31389 Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren)

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nota van toelichting 1: Algemeen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nota van toelichting. I Algemeen deel. 1 Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nota van Toelichting. 1: Inleiding

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van nr

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

*PDOC01/85346* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Nota van Toelichting. 1: Algemeen

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Datum 14 december 2009 Betreft Aanbiedingsbrief Wijzigingen voorgesteld door de regering wetsvoorstel dieren

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van (datum), nr., Directie Juridische Zaken;

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nota van toelichting. I Algemeen deel. 1 Inleiding

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Scheiden van dieren: juridische aspecten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TOELICHTING (behorende bij Vo. PDV Gemedicineerde voeders 2003; versie: )

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

wijziging van het Besluit diergeneeskundigen en het Besluit houders van dieren in verband met diverse wijzigingen op het gebied van dierenwelzijn

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Convenant Dierenhulpverlening

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel: Type voorstel: [X] Kaderstellend G Controlerend D Rest

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Tarievenbesluit geregeld luchtvervoer wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 vervalt het onderdeel dat begint met: de richtlijn.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

Besluit houders van Dieren. Studiemiddag Gezelschapsdieren Groen Kennisnet 3 december 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

No.W /IV 's-gravenhage, 24 juli 2015

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PRI 3050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3050] v1

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Kent u het bericht rechter gaat varkenstransport bekijken? 1)

Regeling agressieve dieren

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ;

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 54, tweede lid, komt te luiden:

Artikel I In de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen worden na artikel 12c twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Nota naar aanleiding van het verslag

Transcriptie:

31389 Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) Nr. 90 Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 juli 2011 Bij het debat over het wetsvoorstel voor een Wet dieren in de Eerste Kamer heb ik toegezegd voor 1 juli te komen met een werkschema inzake de uitvoeringsregelgeving van de Wet dieren. Deze brief en de bijlage vormen tezamen dat schema. De punten die in deze brief aan de orde komen, zoals ik die ook genoemd heb in dat debat, zijn: a. de algemene maatregelen van bestuur die worden voorbereid; hoe beide Kamers en de betreffende maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding worden betrokken; het tijdpad dat wordt gevolgd, waarbij ook aandacht is besteed aan de benodigde ministeriële regelgeving en beleidsregels; de invulling van het nee-tenzij principe, met als kanttekening dat dat uiteindelijk pas concreet zal kunnen blijken op het moment dat de ontwerpbesluiten aan de Kamers zullen worden voorgelegd; e. de voorhang en nahang. De besluiten In voorbereiding zijn zes algemene maatregelen van bestuur en de daarbij behorende ministeriële regelingen en beleidsregels. Het gaat om de volgende besluiten: a. Besluit houders van dieren Het ligt in het voornemen in dit besluit alle regels op te nemen betreffende houders van dieren. Hierbij worden de bestaande regels als uitgangspunt genomen. Geen afbreuk wordt gedaan aan het niveau van dierenwelzijn.

Het is op dit moment het voornemen in dit besluit in ieder geval op te nemen: - enkele algemene regels voor het houden en verzorgen van alle dieren; - de criteria voor het aanwijzen van diersoorten die kunnen worden gehouden (positieflijst); - gevallen die onder alle omstandigheden als dierenmishandeling zijn te kenschetsen; - regels over dierensoorten die voor productiedoeleinden worden gehouden; - regels over doden van dieren waaronder de aanwijzingen van gevallen waarin dieren mogen worden gedood; - regels over voortplantingstechnieken; - regels over het tentoonstellen van dieren; - regels over de Raad voor dierenaangelegenheden; - regels over de ingrepen die dierenhouders mogen verrichten bij dieren. Een conceptbesluit is in het voorjaar 2010 ter consultatie aan een ieder op het internet voorgelegd. Dit besluit zal de volgende vigerende besluiten vervangen: het Besluit ritueel slachten, het Besluit Raad voor dierenaangelegenheden, het Besluit scheiden van dieren, het Besluit voortplantingstechnieken bij dieren, het Besluit welzijn productiedieren, het Dierentuinenbesluit, het Kalverenbesluit, het Legkippenbesluit 2003, het Vleeskuikenbesluit 2010, het Varkensbesluit, het Besluit aanwijzing productiedieren, het Besluit verbod gebruik levend aas, het Besluit biotechnologie bij dieren en het Waak- en heemhondenbesluit. De bepalingen uit het Besluit doden van dieren die strekken ter uitvoering van Richtlijn 93/119/EG worden niet in het Besluit houders van dieren opgenomen. Deze materie wordt met ingang van 1 januari 2013 in Verordening 1099/2009 geregeld. De noodzakelijke regels ter uitvoering van die verordening zullen op grond van hoofdstuk zes van de wet in een ministeriële regeling worden opgenomen. Dit geldt ook voor de noodzakelijke regels ter uitvoering van de verordening over transport van dieren. Thans onder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in voorbereiding zijnde besluiten zullen onder die wet worden afgerond en tot stand komen. Zij lopen vooruit op de inwerkingtreding van de Wet dieren. Een voorbeeld hiervan is het Besluit gezelschapsdieren. Dit besluit zal het Honden- en kattenbesluit 1999 vervangen. Op het tijdstip dat de Wet dieren in werking treedt zal die wet de grondslag voor die besluiten worden op basis van zogenoemde omhangbepalingen. Zij blijven dus ook op dat moment nog afzonderlijke besluiten. Zij zullen daarna op enig moment in dit besluit worden geïncorporeerd. In hoofdlijn komt de planning er op neer dat in het najaar van 2011 een

consultatiebijeenkomst zal worden belegd met de belangenorganisaties die gereageerd hebben naar aanleiding van de consultatie in het voorjaar van 2010. Doel van die bijeenkomst is bespreking van de wijzigingen in het besluit als gevolg van de consultatie. Tevens zullen deze organisaties in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk te reageren op het conceptbesluit. Het zal naar verwachting eind 2011 op grond van artikel 10.10 van de Wet dieren in concept worden voorgehangen bij de beide Kamers der Staten- Generaal. Na het parlementaire traject is voorzien in de advisering door de Raad van State. Dan zal het besluit ook worden genotificeerd bij de Europese Commissie en de WTO. b. Besluit dierenartsen en diergeneeskundigen Het ligt in het voornemen in dit besluit de regels te stellen betreffende de beroepsgroep diergeneeskundigen, zoals de toelating tot de beroepsgroep van paraveterinairen en dierenartsassistenten als ook de ingrepen die bij dieren kunnen worden toegepast. Voorts is het voornemen in dit besluit de zogenoemde cascaderegeling onder te brengen. De cascaderegeling stelt de dierenarts in staat diergeneesmiddelen aan dieren te verstrekken indien voor bestrijding van het ziektebeeld geen middelen zijn toegelaten. Deze cascaderegeling is thans opgenomen in het Besluit diergeneesmiddelen ter uitvoering van de Diergeneesmiddelenrichtlijn. Een conceptbesluit heeft in het voorjaar 2010 ter consultatie voor een ieder op het internet gestaan. Dit besluit zal de volgende vigerende besluiten vervangen: het Besluit tot uitvoering van artikel 1, vierde lid, Wet uitoefening diergeneeskunde, het Ingrepenbesluit en het Besluit paraveterinairen. De voorgenomen planning is overeenkomstig die voor het Besluit houden van dieren. c. Besluit dierlijke producten Mijn bedoeling is om in dit besluit de regels over producten van dierlijke oorsprong neer te leggen. Dit besluit omvat regels over de onderwerpen vleeskeuring, de kwaliteit van dierlijke producten, dierlijke bijproducten en de handel in vossen- en chinchillabont. Met uitzondering van de handel in vossenen chinchillabont, dat onder de bestaande regelgeving nog niet geregeld is, worden met dit besluit en de daaronder vorm te geven ministeriële regeling de bestaande regels voortgezet. Omdat met de regels over dierlijke producten

grotendeels uitvoering wordt gegeven aan bindende onderdelen van EUregels, wordt dit onderwerp op grond van hoofdstuk zes van de Wet dieren met name in de ministeriële regeling uitgewerkt. Dit besluit vervangt het Landbouwkwaliteitsbesluit zuivelproducten, het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, voor zover dat besluit betrekking heeft op producten van dierlijke oorsprong, en het Besluit dierlijke bijproducten. In het voorjaar van 2010 heeft een concept van dit besluit voor een ieder ter consultatie op internet gestaan. De planning voor het Besluit dierlijke producten houdt in dat in het najaar van 2011 de belangenorganisaties die naar aanleiding van die consultatie een reactie hebben gegeven de gelegenheid tot een schriftelijke reactie op het conceptbesluit zal worden geboden. Het besluit zal worden genotificeerd bij de Europese Commissie en de WTO, waarna het naar verwachting in het voorjaar van 2012 ter advisering kan worden aanboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. d. Besluit diergeneesmiddelen Het ligt in het voornemen in dit besluit regels te stellen betreffende de vergunning om een diergeneesmiddel in de handel te brengen, het vervaardigen en de handel in diergeneesmiddelen door fabrikanten, handelaren en andere personen die diergeneesmiddelen verstrekken. Regels die betrekking hebben op de toediening door van houders van dieren of het voorschrijven door dierenartsen worden in het ontwerpbesluit voor houders van dieren en het ontwerpbesluit voor dierenartsen en andere diergeneeskundigen opgenomen. Het ontwerpbesluit is erop gericht de huidige Diergeneesmiddelenwet, behoudens waar het onderwerpen betreft die in de Wet dieren een plaats hebben gekregen, en het Diergeneesmiddelenbesluit te vervangen. In overeenstemming met het regeerakkoord ( nationale koppen worden opgespoord en verwijderd ) zal het besluit zou nauw mogelijk aansluiten bij richtlijn 2001/82/EG (diergeneesmiddelenrichtlijn). Deze richtlijn en richtlijn 90/167/EEG inzake diervoeders met medicinale werking (gemedicineerd diervoeder) worden 1-op-1 geïmplementeerd met betrekking tot het in de handel brengen en vervaardigen van diergeneesmiddelen en diervoeders met medicinale werking. Verder wordt met het besluit uitvoering gegeven aan verordening (EG) nr. 726/2004 inzake Europese vergunningen voor diergeneesmiddelen. Voor de regulering van de handel in diergeneesmiddelen, de toepassing van diergeneesmiddelen en de verstrekking van diergeneesmiddelen bij andere

dieren dan landbouwhuisdieren zijn er veel bevoegdheden aan de lidstaten gelaten of vergen de desbetreffende richtlijnen een nadere invulling. Deze invulling vindt plaats, rekening houdend met onder meer de beperking van administratieve lasten en uitvoeringslasten, de Nota diergeneesmiddelen en het met uw Kamers besproken antibioticabeleid. Onder het Besluit diergeneesmiddelen zal worden voorzien in een Regeling diergeneesmiddelen. Een aantal onderdelen van de huidige Diergeneesmiddelenregeling wordt niet in de nieuwe regeling maar voor een inzichtelijke implementatie van richtlijn 2001/82/EG in het Besluit diergeneesmiddelen opgenomen. Het onderdeel kanalisatie in de huidige Diergeneesmiddelenregeling kan naar verwachting, zoals aangekondigd 1, geheel worden vervangen door specifieke besluiten per diergeneesmiddel. De Diergeneesmiddelenregeling wordt dan beperkter van omvang dan de huidige regeling. Zodra het ontwerpbesluit diergeneesmiddelen voor internetconsultatie bekend is gemaakt, wordt met de opstelling van de regeling begonnen. In hoofdlijn komt de planning van het besluit erop neer dat in het najaar van 2011 in een internetconsultatie zal worden voorzien. Het besluit zal schriftelijk worden voorgelegd aan belangenorganisaties die betrokken zijn in het reguliere overleg over diergeneesmiddelen. Daarmee worden deze organisaties in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het conceptbesluit. Naar verwachting zal het besluit begin 2012 worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. e. Besluit diervoeders Op het gebied van diervoeders zijn tien Europese verordeningen van kracht en één richtlijn van beperkte omvang, namelijk richtlijn 2002/32/EG inzake ongewenste stoffen in diervoeders. De verordeningen en deze richtlijn bestrijken het gehele terrein van diervoeders voor landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren. In het ontwerpbesluit worden slechts die regels opgenomen die noodzakelijk zijn om te voorzien in de implementatie van richtlijn 2002/32/EG en de uitvoering van enkele in omvang zeer beperkte elementen van bedoelde tien Europese verordeningen, waarin de lidstaten enkele bevoegdheden zijn gelaten. Nu de belangrijkste bepalingen voor de implementatie van deze richtlijn en de uitvoering van de Europese verordeningen in de artikelen 2.17, 2.18, 5.11 en 6.4 van de Wet dieren zijn opgenomen, zal het ontwerpbesluit een beperkte omvang hebben. Voor zover voor de uitvoering van bindende elementen van genoemde Europese verordeningen nog regels nodig zijn, worden deze bij ministeriële regeling krachtens artikel 6.4 van de Wet dieren gesteld. Die regeling zal volledig 1 Handelingen II 2009/10, nr. 32

vergelijkbaar zijn met de thans gelende Regeling diervoeders. De voorgenomen planning van het Besluit diervoeders komt overeen met die van het Besluit diergeneesmiddelen. f. Besluit handhaving Wet dieren Ik ben voornemens om in het Besluit handhaving Wet dieren boetecategorieën op te nemen voor de toepassing van de bestuurlijke boete. De gedragingen die binnen de verschillende categorieën vallen, zal ik bij ministeriële regeling uitwerken. Het besluit zal naar verwachting begin 2012 voor advies wordt aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Voor alle betrokkenen zal een bijeenkomst worden georganiseerd om de systematiek en de toepassing van de bestuurlijke boete toe te lichten. Inwerkingtreding Inwerkingtreding van de Wet dieren en de uitvoeringsregelingen is voorzien op 1 januari 2013. Publicatie zal overeenkomstig het beleid van vaste verandermomenten van regelgeving uiterlijk 31 oktober 2012 plaatsvinden. De genoemde besluiten betreffen niet ten volle de onderwerpen die de Wet dieren bestrijkt. Het belangrijke onderdeel diergezondheid zal vooreerst nog onder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geregeld blijven in afwachting van de Animal Health Law, welke in voorbereiding is genomen door de Europese Commissie. De ministeriële regelingen zullen apart worden voorbereid en geconsulteerd. Het nee-tenzij principe Een aantal artikelen in de Wet dieren heeft het nee-tenzij principe als uitgangspunt. Het zijn artikelen die een verbod als uitgangspunt hebben; een verbod waarop uitzonderingen worden toegelaten. Voorbeelden zijn de artikelen 2.3 inzake gebruik van dieren voor productiedoelen, 2.8 inzake ingrepen en 2.10 inzake het doden. Dit nee-tenzij vloeit voort uit de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier in artikel 1.3 van de Wet dieren. Ten aanzien van bepaalde handelingen, zoals het doden van dieren, oordeelt de wetgever dat die handelingen in beginsel verboden zijn. De wetgever geeft vervolgens de mogelijkheid dergelijke activiteiten toe te staan, mits wordt voldaan aan bij wettelijke maatregel bepaalde voorwaarden of beperkingen. Het bepalen van gevallen waarin een dergelijke handeling wordt toestaan en de daarbij

behorende voorwaarden geschiedt met inachtneming van de voor het betreffende onderwerp relevante belangen. Een voorbeeld is het verrichten van lichamelijke ingrepen bij dieren. Dat is in beginsel verboden. Bij algemene maatregel van bestuur worden ingrepen aangewezen die mogen worden verricht. Het gaat om gevallen waarin een belangenafweging ertoe heeft geleid, dat het nadeel dat een dier ondervindt van een ingreep wordt gerechtvaardigd door een ander belang, bijvoorbeeld het belang van diergezondheid en volksgezondheid. Hetzelfde geldt voor het doden van dieren. Ook dat is in beginsel verboden. Bij algemene maatregel van bestuur worden gevallen aangewezen waarin het doden van dieren wordt toegestaan. In het voorjaar van 2010 zijn ontwerpen van het Besluit houders van dieren en het Besluit dierenartsen en diergeneeskundigen voor consultatie aan een groot aantal maatschappelijke organisaties voorgelegd. Dit draagt bij aan het inzicht in de verschillende belangen die spelen bij handelingen als het verrichten van lichamelijke ingrepen bij dieren en het doden van dieren en de argumenten die daarbij worden gehanteerd. Voor- en nahang De Wet dieren voorziet voor de totstandkoming van algemene maatregelen van bestuur op het gebied van dierenwelzijn met artikel 10.10 in een zogenoemde voorhangprocedure. Een dergelijke algemene maatregel van bestuur moet aan het parlement worden voorgelegd voordat de voordracht aan de Afdeling advisering van de Raad van State plaatsvindt. Het voordeel hiervan is dat beide Kamers in een vroeg stadium bij de totstandkoming betrokken zijn, zodat er afhankelijk van het oordeel van beide Kamers nog wijzigingen kunnen worden aangebracht in het besluit. Dit bevordert de snelle totstandkoming van deze besluiten.

Dat is een duidelijk voordeel ten opzichte van een nahangprocedure, waarbij al vastgestelde besluiten aan de Kamers worden aangeboden. Beide Kamers kunnen dan slechts om inwerkingtreding bij wet vragen. Dit bemoeilijkt een snelle doorvoer van inhoudelijke aanpassingen op verzoek van de Kamers. Wanneer de Afdeling advisering van de Raad van State in haar advies opmerkingen maakt dan zal daarop zoals gebruikelijk in het nader rapport worden ingegaan. Beide Kamers kunnen na openbaarmaking van het advies en het nader rapport over deze informatie beschikken. De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker