Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006

Vergelijkbare documenten
[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 en Bacheloropleiding Geneeskunde CRU +

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Geneeskunde CRU2006

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 en Bacheloropleiding Geneeskunde CRU +

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding. Islam in de moderne wereld

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 en Bacheloropleiding Geneeskunde CRU +

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie = 1

Onderwijs- en examenregeling van de. bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 en Bacheloropleiding Geneeskunde CRU +

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Communicatiestudies

FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA. Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010.

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Geneeskunde CRU2006

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Geneeskunde / Klinisch onderzoeker SUMMA2006

Reglement examencommissie. bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid. Universiteit Utrecht

Onderwijs- en Examenregeling. Bacheloropleiding. Biomedische Wetenschappen

Onderwijs- en examenregeling van de. bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling van de. bacheloropleidingen

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Taalwetenschap

Reglement Examencommissie Geneeskunde Studiejaar 2014/2015. Bachelor CRU2006. Inhoud

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Deel 1 - Bacheloropleiding

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Bijlage II: Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding Milieu-maatschappijwetenschappen ( )

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding. Milieu-maatschappijwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling (OER) bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid 2013/2014 Departement Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Middeleeuwse studies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Reglement Examencommissie Bachelor Opleiding Biomedische Wetenschappen (Artikel 7.12b lid 3 WHW)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Geneeskunde CRU2006

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

Onderwijs- en Examenregeling LS&T en MST (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en Examenregeling MST en LS&T (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Kunstbeleid en -management

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Communicatiestudies

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Geneeskunde CRU2006 En Masteropleiding Geneeskunde CRU +

Training OER voor gevorderden. Guan Schellekens Juriaan van Kan Schellekens en Van Kan training en advies - november 2014

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

Transcriptie:

Onderwijs- en Examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006

Inhoud PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 4 art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling... 4 art. 1.2 begripsbepalingen... 4 PARAGRAAF 2 VOOROPLEIDING... 6 art. 2.1 toelating... 6 art. 2.2 taaleisen... 6 art. 2.3 colloquium doctum... 6 PARAGRAAF 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING... 7 art. 3.1 doel van de opleiding... 7 art. 3.2 vorm van de opleiding... 7 art. 3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd... 7 art. 3.4 studielast... 7 art. 3.5 major... 7 art. 3.6 profileringsruimte... 7 art. 3.7 extracurriculaire onderwijsonderdelen... 8 art. 3.8 honoursprogramma bachelor... 8 PARAGRAAF 4 ONDERWIJS... 9 art. 4.1 cursus... 9 art. 4.2 ingangseisen cursussen; voorkennis... 9 art. 4.3 inschrijving voor cursussen... 9 art. 4.4 aanwezigheids- en inspanningsverplichting... 9 art. 4.5 deelname aan cursussen; voorrangregels... 10 PARAGRAAF 5 TOETSING... 11 art. 5.1 algemeen... 11 art. 5.2 professioneel gedrag... 11 art. 5.3 examencommissie... 12 art. 5.4 toetsvorm... 12 art. 5.5 mondelinge toetsen... 12 art. 5.6 toetsvoorziening bijzondere gevallen... 13 art. 5.7 termijn beoordeling... 13 art. 5.8 geldigheidsduur... 13 art. 5.9 inzagerecht... 14 art. 5.10 beroepsmogelijkheid... 14 art. 5.11 bewaartermijn toetsen... 14 art. 5.12 vrijstelling... 14 art. 5.13 fraude en plagiaat... 14 PARAGRAAF 6 EXAMEN... 16 art. 6.1 examen... 16 art. 6.2 vrij bachelor examen... 16 art. 6.3 judicium cum laude... 16 art. 6.4 graad... 17 art. 6.5 honours... 17 art. 6.6 getuigschrift... 17 art. 6.7 final Grade Point Average (GPA)... 17 PARAGRAAF 7 STUDIEBEGELEIDING... 18 art. 7.1 studievoortgangsadministratie... 18 art. 7.2 studiebegeleiding... 18 art. 7.3 contract onderwijsvoorzieningen... 18 art. 7.4 bindend studieadvies... 18 art. 7.5 portfolio... 19 PARAGRAAF 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN... 20 art. 8.1 vangnetregeling... 20 art. 8.2 cum laude voor studenten die voor 1 september 2013 zijn gestart... 20 art. 8.3 wijziging... 20 art. 8.4 bekendmaking... 20 art. 8.5 inwerkingtreding... 20 OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 2

BIJLAGE 1. VERPLICHTE TOETSONDERDELEN VAN DE MAJOR MET DAARBIJ VERMELD HET NIVEAU, STUDIELAST IN STUDIEPUNTEN EN BEOORDELINGSWIJZE... 21 BIJLAGE 2. GELIJKWAARDIGE VOOROPLEIDINGEN... 22 BIJLAGE 3. SAMENSTELLING HONOURSPROGRAMMA BACHELOR... 23 BIJLAGE 4. EXAMENCOMMISSIE GENEESKUNDE (CRU EN SUMMA) 2014-2015... 24 OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 3

In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de Faculteit Geneeskunde op 4 juli 2014 met instemming van de faculteitsraad d.d. 26 juni 2014. PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling geldt voor het studiejaar 2014-2015 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van de bacheloropleiding geneeskunde CRU2006 (hierna te noemen: de opleiding) en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. De opleiding wordt verzorgd door het Universitair Medisch Centrum Utrecht. De faculteit geneeskunde van de Universiteit Utrecht vormt hier een onderdeel van. art. 1.2 begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. studiepunt: eenheid uitgedrukt in EC, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; d. opleiding: de bacheloropleiding geneeskunde CRU2006; e. programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden binnen de opleiding, zoals beschreven in bijlage 1 van deze regeling; f. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; g. cursus 1 : het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel; h. toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de wet; i. vervangende toets: een herkansing van de schriftelijke eindtoets van een cursus; j. examen: het afsluitend bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele bacheloropleiding is voldaan; k. examencommissie: de overkoepelende examencommissie van de faculteit geneeskunde, waar de subcommissie bachelorexamen deel van uitmaakt (zie bijlage 4). Deze subcommissie bewaakt de studievoortgang en bereidt de organisatorische aspecten van de bacheloropleiding voor, zoals het bindend studieadvies en de diploma-uitreikingen; l. Universitaire Onderwijscatalogus: het onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur bijgehouden register van de binnen de universiteit verzorgde cursussen; m. portfolio: de verzameling documenten m.b.t. de prestaties van de student binnen de door hem 2 gekozen opleiding; n. contract onderwijsvoorzieningen: het door de onderwijsdirecteur (of andere functionaris namens de opleiding) en student met een functiebeperking afgesloten contract waarin is vastgelegd op welke noodzakelijke en redelijke voorzieningen de student recht heeft; o. Internationaal Diploma Supplement (IDS): de bijlage bij het bachelorgetuigschrift waarin een toelichting is opgenomen m.b.t. de aard en de inhoud van de opleiding (mede in internationale context); p. praktische oefening: het deelnemen aan een practicum of andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden, zoals: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage of coassistentschap, - het deelnemen aan de werkgroepen van Medical Humanities I en II, - het deelnemen aan de groepsbijeenkomsten van het honoursprogramma, - het deelnemen aan PLO- en TLO- lessen, - het deelnemen aan alle onderwijsvormen in keuzecursussen jaar 2, 1 Een co-assistentschap is ook een cursus. 2 Overal waar in deze OER gesproken wordt over hij, zijn of hem, kan ook zij of haar gelezen worden. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 4

- het deelnemen aan een werkgroep met een verplichte opdracht, - academische vorming, - het doorlopen van een e-assessment. praktische oefeningen zijn verplicht; q. Universitaire Jaarkalender: de periodiek door het College van Bestuur vastgestelde indeling van het academisch jaar; r. CRU2006: de opleiding geneeskunde Curriculum Utrecht 2006; s. bronnen: geschreven, gedrukte en/of langs elektronische weg ontsloten informatie in de vorm van teksten, afbeeldingen, diagrammen enzovoorts; t. recidivist: een student die een onvoldoende heeft behaald voor een of meer cursussen van de opleiding en die deze cursus(sen) of de toets ervan herhaalt; u. kleinschalig onderwijs: werkgroepen, werkcolleges (aan 2 werkgroepen tegelijk), practica, lijnonderwijs en coassistentschappen; de laatste drie onderwijsvormen behoren tot het verplicht te volgen onderwijs; De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 5

PARAGRAAF 2 VOOROPLEIDING art. 2.1 toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die toegang geven tot de opleiding, heeft de bezitter van het diploma van een in bijlage 2 vermelde gelijkwaardige vooropleiding toegang tot de opleiding mits voldaan is aan voorwaarden genoemd in het tweede lid. 2. Degene die niet een diploma heeft met het vwo-profiel Natuur en Gezondheid, inclusief het profielvak Natuurkunde of het vwo- profiel Natuur en Techniek, inclusief het profielvak Biologie, maar wel een gelijkwaardig diploma dat op grond van de wet of op grond van het eerste lid toegang geeft, dan wel een diploma van met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een hogeschool, kan pas inschrijven voor de opleiding nadat is aangetoond dat hij of zij voldoende kennis op het niveau van het vwo-eindexamen bezit van de onderstaande vakken van het vanaf 1 januari 2010 verplichte vwo-profiel. a. biologie b. natuurkunde c. scheikunde d. wiskunde A en/of wiskunde B 3. Deficiënties in de vooropleiding in de in het tweede lid genoemde vakken kunnen worden vervuld door het afleggen van de desbetreffende voortentamens van de landelijke CCVX commissies (respectievelijk de CCVB, de CCVN, de CCVS en de CCVW; Centrale Commissies Voortentamen, Biologie/Natuurkunde/Scheikunde/Wiskunde). De examencommissie kan in bijzondere gevallen de CCVX gecommitteerde van het UMC Utrecht voor het desbetreffende vak belasten met het afnemen van een of meer toetsen. art. 2.2 taaleisen De student dient voldoende beheersing te hebben van de Nederlandse taal. De bezitter van een buitenlands diploma kan pas inschrijven: a. nadat voldaan is aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma 2 (NT2-II) dan wel het certificaat Nederlands als Vreemde Taal en b. nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal op het niveau van het Nederlandse vwo-examen. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding vervuld door het afleggen van één de volgende toetsen: o IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum vereiste IELTS score (overall band) moet zijn: 6.0 met tenminste 5.5 voor het onderdeel writing. o TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum vereiste TOEFL score is: 83 (internet-based test). o Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: - Cambridge Certificate in Advanced English; minimum score: C; - Cambridge Certificate of Proficiency in English; minimum score: C. art. 2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft per 1 januari 2010 betrekking op de volgende vakken op het niveau van het vwo-examen: a. biologie b. natuurkunde c. scheikunde d. wiskunde A en/of wiskunde B OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 6

PARAGRAAF 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING art. 3.1 doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: - kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de geneeskunde, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid. - academische vorming. Hieronder wordt verstaan het ontwikkelen van competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) ten aanzien van: o academisch denken, handelen en communiceren; o hanteren van relevant wetenschappelijk instrumentarium; o (wetenschappelijk) communiceren; o hanteren van specifieke kennis van een vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische, en maatschappelijk/culturele context; o gedragsnormen die gelden tijdens de studie en binnen de wetenschap. - voorbereiding op een verdere studieloopbaan, in het bijzonder in de masteropleiding geneeskunde CRU2006 Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek. 2. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in het vakgebied geneeskunde op bachelorniveau, zoals geformuleerd in het Raamplan 2009. art. 3.2 vorm van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. art. 3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd De major van de opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. art. 3.4 studielast De opleiding heeft een studielast van 180 studiepunten, onderverdeeld in een major (165 studiepunten) en profileringsruimte (15 studiepunten). art. 3.5 major 1. De opleiding omvat een major met een studielast van 165 studiepunten die betrekking heeft op de geneeskunde. Daarvan zijn alle onderdelen verplicht. Zie voor het totaaloverzicht bijlage 1. 2. Van de major maken onderdelen deel uit die mede betrekking hebben op de wetenschappelijke en maatschappelijke context van de geneeskunde met een studielast van 20,5 studiepunten 3. 3. De onderdelen van de major worden voor 45 studiepunten op verdiepend niveau en voor 60,5 studiepunten op gevorderd niveau gegeven (zie art. 4.1, lid 2). art. 3.6 profileringsruimte 1. De opleiding omvat in periode 4 van het tweede studiejaar een profileringsruimte, waarin de student onderdelen kiest met een totale studielast van 15 studiepunten. 2. De onderdelen van de profileringsruimte dienen tenminste op verdiepend niveau (zie art. 4.1, lid 2) te liggen. 3. Voor keuze komen in aanmerking onderdelen opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus en - onder goedkeuring van de examencommissie onderdelen verzorgd door andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten. De examencommissie toetst daarbij welk niveau deze onderdelen hebben. De examencommissie onthoudt de goedkeuring als er naar haar oordeel sprake is van inhoudelijke overlap met betrekking tot verplichte onderdelen van het curriculum, en wanneer de aangeboden cursus minder dan 7,5 studiepunten bedraagt. 3 Dit betreft de cursussen AKWO (8 sp), Medical Humanities I en II (2 x 5,5 = 11 sp), Studiereflectie (1,5 sp) OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 7

4. De opleiding zal in voldoende mate bijdragen aan het cursusaanbod. Een overzicht van het cursusaanbod zal jaarlijks gepubliceerd worden in de Universitaire Onderwijscatalogus en aangekondigd worden via de website van de opleiding Geneeskunde. 5. De student kan ervoor kiezen om zijn profileringsruimte in te vullen met onderdelen van een minor die door een andere universitaire opleiding wordt aangeboden. Indien de student in aanvulling daarop de gehele minor voltooit (voor afronding van de bacheloropleiding), wordt deze op het supplement van het diploma vermeld. art. 3.7 extracurriculaire onderwijsonderdelen 1. Aanvragen voor het volgen van geneeskunde gerelateerde extracurriculaire onderwijsonderdelen moeten verplicht 8 weken voor aanvang van het onderdeel bij de opleidingsdirecteur via gnk-extracurriculair@umcutrecht.nl ter goedkeuring aangeleverd te zijn. Alleen bij goedkeuring is dekking door de verzekering van de opleiding geborgd. 2. Als een student de extracurriculaire onderwijsonderdelen daarnaast bijgeschreven wil hebben op zijn IDS moeten de onderdelen voor aanvang goedgekeurd zijn door de examencommissie. art. 3.8 honoursprogramma bachelor 1. De opleiding kent een honoursprogramma dat in jaar 2 en 3 van de bachelor kan worden gevolgd. De samenstelling van dit programma is vermeld in bijlage 3. 2. Jaarlijks worden door de selectiecommissie honoursprogramma maximaal 30 studenten geselecteerd voor deelname aan het honoursprogramma. Daarbij gelden als belangrijkste criteria: - de cursussen van jaar 1 moeten binnen een jaar zijn behaald - gemiddeld cijfer van minimaal 7.0 voor de cursussen in jaar 1 - aantoonbare motivatie 3. De selectieprocedure wordt gepubliceerd via de studie-informatie bachelor CRU2006 op de website van de opleiding Geneeskunde. 4. Indien het honoursprogramma met een voldoende cijfer is afgesloten ontvangt de student een certificaat en wordt het programma vermeld op de cijferlijst. 5. Studenten worden verwijderd uit het honoursprogramma indien: zij niet nominaal studeren zij een onvoldoende hebben gekregen voor professioneel gedrag de examencommissie fraude heeft geconstateerd, als beschreven in artikel 5.13. De onderwijsdirecteur beslist over verwijdering en betrekt in zijn oordeel eventuele bijzondere persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij hem zijn gemeld. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 8

PARAGRAAF 4 ONDERWIJS art. 4.1 cursus 1. De cursussen die deel uitmaken van de major zijn opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus en vermeld op de website van de opleiding Geneeskunde. De tabel in bijlage 1 bevat een beschrijving van de studiebelasting voor deze cursussen. 2. Een cursus wordt verzorgd op een van de volgende niveaus: - inleidend: 1 - verdiepend: 2 - gevorderd: 3 art. 4.2 ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Aan de volgende onderdelen van de major kan eerst worden deelgenomen nadat voor de daarbij vermelde cursussen een voldoende is behaald: (zie bijlage 1 voor benamingen cursussen): a. Zorgstage van b1.1: na te hebben voldaan aan de UMC introductie Ba jaar 1 (b1.12). b. b2.1 t/m b2.8 (verplicht onderwijs jaar 2): na behalen van tenminste 44 studiepunten uit de cursussen b1.1 t/m b1.11. c. Al het onderwijs van jaar 3 (b3.1 t/m b3.12): na het behalen van b1.1 t/m b1.11 en minimaal 45 studiepunten uit jaar 2, waarin in ieder geval de punten van b2.7 en b2.8 besloten moeten zijn. d. b3.6: na het hebben gevolgd van cursus b3.5. e. Coassistentschappen b3.7 en b3.8: na te hebben voldaan aan de onderdelen toets Kwaliteit en Veiligheid, e-module Kwaliteit en veiligheid en EZIS-training van de UMC Introductie Ba jaar 2 (b2.9). f. Het tweede coassistentschap (b3.7 of b3.8): na het behalen van het eerste coassistentschap (b3.7 of b3.8). g. Coassistentschap Interne geneeskunde I (b3.7): na te hebben deelgenomen aan de praktische oefeningen uit het blok Acute geneeskunde (b3.1) en Communicatie III anamnesetraining uit het PLO Ba3 (b3.11). h. Coassistentschap Chirurgie I (b3.8): na te hebben deelgenomen aan de praktische oefeningen uit het blok Acute chirurgie en peri-operatieve zorg (b3.2) en Communicatie III anamnesetraining uit het PLO Ba3 (b3.11). 2. De in het eerste lid geformuleerde eisen en tevens de vereiste voorkennis voor het volgen van de profileringscursussen die door de opleiding geneeskunde worden aangeboden, worden opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus. art. 4.3 inschrijving voor cursussen Aan een cursus kan slechts worden deelgenomen indien de student zich daarvoor via Osiris Student heeft inschreven (zie Reglement examencommissie). Een student mag zich niet tegelijkertijd inschrijven voor twee cursussen binnen de opleiding geneeskunde waarin het kleinschalige onderwijs voor de eerste keer gevolgd moet worden. Het betreft hier geen lijnonderwijs. art. 4.4 aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. Elke student wordt geacht actief deel te nemen aan de cursus waarvoor hij zich inschrijft. 2. Bij een kwalitatief onvoldoende deelname aan het niet verplichte kleinschalig onderwijs (werkgroepen en werkcolleges) kan de cursuscoördinator, na voorafgaande waarschuwing, de student uitsluiten van verdere deelname aan deze cursusonderdelen. Onder kwalitatief onvoldoende deelname wordt verstaan: onvoorbereid deelnemen, niet bijdragen aan de groepsdiscussies, te laat komen en ander gedrag dat het groepsproces verstoort. 3. Voor iedere cursus geldt een voldoende deelname aan de verplichte praktische oefeningen (zie art. 1.2, lid P) als voorwaarde voor het slagen voor de cursus. De opdrachten academische vorming vallen onder deze praktische oefeningen. De praktische oefeningen zijn vermeld in het studiemateriaal. Onder voldoende deelname wordt verstaan een minimale deelname van 80 procent aan de praktische oefeningen. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 9

4. Als een student niet aanwezig kan zijn bij een praktische oefening is hij verplicht zich af te melden bij de cursuscoördinator met opgaaf van reden. 5. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende (meer dan 20 procent gemist) deelname aan verplicht onderwijs kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan. Onder kwalitatief onvoldoende deelname wordt verstaan: steeds onvoorbereid deelnemen, niet bijdragen aan de groepsdiscussies, steeds te laat komen en ander gedrag dat het groepsproces verstoort. 6. Na uitsluiting van een student van de deelname aan de cursus op basis van kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname zoals beschreven onder art. 4.4 lid 2 en 5, doet de cursus coördinator hiervan verslag bij de examencommissie ter verdere beoordeling en afhandeling. art. 4.5 deelname aan cursussen; voorrangregels 1. De cursussen van de major zijn alleen toegankelijk voor studenten van de bacheloropleiding geneeskunde. 2. De keuzecursussen binnen de profileringsruimte in periode 4 van jaar 2 worden telkens verzorgd voor ten hoogste het daarbij vermelde aantal studenten. Deze cursussen zijn in principe ook toegankelijk voor studenten van andere opleidingen in de UU, mits zij voldoen aan de toegangseisen zoals vermeld in de Onderwijscatalogus. Deelneming aan de keuzecursussen vindt zoveel mogelijk naar voorkeur plaats, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten. 3. Indien een student ervoor kiest een cursus in de profileringsruimte te volgen die in dat kalenderjaar samenvalt of overlap in de tijd heeft met een verplichte cursus waarvoor de student staat ingeschreven, zijn de consequenties hiervan voor de rekening van de student. 4. Als zich minder dan 10 studenten inschrijven voor een keuzecursus, kan de opleidingsdirecteur besluiten om de cursus niet door te laten gaan. Aan de betreffende studenten wordt een plek in een andere keuzecursus aangeboden waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de voorkeur van de student. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 10

PARAGRAAF 5 TOETSING art. 5.1 algemeen 1. In het Reglement van de examencommissie (zie de website geneeskunde) staat de gang van zaken bij toetsing beschreven. 2. Tijdens een cursus wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt. De academische vaardigheden maken hiervan deel uit. 3. De examinator stelt de cijfers vast op één cijfer achter de komma. Er geldt een rekenkundige afronding: als een volgend decimaal een 5 of hoger is, wordt naar boven afgerond en als een volgend decimaal een 4 of lager is, wordt naar beneden afgerond. De eindcijfers 5.1 tot en met 5.4 worden in Osiris afgerond op een 5, de eindcijfers 5.5 tot en met 5.9 worden afgerond op een 6. Overige cijfers worden in Osiris afgerond op één decimaal. Het oordeel over een toets is voldoende dan wel onvoldoende, waarbij een 5.5 of hoger voldoende is (zie verder Reglement examencommissie). Beoordelingen van coassistentschappen met een cijfer 9.0 of hoger dienen door de docent middels een apart formulier beargumenteerd en gedocumenteerd te worden ter beoordeling en definitieve vaststelling door de examinator. De examinator stelt in overleg met de examencommissie criteria op voor de cijfers. 4. Alfanumerieke resultaten worden in onderstaande gevallen toegekend: - de student die staat ingeschreven voor een cursus en aan geen enkel toetsonderdeel heeft deelgenomen, ontvangt een ND (Niet Deelgenomen); - de student die staat ingeschreven voor een cursus maar niet aan alle toetsonderdelen heeft deelgenomen, ontvangt een NVD (Niet VolDaan); - indien de student heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een V (Voldoende) als resultaat worden toegekend; - indien de student niet heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een ONV (Onvoldoende) als resultaat worden toegekend; - de student aan wie vrijstelling is verleend door de examencommissie ontvangt een VR (VRijstelling); - indien fraude is geconstateerd door de examencommissie, kan de student een FR (FRaude) als resultaat worden toegekend. 5. Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan en hem niettemin geen voldoende is toegekend, maar wel het eindcijfer van ten minste een 4,0, wordt hij eenmaal in het betreffende studiejaar in de gelegenheid gesteld een vervangende toets af te leggen. 6. Een cursus of een toets die is afgesloten met een voldoende, kan niet worden herkanst. 7. In het cursusmateriaal staat beschreven aan welke prestaties de student moet voldoen om de cursus met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. 8. Iedere cursus bevat een moment waarop de student door middel van proeftoetsvragen of een tussentijdse beoordeling in de gelegenheid gesteld wordt zijn vorderingen te evalueren. 9. Voldoende beoordelingen van een coassistentschap moeten binnen twee weken door de examinator bij het studie-informatiepunt STIP worden ingeleverd. Onvoldoende beoordelingen echter dienen binnen 24 uur door de examinator aan de examencommissie te worden gemeld (examenciegnk@umcutrecht.nl). De beoordelingsformulieren van een onvoldoende beoordeling dienen binnen één week na afsluiting van het betreffende coassistentschap door de examinator te worden ingeleverd bij het studie-informatiepunt STIP. In het geval van een onvoldoende beoordeling voor professioneel gedrag, zie artikel 5.2. art. 5.2 professioneel gedrag Professioneel gedrag is een competentie van de arts die van essentieel belang is voor zijn handelen als arts. Om deze reden worden studenten opgeleid in en getoetst op professioneel gedrag. Afhankelijk van de beoordeling wordt een individueel begeleidingstraject opgestart. 1. Voldoende: Naast een voldoende beoordeling op medisch inhoudelijk gebied, is voor het slagen voor de zorgstage of een coassistentschap ook een voldoende eindbeoordeling nodig voor professioneel gedrag. Een student heeft een voldoende beoordeling voor professioneel gedrag behaald wanneer hij voor de 7 beoordelingscriteria cijfers van 7 of hoger heeft behaald en niet meer dan één 6. 2. Behoeft aandacht: Wanneer de 7 beoordelingscriteria voor professioneel gedrag beoordeeld zijn met meer dan één 6 of maximaal één 5 heeft de student de competentie professioneel gedrag nog niet behaald. Dit wordt beschouwd als een signaal dat extra aandacht geboden is. Een student die volgens deze definitie aandacht behoeft, wordt door de betreffende coördinator OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 11

binnen 24 uur via examenciegnk@umcutrecht.nl gemeld bij de examencommissie geneeskunde en via gnkprofgedrag@umcutrecht.nl bij de commissie professioneel gedrag. De commissie professioneel gedrag neemt kennis van de beoordeling. Daarnaast bepaalt de commissie of de student de mogelijkheid of de verplichting krijgt van een individueel gesprek met de coach professioneel gedrag. De beoordelingsformulieren van een aandacht-behoevende eindbeoordeling voor professioneel gedrag dienen binnen één week na afsluiting van de zorgstage of het betreffende coassistentschap door de examinator te worden ingeleverd bij het studie-informatiepunt STIP. 3. Onvoldoende beoordeling: Een student krijgt een onvoldoende eindbeoordeling voor professioneel gedrag, wanneer hij op één van de 7 beoordelingscriteria voor professioneel gedrag beoordeeld is met één 4. Ook indien de student twee keer of meer dan twee keer een 5 behaalt voor professioneel gedrag, is de beoordeling onvoldoende. Een student met een onvoldoende eindbeoordeling voor professioneel gedrag binnen de zorgstage of een coassistentschap wordt door de betreffende coördinator binnen 24 uur via examenciegnk@umcutrecht.nl gemeld bij de examencommissie geneeskunde en via gnkprofgedrag@umcutrecht.nl bij de commissie professioneel gedrag. De betreffende student volgt hierna een verplicht individueel begeleidingstraject. De commissie professioneel gedrag bepaalt wanneer de student weer kan deelnemen aan de zorgstage of het betreffende coassistentschap en onder welke voorwaarden dat kan gebeuren. Ook het plannen van een eventuele herkansing van de zorgstage of het betreffende coassistentschap gebeurt door de commissie professioneel gedrag, in samenspraak met de examinator van de zorgstage of het betreffende coassistentschap. Zonder expliciete toestemming van de commissie professioneel gedrag mag niet worden deelgenomen aan een volgende zorgstage of coassistentschap. De beoordelingsformulieren van een onvoldoende eindbeoordeling voor professioneel gedrag dienen binnen één week na afsluiting van het de zorgstage of het betreffende coassistentschap door de examinator te worden ingeleverd bij het studie-informatiepunt STIP. art. 5.3 examencommissie 1. De decaan stelt een examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 2. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing. Herbenoeming is mogelijk. 3. Vier examinatoren uit de bachelor-opleiding worden in de examencommissie benoemd door de decaan. 4. Als lid of voorzitter van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een managementfunctie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of bestuurlijke (eind)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. 5. Het lidmaatschap van de examencommissie eindigt bij het verstrijken van de genoemde termijn. Voorts wordt aan de voorzitter en de leden door de decaan op eigen verzoek ontslag verleend. De voorzitter en de leden worden door de decaan ontslagen, indien zij niet meer voldoen aan de vereisten genoemd in lid 2 of lid 3 van dit artikel. Voorts kan de decaan de voorzitter en de leden ontslaan indien is gebleken dat zij de wettelijke taken onvoldoende uitvoeren. 6. De samenstelling van de examencommissie is weergegeven in bijlage 4 van dit OER. art. 5.4 toetsvorm 1. Toetsing vindt plaats op de wijze als vermeld in de Universitaire Onderwijscatalogus, zie de website van de opleiding Geneeskunde en bijlage 1. 2. Op verzoek kan de examencommissie toestaan dat een toets wordt afgelegd op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald. art. 5.5 mondelinge toetsen 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getoetst, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 12

2. Het mondeling afnemen van een toets is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. De examinator stelt binnen 24 uur na het afnemen van een mondelinge toets de uitslag vast en verschaft de student binnen één werkdag hierna een hierop betrekking hebbende schriftelijke verklaring. art. 5.6 toetsvoorziening bijzondere gevallen 1. In gevallen betreffende de tentamens en examens waarin dit reglement niet voorziet, beslist de examencommissie. 2. Op verzoek van een belanghebbende kan de examencommissie besluiten afwijkingen van dit reglement toe te staan. Indien een verzoek wordt afgewezen wordt dit aan belanghebbende onder opgaaf van redenen binnen 6 weken medegedeeld. 3. Indien de belanghebbende hierom verzoekt wordt deze in staat gesteld het verzoek mondeling toe te lichten. De belanghebbende kan zich hierbij laten bijstaan door een derde. 4. Bij de beoordeling van verzoeken om uitzonderingen betrekt de examencommissie overwegingen die betrekking kunnen hebben op: a. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een examen, tentamen of deeltentamen; b. doelmatigheid, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: 1. tijdverlies voor studenten tijdens de studie zoveel mogelijk te beperken 2. studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken indien het slagen voor een tentamen onwaarschijnlijk is geworden. 5. Indien een student voor het behalen van het bachelorexamen nog ten hoogste één (eerder afgelegd maar niet met goed gevolg voltooid) onderdeel van maximaal 7,5 studiepunt nodig heeft, en het niet verlenen van een individuele toetsvoorziening aantoonbaar tot een studievertraging van meer dan een semester (20 weken) leidt, kan hij desgevraagd in aanmerking komen voor een individuele toetsvoorziening. 6. Verzoeken om een bijzondere toetsvoorziening moeten zo snel mogelijk met bewijsstukken worden ingediend bij de examencommissie. art. 5.7 termijn beoordeling 1. De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen toets vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop deze is afgenomen, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of elektronisch bewijsstuk van het oordeel aan de student. Uitzondering hierop is het praktisch lijnonderwijs bachelor 1 en 2. De toetsing van deze onderdelen vindt verspreid over meerdere dagen plaats. Vaststelling van de uitslag geschiedt binnen 10 werkdagen na het laatste toetsmoment. 2. Bij de bekendmaking van het oordeel over een toets wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 5.9 en op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. art. 5.8 geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is vijf jaar. 2. Deeltoetsen en opdrachten die behaald zijn binnen een cursus die niet met goed gevolg is afgelegd, vervallen na het studiejaar waarin zij zijn behaald. Uitzondering hierop zijn deeltoetsen en opdrachten van het praktisch lijnonderwijs en werkgroeppunten behaald voor KLO. Deze onderdelen blijven één studiejaar na deelname geldig. 3. Voor de geldigheidsduur van vrijstellingen, behaald binnen een eerder curriculum geneeskunde van de UU, geldt de termijn die oorspronkelijk voor de betreffende cursus was gedefinieerd. Voor overige vrijstellingen geldt de vijfjaarstermijn die van toepassing is op de bacheloropleiding. Deze vijf jaar wordt berekend vanaf het moment dat de betreffende toets van het oorspronkelijke vak is afgelegd. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 13

art. 5.9 inzagerecht 1. De examinator stelt na de bekendmaking van de uitslag, de studenten binnen 20 werkdagen in de gelegenheid tot inzage in hun beoordeelde werk en in de gehanteerde normen. Tevens wordt hen op hun verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van hun antwoorden op de open vragen. De vragen, de modelantwoorden en de multiple choice vragen mogen niet worden gekopieerd. 2. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek om een kopie pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest of wanneer hij door aantoonbare overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. 3. De examinator stelt de inzagedata vast. art. 5.10 beroepsmogelijkheid 1. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van het tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 5.9, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 2. Tegen beschikkingen van de examencommissie dan wel examinatoren staat binnen 6 weken beroep open bij het College van Beroep voor de Examens conform het bepaalde in art. 7.61 van de wet. art. 5.11 bewaartermijn toetsen De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke toetsen worden (in papieren of digitale vorm) gedurende twee jaar na de beoordeling bewaard. art. 5.12 vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een onderdeel van de opleiding, indien de student: a. een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire opleiding voorafgaand aan de start van de betreffende cursus heeft voltooid, of; b. aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. Een vrijstelling kan alleen betrekking hebben op een hele cursus en niet op een gedeelte hiervan. Vrijstellingen moeten aangevraagd zijn drie maanden voor aanvang van het onderwijs van de betreffende cursus. Vrijstellingen voor de eerste drie cursussen van jaar 1 moeten aangevraagd zijn zes weken voor aanvang van de betreffende cursus. art. 5.13 fraude en plagiaat 1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. De faculteit draagt er zorg voor dat studenten op de hoogte worden gebracht van de principes van wetenschapsbeoefening en van wat als fraude en plagiaat wordt aangemerkt. De items die vallen onder de fraude en plagiaat regeling maken deel uit van het Reglement Examencommissie Geneeskunde. 2. Onder fraude valt onder meer: - tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; - tijdens het tentamen in het bezit te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; - door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht; - zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; - fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens; - ondertekenen van presentielijsten, beoordelingsformulieren, etc., op naam van een ander; OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 14

- het veranderen van gegeven beoordelingen of zelf invullen van een beoordeling op een beoordelingsformulier. Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: - het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing: parafrasen moeten als zodanig gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student; - het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; - het zonder bronvermelding opnieuw inleveren van eerder door de student gemaakt eigen werk en dit laten doorgaan voor in het kader van deze cursus vervaardigd oorspronkelijk werk, tenzij dit in de cursus of door de docent uitdrukkelijk is toegestaan; - het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; - ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde; - het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. 3. a. Wanneer fraude wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie. b. Wanneer de examinator plagiaat constateert of vermoedt deelt hij dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie. c. De examencommissie stelt de student zowel bij fraude als plagiaat in de gelegenheid schriftelijk daarop te reageren. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord. 4. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de examinandus schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in het vijfde lid mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 5. Fraude en plagiaat wordt door de examencommissie als volgt bestraft: a. In ieder geval: - ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen - berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS - indien er sprake is van vervalsing van een beoordeling als beschreven onder het tweede lid, volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 6 maanden b. En eventueel voorts, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat, en van de studiefase van de student, één of meer van de volgende sancties: - verwijderen uit de cursus - het niet meer in aanmerking komen voor een positief judicium (cum laude) als bedoeld in art. 6.3 - uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing die behoren bij het betreffende onderwijsonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode van 12 maanden - volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden en het advies de opleiding te verlaten. d. Bij zeer ernstige en/of herhaalde fraude kan de examencommissie het College van Bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 15

PARAGRAAF 6 EXAMEN art. 6.1 examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op basis van resultaten opgenomen in OSIRIS. Als datum voor het examen geldt de laatste werkdag van de maand waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 2. De afdeling Onderwijszaken van het Onderwijscentrum draagt zorg voor de registratie van de tentamenresultaten en tevens voor de registratie van diploma s die aan de geëxamineerde zijn uitgereikt. 3. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende toetsen haar daartoe aanleiding geven. 4. Voor het behalen van het examen gelden de volgende voorwaarden: a. voor alle onderdelen is een voldoende behaald; b. voor het portfolio, als bedoeld in art. 7.5, is een voldoende beoordeling verkregen. 5. Voor het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student ingeschreven was voor de opleiding in de periode dat het onderwijs is gevolgd en de toetsen zijn afgelegd. Ingeval de student niet aan deze voorwaarde voldoet, kan het college van bestuur een verklaring van geen bezwaar afgeven met betrekking tot het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift nadat de student de verschuldigde collegegelden en administratiekosten voor de 'ontbrekende' perioden heeft betaald. 6. Degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Dit verzoek moet worden ingediend binnen twee weken nadat de student op de hoogte is gebracht van de uitslag van het examen. Bij dit verzoek geeft de student aan wanneer hij het getuigschrift wil ontvangen. De examencommissie willigt het verzoek in het studiejaar 2014-2015 in ieder geval in wanneer de student: o een bestuursfunctie gaat vervullen waarvoor een bestuursbeurs van de Universiteit Utrecht beschikbaar is o een stage of onderdeel in het buitenland gaat volgen o onderdelen moet volgen die verplicht zijn voor toelating tot een andere masteropleiding. De examencommissie kan het verzoek tevens inwilligen indien het niet inwilligen van het verzoek zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard vanwege de omstandigheid dat betrokkene in de studieplanning geen rekening heeft kunnen houden met het automatisch afstuderen. art. 6.2 vrij bachelor examen 1. Een vrij bachelordiploma wordt alleen in bijzondere gevallen toegekend aan studenten als: - in totaal 180 studiepunten zijn behaald, waarvan tenminste 135 studiepunten uit de in art. 3.5 beschreven major van de bacheloropleiding CRU2006, waaronder in ieder geval alle studiepunten van jaar 1 en 2 en tenminste 15 studiepunten uit jaar 3; - minimaal 1 studiepunt buiten de faculteit geneeskunde is behaald. Dit studiepunt mag niet behoren tot toegekende studiepunten voor de keuzecursussen van jaar 2. 2. De aanvraagtermijn bij de examencommissie voor het vrije bachelor examen bedraagt 6 weken. 3. In afwijking van art. 3.6 mag de profileringsruimte van een vrij bachelor examen maximaal 45 studiepunten bedragen. De invulling van de profileringsruimte moet vooraf worden goedgekeurd door de examencommissie. art. 6.3 judicium cum laude Het judicium 'cum laude' wordt toegekend aan het bachelorexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden: OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 16

- voor de onderdelen van de bacheloropleiding is geen cijfer lager dan 7 behaald en het rekenkundige gemiddelde is tenminste een cijfer 8,0. Als uitgangspunt voor de berekeningen gelden cijfers met 1 decimaal; - in de loop van de studie is geen onderdeel overgedaan; - er is geen onvoldoende voor professioneel gedrag behaald; - er is voor maximaal 15 studiepunten vrijstellingen verkregen. De vrijstellingen tellen niet mee voor het gemiddelde cijfer; - indien er voor meer dan 15 studiepunten aan vrijstellingen is verkregen, dient een bewijs te worden overlegd dat het gemiddeld behaalde cijfer van de cursussen op grond waarvan de vrijstellingen zijn verleend ten minste een 8.0 bedroeg; - er is geen beslissing van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.13, lid 5 onder b) inhoudend dat er vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude); - het bachelorexamen is binnen vier jaar behaald. art. 6.4 graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science verleend. 2. De verleende graad wordt op het diploma van het examen aangetekend. art. 6.5 honours Indien het honoursprogramma als bedoeld in art. 3.8 met een voldoende cijfer is afgesloten, wordt een afzonderlijk getuigschrift uitgereikt waarop dit is vermeld. Tevens wordt het programma vermeld op het diplomasupplement als extracurriculair programma van 30 studiepunten. art. 6.6 getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt een student meerdere programma s af. 2. De examencommissie voegt aan dit getuigschrift het Internationaal Diploma Supplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding. art. 6.7 final Grade Point Average (GPA) 1. Op het Internationaal Diploma Supplement is het final Grade Point Average (GPA) vermeld om de academische prestaties van een student weer te geven. 2. Het final GPA is het gemiddelde cijfer van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de opleiding, gewogen naar studiepunten en uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 met twee decimalen. Resultaten behaald in het eerste inschrijvingsjaar voor de bacheloropleiding, tellen niet mee bij de berekening van het final GPA. 3. De berekening van het final GPA gaat als volgt: - alle geldende tentamenresultaten na het eerste inschrijvingsjaar, behaald in het examenprogramma van de bacheloropleiding worden omgerekend naar quality points. Voor studenten die instromen in een hoger studiejaar (d.w.z. degenen die vrijstelling hebben gekregen voor alle onderdelen van de eerste periode in de bacheloropleiding, met een gezamenlijke studielast van 60 studiepunten) geldt een afwijkende regel: bij deze studenten worden alle geldende tentamenresultaten vanaf hun eerste inschrijvingsjaar, behaald in het examenprogramma van de bacheloropleiding omgerekend naar quality points; - quality points zijn het geldend tentamenresultaat x aantal studiepunten van het betreffende onderdeel; - het totaal aantal behaalde quality points gedeeld door het totaal aantal behaalde studiepunten geven het gemiddeld tentamenresultaat; - het gemiddeld tentamenresultaat wordt omgezet in het final GPA. OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 17

PARAGRAAF 7 STUDIEBEGELEIDING art. 7.1 studievoortgangsadministratie 1. De afdeling Onderwijszaken van de faculteit registreert de individuele studieresultaten van de student en stelt deze via Osiris Student ter beschikking. 2. Bij het Studie-informatiepunt (administratie) kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen. art. 7.2 studiebegeleiding 1. De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De studiebegeleiding omvat: - een verplicht matchingstraject voor aanstaande studenten voorafgaand aan inschrijving voor een bacheloropleiding met als doel studenten te begeleiden bij de keuze voor een opleiding die past bij hun ambitie, verwachtingen en mogelijkheden; - een introductie in de eerste week van het eerste semester van het eerste studiejaar; - toewijzing van een tutor aan alle bachelorstudenten die hen gedurende het eerste semester in de studie introduceert, en voor hen beschikbaar is voor begeleiding in de verdere studie en bij het maken van keuzes gedurende de bachelorfase; - groepsgewijze en individuele advisering over mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding, mede met het oog op beroepsmogelijkheden na de masteropleiding en over mogelijkheden om direct na het behalen van het bachelordiploma de arbeidsmarkt te betreden; - groepsgewijze en individuele advisering over studievaardigheden, studieplanning en de keuze voor het vervolgtraject na het bachelordiploma; - het bieden van verwijzing en hulp bij door studenten ervaren moeilijkheden tijdens de studie; - het geven van een dringend advies na het eerste semester en een bindend advies na het tweede semester van het eerste jaar op basis van alle behaalde studiepunten in het eerste jaar over het al dan niet voortzetten van de studie. 3. Het portfolio kan als instrument van studieloopbaanbegeleiding worden ingezet. art. 7.3 contract onderwijsvoorzieningen Aan de student met een functiebeperking wordt de gelegenheid geboden het onderwijs te volgen en de toetsen af te leggen op de wijze zoals vastgelegd in zijn Contract onderwijsvoorzieningen. Verzoeken om een onderwijscontract af te sluiten moeten worden ingediend bij de studieadviseur. art. 7.4 bindend studieadvies 1. In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student die staat ingeschreven voor de opleiding vóór 31 januari een schriftelijk voorlopig studieadvies over de voortzetting van zijn opleiding. Dit tussentijds advies, dat gebaseerd is op de op dat moment geregistreerde studieresultaten van de bacheloropleiding geneeskunde CRU2006 van het eerste semester, is niet bindend maar geeft een waarschuwing bij onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren: - wanneer de student 8,5 (1 bloktoets en PLO CA deeltoets) of minder studiepunten heeft behaald na het eerste semester, krijgt de student een negatief advies. - indien de student meer dan 8,5 studiepunten, maar niet meer dan 13 studiepunten heeft behaald krijgt hij een twijfeladvies. - heeft de student 15 of meer studiepunten behaald, dan wordt de studievoortgang beoordeeld als positief. 2. De studenten die een negatief of twijfeladvies als bedoeld in lid 1 krijgen, worden uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseurs met als doel het bespreken van de studiemethode, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing. 3. Aan het einde van het academisch jaar, doch uiterlijk op 31 augustus, ontvangt de student een tweede schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. Onverminderd het bepaalde OER 2014-2015 Bacheloropleiding Geneeskunde CRU2006 18