Inspectierapport Yes! Kinderopvang Grevelingenhof (BSO) Grevelingenhof 1 2987EB RIDDERKERK Registratienummer 520546684 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: RIDDERKERK Datum inspectie: 29-08-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 22-09-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Veiligheid en gezondheid...6 Ouderrecht...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In het kader van risico-gestuurd toezicht zijn in deze inspectie niet alle kwaliteitsdomeinen meegenomen. Vooraf zijn geen documenten opgevraagd. De oordelen zijn gebaseerd op gesprekken met de aanwezige beroepskrachten, documenten die ter plekke zijn ingezien of zijn nagestuurd en de observatie. Beschouwing Buitenschoolse opvang Yes! Kinderopvang: locatie Grevelingenhof is onderdeel van Yes! Kinderopvang, welke opvang biedt in o.a. de gemeenten Ridderkerk en Zwijndrecht. Er is sprake van 2 groepsruimten waar maximaal 40 kinderen van 4 tot 12 jaar worden opgevangen. De ruimten ogen uitdagend en er zijn verschillende hoekjes waar kinderen kunnen spelen. De buitenschoolse opvang hanteert 2 basisgroepen en is gesitueerd in basisschool De Bosweide. Voor de buitenspeelruimte maakt de opvang gebruik van het aangrenzende schoolplein. De buitenschoolse opvang heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid met een plan van aanpak. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de aanwezige protocollen, de huisregels en het pedagogisch beleidsplan. De pedagogisch medewerkers kunnen aangeven waar locatie Reijerweg voor staat en wat qua pedagogisch beleid belangrijk wordt gevonden. Tevens is tijdens het inspectiebezoek de pedagogische praktijk geobserveerd. Uit de observatie is gebleken dat de pedagogische praktijk voldoet aan de minimumeisen van de Wet kinderopvang. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat het welbevinden van de kinderen goed is. De kinderen zijn ontspannen en met aandacht bezig met hun spel. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen en passend bij hun interesses en ontwikkeling. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is gekeken naar het pedagogisch beleidsplan, gericht op groepen groter dan 30 kinderen. Tijdens inspecties in 2013 is dit aan het beleid toegevoegd. Er is gekeken hoe dit in de praktijk is vormgegeven. Ook is de pedagogische praktijk geobserveerd. Pedagogisch beleid Activititeiten met groepen groter dan 30 kinderen vinden plaats in de vakantieperiode en tijdens uitstapjes. De basisgroep en begeleiding door vaste beroepskrachten worden zoveel mogelijk gewaarborgd. Dit is in juli 2013 in het pedagogisch beleid bijgesteld. Opmerking: Bij inspecties bij andere locaties van Yes! Kinderopvang is geconstateerd dat het beleid ten aanzien van het gebruik maken van extra dagdelen niet beschreven stond dat als het kind in een andere basisgroep wordt opgevangen dit tussen houder en ouder schriftelijk wordt vastgelegd. De houder heeft het pedagogisch beleid op dit punt direct aangepast. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder aan de hand van een observatie instrument de pedagogische praktijk geobserveerd op de groep. Uit de observatie is gebleken dat de pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden. Dit blijkt onder andere uit het volgende: Emotionele veiligheid: Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Ze geven complimentjes, maken grapjes, en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief. Er heerst een ontspannen sfeer in de groep. De beroepskracht laat respect zien voor ieder kind. Ook worden kinderen op een vriendelijke maar directe wijze gewezen op niet gepast gedrag. Persoonlijke competentie: Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. De tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt. De activiteiten sluiten aan op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Tijdens de observatie werden pannenkoeken gegeten tijdens de lunch. Kinderen werd gevraagd of zij zelf hun pannenkoek konden smeren, en of ze hulp wilden bij het snijden. Sociale competentie: De buitenschoolse opvang betreft een speciale groep kinderen, die vanwege hun sociale achtergrond en ontwikkeling in hun sociale ontwikkeling speciale aandacht verdienen. Beroepskrachten reageren vol geduld en op een positieve manier op de kinderen. Door dergelijk voorbeeldgedrag proberen zij de kinderen sociale vaardigheden aan te leren. Dit is zichtbaar in de praktijk doordat kinderen elkaar aanspreken en zichzelf verbeteren. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observaties (Tijdens de lunch: pannekoeken eten) Pedagogisch beleidsplan (Pedagogische cirkel versie 2014) 4 van 12
Personeel en groepen In dit domein is bekeken of de verklaring omtrent het gedrag en de beroepkwalificatie van beroepkskrachten conform de eisen zijn. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten hebben een verklaring omtrent het gedrag overlegd, welke in 2013 is afgegeven en derhalve onder de continuescreening valt. Passende beroepskwalificatie Van alle beroepskrachten is de beroepskwalificatie ingezien. Opvang in groepen Er is sprake van 2 groepen met maximaal 40 kinderen. Beroepskracht-kindratio De aanwezige beroepskrachten kunnen een beroep doen op de medewerkers van de school en er bestaat een noodoproep-systeem waar Yes! Kinderopvang al een aantal jaren mee werkt bij calamiteiten. Verder wordt er gewerkt met een invalpool of de locatiemanager wordt als meewerkend ingezet. Gebruikte bronnen: Observaties (Tijdens de lunch: pannekoeken eten) Verklaringen omtrent het gedrag (2013) Diploma's beroepskrachten 5 van 12
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang, versie juli 2013. Uit het gesprek met de beroepskrachten blijkt dat zij weten welke stappen zij moeten nemen bij een vermoeden van kindermishandeling en op welke signalen zij kunnen letten. Gebruikte bronnen: Meldcode kindermishandeling 6 van 12
Ouderrecht De ouders worden geïnformeerd via de website, het pedagogisch beleidsplan en via dagelijkse gesprekken met de beroepskracht tijdens het ophalen van de kinderen. Ouders worden geïnformeerd over het te voeren beleid zoals o.a. de groepsgrootte, de opleidingseisen van de beroepskrachten, de klachtenregeling etc. De houder plaatst de inspectierapporten op de website. Oudercommissie Yes! kinderopvang heeft een samengestelde oudercommissie. De oudercommissie is niet actief benaderd om na te vragen of aan deze voorwaarden is voldaan. Er zijn geen signalen ontvangen van ouders of de oudercommissie dat de werking van het adviesrecht niet goed verloopt. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Informatiemateriaal voor ouders Website 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 8 van 12
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3, 4, 5 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Yes! Kinderopvang Grevelingenhof Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Yes! Kinderopvang Ridderkerk BV Adres houder : Uilenvliet 39 Postcode en plaats : 3333BS ZWIJNDRECHT KvK nummer : 24428808 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Rotterdam-Rijnmond Adres : Postbus 70014 Postcode en plaats : 3000KS ROTTERDAM Telefoonnummer : 010 4984015 Onderzoek uitgevoerd door : E.A. Blomsma Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : RIDDERKERK Adres : Postbus 271 Postcode en plaats : 2980AG RIDDERKERK Planning Datum inspectie : 29-08-2014 Opstellen concept inspectierapport : 16-09-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 22-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-09-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 24-09-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 15-10-2014 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12