BIOGEBASEERDE BEDRIJVEN. IN VLAANDEREN Een studie door de POM Oost-Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

GEMEENTERAAD. Ontwerpbesluit. Onderwerp: Subsidieovereenkomst in het kader van het EFRO-project IMPACT - Goedkeuring

Biobased Economy. Wageningen UR Food & Biobased Research. Windesheim 3 december, Ben van den Broek

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

De Belgische (petro)chemische industrie 2014

ECONOMISCHE HAALBAARHEID

sectorfoto 2012 andere primaire en secundaire sectoren

HET ANPCB IN EEN NOTENDOP

Biobased producten uit resthout

Zuidwest-Nederland Een geweldige plek om zaken te doen

Actualisering van de studie van Dirk Carrez 22/03/2017

Plaats van de streekproducten in Oost-Vlaanderen. Chantal Gheysen directieadviseur EROV

7 Andere primaire en secundaire sectoren

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

SPIRULINA EN BLAUWE KLEURSTOF IN VOEDING DE BLAUWE KETEN

SECTORFOTO 2014 KLEINE PRIMAIRE EN SECUNDAIRE SECTOREN

HET APCB IN EEN NOTENDOP. BASIS (4 e TRIMESTER 2015)

De (Petro)chemische Industrie in België 2010

GRENZELOOS BIOBASED ONDERWIJS

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

Studie Betaalgedrag 2e kwartaal 2013

KUNSTSTOF- EN RUBBERINDUSTRIE BELGIË

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Micro- en Nano-Elektronica in Vlaanderen:

Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht biotechniek

nr. 349 van EMMILY TALPE datum: 13 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Taalcursussen

VLHORA-congres Krachtige verbindingen met de industrie Frank Beckx Gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen

De Belgische procesindustrie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2.

sectorfoto 2012 handelsbemiddeling

SECTORFOTO 2014 SECTOR HANDELSBEMIDDELING

De Vlaamse bio-economie strategie, heden en toekomst. Eva Van Buggenhout en Dirk Van Gijseghem, Departement LV

Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland. Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader

STUDIE. Faillissementen januari 2017

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Exploitatie van bioscoopzalen ( 35 mm of meer )

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Duurzaamheidsverslag. Belgische voedingsindustrie Een samenvatting FEVIA-DUURZAAMHEID.BE

ZeefGOUD Van Afvalstoffenverwerker naar Energiefabriek en Grondstoffenfabriek. Marco Kwak Projectontwikkeling

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Masterclass Duurzaam Ondernemen

M0 Strategische nota

Tevredenheidsenquête bij operatoren 2017

Hoeveel bedragen per provincie voor 2012 en 2013 de middelen die het IWT jaarlijks aan alle steunprogramma s besteedt?

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

EWI-focus. Biogebaseerde industrie in Vlaanderen. 22 maart 2017

Een nieuwe kijk op kunststof en rubber. Feiten & cijfers

Biomassa als grondstof voor bioraffinage

Innovatie in de Hoeksche Waard. Projectleider Biobased Economy Hoeksche Waard Henk Groeneveld

SECTORFOTO 2014 AUTOSECTOR

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

Activiteiten Colruyt Group

Biobrandstoffen: Hype of duurzame oplossing? Prof. Wim Soetaert

Maakeconomie in Limburg

Biobased Economy als onderdeel van een duurzame samenleving

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

Agri Investment Fund. Studienamiddag Bio Economie 9 November Marc Rosiers Nicolas De Lange

Twence: Transitie naar Euregionaal producent van duurzame energie en grondstoffen

Expo 'Science meets Life' toont belang van biotechsector voor onze maatschappij

Bio-economie en circulaire economie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau

MINERALE MESTSTOFFEN: Essentieel & efficiënt

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT donderdag 6 november Loon naar werken

nr. 337 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Activeringsmaatregelen 50-plussers - Stand van zaken

SECTORFOTO / JAAROVERZICHT 2016 PC336 - PARITAIR COMITÉ VOOR DE VRIJE BEROEPEN

Introductie Biobased Economy

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

1algemeen overzicht deel van het anpcb

Instituut voor de nationale rekeningen

Groep.10 : Uitzonderlijke spelers binnen het biopharma ecosysteem ALGEMENE VERENIGING VAN DE GENEESMIDDELENINDUSTRIE

DE VLAAMSE PROVINCIES IN EUROPEES PERSPECTIEF Hoofdstuk 4

EEN NIEUW DIGITAAL KENNISPLATFORM VOOR DE BIO-ECONOMIE IN VLAANDEREN. Linda Verdonck POM Oost-Vlaanderen

De regionale impact van de economische crisis

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Toelichting op de Nederlandse Roadmap Bioraffinage

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG

Cleantech Markt Nederland 2008

sectorfoto 2012 GROOTHANDEL

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Alternatieve brandstoffen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

STUDIE. Faillissementen februari 2017

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE

Het Nieuw Industrieel Beleid Clusters: de Vlaamse valleien

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

Groentenvezels als basis voor biobased verpakkingen

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Duurzame Industrie. De ombouw van energie-intensief naar energie-efficiënt

1. CO2-uitstoot Nederland

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Transcriptie:

BIOGEBASEERDE BEDRIJVEN IN VLAANDEREN Een studie door de POM Oost-Vlaanderen

INHOUD Biogebaseerde bedrijven in Vlaanderen 2 Digitaal platform CEEBIO 4 Vlaamse ruit 5 Chemicaliën en voeding 6 Wat zijn specialty chemicals? 6 BIOGEBASEERDE BEDRIJVEN IN VLAANDEREN Het gebruik van eindige fossiele brandstoffen moet drastisch omlaag. Niet alleen zijn ze nefast voor het milieu, we zijn er ook te zeer afhankelijk van. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Oost-Vlaanderen maakte een analyse van de Vlaamse biogebaseerde bedrijvigheid. COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen Contact: linda.verdonck@pomov.be Auteurs: Janne Kindt en Linda Verdonck Concept, eindredactie: Pantarein Publishing Lay-out: Artoos Onze organisatie zet op provinciaal niveau al jaren haar schouders onder initiatieven die de biogebaseerde economie een boost geven. Ze maakt onder meer deel uit van Flanders Biobased Valley (FBBV), een initiatief waarin verschillende Gentse havenbedrijven samen met de stad Gent, de Universiteit Gent en de haven van Gent inzetten op de productie van bio-ethanol en nieuwe chemische bouwstenen uit biomassa. Die samenwerking was de drijvende kracht bij de oprichting van de Bio Base Europe Pilot Plant, een multipurpose pilootfabriek voor de industriële biotechnologie. De fabriek is een essentiële schakel in het omzetten van nieuwe uitvindingen in industriële toepassingen. Van in het begin heeft de provincie Oost-Vlaanderen de uitbouw van de Bio Base Europe Pilot Plant en het Training Center in Terneuzen sterk ondersteund. Geert Versnick voorzitter van de POM Oost-Vlaanderen 2 CLEANTECH IN VLAANDEREN

De Bio Base Europe Pilot Plant, een multipurpose pilootfabriek voor de industriële biotechnologie. WAT IS DE BIOGEBASEERDE ECONOMIE? De biogebaseerde economie maakt niet langer gebruik van fossiele brandstoffen. In plaats daarvan worden op industriële schaal biomassa of biologische processen gebruikt om energie en producten te maken. Dat gebeurt in bioraffinaderijen: grote fabriekscomplexen waar door middel van enzymen of micro-organismen landbouwproducten worden verwerkt en omgezet in een brede waaier aan eindproducten. Uit één grondstof Een brede waaier aan grondstoffen wordt omgezet en verwerkt tot eindproducten of toepassingen in verschillende sectoren. Bron: CEEBIO-databank. sojaboon cashewnootschalen worden zo verschillende producten ontwikkeld. Denk aan chemische stoffen, biobrandstoffen, bioplastics, solventen, vitamines en voedingsingrediënten. microalgen papaja zwarte-komijnzaad Bioraffinaderijen bestaan al jaren: onder meer de suiker- en zetmeelindustrie, de voedingsindustrie en de papierindustrie maken al erg lang gebruik van zulke fabrieken. Maar niet alleen ondernemingen die nieuwe producten maken uit biomassa behoren tot de biogebaseerde economie. Ook bedrijven die gebruikmaken van microbiologische of biologische processen om producten of diensten aan te bieden, maken deel uit van de sector. Voor de uitbouw van de biogebaseerde economie moet biomassa beschikbaar zijn op industriële schaal. Het kan gaan om primaire biomassastromen uit landbouw en bosbouw, maar ook het slib van waterzuiveringsstations en plantaardige of dierlijke stromen die gegenereerd worden bij afvalverwerking komen in aanmerking. CLEANTECH IN VLAANDEREN 3

DIGITAAL PLATFORM CEEBIO In het voorjaar van 2015 lanceerden we CEEBIO, een digitaal kennisplatform over de biogebaseerde economie. Het platform is ingericht als een zoekmachine. Professionele bezoekers kunnen er gemakkelijk publiek toegankelijke informatie van overheden, bedrijven en onderzoeksinstellingen terugvinden. Linda Verdonck projectcoördinator De databank werd het uitgangspunt voor een studie naar de bedrijven die actief zijn in de biogebaseerde economie in Vlaanderen. Linda Verdonck: Op basis van informatie op de bedrijfswebsites en uit mediaberichten konden we 138 bedrijven identificeren die een rol spelen in de biogebaseerde economie in Vlaanderen, als producent of als dienstverlener. Dankzij de technologie die werd ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Gent zijn we in staat om relevante informatie over die bedrijven op te nemen in de CEEBIO-databank. Die gegevens hebben we aangevuld met socio-economische gegevens van onderzoeksbureau Bureau Van Dijk. Dat moest ons een betere kijk opleveren op de aard en de activiteiten van de bedrijven. Het specifieke aandeel van biogebaseerde producten of diensten in de bedrijfsactiviteiten konden we niet bepalen. Wel konden we achterhalen welk type bedrijven in deze sector actief is. Veel van de productiebedrijven zijn voornamelijk actief in de klassieke sectoren en bieden biogebaseerde producten en oplossingen voorlopig nog aan als een groen alternatief naast het bestaande aanbod. VLAAMSE KMO S De POM Oost-Vlaanderen onderzocht relevante kenmerken van het bedrijfs-dna van de ondernemingen: hun leeftijd, grootte en bedrijfsstructuur. Uit de analyse blijkt dat de mediaan van de leeftijd van de 138 ondernemingen 24,3 jaar is. Zo n 65% is 30 of jonger, 13% is jonger dan 10 jaar. Maar er zijn ook bedrijven op de markt die een langere geschiedenis kennen: 13% is ouder dan 50. Globaal gezien kunnen we zeggen dat de bedrijven die betrokken zijn in de studie, eerder mature ondernemingen zijn; het aantal starters is gering. Die starters zijn zowel spin-offs van kennisinstellingen als van bedrijven. De activiteiten van de universitaire spin-offs situeren zich in ondersteunende diensten en activiteiten. Van de 18 bedrijven die ouder zijn dan 50 jaar, zijn er nog slechts 3 in Belgische handen. De meerderheid van de bedrijven die ouder zijn dan 50 jaar, zijn actief in specialty chemicals en de verpakkingsindustrie. Volgens de analyse blijken vooral kmo s de ruggengraat van het Vlaamse ondernemingslandschap aanwezig te zijn in de biogebaseerde economie. Meer dan de helft van de onderzochte bedrijven heeft een personeelsbestand kleiner dan 50. De mediaan klokt zelfs af op 38 werknemers. AANTAL BEDRIJVEN 55 50 45 35 30 25 20 15 10 5 0 Kleine ondernemingen spannen de kroon in de biobased economy. (Bron: Bureau Van Dijk) PERSONEELSBESTAND 40 14,05% 0-5 AANTAL WERKNEMERS 42,15% 27,27% 16,53% 6-50 51-250 +250 4 CLEANTECH IN VLAANDEREN

VLAAMSE RUIT West- Vlaanderen Oost- Vlaanderen Henegouwen Brussel Antwerpen Waals-Brabant Vlaams-Brabant Limburg Luik Namen In de studie werd gezocht naar specifieke clustereffecten van de biogebaseerde activiteiten in Vlaanderen. Er is geen duidelijke concentratie van specifieke activiteiten in bepaalde regio s, met uitzondering van de productie van biobrandstoffen, die zich concentreert in de Gentse haven. De bedrijven die werden geïdentificeerd, liggen verspreid over heel Vlaanderen, maar concentreren zich duidelijk in de Vlaamse ruit, het sterk verstedelijkte gebied tussen Antwerpen, Gent, Brussel en Leuven. Dat is niet verwonderlijk: globaal gezien spelen de meeste activiteiten in de industriële sector en dienstensector in Vlaanderen zich af in dat gebied. Luxemburg CEEBIO-LOCATIES IN BELGIË De meeste biogebaseerde activiteit concentreert zich in de Vlaamse ruit. De biogebaseerde economie is een erg kapitaalintensieve sector. De instapkosten in de markt zijn zeer hoog. Voor starters is dat geen bijzonder goed ecosysteem. Nieuwe spelers komen meestal op de markt als spin-off van bedrijven of kennisinstellingen. Voor de ondersteuning van zowel starters als de kleinere kmo s is de aanwezigheid van onderzoeksinfrastructuur zoals de Bio Base Europe Pilot Plant essentieel. Zulke voorzieningen spelen immers een belangrijke rol in de ontwikkeling of optimalisering van nieuwe producten voor de markt. Linda Verdonck projectcoördinator ROL VAN BUITENLANDSE INVESTEERDERS Wat er ontbreekt in de resultaten van de studie? Starters. Zes van de 19 bedrijven die jonger zijn dan 10 jaar, zijn gestart als spin-off van universitaire instellingen. Meestal gaat het om bedrijven die specifieke diensten aanbieden. In totaal zijn 59 ondernemingen van de 138 onderzochte bedrijven in handen van een buitenlands moederbedrijf. Het betreft vooral overnames door 37 buitenlandse bedrijven, met hoofdkantoren in de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Voor meer dan de helft van de bedrijven gebeurde die overname na het jaar 2000. Dat volgt de huidige trend: globalisering, overnames en fusies en productspecialisatie zijn tegenwoordig de belangrijkste drijfveren voor de veranderingen in de chemische sector. Door fusies en overnames nemen de schaalgrootte en kritische massa bij de grote bedrijven toe en kunnen ze hun productfolio heroriënteren. De meeste van de Vlaamse bedrijven die werden overgenomen, zijn actief in specialty chemicals en de voedings- en voederindustrie. Dat veel ondernemingen in onze analyse in handen zijn van buitenlandse bedrijven, betekent dat beslissingen over het al dan niet investeren in biogebaseerde productie voor die bedrijven niet in Vlaanderen worden genomen. Verschillende buitenlandse bedrijven hebben echter wel gespecialiseerde onderzoekscentra in ons land, wat de regionale verankering bevordert. De bedrijven die niet behoren tot een Belgisch of buitenlands moederbedrijf zijn eerder klein (mediaan 14) en jong (mediaan 14). Hun hoofdactiviteiten zijn specialty chemicals in het bijzonder oleochemicaliën, botanicals, furaanchemicaliën, kleefstoffen en coatings maar ook proces- en productontwikkeling. CLEANTECH IN VLAANDEREN 5

CHEMICALIËN EN VOEDING De classificatie van bedrijven in sectoren gebeurt traditioneel via de NACE-code. Die code maakt het in alle lidstaten van de Europese Unie gemakkelijker om de klasse van economische activiteiten van ondernemingen te bepalen en te herkennen. De NACE-code bestaat uit vier cijfers: het eerste duidt grote economische sectoren aan en de volgende volgen een steeds gedetailleerdere onderverdeling. Wat blijkt: als we enkel naar de drie eerste cijfers kijken, houden we voor onze lijst van 138 bedrijven nog altijd 55 verschillende klassen over. De meeste bedrijven zijn actief in de chemische sector (24%), vervaardigen kunststoffen (8%) of voedingsproducten (11%) of zitten in de groothandel of handelsbemiddeling (14%). De activiteiten lopen dus uiteen: van de productie van elektriciteit, bijvoorbeeld in de biomassacentrales van Vyncke, tot de vervaardiging van zetmeeladhesieven door Tereos Syral. Maar NACE-codes geven niet altijd een indeling van de economie die de huidige stand van zaken weerspiegelt. Om een zinvolle classificatie te maken, maakte de POM Oost-Vlaanderen gebruik van de bewoordingen waarmee de bedrijven op hun website zelf hun activiteiten omschrijven. NACE-codes vormen niet altijd een betrouwbare basis om uitspraken te doen over de economische activiteit van bedrijven. landbouw ; 5% vervaardiging voedingsmiddelen ; 11% vervaardiging textiel ; 4% vervaardiging papier ; 2% vervaardiging chemische stoffen ; 24% vervaardiging producten rubber of kunststof; 8% vervaardiging machines ; 2% productie elektriciteit, gas... ; 3% inzameling, verwerking afval & terugwinning ; 2% gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ; 3% groothandel en handelsbemiddeling ; 14% detailhandel ; 3% ontwerpen en programmeren... ; 2% dienstverlening informatica ; 2% hoofdkantoren en adviesbureaus ; 4% architecten, technische testen en toetsen ; 8% speur- en ontwikkelingswerk ; 5% WAT ZIJN SPECIALTY CHEMICALS? Specialty chemicals zijn chemische producten met een hoge toegevoegde waarde dankzij hun specifieke functionaliteiten. Ze worden toegevoegd aan diverse producten en kennen een ruim gebruik in de meest uiteenlopende takken van de industrie. We rekenen onder meer coatings, biociden, katalysatoren, kleurstoffen, smaak- en geurstoffen en voedsel- en voederadditieven tot de specialty chemicals. De afnemers van deze chemicaliën behoren niet tot de chemische sector. Het gaat meestal om industriële klanten in de auto-industrie, de cosmetica, de farmacie of de textiel-, verf- of voedingsindustrie. De top vijf van die omschrijvingen zitten in de CEEBIO-databank. Daaruit blijkt dat een derde van de bedrijven zichzelf omschrijft als actief in de specialty chemicals. In deze analyse werd specialty chemicals als een aparte activiteit opgenomen, hoewel de NACE-code doet vermoeden dat de bedrijven in kwestie tot twintig subsectoren behoren. Zo n 10% van de bestudeerde bedrijven opereert dan weer in de voedingssector. Het industriële weefsel van de biogebaseerde economie is dus ingebed in de klassieke chemische industrie, stelt Linda Verdonck. Belangrijke kanttekening: niet het volledige productaanbod van de bedrijven in kwestie spruit voort uit hernieuwbare grondstoffen. Voor het leeuwendeel van hun activiteiten gebruiken ze nog steeds fossiele grondstoffen. 6 CLEANTECH IN VLAANDEREN

Biobased is van alle markten thuis, maar vooral de industrie rond verpakkingsfilms, auto s, coatings, diervoeders, farmaceutica en cosmetica speelt een bepalende rol. vitaminen vullers kleefstoffen zoetstoffen probiotica PRODUCTEN EN DIENSTEN De studie geeft aan dat er tussen de onderzochte bedrijven toeleveranciers zijn van producten en diensten voor de verpakkingsindustrie, de automobielindustrie, de farmaceutische sector, de cosmetische industrie en de voederindustrie. Uit de studie blijkt dat niet alleen producten, maar meer en meer ook diensten deel uitmaken van de biogebaseerde economie. Denk maar aan ondersteuning op het vlak van proces- en productontwikkeling. farmaceutica fungicide film prebiotica resins coating automobielindustrie cosmetica antibiotica aquacultuur vernis deinking biocide diagnostica pesticiden diervoeder CONCLUSIE De analyse van de POM Oost-Vlaanderen toont het complexe beeld van de bedrijven die actief zijn in de biogebaseerde economie. De ondernemingen zijn in verschillende industriële takken actief. Biomassa kan dus in uiteenlopende toepassingen ingezet worden. We onderscheiden twee sectoren die sterk vertegenwoordigd zijn. Enerzijds behoren een aantal bedrijven tot de klassieke voedingssector. Ze ontwikkelen al geruime tijd een portfolio van afgeleide biogebaseerde producten. Anderzijds zijn een aantal bedrijven ingebed in de petrochemische industrie en ontwikkelen zij (of hun moederbedrijven) biogebaseerde alternatieven voor klassieke chemische halffabricaten. De pull factor voor die biogebaseerde producten moet echter komen van de bedrijven die ze verwerken in een eindproduct, bijvoorbeeld in de binnenbekleding van auto s, matrassen, isolatiemateriaal en verven. De introductie van biogebaseerde materialen in consumentenproducten verloopt nog moeizaam, met uitzondering van verpakkingsfilms en producten in nichemarkten, zoals duurzame (af)wasmiddelen en voedingsadditieven. De onderzochte bedrijven moeten zich handhaven in een sterk concurrentiële en veranderende markt, gedomineerd door talrijke overnames en fusies door grote (buitenlandse) marktspelers. Door de hoge investeringskost is het voor jonge Vlaamse bedrijven erg moeilijk om zelfstandig door te groeien. Om die investeringen te kunnen versnellen is de aanwezigheid van een pilootinstallatie voor industriële biotechnologie een belangrijke troef. Dat alleen volstaat echter niet om de investeringskloof voor startende en jonge bedrijven te overbruggen. De regionale verankering van de biobased economy staat er goed voor. Wereldspelers zoals BASF, Dow, Eastman, Cargill en Tereos hebben verschillende vestigingen in ons land, waaronder gespecialiseerde onderzoekscentra. Toch worden de vernieuwende investeringen voor de productie van biogebaseerde materialen niet in onze regio gedaan, wel onder andere in onze buurlanden en de Verenigde Staten. Hoewel de biogebaseerde industrie globaal aan een gestage opmars bezig is, zullen actoren en stakeholders in Vlaanderen een actievere rol moeten opnemen om de ontwikkeling en de verankering ervan in onze regio te bevorderen. CLEANTECH IN VLAANDEREN 7

www.ceebio.be twitter.com/ceebio_be linda.verdonck@pomov.be