanessa Vander Ginst

Nederename Robert De Preesterstraat 45

Programma van maatregelen bij Archeologienota : Uitbreiding woonzorgcentrum Meredal, Erpe-Mere, Vijverstraat 38, Oost-Vlaanderen

Programma van maatregelen bij Archeologienota: Hemelrijk, Essen (prov. Antwerpen) Project Quarantainestallen

#GOEDINERFGOED. Projectcode 2017C283. Archeologienota Ninove Abdij. Deel 3: Programma van Maatregelen. Davy Herremans

Groenling (Roeselare, West-Vlaanderen)

Brouwerijsite (Kortemark, West-Vlaanderen)

Programma van maatregelen: Mechelen R6/N14

Transcriptie:

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij bodemingrepen. Het beschrijft de aard van deze maatregelen en de uitvoeringswijze van de eventuele maatregelen. Gemotiveerd advies Op heden werd een bureauonderzoek (projectcode 2016G170) en een landschappelijk booronderzoek (projectcode 2016H164) uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde onderzoeken wordt voor het onderzoeksgebied tot het besluit gekomen dat verder archeologisch vooronderzoek een significant potentieel op kenniswinst bezit. Het onderzoeksgebied is momenteel geen eigendom van de initiatiefnemer. De huidige eigenaar geeft geen toestemming voor het uitvoeren van verder archeologisch vooronderzoek Daarom wordt een programma van maatregelen voor uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem opgesteld. Het onderzoeksgebied kent een hoog archeologisch potentieel door zijn gunstige landschappelijke ligging. Door de oprichting van een bolle akker in het verleden verwachten we dat het bodemarchief goed bewaard zal zijn. Op basis van het tot nog toe uitgevoerde onderzoek verwachten we de aanwezigheid van archeologische sporen. In het kader hiervan is verder archeologisch vooronderzoek nodig. De kans dat een steentijd artefactensite nog in situ aanwezig is, is echter klein. Programma van maatregelen voor uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem Administratieve gegevens Naam en adres initiatiefnemer: Colruyt Group, Edingensesteenweg 196, 1500 Halle Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018 Locatie (provincie, gemeente, deelgemeente, adres, toponiem): Oost-Vlaanderen, Waasmunster, Waasmunster, Schrijbergstraat, Schrijberg Bounding box x/y Lambert 72 coördinaten: - 129156, 203121-129215, 203067-129169, 203030-129116, 203077 Kadastrale percelen: Waasmunster, afdeling 1, sectie A, nummer 702k, 702l, 702m, 709d partim Kadastraal plan: 1

Figuur 1: Kadasterplan met aanduiding van het onderzoeksgebied voor uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem (http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/?local=nl_be) Aanleiding van het vooronderzoek Op het terrein wordt een winkelpand met bijhorende parking gerealiseerd. De winkelruimte heeft een oppervlakte van 958 m². Het grootste deel van het terrein zal ingenomen worden door parking. In het zuiden wordt een parkgebied gerealiseerd met een oppervlakte van 1072 m². 2

Figuur 2: Ontwerpplan 3

Figuur 3: Doorsnedetekeningen geplande toestand 4

In het ontwerp wordt het nivelleren van het terrein voorzien. Daarvoor zal het lager gelegen deel van het terrein, dat ter hoogte van de straat te situeren is (Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.), opgehoogd worden naar een peil van ca. 16,80 m TAW. Daarvoor wordt de teelaarde eerst afgegraven. Op de hoger gelegen delen van het terrein dit is het grootste deel van het terrein zal het niveau verlaagd worden met ca. 1 m. Het winkelpand zal gefundeerd worden tot op 50 à 80 cm onder het toekomstige maaiveld. Plaatselijk worden daaronder funderingspalen voorzien. De precieze ligging en diepte hiervan is nog te bepalen in functie van sonderingsonderzoek. De funderingsdiepte van de parking bedraagt ca. 80 cm. De topografie van het parkgebied wordt niet aangepast. Hier wordt enkel de aanplanting van bomen voorzien. Diepere verstoringen zijn erg plaatselijk en omvatten de aanleg van een septische put ten zuiden van het winkelpand en een regenwaterput ten westen van het winkelpand. Onder de parking worden straatkolken geplaatst op een diepte van ca. 90 cm onder het oppervlak van de parking. Verder wordt onder de parking een infiltratievoorziening aangelegd. Aan de straatzijde wordt verder ook een middenspanningscabine aangelegd. Resultaten van het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem Landschappelijk is het onderzoeksgebied gelegen op een gunstige locatie. Het onderzoeksterrein bevindt zich vrij hoog op de noordelijke helling van de Wase Cuesta. Op het terrein is sprake van een zogenaamde bolle akker. Door de ophoging van het centrale deel van de akker, bleef het bodemarchief hier vaak nog erg goed bewaard. Dit blijkt ook uit het landschappelijk booronderzoek. Centraal op het terrein en in het westen zijn nog resten van podzolisering vastgesteld. Er is sprake van een goede bewaring van de bodem, waardoor er - samen met de gunstige ligging van het terrein sprake is voor een hoog archeologisch potentieel op het aantreffen van archeologische sporen. In het kader hiervan is verder archeologisch vooronderzoek nodig. Er wordt echter geen steentijd artefactensite meer in situ verwacht, omdat de vastgestelde bodemhorizonten bewerkt zijn in het verleden of sterk gebioturbeerd zijn. 5

Figuur 4: Overzicht van de nodige geachte maatregelen met aanduiding van de zone voor verder archeologisch vooronderzoek (groen) Figuur 5: Afbakening onderzoekszone voor uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem 6

Vraagstelling en onderzoeksdoelen Doelstelling van een uitgesteld vooronderzoek met ingreep in de bodem voorgesteld is uitspraken te kunnen doen over de aan- of afwezigheid van een archeologische site en over het potentieel op kennisvermeerdering. Volgende onderzoeksvragen worden behandeld: - Op welke dieptes bevinden zich relevante archeologische niveaus? - Zijn archeologische sporen aanwezig binnen het onderzoeksgebied en zo ja, wat is de precieze afbakening ervan in de ruimte en in de tijd? - Wat is de aard en de datering van de aanwezige archeologische sporen? - Zijn archeologische sporen te relateren aan de historische bebouwing die vlakbij het onderzoeksgebied te zien is op historische kaarten? - Is verder archeologisch onderzoek nodig? Onderzoeksmethode De keuze van de methode voor verder vooronderzoek wordt gebaseerd op de volgende vier criteria: 1 is het MOGELIJK deze methode toe te passen op dit terrein? 2 is het NUTTIG deze methode toe te passen op dit terrein (levert het iets op)? 3 is het overdreven SCHADELIJK voor het bodemarchief deze methode toe te passen op dit terrein? 4 is het NOODZAKELIJK deze methode toe te passen op dit terrein (kosten-batenanalyse)? Eerst wordt de opportuniteit van de diverse methoden voor vooronderzoek zonder ingreep in de bodem afgewogen. Methode Opportuun Motivering Landschappelijke profielputten Geofysisch onderzoek Het is niet nuttig deze onderzoeksmethode toe te passen. De kenniswinst ten opzichte van het reeds uitgevoerde landschappelijke booronderzoek is te beperkt. Het is niet nuttig deze methode toe te passen. Geofysisch onderzoek is niet aangewezen omdat dit geen gegevens over de chronologie van de eventueel gedetecteerde fenomenen kan opleveren. Veldkartering Het is niet mogelijk deze methode toe te passen op dit terrein, omdat het terrein in gebruik is als grasland. Vervolgens wordt de opportuniteit van de diverse methoden voor vooronderzoek met ingreep in de bodem afgewogen. Methode Opportuun Motivering Verkennend archeologisch booronderzoek Waarderend archeologisch booronderzoek Proefputten in functie van steentijd artefactensites Proefsleuven en/of proefputten Ja Het is niet nuttig deze onderzoeksmethodes toe te passen. De kenniswinst ten opzichte van het reeds uitgevoerde landschappelijke booronderzoek is te beperkt. Bovendien heeft het landschappelijk booronderzoek aangetoond dat de potentiële aanwezigheid van een in situ bewaarde steentijd artefactensite binnen het onderzoeksgebied klein is. Het is mogelijk deze methode toe te passen op het terrein, van zodra het onderzoeksgebied eigendom is van de opdrachtgever. Het is nuttig om de methode toe te passen. Ze laat toe om uitspraken te doen over de aanof afwezigheid van een archeologische site op het terrein. Ze laat tevens 7

Methode Opportuun Motivering toe een inschatting te maken van de aard en de datering van de aangetroffen sporen. De onderzoeksmethode is niet overdreven schadelijk. Door de aanleg van proefsleuven wordt een statistisch onderbouwd deel van het terrein onderzocht, wat toelaat uitspraken te doen over het volledige onderzoeksgebied. Het is noodzakelijk deze onderzoeksmethode toe te passen om te bepalen of verder archeologisch onderzoek nodig is. De onderzoekszone beslaat een oppervlakte van ca. 4339 m², zoals die afgebakend is op basis van het tot nog toe uitgevoerde onderzoek (Figuur 5). Voor aanvang van het proefsleuvenonderzoek mag de aanwezige bebouwing gesloopt worden. Funderingen en verhardingen mogen uitgebroken worden tot op een diepte van 50 cm onder het maaiveld. De C horizont, het bovenste verwachte archeologische niveau, is vastgesteld op een diepte van 85 à 95 cm onder het maaiveld. Zo wordt een minimale buffer van 35 cm ten opzichte van de sloopwerken bewaard. Criteria De onderzoeksdoelen zijn succesvol bereikt wanneer de vooropgestelde onderzoeksvragen en de bijkomende onderzoeksvragen die opgesteld worden naar aanleiding van elk assessment beantwoord zijn. Er zijn geen situaties waarin de onderzoeksmethodes niet moeten aangewend worden, tenzij een wijziging van de bouwplannen plaatsvindt. Indien geen bodemingrepen meer gepland worden dieper dan 35 cm, dient geen proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. De C horizont, het bovenste verwachte archeologische niveau, is vastgesteld op een diepte van 85 à 95 cm onder het maaiveld. Zo wordt een minimale buffer van 50 cm ten opzichte van het verwachte bovenste archeologische niveau bewaard. Onderzoekstechnieken De geplande bodemingrepen hebben een gemiddelde diepte van 50 cm tot 1,30 m. Centraal wordt het terrein ca. 1 m afgegraven. Bijgevolg is er sprake van een maximale verstoringsdiepte van ca. 2,30 m. Daarom wordt tijdens het proefsleuvenonderzoek het bodemarchief onderzocht tot op een diepte van 2,80 m onder het maaiveld (2,30 m + 50 cm buffer) of totdat alle aardkundige eenheden onderzocht zijn waarin archeologische sites in primaire positie kunnen voorkomen, die relevant zijn voor de vraagstellingen van het onderzoek. Proefputten en/of proefsleuven Voor de gehanteerde onderzoekstechnieken is hoofdstuk 8.6 van de Code van Goede Praktijk van toepassing. Het betreft een site zonder complexe verticale stratigrafie. De diepte van het niveau waarop de proefsleuven aangelegd worden, wordt door de veldwerkleider bepaald op basis van de uitgevoerde boringen en de vraagstelling en onderzoeksdoelen. De inplanting van kijkvensters wordt bepaald tijdens het veldwerk, in functie van nader onderzoek van aangetroffen archeologische sporen. 8

Figuur 6: Sleuvenplan met aanduiding van de proefsleuven in blauw (onderkaart: kadasterkaart) De proefsleuven hebben een breedte van 2 m. Ze worden haaks op de bolle akker aangelegd om het natuurlijke reliëf zo goed mogelijk te kunnen volgen. De proefsleuven worden aangelegd in een vast grid. Het betreft parallelle proefsleuven over het volledige onderzoeksgebied, met een tussenafstand die 15 m bedraagt van middenpunt tot middenpunt van de proefsleuven (Figuur 6). Door middel van proefsleuven dient minimaal 10% van het onderzoeksgebied onderzocht te worden. Kijkvensters worden aangelegd over een oppervlakte van 2,5% van het onderzoeksgebied. De inplanting van kijkvensters wordt bepaald tijdens het veldwerk, in functie van nader onderzoek van aangetroffen archeologische sporen. Voorziene afwijkingen ten aanzien van de Code van Goede Praktijk Er zijn geen afwijkingen ten aanzien van de Code van Goede Praktijk die voor aanvang van het onderzoek met ingreep in de bodem reeds voorzien zijn. 9