Gemeente Krimpen aan den IJssel

Vergelijkbare documenten
Afstemmingsverordening WWB

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Zaaknummer. Documentnummer

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

Afstemmmingsverordening 2015

Beleid ISD HAL+ Sanctie en handhaving

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

BBM gemeente Steenbergen

BIJLAGE 2. Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Gedragingen Participatiewet

TOELICHTING op de Maatregelenverordening gemeente Oegstgeest 2004

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Verordening afstemming en handhaving WWB, IOAW, IOAZ Rotterdam 2013

Toelichting op de Afstemmingsverordening 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Voorstel van het college inzake wijziging Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW

RAADSBESLUIT 13R

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 8882 VERORDENING. vaststelling Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ. De raad van de gemeente Terneuzen;

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

Toelichting. Bestuurlijke boete

Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de wet.

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Participatiewet Ioaw, Ioaz, gemeente Zandvoort

Onderwerp : Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ2015. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Lilian Sweens raad september 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

ARTIKEL I: WIJZIGINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijving

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

gevestigde, oudere en beëindigende zelfstandigen en van bedrijfskapitaal vanuit het Bbz Hiervoor blijft aparte financiering bestaan.

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

in te trekken de afstemmingsverordening 2012 per 1 januari 2013, en vast te stellen per 1 januari 2013 de volgende verordening:

Voorstel De Maatregelverordening Ioaw en Ioaz gemeente Dantumadiel 2010 vast te stellen.

gemeente Bronckhorst

G e m e e n t e S l u i s

Afstemmingsverordening Opsterland 2013

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ en Bbz 2004 gemeente Renkum 2015

Onderwerp: Afstemmingsverordening op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Krimpen aan den IJssel 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Heemstede 2015 (II).

Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017.

VERORDENING. Onderwerp: vaststelling Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 februari 2013, raadsvoorstelnummer 2013/021/01;

Afstemmmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2019

Verschillenanalyse wijzigingen verordeningen doelmatigheid 2018

besluit vast te stellen de Beleidsregel Bestuurlijke Boete 2017 PW, IOAW, IOAZ en Bbz 2004

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;

Transcriptie:

pagina 1 van 5 Versie per 1-1-07 400. AFSTEMMEN VAN BIJSTAND/MAATREGELENBLEID BIJ NIET NAKOMEN VAN ARBEIDSVERPLICHTINGEN OF SCHENDEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT 1) Afstemmingsverordening WWB Met ingang van 1 januari 2005 is de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Krimpen aan den IJssel 2005 (hierna te noemen de Afstemmingsverordening) in werking getreden. Waar voorheen het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw, Ioaz en de daarop gebaseerde jurisprudentie het toetsingskader was voor het opleggen van een maatregel, diende de gemeente nu op grond van de WWB haar eigen beleid te ontwikkelen met betrekking tot het opleggen van een maatregel. Het Maatregelenbesluit Abw, Ioaw en Ioaz blijft overigens wel van kracht voor de IOAW en de IOAZ, terwijl ook het Uitvoeringsbesluit WWIK, blijft gelden. Het verplichte karakter van de maatregel is ook onder de WWB blijven bestaan. Het college is gehouden de bijstand te verlagen, als geconstateerd wordt dat een uitkeringsgerechtigde zijn verplichtingen niet nakomt of anderszins tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont, behoudens de gevallen waar elke verwijtbaarheid ontbreekt. 2. MAATREGEL 2.1 Evenwicht tussen rechten en plichten Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de uitkering te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de klant, maar ook van de mate waarin de verplichtingen worden nagekomen. Als verplichtingen verwijtbaar niet worden nagekomen, zal dat moeten leiden tot een maatregel in de vorm van de verlaging van de uitkering. Bij het opleggen van een maatregel moet de zwaarte daarvan afgestemd worden op de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. De maatregel mag met andere woorden niet disproportioneel zijn. Verder moet een maatregel in het kader van de bijstand, gelet op het daaraan ten grondslag liggende individualiseringsbeginsel en het vangnet karakter van de bijstand, mede afgestemd worden op de persoonlijke omstandigheden van de klant. De Afstemmingsverordening WWB biedt een kader, dat op basis van onder meer het onder de Algemene bijstandswet ontwikkelde maatregelenbeleid, voorziet in standaardmaatregelen voor veel voorkomende gedragingen. Daarbij is, op basis van een categorie-indeling, een relatie gelegd tussen de ernst van de gedraging en de zwaarte van de maatregel. Verder wordt voor een belangrijk deel ook al rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de klant, doordat de hoogte van de maatregel is gerelateerd aan de bijstandsnorm, waarmee in algemene zin afstemming met de draagkracht wordt bereikt. Deze beide aspecten komen de uitvoerbaarheid van het maatregelenbeleid ten goede, zonder dat dit in de weg staat aan maatwerk. Het feit dat voor iedere maatregelwaardige gedraging een bandbreedte is aangebracht in de op te leggen maatregel, heeft tot gevolg dat voor elk individueel geval beoordeeld kan worden hoe hoog de op te leggen maatregel dient te zijn gelet op de (persoonlijke) omstandigheden van de belanghebbende. 2.2. Hoogte en duur van de maatregel Bij de indeling in categorieën is ervan uitgegaan dat de ernst van het feit toeneemt naarmate de gedraging concretere gevolgen heeft voor het niet verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid of de financiële benadeling van de gemeente groter is. Bij de toepassing van maatregelen in verband met zeer ernstige misdragingen, zal steeds rekening worden gehouden met onder meer de aard van de gedraging, de dreiging die daarvan uitgaat, de impact daarvan op medewerkers, in het bijzonder de mate waarin zij kunnen worden belemmerd in een normaal functioneren en de door de gedraging veroorzaakte (im)materiële schade. In beginsel wordt een maatregel één kalendermaand toegepast. Bij recidive wordt de duur van de maatregel verdubbeld. Dat staat er niet aan in de weg dat, op grond van bijzondere omstandigheden van het individuele geval, bijvoorbeeld bij stelselmatig weigerachtig gedrag of een samenloop van verwijtbare gedragingen ook een maatregel van langere duur opgelegd kan worden. Het toepassen van een maatregel voor onbepaalde duur is echter niet toegestaan. Bij maatregelen die een tijdvak van meer dan drie maanden beslaan moet op grond van artikel 18, derde lid, WWB het maatregelbesluit binnen 3 maanden worden heroverwogen. De hoogte van de maatregel indien er sprake is van het niet nakomen van verplichtingen welke gericht zijn op de arbeidsinschakeling wordt verder verduidelijkt in schema 1. 2.3. Schenden van de inlichtingenplicht Met de invoering van de WWB heeft de wetgever besloten om het instrument van de administratieve boete in het domein van de bijstand te laten vervallen. De boete blijft, op grond van de landelijke wetgeving, wel bestaan in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

pagina 2 van 5 werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en de Wet inburgering nieuwkomers (WIN). Tegenover het vervallen van de boete in de bijstand staat dat het niet nakomen van de inlichtingenplicht, net als voor de invoering van de WBM, ook kan leiden tot het verlaging van de uitkering, voor zover daar op het moment dat de maatregel wordt opgelegd nog recht op bestaat. De hoogte van de maatregel bij schending van de inlichtingenplicht is in de Afstemmingsverordening nader geregeld. Verder kan het college op grond van artikel 18 WWB bij een eventuele nieuwe aanvraag rekening houden met eerder gepleegde inlichtingenfraude. Indien er sprake is van schending van de inlichtingenplicht zal beoordeeld moeten worden welke regelgeving van toepassing was ten tijde van de verwijtbare gedraging. Gold ten tijde van de gedraging het Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten nog en zou toepassing daarvan leiden tot een lagere straf voor belanghebbende dan het toepassen van de Afstemmingsverordening, dan dient op grond van internationale rechtsregels het Boetebesluit te worden toegepast. In andere gevallen dienen de regels van de Afstemmingsverordening te worden toegepast. Overigens kan het college in de daarvoor in aanmerking komende gevallen aangifte doen bij het Openbaar Ministerie, wanneer het benadelingsbedrag hoger is dan het in de aangifterichtlijn sociale zekerheid genoemde bedrag van 6.000,00. Indien er sprake is van een terugvordering boven 6.000,00 en er vanwege bepaalde omstandigheden geen aangifte wordt gedaan c.q. een bepaalde zaak door het Openbaar Ministerie wordt geseponeerd dan dient een maatregel van de vijfde categorie te worden toegepast. Zie verder richtlijn nr. 161 Inlichtingenplicht en richtlijn nr. 700 Boete. De hoogte van de maatregel indien er sprake is het schenden van de inlichtingenplicht wordt verder verduidelijkt in schema 2 en 3. 2.4. Opschorting en intrekking uitkering Het niet nakomen van verplichtingen kan tot gevolg hebben dat het recht op bijstand niet meer kan worden vastgesteld. In dat geval wordt dan ook tot opschorting van het recht op uitkering overgegaan. Daarbij wordt de klant een termijn geboden waarbinnen hij alsnog aan zijn verplichtingen kan voldoen, de zogenoemde hersteltermijn. Voldoet hij daaraan alsnog, dan kan de uitkering worden hersteld, maar wordt daarop wel een maatregel toegepast. Als de klant, ondanks de hersteltermijn en de opschorting van de uitkering, blijft volharden in zijn weigerachtige gedrag, dan wordt het recht op uitkering met terugwerkende kracht ingetrokken en wordt tot terugvordering van de ten onrechte verstrekte bijstand overgegaan. 2.5. Zeer ernstig misdragen De WWB biedt een expliciete wettelijke grondslag voor het opleggen van een maatregel als een klant zich in het kader van de bijstandsverlening zeer ernstig misdraagt jegens het college of een van haar medewerkers. Hoewel juist in deze gevallen maatwerk is geboden, is onder meer uit oogpunt van kenbaarheid, rechtszekerheid en de voorkoming van willekeur een standaardmaatregel opgenomen. De inzet van deze maatregel moet worden bezien in samenhang met de zorgplicht van het college als werkgever voor de veiligheid van het personeel. Aan deze maatregel behoort een zorgvuldig onderzoek vooraf te gaan, terwijl het streven steeds gericht dient te zijn op deëscalatie en normalisering van de verhoudingen. Daarbij past geen verplichting om een maatregel toe te passen. Om die reden is artikel 13 expliciet als "kan-bepaling" geformuleerd. 2.6. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Een maatregel kan niet alleen worden opgelegd als sprake is van een schending van verplichtingen, maar ook als sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Die eigen verantwoordelijkheid voor de zelfstandige bestaansvoorziening geldt al voordat het recht op bijstand is vastgesteld. Dat betekent dat ook gedragingen die aan het besluit tot bijstandverlening vooraf gaan kunnen leiden tot het opleggen van een maatregel. Dat is bijvoorbeeld het geval als de klant door eigen toedoen werkloos is geworden, geen beroep meer kan doen op een voorliggende voorziening of schenkingen heeft gedaan op een moment dat de noodzaak van bijstand voorzienbaar was. Ook verwijtbare gedragingen, zoals het weigeren van een passende baan, tussen de datum van aanvraag van de uitkering en het toekenningsbesluit waarbij de verplichtingen formeel aan de klant worden kenbaar gemaakt, kunnen op deze grond tot toepassing van een maatregel leiden. 2.7. Terugwerkende kracht vanaf datum aanvraag Volgens artikel 7, tweede lid, Afstemmingsverordening 2005 kan de maatregel met terugwerkende kracht worden opgelegd, voor zover de bijstand nog niet is uitbetaald. Dit uitgangspunt wordt als regel toegepast bij Work First-projecten. De Reïntegratieverordening 2005 vermeldt onder artikel 9 de werkaanbieding volgens Work First. Aangekondigd wordt in de toelichting op de verordening een pilot. Deze pilot is ingegaan medio mei 2005 in het licht van de samenwerking tussen Capelle, Krimpen en het CWI (sporenmodel). Sindsdien wordt de aanvrager van uitkering: Voor zover spoor 1 van toepassing is, toegeleid naar een detacheringsbaan via Entrada; Voor zover spoor 2 en 3 van toepassing is, toegeleid naar leerwerkplekken via SW-bedrijf Promen. Na de eerste aanmelding bij het CWI wordt bij nieuwe aanvragen het sporenmodel toegepast, wordt een aanvraag ingenomen, wordt een trajectplan ondertekend enz. Het kan zelfs zijn dat na de eerste melding

pagina 3 van 5 een aanvraag niet wordt ingediend of buiten behandeling wordt gelaten omdat relevante gegevens ontbreken. Indien de aanvraag wel wordt ingediend maar de aanvrager echter niet daadwerkelijk meewerkt aan de toeleiding volgens spoor 1, 2 of 3, d.w.z. niet meer komt opdagen na de datum van eerste melding of niet begint aan de uitvoering van de detacheringsbaan/ leerwerkplek, wordt een maatregel vijfde categorie toegepast vanaf de datum eerste melding. De aanvrager kan in een dergelijk geval immers op basis van de algemene informatie verstrekt door de GSD, krantenberichten e.d. op de hoogte zijn van het Krimpense uitgangspunt: Niet werken? Ook geen geld! Na afloop van de eerste maatregel wordt -bij gelijkblijvende omstandigheden- de maatregel verlengd totdat de belanghebbende wel bereidheid toont hieraan mee te werken. Een vergelijkbare aanpak geldt bij de uitvoering van werken met behoud van uitkering volgens artikel 10 van de Reïntegratieverordening 2005. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Afstemmingsverordening met daarbij de artikelsgewijze toelichting plus de van toepassing zijnde werkinstructies. BEPALINGEN WWB Art. 8 WWB Art. 9 WWB Art. 10 WWB Art. 17 WWB Art. 18 WWB Boetebesluit Sociale Zekerheidswetten Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Krimpen aan den IJssel 2005 TREFWOORDEN Afstemmen van bijstand Maatregelenbeleid Afstemmingsverordening WWB Maatregel Inlichtingenplicht Opschorting uitkering Intrekking uitkering Zeer ernstig misdragen Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Terugwerkende kracht vanaf datum aanvraag Schenden van de arbeidsverplichtingen

pagina 4 van 5 Schema 1 Schenden van de arbeidsverplichtingen A. B. A. B. Eerste categorie Het zich niet tijdig laten registeren als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie. Het niet ondertekenen of het niet aan burgemeester en wethouders verstrekken van de bijlage bij het besluit of toekenning of voortzetting van de bijstand Tweede categorie Het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden. Het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Derde categorie Gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren. Vierde categorie Het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op de arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eertse lid WWB, waaronder begrepen sociale activering. Vijfde categorie Maatregel WWB 5% 10% 20% 50% Schema 2 Schenden van de Inlichtingenplicht zonder financieel nadeel Niet nakomen van de inlichtingenplicht zonder financieel nadeel Het niet tijdig, binnen de door het college gestelde termijn, verstrekken van informatie die van belang is voor de arbeidsinschakeling of het recht op het bijstand MAATREGEL 5% Het niet tijdig voldoen aan een herhaalde oproep om, in verband met de arbeidsinschakeling of het recht op bijstand, op een aangegeven tijd en plaats te verschijnen 10% Schema 3 Schenden van de Inlichtingenplicht met financieel nadeel

pagina 5 van 5 Schenden van de Inlichtingenplicht met financieel nadeel benadelingsbedrag tot 1000,00 benadelingsbedrag van 1000,00 tot 2000,00 benadelingsbedrag van 2000,00 tot 4000,00 benadelingsbedrag van 4000,00 tot 6000,00 benadelingsbedrag boven 6.000,00 (indien geen aangifte OM) MAATREGEL 10% 20% 50% 100% 100% N.B. de maatregel wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag gerelateerd aan de nettobijstand.