Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding FARMACIE CUR2016

Vergelijkbare documenten
[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling. Masteropleiding FARMACIE

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding FARMACIE

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding. Islam in de moderne wereld

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Communicatiestudies

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Middeleeuwse studies

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Taalwetenschap

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Communicatiestudies

Onderwijs- en examenregeling van de. masteropleidingen

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Kunstbeleid en -management

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Duitse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling van de. masteropleidingen

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA. Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010.

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Geschiedenis

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleidingen Graduate School of Natural Sciences

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

GMW Onderwijs- en ExamenRegeling. Master-opleiding. voor het studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleidingen Graduate School of Natural Sciences

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en examenregeling (OER) Master

Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen

Faculteit der. Model Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masteropleiding

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Culturele antropologie i.h.b. de studie van multiculturalisme in vergelijkend perspectief

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Engelse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling voor de masteropleidingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Franse taal en cultuur

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Talenonderwijs en communicatie

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie = 1

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleidingen Graduate School of Natural Sciences

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Algemene voorwaarden Selectietraject van het Instroomprogramma voor hbo ers

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling van de. bacheloropleidingen

Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en Examenregeling Master Onderwijskunde & Pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling (OER) Master

Onderwijs- en examenregeling. Bacheloropleidingen. Faculteit Bètawetenschappen

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Talenonderwijs en communicatie

Fraudereglement. van de. Hogeschool van Amsterdam

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

Onderwijs- en examenregeling Premasterprogramma Klinische Gezondheidswetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

Training OER voor gevorderden. Guan Schellekens Juriaan van Kan Schellekens en Van Kan training en advies - november 2014

Transcriptie:

Onderwijs- en Examenregeling 2016-2017 Masteropleiding FARMACIE CUR2016 Universiteit Utrecht Faculteit Bètawetenschappen School of Pharmacy Universiteitsweg 99 3584 CG Utrecht OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 1

In de Onderwijs- en Examenregeling master Farmacie zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de faculteit Bètawetenschappen op 25-04-2016 met instemming van de faculteitsraad d.d. 25-04-2016. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 2

Inhoudsopgave PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 5 art. 1.1 Toepasselijkheid van de regeling... 5 art. 1.2 Begripsbepalingen... 5 PARAGRAAF 2 TOELATING... 6 art. 2.1 Toelatingseisen opleiding... 6 art. 2.2 Studenten met een buitenlandse vooropleiding... 6 art. 2.3 Toelatingsprocedure... 6 art. 2.4 Premaster... 7 PARAGRAAF 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING... 8 art. 3.1 Doel van de opleiding... 8 art. 3.2 Vorm van de opleiding... 8 art. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd... 8 art. 3.4 Studielast... 8 art. 3.5 Programma en startmomenten... 8 art. 3.6 Samenstelling programma CUR2016... 8 art. 3.7 Onderdelen elders... 9 PARAGRAAF 4 ONDERWIJS... 10 art. 4.1 Cursus... 10 art. 4.2 Ingangseisen cursussen CUR2016, jaar 1... 10 art. 4.3 Plaatsingsvolgorde CUR2016, jaar 1... 10 art. 4.4 Aanmelden voor cursussen... 10 art. 4.5 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting... 10 PARAGRAAF 5 TOETSING... 11 art. 5.1 Algemeen... 11 art. 5.2 Examencommissie... 11 art. 5.3 Toetsing stage en onderzoekopdracht... 11 art. 5.4 Cijfers... 12 art. 5.5 Reparatie: aanvullende of vervangende toets... 12 art. 5.6 Toetsvorm... 12 art. 5.7 Mondelinge toetsen... 12 art. 5.8 Toetsvoorziening bijzondere gevallen... 13 art. 5.9 Termijn beoordeling... 13 art. 5.10 Geldigheidsduur... 13 art. 5.11 Inzagerecht... 13 art. 5.12 Bewaartermijn toetsen... 13 art. 5.13 Vrijstelling... 13 art. 5.14 Fraude en plagiaat... 14 PARAGRAAF 6 EXAMEN... 16 art. 6.1 Examen... 16 art. 6.2 Judicium cum laude CUR2016... 16 art. 6.3 Graad... 17 art. 6.4 Honours... 17 art. 6.5 Getuigschrift... 17 art. 6.6 Final Grade Point Average (GPA)... 17 PARAGRAAF 7 STUDIEBEGELEIDING... 18 art. 7.1 Studievoortgangsadministratie... 18 art. 7.2 Studiebegeleiding... 18 art. 7.3 Handicap... 18 OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 3

art. 7.4 Niet-bindend studieadvies... 18 PARAGRAAF 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN... 19 art. 8.1 Tentamens en examens curriculum 2001... 19 art. 8.2 Vangnetregeling... 19 art. 8.3 Judicium cum laude voor studenten die voor 1 september 2016 zijn gestart... 19 art. 8.4 Wijziging... 19 art. 8.5 Bekendmaking... 19 art. 8.6 Inwerkingtreding... 19 BIJLAGE 1 TOEGANGSEISEN PREMASTERTRAJECT FARMACIE... 20 BIJLAGE 2 INGANGSEISEN CURSUSSEN JAAR 2 EN 3 OER 2015-2016... 21 BIJLAGE 3 OVERGANGSMAATREGELEN VOOR COHORTEN 2015-2016 EN EERDER... 22 OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 4

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN art. 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling geldt voor het studiejaar 2016-2017 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van de masteropleiding Farmacie CUR2016 (hierna te noemen: de opleiding), op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven 1 en op alle studenten die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. De opleiding wordt verzorgd door de School of Pharmacy van de faculteit Bètawetenschappen, hierna te noemen: de faculteit. art. 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. studiepunt: eenheid uitgedrukt in studiepunten (EC), waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; d. gedragscode taal: de op grond van art. 7.2 sub c van de wet door het college van bestuur vastgestelde gedragsregels ten aanzien van het verzorgen van het onderwijs en de examens in een andere taal dan het Nederlands; e. opleiding: de masteropleiding Farmacie CUR2016 genoemd in art. 1.1 van deze regeling. f. programma: een samenhangend geheel van onderwijseenheden binnen een opleiding, zoals beschreven in art. 3.6 van deze regeling. g. onderdeel: een onderwijseenheid (cursus) van de opleiding, opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus; h. toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de wet; i. examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele masteropleiding is voldaan; j. Universitaire Onderwijscatalogus: het onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur gehouden register van de binnen de universiteit verzorgde cursussen; k. contract onderwijsvoorzieningen: het door de onderwijsdirecteur (of andere functionaris namens de opleiding) en gehandicapte student afgesloten contract waarin is vastgelegd op welke noodzakelijke en redelijke voorzieningen de student recht heeft; l. Internationaal Diploma Supplement: de bijlage bij het mastergetuigschrift waarin een toelichting is opgenomen m.b.t. de aard en de inhoud van de opleiding (mede in internationale context). De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 1 Tenzij een overgangsregeling krachtens paragraaf 8 van toepassing is op een bepaalde groep studenten. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 5

PARAGRAAF 2 TOELATING art. 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op het niveau van een universitair bachelordiploma en die aantoont te beschikken over de volgende specifieke kennis, inzicht en vaardigheden: a) kennis op het gebied van farmacie op het niveau van de major farmacie van ten hoogste 135 studiepunten van de Universiteit Utrecht; b) inzicht in de farmacie op het niveau van de major farmacie van ten hoogste 135 studiepunten van de Universiteit Utrecht; c) vaardigheden op het gebied van de farmacie op het niveau van de major farmacie van ten hoogste 135 studiepunten van de Universiteit Utrecht. 2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: a) motivatie en talent (mede op basis van GPA en studievoortgang); b) niveau van de relevante kennis en van de beheersing van methoden & technieken uit het betreffende vakgebied; c) algemeen academisch denk- en werkniveau; d) beheersing van de Nederlandse taal in woord en geschrift. Aan de hand hiervan wordt bezien of betrokkene in staat is om het masterprogramma met goed gevolg af te ronden binnen de nominale duur. art. 2.2 Studenten met een buitenlandse vooropleiding De bezitter van een buitenlands diploma kan zich pas inschrijven: 1. nadat voldaan is aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma 2 dan wel het certificaat Nederlands als Vreemde Taal, Profiel Academische Taalvaardigheid (PAT) of Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO), en 2. nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding vervuld door het afleggen van één de volgende toetsen: o IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum vereiste IELTS score (overall band) is: 6,5 met ten minste 6,0 voor het onderdeel writing. o TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum vereiste TOEFL score is 93 (internet-based test). o Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: - Cambridge Certificate in Advanced English; minimum score: B - Cambridge Certificate of Proficiency in English; minimum score: C 3. nadat het buitenlandse bachelor- of masterdiploma Farmacie is gewaardeerd door de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. art. 2.3 Toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding en het masterprogramma is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in art. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 6

2.1, eerste en tweede lid gestelde voorwaarden. De commissie oordeelt bij haar onderzoek over de in artikel 2.1, tweede lid genoemde kerncompetenties van de kandidaat, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. Op basis hiervan komt de toelatingscommissie tot een oordeel over de geschiktheid van de kandidaat om met voldoende inspanning binnen de daarvoor gestelde tijd de eindkwalificaties van het masterprogramma te kunnen behalen. 4. Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats. 5. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding en een bepaald programma wordt voor 1 april (voor het masterprogramma dat per 1 september van start gaat) resp. voor 15 oktober (voor het masterprogramma dat per 1 februari van start gaat) ingediend bij de toelatingscommissie. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na deze sluitingsdata ingediend verzoek in behandeling nemen. 6. De toelatingscommissie beslist binnen een termijn van dertig werkdagen vanaf het moment dat het dossier compleet binnen is. Indien de toelatingscommissie een gesprek nodig acht met de kandidaat, wordt dit gesprek gehouden in mei (voor het masterprogramma dat per 1 september van start gaat) respectievelijk in november (voor het masterprogramma dat per 1 februari van start gaat). De commissie neemt binnen tien werkdagen na het gesprek een definitieve beslissing. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de desbetreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 7. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 8. De kandidaat accepteert een bewijs van toelating binnen twee weken na ontvangst. Een bewijs van toelating dat niet binnen twee weken is geaccepteerd, vervalt. art. 2.4 Premaster 1. Degenen die niet aan de toelatingseisen genoemd in art. 2.1 voldoen, kunnen hieraan voldoen door een op het masterprogramma toegesneden premastertraject van de Universiteit Utrecht met goed gevolg af te ronden. Het premastertraject heeft een omvang van minimaal 30 en maximaal 60 studiepunten. 2. In bijlage 1 zijn de toegangseisen voor het premastertraject opgenomen. 3. Bij een premastertraject van maximaal 30 studiepunten moet het traject binnen 12 maanden worden voltooid. Het premastertraject van maximaal 60 studiepunten moet binnen 24 maanden zijn voltooid. Na ommekomst van deze periode of bij kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan toelatingscommissie de student uitsluiten van verdere deelname aan de premaster. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 7

PARAGRAAF 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING art. 3.1 Doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: - gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van de farmacie, en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid; - voorbereiding op de beroepsuitoefening als apotheker; - voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van de farmaceutische wetenschappen. 2. De afgestudeerde: - heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied farmacie. - heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, dan wel een gedegen kennis op het snijvlak van de opleiding en een ander vakgebied; - heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van de farmacie te signaleren, formuleren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen. - heeft de vaardigheid om onderzoek op farmaceutisch gebied uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen. - beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot de beroepsuitoefening als apotheker. - is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien. - is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten. art. 3.2 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. art. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van docenten of studenten daartoe noodzaakt. art. 3.4 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 studiepunten. art. 3.5 Programma en startmomenten 1. De opleiding kent het volgende programma: het programma Farmacie, dat voorbereidt op de beroepsuitoefening als apotheker. 2. Het masterprogramma start twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari. art. 3.6 Samenstelling programma CUR2016 1. Het programma omvat de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast (in studiepunten, EC): a) Beroepsgericht cursorisch onderwijs met een studielast van 60 studiepunten, als volgt onderverdeeld: FA-MA101 Chronische aandoeningen 7,5 EC FA-MA102 Farmacotherapie op maat 7,5 EC FA-MA103 Individuele productzorg 7,5 EC FA-MA105 Medicatiebeleid 7,5 EC FA-MA106 Geneesmiddelontwerp 7,5 EC OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 8

FA-MA201 Farmaceutische eiwitten 7,5 EC FA-MA301 Zorg op maat 7,5 EC FA-MA302 Kwaliteitszorg 7,5 EC b) Beroepsstages (wettelijke vereiste minimaal 26 weken in klinische setting, 67,5 EC): FA-MA104 Farmacie in praktijk 7,5 EC FA-MA107 Polyfarmacie (duaal leren, 50:50, vijf weken stage) 15 EC FA-MA202 Klinische farmacie (duaal leren, 50:50, vijf weken stage) 15 EC FA-MA204 Polyfarmacie i.s.m. LINK BLAUW (GNK) 1 EC FA-MA303 Geïntegreerde farmacie (duaal leren, 50:50, vijf weken) 14 EC FA-MA305 Eindstage 15 EC c) FA-MA100/200/300 Persoonlijke en professionele ontwikkeling d) Verplichte onderdelen waarbinnen keuze mogelijk is (52,5 EC): FA-MA203 Onderzoeksproject 30 EC FA-MA2xx Verdiepings-/verbredingsonderwijs 7,5 EC FA-MA3xx Verdiepings-/verbredingsonderwijs 7,5 EC FA-MA304 Keuzestage 7,5 EC Voor studenten die in het studiejaar 2015-2016 en eerder waren ingeschreven voor de master opleiding Farmacie, geldt een overgangsbepaling (zie paragraaf 8 Overgangs- en slotbepalingen. art. 3.7 Onderdelen elders 1. Voorwaarde voor het behalen van het getuigschrift van het masterexamen van de opleiding is dat ten minste de helft van het onderwijsprogramma is behaald via onderdelen verzorgd door de Universiteit Utrecht. 2. Onderdelen die tijdens de opleiding elders behaald worden, kunnen uitsluitend met voorafgaande toestemming van de examencommissie worden ingebracht in het examenprogramma van de student. 3. Voor onderdelen die voorafgaand aan de start van de masteropleiding zijn behaald aan een instelling voor hoger onderwijs, kan slechts op grond van art. 5.13 vrijstelling worden verleend. art. 3.8 Honoursprogramma CUR2016 1. De opleiding kent een honoursprogramma. 2. De selectie van kandidaten en de toelating tot het honoursprogramma is opgedragen aan de selectiecommissie. De studenten worden aan het begin van jaar 1 geïnformeerd over de selectiecriteria. 3. De kandidaat ontvangt een toelatings-c.q. afwijzingsbeslissing tot het honoursprogramma. Hierin wordt gewezen op de bezwaarmogelijkheid bij het College van Bestuur. art. 3.9 Feitelijke vormgeving onderwijs 1. Op Blackboard is van elke cursus aangegeven: a. de programmering van de onderwijsactiviteiten; b. de roosters en programmering van de uren; c. de geprogrammeerde contacttijd per cursus; d. de overige gestructureerde contacturen voor de algemene begeleiding van studenten (stage- en scriptiebegeleiding, tutoraat, studiebegeleiding, etc.) waarbij een docent/medewerker dat uur beschikbaar is voor de student ; e. waar en wanneer de tentamens en aanvullende toetsen van de cursussen plaatsvinden. 2. De student kan het onderwijs waarvoor hij staat ingeschreven, inzien op Osiris Student. Voorts kan de student in Osiris Student zien waar en wanneer de tentamens en aanvullende toetsen van de cursussen waarvoor hij staat ingeschreven, plaatsvinden. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 9

PARAGRAAF 4 ONDERWIJS art. 4.1 Cursus Alle cursussen die deel uit kunnen maken van de opleiding zijn opgenomen in de Universitaire Onderwijscatalogus. art. 4.2 Ingangseisen cursussen CUR2016, jaar 1 Aan de volgende onderdelen van het programma kan eerst worden deelgenomen nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan: - FA-MA104 Farmacie in praktijk: na het gevolgd 2 hebben van de cursussen FA-MA101, FA-MA102 en FA-MA103; - FA-MA 107 Polyfarmacie: na het gevolgd hebben van de cursus FA-MA104. art. 4.3 Plaatsingsvolgorde CUR2016, jaar 1 Bij een instroom van meer dan 90 studenten 3 per instroommoment geldt voor cursussen in jaar 1 met een maximumcapaciteit de volgende plaatsingsvolgorde: 1. studenten met definitieve toelating van een eerder instroommoment (inclusief premasterstudenten die succesvol een premasterprogramma hebben doorlopen); 2. studenten die binnen vier jaar het bachelordiploma Farmacie hebben behaald op volgorde van datum registratie laatste resultaat; 3. studenten die langer dan vier jaar over hun bachelor Farmacie hebben gedaan op volgorde van datum registratie laatste resultaat. art. 4.4 Aanmelden voor cursussen Voor het aanmelden voor cursussen in het masterprogramma Farmacie is een aparte procedure. Zie: http://students.uu.nl/beta/farmacie-m art. 4.5 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven. 2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende eisen per onderdeel in de Universitaire Onderwijscatalogus omschreven. 3. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan. 2 Gevolgd hebben betekent een actieve deelname aan de cursus zoals beschreven in art. 4.4 en art. 5.4. 3 De studenten die voldoen aan de toelatingswaarden en op de lijst staan vanaf plaats 91, kunnen aan de master Farmacie beginnen waarbij zij het programma in een andere volgorde doorlopen (bijv. het eerder volgen van het onderzoeksproject). Het is mogelijk dat het programma niet geheel aansluitend te volgen is. Studenten die op de lijst staan vanaf plaats 91 (met een definitieve toelating) en die ervoor kiezen te starten met de master Farmacie bij het eerstvolgende instroommoment, vallen bij dat instroommoment in categorie 1. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 10

PARAGRAAF 5 TOETSING art. 5.1 Algemeen 1. Tijdens de cursus wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt. De toetsing van de student is afgerond bij het einde van de cursus. 2. In de Universitaire Onderwijscatalogus staat beschreven aan welke prestaties de student moet voldoen om de cursus met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. 3. In het Reglement 4 van de examencommissie staat de gang van zaken bij toetsing beschreven. art. 5.2 Examencommissie 1. De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 2. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing, waarbij: - ten minste één lid afkomstig is van buiten de desbetreffende opleiding; - ten minste één lid als docent verbonden is aan de desbetreffende opleiding. Herbenoeming is mogelijk. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende examencommissie. 3. Als lid of voorzitter van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een managementfunctie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of bestuurlijke (deel)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. Hieronder worden in ieder geval verstaan: de decaan, vicedecaan, directeur/hoofd/manager van een departement, lid van een departementaal management-/bestuursteam, directeur/hoofd/manager van een afdeling, lid van een afdelingsmanagement/bestuursteam, lid/voorzitter van de Board of Studies van de School of Pharmacy en de onderwijsdirecteur. 4. Het lidmaatschap van de examencommissie eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn. Voorts wordt aan de voorzitter en de leden door de decaan op eigen verzoek ontslag verleend. De voorzitter en de leden worden door de decaan ontslagen, indien zij niet meer voldoen aan de vereisten genoemd in lid 2 of lid 3 van dit artikel. Voorts kan de decaan de voorzitter en de leden ontslaan indien is gebleken dat zij de wettelijke taken onvoldoende uitvoeren. 5. De decaan maakt de samenstelling van de examencommissie(s) aan de studenten en docenten bekend. art. 5.3 Toetsing stage en onderzoekopdracht 1. De toetsing van een stage of van een onderzoekopdracht wordt verricht door de desbetreffende examinator en één of meer andere interne en/of externe deskundigen. 4 Ook wel Regels en Richtlijnen genoemd. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 11

art. 5.4 Cijfers 1. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende dan wel onvoldoende, waarbij een 6 of hoger voldoende is. De examinator stelt (deel)cijfers vast met maximaal één decimaal. De eindbeoordeling wordt vastgesteld op basis van de (deel)cijfers volgens de bij het onderdeel gepubliceerde methode en vervolgens als volgt afgerond: Vanaf en inclusief cijfer Tot cijfer Afronding 3,85 4,00 3,9 4,00 4,05 4 4,95 5,50 5 5,50 6,05 6 Overige cijfers worden afgerond op één decimaal: naar boven als de tweede decimaal 5 of hoger is en naar beneden als de tweede decimaal 4 of lager is. 2. De cursus FA-MA104 wordt beoordeeld met een onvoldoende, voldoende of goed. 3. Alfanumerieke resultaten worden in onderstaande gevallen toegekend: - de student die staat ingeschreven voor een cursus en aan geen enkel toetsonderdeel heeft deelgenomen, ontvangt een ND (Niet Deelgenomen); - de student die niet aan alle toetsonderdelen heeft deelgenomen, ontvangt een NVD (Niet VolDaan); - indien de student heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een V (Voldoende) als resultaat worden toegekend; - indien de student niet heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een ONV (Onvoldoende) als resultaat worden toegekend; - de student aan wie vrijstelling is verleend door de examencommissie ontvangt een VR (VRijstelling); - indien fraude is geconstateerd door de examencommissie, kan de student een FR (Fraude) als resultaat worden toegekend. art. 5.5 Reparatie: aanvullende of vervangende toets Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan, wordt hij uitsluitend bij een onvoldoende eindbeoordeling van ten minste een vier (4,0), eenmaal in de gelegenheid gesteld een aanvullende of een vervangende toets af te leggen. art. 5.6 Toetsvorm 1. Toetsing binnen een cursus vindt plaats op de wijze als vermeld in de Universitaire Onderwijscatalogus. 2. Op verzoek kan de examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wordt afgelegd. art. 5.7 Mondelinge toetsen 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getoetst, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 12

art. 5.8 Toetsvoorziening bijzondere gevallen 1. Indien het niet verlenen van een individuele toetsvoorziening zou leiden tot een bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard kan de examencommissie besluiten een toetsvoorziening toe te kennen. 2. Verzoeken om een bijzondere toetsvoorziening moeten zo snel mogelijk met bewijsstukken worden ingediend bij de examencommissie. 3. Artikel 5.5 is van overeenkomstige toepassing op de individuele toetsvoorziening bedoeld in het eerste lid. Dit betekent dat een student die: - door overmacht de reguliere eindtoets van de cursus heeft gemist, en - bij wijze van bijzondere toetsvoorziening alsnog de toets aflegt, in de gelegenheid wordt gesteld een aanvullende of vervangende toets af te leggen bij een onvoldoende eindbeoordeling van ten minste een vier (4,0). art. 5.9 Termijn beoordeling 1. De examinator stelt binnen 24 uur na het afnemen van een mondelinge toets het oordeel vast en geeft de uitslag elektronisch door of reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen toets vast binnen tien werkdagen na de dag waarop deze is afgenomen, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijke of elektronische bewijsstuk van het oordeel aan de student. 3. Op de schriftelijke verklaring van het oordeel over een toets wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 5.11 en op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. art. 5.10 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is acht jaar. In afwijking hiervan kan de examencommissie in geval van bijzondere omstandigheden, op verzoek van de student, voor een onderdeel een verlengde geldigheidsduur bepalen. art. 5.11 Inzagerecht 1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke toets krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrachten van de desbetreffende toets, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. art. 5.12 Bewaartermijn toetsen 1. De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke toetsen worden (in papieren of digitale vorm) gedurende twee jaar na de beoordeling bewaard. 2. Het afstudeerwerk 5 en de beoordeling daarvan wordt (in papieren of digitale vorm) gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. art. 5.13 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een onderdeel van het programma, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding voorafgaand aan de start van de masteropleiding heeft voltooid; 5 Onder afstudeerwerk wordt bedoeld: het verslag van het onderzoeksproject en de verslagen van de basisstages en verdiepingsstage. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 13

b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. art. 5.14 Fraude en plagiaat 1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Onder fraude valt onder meer: - tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; - tijdens het tentamen in het bezit (d.w.z. bij zich te hebben/te dragen) te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, smartwatch, smartglasses, boeken, syllabi, aantekeningen etc.), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; - door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht en het voordoen als eigen werk; - zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen, opgaven of antwoorden van het desbetreffende tentamen; - fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens. Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: - het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën en digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het overnemen van teksten van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften en encyclopedieën zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het opnemen van een vertaling van bovengenoemde bronnen zonder aanhalingstekens en verwijzing; - het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing; parafrasen moeten als zodanig gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student; - het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; - het zonder bronvermelding opnieuw inleveren van eerder door de student gemaakt eigen werk en dit laten doorgaan voor in het kader van de cursus vervaardigd oorspronkelijk werk, tenzij dit in de cursus of door de docent uitdrukkelijk is toegestaan; - het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; - ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde; - het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die al dan niet tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. 2. a. Wanneer fraude of plagiaat wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator dit schriftelijk mee aan de student en de examencommissie. b. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid: - schriftelijk daarop te reageren; - te worden gehoord. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 14

3. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de student schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in het vierde lid mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 4. Fraude en plagiaat wordt door de examencommissie als volgt bestraft: a. In ieder geval: - ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen - berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS. b. En eventueel voorts, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat, en van de studiefase van de student, één of meer van de volgende sancties: - verwijderen uit de cursus - het niet meer in aanmerking komen voor een positief judicium (cum laude) als bedoeld in art.6.2 - uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing die behoren bij het betreffende onderwijsonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode van 12 maanden - volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. d. Bij zeer ernstige en/of herhaalde fraude kan de examencommissie het college van bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen. 5. Als de examencommissie vaststelt dat er sprake is van een grootschalige of georganiseerde fraude, welke van omvang is dat het de tentamenresultaten in het geheel zal beïnvloeden, beslist de examencommissie onverwijld dat het desbetreffende tentamen ongeldig is en dat alle deelnemers op korte termijn het hele tentamen moeten overdoen. Daarbij stelt de examencommissie de datum vast waarop het tentamen moet worden overgedaan. Deze datum ligt uiterlijk twee weken na de aanvankelijke tentamendatum, zodat de deelnemers nog baat hebben van hun voorbereiding voor het tentamen. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 15

PARAGRAAF 6 EXAMEN art. 6.1 Examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast en reikt het getuigschrift als bedoeld in art. 6.5 uit zodra de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende toetsen haar daartoe aanleiding geven. 3. Beoordeling van het examendossier maakt deel uit van het afsluitend examen. Als datum voor het examen geldt de laatste werkdag van de maand waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 4. Voor het behalen van het examen geldt als voorwaarde dat voor alle onderdelen een voldoende is behaald. 5. Voor het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student ingeschreven was voor de opleiding in de periode dat de toetsen zijn afgelegd. Ingeval de student niet aan deze voorwaarde voldoet, kan het college van bestuur een verklaring van geen bezwaar afgeven met betrekking tot het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift nadat de student de verschuldigde collegegelden en administratiekosten voor de 'ontbrekende' perioden heeft betaald. 6. Degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan en de examendatum als bedoeld in het derde lid uit te stellen. Dit verzoek moet worden ingediend binnen twee weken nadat de student op de hoogte is gebracht van de uitslag van het examen. Bij dit verzoek geeft de student aan wanneer hij het getuigschrift wil ontvangen. De examencommissie willigt het verzoek in het studiejaar 2016-2017 in ieder geval in wanneer de student: - een bestuursfunctie gaat vervullen waarvoor een bestuursbeurs van de Universiteit Utrecht beschikbaar is; - een stage of onderdeel in het buitenland gaat volgen. De examencommissie kan het verzoek tevens inwilligen indien het niet inwilligen van het verzoek zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard vanwege de omstandigheid dat betrokkene in de studieplanning geen rekening heeft kunnen houden met het automatisch afstuderen. art. 6.2 Judicium cum laude CUR2016 6 Het judicium cum laude wordt toegekend aan het masterexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden. - Voor de onderdelen van het programma is er een gewogen gemiddeld ten minste het cijfer 8,0 behaald, waarbij weging plaatsvindt met het aantal studiepunten per onderdeel. - Voor geen van de onderdelen van het programma is een cijfer lager dan een 7,0 behaald. - Voor het onderzoeksproject is ten minste het cijfer 8,0 behaald. - Voor de eindstage is het oordeel G (goed) behaald. - Er zijn maximaal 15 studiepunten niet-meetellende vrijstellingen verkregen. - Er is in de loop van de studie maximaal één onderdeel overgedaan. - Er is geen beslissing van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.13, lid 4 onder b) inhoudend dat er vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude). - Het masterexamen is binnen vier jaar behaald. 6 Zie ook artikel 8.3 OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 16

art. 6.3 Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Master of Science verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. art. 6.4 Honours Indien het honoursprogramma als bedoeld in art. 3.8 met goed gevolg is afgesloten, wordt een afzonderlijk getuigschrift uitgereikt waarop dit is vermeld. art. 6.5 Getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De examencommissie voegt aan dit getuigschrift het Internationaal Diploma Supplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding. art. 6.6 Final Grade Point Average (GPA) 1. Op het Internationaal Diploma Supplement is het final Grade Point Average (GPA) vermeld om de academische prestaties van een student weer te geven. 2. Het final GPA is het gemiddelde cijfer van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de opleiding, gewogen naar studiepunten en uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 met twee decimalen. 3. De berekening van het final GPA gaat als volgt: - alle geldende tentamenresultaten behaald in het examenprogramma van de masteropleiding worden omgerekend naar quality points; - quality points zijn het geldend tentamenresultaat x aantal studiepunten van het betreffende onderdeel; - het totaal aantal behaalde quality points gedeeld door het totaal aantal behaalde studiepunten geven het gemiddeld tentamenresultaat; - het gemiddeld tentamenresultaat wordt omgezet in het final GPA. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 17

PARAGRAAF 7 STUDIEBEGELEIDING art. 7.1 Studievoortgangsadministratie 1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via Osirisstudent ter beschikking. 2. Bij het studiepunt Bètawetenschappen, master Farmacie, kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen. art. 7.2 Studiebegeleiding 1. De faculteit draagt zorg voor de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven. 2. De studiebegeleiding omvat: - toewijzing van een studiebegeleider ( tutor/studieadviseur)die zorg draagt voor: o het bevorderen van het communitygevoel van de studenten; o begeleiding bij keuzes in het programma; o begeleiding bij de oriëntatie op de arbeidsmarkt. - het bieden van verwijzing en hulp bij door studenten ervaren moeilijkheden tijdens de studie. art. 7.3 Handicap Aan de student met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden het onderwijs te volgen en de toetsen af te leggen op de wijze zoals vastgelegd in zijn Contract Onderwijsvoorzieningen. Verzoeken om een Contract Onderwijsvoorzieningen af te sluiten worden ingediend bij de studieadviseur. De student overlegt het contract aan het begin van een cursus aan de coördinator. art. 7.4 Niet-bindend studieadvies 1. In het jaar van zijn eerste inschrijving ontvangt de student een schriftelijk studieadvies over de voortgang in de master Farmacie. 2. Eind augustus (instroom september) of begin mei (instroom februari) nadat de resultaten van de aanvullende toetsen van de cursussen in respectievelijk periode 4 en periode 2 bekend zijn, wordt een niet-bindend studieadvies verstuurd. a. Wanneer de student 45 of meer studiepunten heeft behaald, wordt een positief voortgangsadvies gegeven. b. Wanneer de student tussen 30-45 studiepunten heeft behaald, wordt in het advies twijfel uitgesproken over de voortgang. c. Wanneer de student minder dan 30 studiepunten heeft behaald, wordt een negatief voortgangsadvies gegeven. d. Wanneer de student de cursus FA-MA100 Persoonlijke en professionele ontwikkeling niet met een voldoende heeft afgerond, wordt ongeacht het aantal behaalde studiepunten een negatief voortgangsadvies gegeven. 3. De studenten die een advies als bedoeld in lid 2c. en lid 2d. krijgen, worden uitgenodigd voor een gesprek met als doel het bespreken van de studiemethode, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing. 4. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 2 tellen alle behaalde studiepunten mee van cursussen uit jaar 1 van de master Farmacie. De studiepunten van verworven vrijstellingen en de resultaten van behaalde deeltoetsen tellen niet mee. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 18

PARAGRAAF 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN art. 8.1 Tentamens en examens curriculum 2001 Voor studenten die in het studiejaar 2015-2016 waren ingeschreven voor de masteropleiding Farmacie blijft het desbetreffende studieprogramma, laatstelijk vastgesteld/gewijzigd op 31 augustus 2015, van kracht. De ingangseisen voor de tweede- en derdejaars cursussen staan vermeld in bijlage 2. In bijlage 3 zijn de overgangsmaatregelen voor de cohorten 2015-2016 en eerder opgenomen. art. 8.2 Vangnetregeling In die gevallen waarin deze regeling niet voorziet, niet duidelijk voorziet of tot kennelijke onredelijke uitkomsten leidt, wordt door of namens de decaan beslist, na de examencommissie te hebben gehoord. Indien de beslissing op basis van de wet behoort tot de bevoegdheden van de examencommissie, stuurt de decaan het verzoek naar de examencommissie ter afhandeling. art. 8.3 Judicium cum laude voor studenten die voor 1 september 2016 zijn gestart Het judicium cum laude wordt toegekend aan het masterexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden: - Voor de onderdelen van het programma is er een gewogen gemiddeld ten minste het cijfer 8,0 behaald, waarbij weging plaatsvindt met het aantal studiepunten per onderdeel. - Voor geen van de onderdelen van het programma is een cijfer lager dan een 7,0 behaald. - Voor het onderzoeksproject is ten minste het cijfer 8,0 behaald. - Voor de basisstages openbare apotheek en ziekenhuisapotheek en de verdiepende stage is het oordeel G (goed) behaald. - Er zijn maximaal 15 studiepunten niet-meetellende vrijstellingen verkregen. - Er is in de loop van de studie maximaal één onderdeel overgedaan. - Er is geen beslissing van de examencommissie (als bedoeld in art. 5.13, lid 4 onder b) inhoudend dat er vanwege vastgestelde fraude/plagiaat de student niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium (cum laude). - Het masterexamen is binnen vier jaar behaald. art. 8.4 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de faculteitsraad of opleidingsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. art. 8.5 Bekendmaking De decaan draagt zorg voor bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging via internet. art. 8.6 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2016. o o o OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 19

BIJLAGE 1 Toegangseisen premastertraject Farmacie Een student komt in aanmerking voor toelating tot het premastertraject Farmacie indien hij/zij beschikt over: - een universitair bachelordiploma in medisch-biologisch of biofarmaceutische richting; - een hlo-diploma met voldoende kennis van scheikunde en biomedische vakken en een gemiddeld eindcijfer van een zeven of hoger (een ander hbo-diploma geeft geen toegang tot het pre-mastertraject). De toelatingscommissie master Farmacie beslist op basis van het dossier en een gesprek of de student het premastertraject mag volgen. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 20

BIJLAGE 2 Ingangseisen cursussen jaar 2 en 3 OER 2015-2016 art. 4.2 Ingangseisen cursussen OER 2015-2016 Aan de volgende onderdelen van het programma kan eerst worden deelgenomen nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan: - kennismakingsstage, openbare farmacie: na het gevolgd 7 hebben van blokken FA-401 en FA-403; - kennismakingsstage, onderdeel ziekenhuisfarmacie: na het gevolgd hebben van de blokken FA- 402 en FA-405; - profielblokken FA-512 t/m FA-515, FA-517 t/m FA-519 en FA-521: na het gevolgd hebben van ten minste vier van de blokken FA-401, FA-402, FA-403, FA-404 en FA-405 en na het behalen van ten minste drie van deze blokken; - FA-516: na het gevolgd hebben van ten minste vier van de blokken FA-401, FA-402, FA-403, FA- 404 en FA-405 en na het behalen van ten minste drie van deze blokken; - FA-522: na het gevolgd hebben van de blokken FA-401, FA-402, FA-403, FA-404 en FA-405 en het behaald hebben van ten minste vier van deze vijf blokken en het gevolgd hebben van ten minste drie profielblokken 8, waarvan er twee zijn behaald; - FA-501 9 en basisstage ziekenhuisfarmacie: na het behalen van de blokken FA-401, FA-402, FA- 403, FA-404, FA-405 en FA-480, onderdeel openbare farmacie en het gevolgd hebben van ten minste drie profielblokken 8, waarvan er twee zijn behaald; - basisstage openbare farmacie: na het behaald hebben van de blok FA-480 (onderdeel openbare farmacie) en het gevolgd hebben van FA-481 en FA-501; - keuzestage: na het behalen van de blokken FA-401, FA-402, FA-403, FA-404, FA-405, FA-480 en na het gevolgd hebben van FA-481. 7 Gevolgd hebben betekent een actieve deelname aan de cursus zoals beschreven in art. 4.4 en art. 5.4. 8 Van de drie profielvakken mag er een worden ingevuld door het blok FA-516. 9 Bij plaatsing voor blok FA-501 (capaciteit 42 studenten) wordt rekening gehouden met het aantal behaalde studiepunten en het al dan niet al gevolgd hebben van blok FA-516. OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 21

BIJLAGE 3 Overgangsmaatregelen voor cohorten 2015-2016 en eerder Aanbod blokken oude stijl Blok Aangeboden t/m studiejaar Laatste mogelijkheid voor deelname aan volledige blok (periode, startmaand) FA-401 Aandoeningen* 2015-2016 FA-402 Apotheekbereidingen 2016-2017 # 1 september 2016 FA-403 Medicatiebegeleiding* 2015-2016 FA-404 Medicatiebeleid* 2016-2017 # 2.2 december 2016 FA-405 Kwaliteitszorg 2016-2017 # 2.1 november 2016 FA-406 Samenwerken in de farmacotherapie 2015-2016 FA-4xx Keuzevakken 2015-2016 FA-480-OA Kennismakingsstage OA 2015-2016 3.1 4.2 FA-480-ZH Kennismakingsstage ZH 2016-2017 FA-481 Onderzoeksproject 2016-2017 FA-512 Stabiliteit van geneesmiddelen 2017-2018 FA-513 Kinderformuleringen 2017-2018 FA-514 Geneesmiddelontwikkeling 2017-2018 FA-515 Farmaceutische eiwitten 2017-2018 FA-517 Evidence based medicine* 2017-2018 FA-518 Therapie CNS* 2017-2018 FA-519 Klinische farmacotherapie* 2017-2018 FA-521 Oncologie & Pijn 2017-2018 FA-501 Beroepspraktijk 2018-2019 FA-516 Cardiovasculaire therapie 2018-2019 FA-522 Toegepaste farmacie 2018-2019 FA-681 Basisstage 2018-2019 FA-682 Verdiepingsstage 2018-2019 FA-683 Keuzestage n.v.t. februari 2016 juni 2016 * De vaardigheidsonderdelen mondelinge communicatie en schriftelijke communicatie uit FA-401, FA-403, FA- 404, FA-517, FA-518 en FA-519 worden nog tot en met studiejaar 2018-2019 aangeboden. # t/m semester 1, studiejaar 2016-2017 OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 22

Vervangende cursussen curriculum 2016 Blok oude stijl Vervangende cursus Cur2016 FA-401 Aandoeningen FA-MA101 Chronische aandoeningen en de skill SC401 FA-402 Apotheekbereidingen FA-MA103 Individuele productzorg én FA-MA106 Geneesmiddelontwerp FA-403 Medicatiebegeleiding FA-MA102 Farmacotherapie op maat en de skill Balietoets (uit FA-403) FA-404 Medicatiebeleid FA-MA105 Medicatiebeleid FA-405 Kwaliteitsborging Bezemcursus zomer 2017 FA-406 Samenwerken in de farmacotherapie Nieuwe cursus GNK-farmacie (week polyfarmacie) FA-4xx Keuzevakken FA-MA2xx/3xx Verdiepingscursus FA-512 Stabiliteit van geneesmiddelen FA-513 Kinderformuleringen FA-514 Geneesmiddelontwerp FA-515 Farmaceutische eiwitten FA-517 Evidence based medicine FA-518 Therapie CNS FA-519 Klinische farmacotherapie FA-521 Oncologie & Pijn Nader te bepalen FA-501 Beroepspraktijk FA-516 Cardiovasculaire therapie FA-522 Toegepaste farmacie Vaardigheidsonderdelen MC en SC uit FA-401, FA-403, FA-404, FA-517, FA-518 en FA-519 Herkansingsmogelijkheden t/m 2018-2019 OER 2016-2017 masteropleiding Farmacie CUR2016 23