Lukas 2: 11a ds. Dick Schinkelshoek, Zoelen Kerstnacht 2012 Inleiding Dat is het thema van deze kerstnachtdienst. En weet u waarom? Omdat ik half- half eigenlijk nog steeds met die jonge kinderen uit Newtown in Amerika in gedachten zit, zo plotseling en zo zinloos uit dit leven weggerukt door een man die het spoor totaal bijster was - en dan druk ik me nog mild uit Heel Amerika in rouw, ook tijdens deze Kerstdagen. En wij, wij rouwen een beetje mee. En we denken: zou dat ook op onze scholen kunnen gebeuren? Natuurlijk, bij ons zijn er lang niet zo veel wapens in omloop, zomaar rondschietend ergens binnenstappen gaat bij ons niet zo makkelijk. Hoewel, bent u Alphen ad Rijn alweer vergeten? Zo vieren we dus Kerst, dit jaar. En als je eerlijk bent, als je even stilzit en nadenkt, dan dringt de vraag toch aan je op: Waar is God? Waar was God in Newtown? Zou er echt iemand zijn - Iemand met een hoofdletter - die deze wereld bestuurt? Die ook weet wat er in mijn leven gebeurt? Of is dat alleen maar vroom geloof, een mythe, een droom, niks meer? Is daar Iemand? Out there? In de hemel? Of moet je eerlijk zijn, en zeggen dat de hemel leeg is? Is daar Iemand? Daarover gaat zo meteen de kerstpreek. Maar eerst nog wat andere dingen. Eerst gaan het koor nu zingen. 1
Verkondiging Tot dit moment, gemeente van Christus, hadden de herders dicht tegen elkaar aan gezeten, dicht weggekropen rond het vuur. Lukas vertelt niet wat voor jaargetijde het is. Die witte kerst hebben wij ervan gemaakt. Maar winter of geen winter, de nachten in het Midden- Oosten kunnen koud zijn, en dus zaten de herders in elkaar gedoken met dekens en alles om hen heen rond het knetterende vuur. Inderdaad, ze záten in elkaar gedoken. Want nu zitten ze opeens recht overeind, en de herdersjongen die van het lange waken zware ogen had gekregen, die is weer klaarwakker. Zou u dat ook wel eens willen meemaken, zo n engelenverschijning? Er zijn mensen, ook vandaag, ook dicht bij huis, die daarover vertellen, die engelen hebben gezien - eentje of een heleboel. Soms vertelden ze iets, hadden ze een boodschap, soms zeiden ze niets, hoefden ze niks te zeggen - en was hun aanwezigheid alleen al genoeg. Je kunt daar sceptisch over doen, over dat soort verhalen, maar feit is dat ze de levens van de mensen die het overkwam veranderden. Daarom vraag ik: Zou u dat ook wel eens willen meemaken, zo n engelenverschijning? Dan zou het toch voor eens en voor altijd duidelijk zijn voor jezelf dat er meer is tussen hemel en aarde, dat Iemand de boel in de hand heeft, dat je niet onzichtbaar bent, maar dat ze tot in de hemel weet hebben van jouw leven! Is daar Iemand? Daar boven? Dan, als je een engel hebt gezien, heb je het antwoord! 2
Alleen: dat is maar heel weinig mensen gegeven, en zelfs in die gevallen is er nog vaak de twijfel: was het wel echt? Bij de mensen om je heen ( Heb je niet te veel medicijnen geslikt? ) en misschien ook wel bij jezelf. Dus als u vanavond dáár op gaat zitten wachten, als u vanavond op een engel gaat zitten wachten kan het misschien wel erg lang duren. (en als ze na een kerstdiner met veel mooie wijn aan je verschijnen, is er meestal iets anders aan de hand ) De engel die aan de herders verschijnt, heeft een andere boodschap. Die zegt niet: nu je mij hebt gezien, beste herders, nu snap je wel dat er meer is tussen hemel en aarde. Daar is die engel helemaal niet in geïnteresseerd! Hij brengt een ander antwoord op de vraag of daar iemand is? U is heden de Heiland geboren. Vandaag, nu, zojuist is er een kind geboren - en dat is uw Heiland. Een heiland is degene die heil brengt, die weer heel maakt, die - een beetje plat gezegd - alles weer fikst. De Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt redder. Uw redder is geboren. Dat is het antwoord van de engel op de vraag Mijn redder? Waarvan dan? Waarvoor dan? Moet ik gered worden? Ik? Oké, ik voel me wel eens niet helemaal in orde, en er is ook verder wel eens wat, maar gered? Ik zit niet in de put, of zo. Ik neem u even mee naar een ander verhaal. Uit de oergeschiedenis van de mensheid, maar eigenlijk is het evenzeer een verhaal van vandaag. Adam en Eva. En de appel. Of nou ja, appel - dat is net zoiets als de sneeuw met Kerst: dat zit in ons hoofd, maar staat niet in het verhaal zelf. De Bijbel zegt gewoon: een vrucht - kan dus van alles zijn. Ik heb de vraag wel eens gekregen: is dat nou echt gebeurd, van die slang en die appel - pardon, die vrucht? Ja, zeg ik dan. Gisteren nog. En vandaag gebeurde het ook. 3
Genesis 3 vertelt niet wanneer het kwaad in de wereld kwam, maar hóe dat gebeurt - hoe dat telkens weer gebeurt. Adam, dat bent u. Eva, dat ben ik. Eerst zorgen voor jezelf (en je kinderen misschien - maar dat zijn nog steeds jouw genen), en daarna misschien voor een ander, daarna pas God, de Schepper, zijn plaats gunnen. De gedachte: Ik ben de baas, dus ik bepaal wat ik goed vind - zo komt het kwaad in de wereld. Zo krijg je in Syrië een dictator die zijn eigen volk met wapens bestookt, en in Amerika een gestoorde wapenbezitter die wilde beschikken over leven en dood. Zo krijg je mensen die in onthutsend egoïsme kiezen voor zichzelf. Is daar Iemand?, vragen we. Waar is God - in Newtown, in Syrië? Als God in Genesis 3 door het beschadigde Paradijs loopt, vraagt Hij iets anders: Adam, mens, waar ben jij? Ik ben er wel. Maar ben jij er ook? Waar ben jij - als er verantwoordelijkheid moet worden genomen? Ben jij er dan wel? Nee, natuurlijk kun je niet allemaal afreizen naar Syrië, of eigenhandig het klimaatprobleem oplossen, maar er zijn vast nog wel wat kleinere dingetjes - in je omgeving Of denk je snel: daar bemoei ik mij niet mee. Een betere wereld - het is inmiddels een cliché - begint bij jezelf. Is daar Iemand? Mens, waar ben jij? En nu kan ik het vanavond daarbij laten. Bij die wedervraag van God. En dan hebben we echt nog wel wat huiswerk in het nieuwe jaar. Mens, waar ben jij? Maar zou deze preek nu klaar zijn, dan hebt u geen echte Kerstpreek gehad. Ik denk bovendien dat je het met die vraag van God aan jou alleen niet redt. Als de wereldgeschiedenis, en uw eigen leven misschien ook wel, iets laat zien, dan is het dat het goede ons vaak bij de handen afbreekt, zelfs als wij het goede willen (dat willen we niet altijd, maar soms ook wel), dan nog lukt het vaak niet. Klein, onbenullig voorbeeldje: heb je net een keer biokip gekocht omdat dat zo veel beter is voor dat beest, voor de dierenwelzijn, en zo hoor je weer dat zo n biobeest veel slechter is voor het milieu 4
Mens, waar ben jij? Wat doe jij? Een akelig directe vraag. En een terechte. Maar zou die aansporing echt de oplossing bieden, echt een goede wereld kunnen brengen? Echt het recht, het heil, het goede brengen waar zo veel mensen naar snakken? En naar gesnakt hebben? Ik ben er niet zo zeker van. Ik kreeg afgelopen vrijdag - u weet wel: 21 december 2012, de dag dat de wereld had moeten vergaan - via Facebook van een vriend een plaatje doorgestuurd. Er stond een kind op, zoals er in Syrië en op andere plaatsen zo veel kinderen zijn. En daarnaast stond de tekst: Ik ben niet zo bang dat vandaag de wereld vergaat, ik ben vooral bang dat de wereld altijd blijft zoals ze is. Dat is het. Dat is ook de diepe nood van het christelijk geloof. De wereld zal toch niet altijd blijven zoals ze is! Is daar Iemand? En dan is daar die engel. Die tegen de herders zegt: U is heden de Heiland geboren. De Heiland. De redder, degene die de wereld zal veranderen. Niet vernietigen, maar veranderen. Die gaat doen wat wij niet kunnen, of niet willen. Hij brengt ons, Hij brengt de hele wereld terug waar ze hoort, bij God. Dat deed Hij op een voor ons welhaast onbegrijpelijke manier, door aan het kruis al het kwaad en al het verdriet weg te dragen, door de kloof te dichten tussen ouders en kinderen, tussen mannen en vrouwen, tussen God en ons. Een werk dat Hij eenmaal, in de toekomst, zal vervolmaken wanneer Hij nogmaals komt, en dan niet als een Kind in een voederbak maar als Koning in heerlijkheid. Als je vraagt waar God is, of God er is, dan claimt het Kerstverhaal nogal wat: God is er. Waar? In die nacht in Betlehem, inmiddels ruim 2000 jaar geleden, in dat Kind, in die Man. In Jezus. Daar ís God. Dat claimde deze Man uit Israël tenminste zelf, en dat claimen ook zijn volgelingen - door wat ze allemaal met Hem hebben meegemaakt. 5
Als je roept God bestaat niet, zegt de bekende Engelse schrijver C.S. Lewis - u kent misschien zijn Narnia- boeken, of de films - dan moet je nog steeds iets met deze Jezus, met zijn waanzinnige claim dat Hij de Zoon van God was, dat Hij rechtstreeks bij God vandaan kwam om de wereld, om jou te redden. Moet je dan niet ook concluderen dat die Jezus gek was, of een leugenaar? Als ik eerlijk kijk, en eerlijk lees, bekent Lewis, dan kan ik dat niet. Uit niks blijkt dat deze man een gevaarlijke gek was, of een volksmenner. En dus is dan misschien het onmogelijke toch waar: dat die Jezus, dat kind in de kribbe, werkelijk God was, werkelijk God is. Gods middel om deze wereld, om mij, niet te laten wegzinken in het niks. *** Weet u wat ik zo mooi vindt aan het feest van Kerst? Niet alleen dat het vertelt dat er een God is, die de wereld en het heelal gemaakt heeft. En ook niet dat er iemand is die mij ziet, die het goede voor mij wil, ook - zelfs - als ik het kwade kies. Nee, wat ik zo mooi vind aan Kerst, is de combinatie van die twee. Alleen maar een God hoog in de hemel, die de sterren stuurt en de planeten hun baan wijst, - wat heb ik daaraan? En alleen iemand die het goede voor mij wil - lief, aardig, maar lost dat voor mij echt iets op? Maar dat de God van hemel en aarde, mijn Maker mij op het oog heeft, het goede voor mij wil, en niet alleen voor mij maar voor Hem maar wil vertrouwen, dat geeft mij het vertrouwen dat het goed zal komen, dat de wereld niet ten onder gaat in het niks, maar dat de mooiste tijd ons nog wacht. Weet ik dan nu waarom dat verschrikkelijke in Newtown moest gebeuren, en waarom God Assad zo lang zijn gang laat gaan, of waarom kinderen moeten opgroeien zonder ouders, en mensen die graag ouder hadden willen zijn zonder kinderen? Nee, niet echt. Zoals je het ook niet weet, als je het zonder geloof, zonder Jezus Christus als redder van de wereld wilt wagen. Dan heb je die antwoorden ook niet. Maar ik heb wel iets anders. Vergelijk het met een loep, een vergrootglas. 6
Toen half Nederland nog postzegels verzamelde, had iedereen zo n ding. Dat is voorbij, maar u weet waar ik het over heb: een vergrootglas. Kijk je daardoorheen, dan zijn de randen wazig. Die zie je niet scherp. Newtown, Syrië, het enorme aantal echtscheidingen waar kinderen onder lijden. Waarom?, denk je. Waarom? En: mens, waar ben je? Maar de kern is helder, die is haarscherp. Dat is het kind in de kribbe, dat is Jezus die mijn leven en de wereld draagt. God gaat alles recht zetten. U is heden de Heiland geboren: Christus, de Heer in de stad van David. Ja, er is iemand. De vraag is niet alleen: waar ben jij? Maar ook: Geef je die Iemand van God de ruimte - en dan vooral: de ruimte in je hart? En wil je deel uitmaken van die beweging die op de heerlijkheid van deze Heer wacht? En die, met vallen en opstaan, z n best doet om alvast zo te leven zoals God het bedoelt? Die beweging, ik zeg het erbij, valt niet helemaal samen met de kerk. Zoals er ook mensen zijn die geen lid zijn van de voetbalvereniging en toch van een potje voetbal houden. Maar zoals je lid wordt van de voetbal als je serieus wilt voetballen, zo proberen we ook iedere zondagmorgen in de kerk weer ons leven te richten op Christus, elkaar te vertellen dat er Iemand is, dat met Kerst Iemand kwam om ons te redden, niet uit de wereld vandaan - zoals afgelopen vrijdag tientallen mensen op die berg bij het Franse Bugarach stonden te wachten op de aliens die hen zouden komen halen - Wij worden niet gered van de wereld, maar samen met de wereld. Dat vertellen we iedere zondag aan elkaar, want ons geloof waait telkens zomaar weg in de drukte van het leven. Ik zou zeggen: doe het komende jaar eens mee. Kijk dan niet naar de mensen, maar kom voor die Iemand, kom voor Jezus. Daar word je niet minder van. Amen 7