Statuut Medezeggenschap
Inhoudsopgave Paragraaf 1 Algemeen... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Paragraaf 2 Organisatie Medezeggenschap... 4 Artikel 2 Medezeggenschapsorganen... 4 Artikel 3a Omvang en samenstelling gemeenschappelijke medezeggenschapsraad... 4 Artikel 3b Omvang en samenstelling medezeggenschapsraden... 5 Artikel 3c Omvang en samenstelling themaraad... 5 Artikel 3d Omvang en samenstelling deelraad... 6 Paragraaf 3 Termijnen... 7 Artikel 4 Termijnen bij toepassing bijzondere bevoegdheden... 7 Artikel 5 Informatieverstrekking tussen medezeggenschapsorganen onderling... 7 Artikel 6 Geheimhouding... 7 Paragraaf 4 Faciliteiten... 8 Artikel 7 Algemene faciliteiten t.b.v. medezeggenschapsorganen... 8 Artikel 8 Faciliteiten t.b.v. het personeel... 8 Artikel 9 Faciliteiten t.b.v. ouders en leerling-leden... 8 Paragraaf 5 Vertegenwoordiging van het bevoegd gezag... 9 Artikel 10 Overleg Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad... 9 Artikel 11 Overleg medezeggenschapsraden... 9 Artikel 12 Ontheffing... 9 Paragraaf 6 Overige bepalingen... 10 Artikel 13 Vaststelling en wijziging statuut en reglementen... 10 Artikel 14 Citeertitel; inwerkingtreding... 10 Statuut Medezeggenschap Pagina 2 van 11
Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen WMS a. de Wet Medezeggenschap Scholen; Bevoegd gezag b. het bestuur van Openbaar Rechtspersoon *; Directieraad c. het door het bevoegd gezag gemandateerde orgaan met de dagelijkse bestuurlijke verantwoordelijkheid *; GMR d. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 4 van de WMS; MR e. de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de WMS; Personeelsraad f. medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3, lid 6 van de WMS; Themaraad g. een themaraad als bedoeld in artikel 20 lid 4 van de wet WMS; Deelraad h. een deelraad als bedoeld in artikel 20 lid 1 van de wet WMS; Commissie i. een door de medezeggenschapsraad ingestelde groep mensen die met een bepaald doel is samengesteld; Scholen j. alle onder het bevoegd gezag ressorterende Primair Onderwijs-, Voortgezet Onderwijs- en Speciaal Onderwijs scholen. Leerlingen k. leerlingen in de zin van de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op de Expertisecentra; leerlingen in de zin van de Wet op Voortgezet Onderwijs; Ouders l. ouders, voogden of verzorgers van leerlingen; Schoolleiding m.de directeur en adjunct-directeur, bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op de Expertisecentra, die in dienstverband dan wel anderszins door het bevoegd gezag gemandateerd werkzaam zijn aan de school; de rector, de directeur, conrectoren of de leden van de centrale directie in de zin van de Wet op Voortgezet Onderwijs die in dienstverband dan wel anderszins door het bevoegd gezag gemandateerd werkzaam zijn aan de school; Personeel n. het personeel dat in dienst is dan wel ten minste zes maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bevoegd gezag en dat werkzaam is op de school; Geleding o. de afzonderlijke groepen van leden, bedoeld in artikel 3, derde lid van de WMS; Reglement GMR p. reglement van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad; Reglement MR q. reglement van de Medezeggenschapsraad; WPO r. de Wet op het Primair Onderwijs**; WEC s. de Wet op de Expertisecentra**; WVO t. de Wet op het Voortgezet Onderwijs**. * Indien in het kader van de Wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur wijzigt van rechtsvorm dan kan hier gelezen worden: Bevoegd gezag: de Raad van Toezicht van Directieraad: Het College van Bestuur van ** Op dit statuut is alle vigerende wet-en regelgeving van toepassing. Statuut Medezeggenschap Pagina 3 van 11
Paragraaf 2 Organisatie Medezeggenschap Artikel 2 Medezeggenschapsorganen GMR 1. Aan de Openbare Rechtspersoon zijn een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Primair- en Speciaal Onderwijs en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Voortgezet Onderwijs verbonden. MR-en 2. a. Aan elke school voor Primair- en Speciaal Onderwijs is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks door en uit de personeelsleden en de ouders gekozen volgens de bepalingen van het reglement MR; b. Aan elke school voor Voortgezet en Voortgezet Speciaal Onderwijs is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks uit en door de personeelsleden, ouders en leerlingen gekozen. 3. Geen lid van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad kunnen zijn: a.zij die deel uitmaken van het bevoegd gezag; b.een personeelslid dat is opgedragen om namens het bevoegd gezag op te treden in besprekingen met de medezeggenschapsraad. Themaraad 4. De Medezeggenschapsraad en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad kunnen met in achtneming van artikel 20, vierde lid WMS themaraad/themaraden instellen. Personeelsraad 5. Personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van alle scholen vormt een Medezeggenschapsraad die uit en door dat personeel wordt gekozen ( artikel 3, lid 6 van de WMS). Artikel 3a Omvang en samenstelling gemeenschappelijke medezeggenschapsraad samenstelling GMR 1. a. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Primair en Speciaal Onderwijs bepaalt zelf het aantal leden. De helft van het aantal leden wordt uit het personeel gekozen en de andere helft uit ouders. b. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Voortgezet en Voortgezet Onderwijs bepaalt zelf het aantal leden. De helft van het aantal leden wordt uit het personeel gekozen en de andere helft uit ouders en leerlingen (het aantal leerlingen en aantal ouders zijn aan elkaar gelijk; Indien te weinig leden beschikbaar zijn voor een van de geledingen, kan de niet door de desbetreffende geleding te vervullen plaats worden toegedeeld aan de andere geleding). 2. Lid van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad kunnen zijn: a. leden van de medezeggenschapsraden, verbonden aan de onder het bevoegd gezag vallende scholen; b. personen die geen lid zijn van de onder a bedoelde medezeggenschapsraden, doch met de school een directe band hebben als ouder of personeelslid. Commissie 3. De gemeenschappelijke medezeggenschapraad kan desgewenst commissies instellen die de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad adviseren. Een commissie kan bestaan uit externe leden, maar minimaal één GMR lid maakt deel uit van de commissie. Statuut Medezeggenschap Pagina 4 van 11
Artikel 3b Omvang en samenstelling medezeggenschapsraden Samenstelling MR 1. De medezeggenschapsraad van scholen Primair en Speciaal Onderwijs bestaat uit ten minste 4 leden en maximaal 12 leden. 2. De medezeggenschapsraad scholen Primair en Speciaal Onderwijs bestaat uit leden, die worden gekozen: a. uit en door het personeel, en b. uit en door de ouders. De aantallen leden, bedoeld in a en b, zijn aan elkaar gelijk; 3. De medezeggenschapsraad van scholen Voortgezet Onderwijs bestaat uit ten minste 8 leden en maximaal 16 leden; 4. De medezeggenschapsraad van scholen Voortgezet Onderwijs bestaat uit leden van wie: a. de helft van het aantal leden is gekozen door en uit het personeel, en b. de andere helft gekozen door en uit leerlingen en door en uit ouders. 5. Indien vanwege de bijzondere samenstelling van de school een afwijkende structuur of samenstelling door de schooldirecteur en de medezeggenschapsraad wordt gekozen, dan behoeft dit de instemming van het bevoegd gezag; Commissie 6. De medezeggenschapraad kan desgewenst commissies instellen die de medezeggenschapsraad adviseren. Een commissie kan bestaan uit externe leden, maar minimaal één MR lid maakt deel uit van de commissie. Personeelsraad 7. Personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van alle scholen vormt een Medezeggenschapsraad die uit en door dat personeel wordt gekozen. Deze raad bestaat uit tenminste 2 leden en maximaal 5 leden ( artikel 3, lid 6 van de WMS). Artikel 3c Omvang en samenstelling themaraad Themaraad 1. Een themaraad kan worden ingesteld voor een vooraf te bepalen termijn. Bij beëindiging van de termijn wordt bezien of de themaraad in stand moet blijven; 2. De benoeming van de leden voor een themaraad vindt plaats door de leden van de medezeggenschapsraden en voor zover het onderwerp alle scholen betreft door de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; Bevoegdheden 3. De medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kunnen met instemming van het bevoegd gezag en met instemming van twee derde leden van de medezeggenschapsraad of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor één of meer van de aangelegenheden, bedoeld in artikel 10, 11 dan wel artikel 16, haar bevoegdheden overdragen aan een themaraad; 4. Gedurende de periode dat de themaraad in functie is kunnen de betrokken medezeggenschapsorganen of kan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad de in lid 3 genoemde bevoegdheden niet zelf uitoefenen. 5. De medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kunnen met instemming van het bevoegd gezag en met instemming van twee derde leden van de medezeggenschapsraad of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad het mandaat aan een themaraad intrekken. Statuut Medezeggenschap Pagina 5 van 11
Artikel 3d Omvang en samenstelling deelraad Deelraad 1. Op verzoek van de medezeggenschapsraad en met instemming van het bevoegd gezag kan met instemming van twee derden van de leden van de medezeggenschapsraad een deelraad worden verbonden aan een deel van een school. Bevoegdheden 2. De deelraad treedt in de bevoegdheden van de medezeggenschap voor zover uitoefening van die bevoegdheden geen betrekking heeft op een ander deel van de school; 3. De artikelen 3, 23 en 24 van de wet WMS zijn van overeenkomstige toepassing op de deelraad. Statuut Medezeggenschap Pagina 6 van 11
Paragraaf 3 Termijnen Artikel 4 Termijnen bij toepassing bijzondere bevoegdheden Termijnen 1. Het bevoegd gezag legt een verzoek tot instemming met of tot advies t.a.v. voorgenomen besluiten neer bij het betreffende medezeggenschapsorgaan twee en veertig dagen voor de eerstvolgende (gemeenschappelijke) medezeggenschapsvergadering voor het besluit ten uitvoer gebracht zal worden; Afwijking termijnen 2. In overleg en in het belang van zorgvuldige besluitvorming dan wel van spoedeisend belang kan worden afgeweken van de in het vorige lid genoemde termijn. Artikel 5 Informatieverstrekking tussen medezeggenschapsorganen onderling Communicatie 1. De communicatie tussen de medezeggenschapsorganen wordt vorm gegeven aan de hand van een door de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden op te stellen communicatieplan. In dit communicatieplan wordt de wijze van verspreiden van de agenda s, verslagen en overige bijbehorende stukken aan de overige medezeggenschapsorganen beschreven. Artikel 6 Geheimhouding Geheimhouding Ten aanzien van zaken die in besloten vergadering besproken zijn dan wel waaromtrent het bevoegd gezag geheimhouding heeft opgelegd, worden door de leden van de (G)MR geen mededelingen aan anderen gedaan. Statuut Medezeggenschap Pagina 7 van 11
Paragraaf 4 Faciliteiten Artikel 7 Algemene faciliteiten t.b.v. medezeggenschapsorganen Vergader 1. Ten behoeve van hun vergaderingen kunnen de medezeggenschapsorganen in overleg met de faciliteiten daartoe aangewezen functionaris beschikken over vergaderruimte, overige vergaderfaciliteiten (koffie, thee) en kopieerfaciliteiten; Ambtelijk secretaris 2. Ten behoeve van hun vergaderingen is aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden een ambtelijk secretaris toegevoegd; Kostenraming 3. Op basis van een activiteitenplan en kostenraming wordt in de begroting van de school dan wel de organisatie jaarlijks een bedrag gereserveerd voor deskundigheidsbevordering van de leden van de medezeggenschapsorganen en raadpleging van deskundigen, inclusief juridische bijstand. Beschikbaarstelling vindt plaats na overlegging van een offerte of factuur; Niet voor kosten 4. Het in lid 3 bedoelde bedrag heeft geen betrekking op raadpleging van deskundigen, inclusief bevoegd gezag juridische bijstand, van bestuurszijde; Geen stuwmeer 5. Wanneer het bedrag als bedoeld in lid 3 niet geheel wordt gebruikt in het kalenderjaar waarop het in de begroting was opgenomen, kan het in het daaropvolgende jaar worden besteed, met dien verstande dat wanneer het totale bedrag meer dan twee maal het jaarbedrag is geworden het overige terugvloeit in de middelen van de openbare rechtspersoon; Achterban- 6. Wanneer (een geleding van) een medezeggenschapsorgaan een achterbanraadpleging wenst te raadpleging houden stelt het onverwijld het bevoegd gezag daarvan in kennis. Het bevoegd gezag stelt faciliteiten daarvoor ter beschikking; Publicatie 7.Medezeggenschapsorganen kunnen in overleg met een eventuele redactie gebruik maken van de middelen binnen de school of scholen gebruikelijke publicatiemethoden (publicatieborden, schoolkrant, intranet). Artikel 8 Faciliteiten t.b.v. het personeel Faciliteiten personeel Voor het personeel dat zitting heeft in een medezeggenschapsorgaan worden faciliteiten in de vorm van uren beschikbaar gesteld, conform wat daarover is afgesproken in de CAO. Artikel 9 Faciliteiten t.b.v. ouders en leerling-leden Onkostenvergoeding ouders Reis- en verblijfskosten 1.Voor ouders die zitting hebben in een medezeggenschapsorgaan wordt een onkostenvergoeding ter beschikking gesteld om aantoonbare en noodzakelijke uitgaven te dekken en een vacatievergoeding van 45,-- per bijgewoonde GMR-vergadering. Leerling-leden van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad ontvangen een vacatievergoeding van 25, - per bijgewoonde GMRvergadering; 2. De voorzitters van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden ontvangen een vaste onkostenvergoeding van 1500, - per jaar. 3. Onder de in lid 1 bedoelde onkosten vallen in elk geval reis- en verblijfskosten, die zullen worden vergoed conform wat in de CAO voor het personeel is vastgelegd. Statuut Medezeggenschap Pagina 8 van 11
Paragraaf 5 Vertegenwoordiging van het bevoegd gezag Artikel 10 Overleg Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Overleg GMR 1. De besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad worden namens het bevoegd gezag gevoerd door College van Bestuur. 2. Bij ontstentenis van het College van Bestuur zullen de besprekingen worden gevoerd door een door het College van Bestuur nader aan te wijzen functionaris. Artikel 11 Overleg medezeggenschapsraden Overleg MR 1. De besprekingen met de medezeggenschapsraden worden namens het bevoegd gezag gevoerd door de directeur; 2. Bij ontstentenis van de directeur zullen de besprekingen worden gevoerd door een plaatsvervanger van de directeur, of een door hem of door het bevoegd gezag aan te wijzen functionaris. Artikel 12 Ontheffing Ontheffing 1. De met het overleg belaste functionaris kan het bevoegd gezag verzoeken hem geheel of gedeeltelijk te ontheffen van zijn taak om de besprekingen te voeren. Het verzoek is met redenen omkleed. 2. Het bevoegd gezag verleent de ontheffing: a. indien de met het overleg belaste functionaris in redelijkheid niet geacht kan worden in het algemeen de besprekingen te voeren dan wel b. indien de met het overleg belaste functionaris in redelijkheid niet geacht kan worden de besprekingen over één of meer aangelegenheden te voeren. 3. Het bevoegd gezag besluit zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt het medezeggenschapsorgaan schriftelijk in kennis van zijn besluit. De ontheffing is voor bepaalde tijd en kan alle of alleen bepaalde gevallen betreffen. Het besluit is met redenen omkleed. Statuut Medezeggenschap Pagina 9 van 11
Paragraaf 6 Overige bepalingen Artikel 13 Vaststelling en wijziging statuut en reglementen Vaststelling en wijziging gekwalificeerde meerderheid 1. Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens de WMS, ten minste eenmaal in de twee jaar het medezeggenschapsstatuut vast. 2. Het bevoegd gezag legt het Medezeggenschapsstatuut, het reglement Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en het reglement Medezeggenschapsraad, daaronder elke wijziging ervan mede begrepen, als voorstel aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor en stelt het slechts vast indien het voorstel de instemming van twee derden van het aantal leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft verworven. Instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is alleen vereist op die onderdelen die de desbetreffende gemeenschappelijke medezeggenschapsraad aangaan en deze instemming niet is vereist voor die onderdelen die de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad niet aangaan. Artikel 14 Citeertitel; inwerkingtreding 1. Dit statuut kan worden aangehaald als: Statuut Medezeggenschap OOZ (2011). 2. Dit statuut treedt in werking met ingang van 8 december 2011 en heeft directe werking. 3. Instemming hierop is verkregen door: De GMR- VO op 9 november 2011. De GMR- PO op 18 oktober 2011. De Personeelsraad op 16 november 2011. Artikel 15 Slotbepaling 1. Dit statuut vervangt alle eerdere statuten m.b.t. medezeggenschap. 2. Dit statuut kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken na instemming van de GMR. 3. Dit statuut wordt op alle scholen en het stafbureau ter inzage gelegd (mede door plaatsing op de website van de scholen van OOZ). 4. Alle betrokkenen worden door het bevoegd gezag op een daartoe geeigende manier geïnformeerd over dit statuut. Aldus vastgesteld door het bevoegd gezag van d.d. 8 december 2011. Mevrouw H.T. Damhof MME, Voorzitter College van Bestuur Statuut Medezeggenschap Pagina 10 van 11
Statuut Medezeggenschap Pagina 11 van 11