Liturgie avonddienst 8 januari 2017 - Psalm 144:6 (Nieuwe Berijming) 6.Gelukkig is het volk dat t'allen tijde staat maken mag, o Heer, op uw geleide. Gelukkig 't volk, waaraan Gij welvaart geeft, het volk dat U, o God, tot Koning heeft! - Votum & Groet - Psalm 84:2, 3 & 6 (Oude Berijming) 2.Zelfs vindt de mus een huis, o HEER', De zwaluw legt haar jongskens neer In 't kunstig nest bij Uw altaren, Bij U, mijn Koning en mijn God, Verwacht mijn ziel een heilrijk lot; Geduchte HEER' der legerscharen, Welzalig hij, die bij U woont, Gestaâg U prijst en eerbied toont. 3.Welzalig hij, die al zijn kracht En hulp alleen van U verwacht, Die kiest de welgebaande wegen. Steekt hem de hete middagzon In 't moerbeidal, Gij zijt hun bron,
En stort op hen een milden regen, Een regen, die hen overdekt, Verkwikt en hun tot zegen strekt. 6.Want God, de HEER', zo goed, zo mild, Is 't allen tijd een zon en schild. Hij zal genaad' en ere geven; Hij zal hun 't goede niet in nood Onthouden, zelfs niet in de dood, Die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig, HEER', die op U bouwt, En zich geheel aan U vertrouwt. - Gebed - Schriftlezing: Mattheus 5:1-12 De zaligsprekingen 5 1 Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en nadat Hij was gaan zitten, kwamen Zijn discipelen bij Hem. 2 En Hij opende Zijn mond en onderwees hen. Hij zei: 3 Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. 4 Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.
5 Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. 6 Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. 7 Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden. 8 Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. 9 Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. 10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. 11 Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. 12 Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn. - LvdK 21:1 & 3 (Alles wat adem heeft love de Here) 1.Alles wat adem heeft love de Here,
zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja! 3.Welgelukzalig is ieder te noemen, die Jakobs God als helper heeft! Wat zou hem schaden, wie zou hem verdoemen, die dag aan dag met Christus leeft? Wie met de Heer te rade gaat, die staat Hij bij met raad en daad. Halleluja! Halleluja! - Verkondiging - Psalm 119:1, 2 & 3 (Nieuwe Berijming) 1.Welzalig wie de rechte wegen gaan, wie in de regels van Gods wijsheid treden. Zalig wie zijn getuigenis verstaan, van ganser harte zoeken naar zijn vrede. Geen onrecht en geen dwaling lokt hen aan.
De weg der zondaars wordt door hen gemeden. 2.Gij hebt ons hart uw orde opgelegd, opdat wij die met ijver onderhouden. Ach,ging ik toch de wegen van uw recht, dan stond ik niet beschaamd, als ik vertrouwde op wat Gij in uw liefde tot mij zegt, als ik de schoonheid van uw wet aanschouwde. 3.U dank ik,heer,in opgetogenheid. Mijn hart verheugt zich over uw bevelen, U wil ik, die de allerhoogste zijt, in alles volgen, niets voor U verhelen. Verlaat mij niet, ik ben U toegewijd, verlaat mij niet, laat in uw gunst mij delen. - Geloofsbelijdenis - Psalm 32:1 & 6 (Oude Berijming) 1.Welzalig hij, wiens zonden zijn vergeven, Die van de straf voor eeuwig is ontheven,
Wiens wanbedrijf, waardoor hij was bevlekt, Voor 't heilig oog des HEEREN is bedekt. Welzalig is de mens, wien 't mag gebeuren, Dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren, En die in 't vroom en ongeveinsd gemoed; Geen snood bedrog maar blank' oprechtheid voedt. 6.Rechtvaardig volk, verhef uw blijde klanken, Verheugd in God, naar waarde nooit te danken. Zingt vrolijk, roemt Zijn deugden t' allen tijd, Gij, die oprecht van hart en wandel zijt. - Dankgebed & Voorbede - LvdK 473:1, 2, 3, 4, 5 & 10 (Neem mijn leven, laat het, Heer) 1.Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid. 2.Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet. 3.Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. 4.Neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoud. Maak mijn kracht en mijn verstand tot een werktuig in uw hand. 5.Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw Heilge Geest er woon'. 10.Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd. - Zegen