Beheer- en onderhoudsplan Ecologische verbindingszone Dongen fase 3 projectnr. 263581 revisie 01 20 december 2013 auteurs Arjan van beek Randy Walraven Opdrachtgever Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520 4801 DZ Breda datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 20 december 2013 definitief R. Walraven J.C.W. van der Meulen
Colofon Projectgroep bestaande uit: Waterschap Brabantse Delta Gemeente Dongen Oranjewoud Tekstbijdragen: Arjan van Beek Randy Walraven Fotografie: Oranjewoud Vormgeving: Oranjewoud Datum van uitgave: 20 december 2013 Contactadres: Beneluxweg 125 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT Copyright 2013 Ingenieursbureau Oranjewoud Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Inhoud 1 Inleiding...3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Doel...3 2 Beheer en onderhoudsplan...5 2.1 Beheergebied en toegankelijkheid...5 2.2 Algemene richtlijn natuurontwikkeling...5 2.3 Onderhoud per beheerelement...5 2.3.1 Fazantenloop...6 2.3.2 B-watergang langs Bosweg met natuurvriendelijke oever...6 2.3.3 B-watergang westzijde EVZ (kavelsloot)en zuidzijde kas...6 2.3.4 Poelen...7 2.3.5 Bloemrijk grasland...7 2.3.6 Onderhoudspad...7 2.3.7 Struweel...8 2.3.8 Houtwal haaks op EVZ Dongen fase 3...8 2.3.9 Perceel modelvliegclub...8 2.3.10 Parkeerplaatsen Bosweg...8 2.3.11 Kunstwerken...8 2.3.12 Peilbeheer...9 3 Kosten...11 Bijlage 1: Overzichtstekening beheerelementen en verdeling beheertaken Bijlage 2: Overzichtstabel inspanning en kosten beheer en onderhoud blz. blad 1 van 12
blad 2 van 12
1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel Het waterschap Brabantse Delta is voornemens in samenwerking met de gemeente Dongen fase 3 van de ecologische verbindingszone om Dongen te realiseren. Voor fase 3 is het doel deze EVZ in te richten conform het inrichtingsmodel Nat kralensnoer (bestaande uit poelen, natte dan wel vochtige zones en struweel gericht op een aantal doelsoorten en meeliftende soorten), dit sluit aan bij de reeds ingerichte delen in fase 1 en 2. De beschikbare inrichtingsstrook is circa 25 meter breed en op een tweetal locaties in het plangebied is ruimte voor de aanleg van stapstenen (in combinatie met een poel). Fase 3 beslaat een lengte van 1,4 km met een oppervlak van 3,5 ha en heeft formeel een gemiddelde breedte van 25 meter. Het waterschap staat aan de lat voor 10 meter natte inrichting en de gemeente voor 15 meter droge inrichting. De in te richten EVZ dient na aanleg periodiek te worden onderhouden. De afspraken ten aanzien van het toekomstige beheer en onderhoud zijn in dit plan vastgelegd. Ten aanzien van het toekomstige beheer- en onderhoud geldt dat: Het waterschap Brabantse Delta verantwoordelijk is voor de natte delen, En de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de droge delen van de EVZ. Het doel van dit beheer- en onderhoudsplan is het beschrijven van de benodigde onderhoudsinspanning. Daarnaast is beschreven welke partijen verantwoordelijk zijn voor de verschillende beheerelementen binnen het plan. blad 3 van 12
blad 4 van 12
2 Beheer en onderhoudsplan 2.1 Beheergebied en toegankelijkheid Het waterschap en de gemeente Dongen zijn verantwoordelijk voor de inrichting en het toekomstige beheer- en onderhoud van de EVZ Dongen fase 3. Het waterschap richt zich hierbij op de natte delen (Fazantenloop - deze maakt overigens geen deel uit van dit onderhoudsplan, B-watergang langs Bosweg, de B-watergang tussen de EVZ en het agrarisch gebied, poelen en kunstwerken), de gemeente onderhoudt de droge delen (droge oevers, graslanden, stapstenen, onderhoudspad en de begroeiing). In bijlage 1 is de verdeling weergegeven in de verschillende beheerelementen die van toepassing zijn en is aangeduid welke partij voor welk deel verantwoordelijk is. Hierbij is het document 'Groenelementen en randvoorzieningen, beschrijving voor beheer en onderhoudsplannen, waterschap Brabantse Delta, sector watersystemen, januari 2010' als leidraad gebruikt. In bijlage 2 is per onderhoudstype met oppervlakte-eenheid, lengte of aantal aangegeven welke kosten voorzien zijn voor het beheer en onderhoud. De kosten worden door het waterschap en de gemeente Dongen gedragen. Hiervoor zal een overeenkomst worden opgesteld, in eerste instantie op basis van de 60/40 regeling, met respectievelijk 60% van de beheerkosten voor rekening van de gemeente en 40% op last van het waterschap. De percelen van de EVZ Dongen fase 3 zijn allen toegankelijk vanaf de Bosweg of het Veepad. De gehele EVZ zone is toegankelijk via de onderhoudspaden en voorzien van een afscheiding doormiddel van een watergang (kavelsloot) die direct grenst aan agrarische percelen. Deze kavelsloot wordt beheerd conform de keur als zijnde een categorie B sloot. Het meest noordelijke perceel is afgescheiden met paal en draad. 2.2 Algemene richtlijn natuurontwikkeling De EVZ Nat Kralensnoer die met het inrichtingsplan wordt beoogd dient op een bepaalde wijze te worden beheerd en onderhouden om (blijvend) te functioneren als migratieroute voor amfibieën en kleine zoogdieren. Daarbij dient men zich te houden aan de gedragscode van de waterschappen. Daarnaast is voor de EVZ een aantal specifieke onderhoudsaspecten geformuleerd. Het onderhoud wordt uitgevoerd onder de volgende voorwaarden: Het beheer en onderhoud van de EVZ-zone is gericht op de verdere ontwikkeling van de doeltypen. Dat betekent open houden van het landschap, instandhouding van de bouwstenen van een EVZ Nat Kralensnoer (bloemrijk grasland, struweel en natuurvriendelijke oevers) en blijven voldoen aan de functionele eisen ervan. Dergelijke gebieden herbergen soorten als Kamsalamander, Groene kikker en libellen. De elementen zijn zodanig ingericht dat het onderhoud zowel handmatig als mechanisch uitgevoerd kan worden. Langs het gehele her in te richten traject van de EVZ is een onderhoudspad/schouwpad aanwezig. Het maaien van de natuurvriendelijke oevers en de poelen vindt plaats vanuit de EVZ-zone. 2.3 Onderhoud per beheerelement Onderstaande is per beheerelement beschreven wat voor soort onderhoud met welke frequentie wordt uitgevoerd. In een tabel die als bijlage 2 is toegevoegd is per onderhoudstype met oppervlakte-eenheid, lengte of aantal aangegeven welke kosten voorzien zijn voor het beheer en onderhoud van de EVZ Dongen fase 3. blad 5 van 12
2.3.1 Fazantenloop Het onderhoud van de Fazantenloop valt buiten dit onderhoudsplan en is al opgenomen in de reguliere onderhoudscyclus. Het maaien van de Fazantenloop is gericht op het behoud van de afvoerfunctie. De loop wordt 1 keer per jaar met de kraan onderhouden en 1 keer per jaar met de maaiboot. Dit onderhoud blijft ongewijzigd. De enige afwijking ligt ter plaatse van het noordelijke perceel van fase 3. Hier krijgt de Fazantenloop een natuurvriendelijke oever. Het onderwaterdeel van de oever wordt opgenomen in de onderhoudscyclus. Het droge deel van de oever wordt onderhouden door de gemeente. Afvoer van maaisel Eventueel maaisel afkomstig van de Fazantenloop mag niet worden afgezet in de EVZ maar wordt indien dit het geval is afgevoerd. Algemene regels onderhoud waterlopen (Conform uitvoeringslegenda WBD) Maaihoogte boven land- en waterbodem 5 a 10 cm (geen kale taluds, geen slib meenemen). (grote) Drijfbladeren sparen: gele plomp, waterlelie, watergentiaan. Keur volgen: ontvangstplicht. Maaisel van talud verwijderen. Maaisel binnen 48 uur uit het water halen. Exoten melden bij directie. Niet maaien in verband met verspreiding. 2.3.2 B-watergang langs Bosweg met natuurvriendelijke oever De B-watergang langs de Bosweg wordt verdiept en krijgt een flauwe oever waar een rijke gradiënt van nat naar droog met verschillende vegetatie tot ontwikkeling kan komen. Langs de waterlijn of vlak daarboven zullen soorten van een natte (bloemrijke) ruigte tot ontwikkeling komen. De oeverszones worden 1 keer per jaar gemaaid. Specifiek voor de doelsoorten is het noodzakelijk dat delen van de watergang en de oever begroeid blijven met water- en oeverplanten. Dat betekent dat er gefaseerd onderhoud plaatsvindt (Uitvoeringslegenda WBD groep 1 - rood: alternerend sparen met een blokbreedte van 1 m - zie tabel 1) waarbij delen begroeid blijven en andere delen - indien daarvoor de noodzaak bestaat, zoals verlanding - kunnen worden geschoond. Tabel 1: uitvoeringslegenda Groep Breedte waterloop Te sparen vegetatie in dwarsprofiel Blokbreedte Te sparen vegetatie in lengte-profiel Bijzonderheid 1 <7m 1m >7m Teen en talud 2m Blok = 100m; 5/km Algemene regels van toepassing. 5m aan weerszijden voge Niet klepelen 2.3.3 B-watergang westzijde EVZ (kavelsloot)en zuidzijde kas De nieuw te graven B-watergang (kavelsloot) langs westzijde van de EVZ ten behoeve van de afwatering (en afscheiding) van de agrarische percelen kan vanuit de EVZ en vanaf de agrarische percelen machinaal onderhouden worden. Deze watergang wordt afwisselend onderhouden door de gemeente of door de aanliggende eigenaar. Het waterschap voert jaarlijks een schouw uit om te controleren of de watergang naar behoren is geschoond. blad 6 van 12
2.3.4 Poelen De b-watergang wordt in de toekomstige situatie onderhouden door het waterschap of een particulier aanliggende eigenaar. De b-watergang wordt 1 keer per jaar gemaaid. Het maaisel van de b-watergang wordt het ene jaar afgezet in het plangebied en het andere jaar op het particuliere perceel. Het jaar dat het maaisel in het plangebied wordt afgezet wordt het maaisel afgevoerd. Poelen worden periodiek geschoond om te voorkomen dat deze te veel verlanden of dicht groeien met waterplanten. De oeverbegroeiing van de poelen wordt afhankelijk van de snelheid van het dichtgroeien door het waterschap gemaaid in oktober waarbij tevens het slib wordt verwijderd. Onderhoud vindt plaats wanneer de poel voor 50% of meer is begroeid. Dit komt in de regel neer op eenmaal in de 8-10 jaar. Het maaisel moet worden afgevoerd met licht materieel. Voor de instandhouding van amfibieënsoorten moet de zuidkant van de poelen onbeschaduwd blijven; ruigte op de oevers is geen probleem om beschutting te bieden aan fauna. 2.3.5 Bloemrijk grasland Boven de waterlijn, op de vochtige delen van de oevers, ontwikkelt zich een (ruige) grasvegetatie die te omschrijven is als een (vochtig) bloemrijk grasland (beheertype omgeving). Daarnaast is dezelfde (bloemrijke) ruigte/grasland te verwachten rondom de poelen. Door hoogtegradiënten zijn verschillende vocht- en kwelomstandigheden te verwachten, waardoor zowel soorten van natte als drogere bloemrijke ruigte/grasland mogelijk zijn. De bloemrijke graslanden worden door middel van verschralingsbeheer onderhouden. Bij verschralingbeheer wordt het bloemrijk grasland eenmaal per jaar gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Minimaal 10-20% van de grasvegetatie/ruigte wordt hierbij gespaard. Naast inzet van geschikt onderhoudsmaterieel dat geen spoorvorming dieper dan 3 cm veroorzaakt is het zorgvuldig en tijdig ruimen van het maaisel essentieel. Verhouting moet worden tegengegaan. Spontane opslag van hout wordt gedeeltelijk verwijderd en gedeeltelijk onderhouden als struweel. Houtopslag Op alle gronden, maar zeker op geroerde, kale gronden, bestaat in het begin kans op massale opkomst van elzen en wilgen. Hier zal vanaf het begin op de ongewenste locaties ingegrepen moeten worden. Zo dient op onder andere de oeverzones, rietzones, de zuidkant van poelen en op vochtig bloemrijk grasland verhouting tegengegaan te worden. Op (ruige) droge, grasvegetatie wordt spontane opslag van hout gedeeltelijk verwijderd en gedeeltelijk beheerd overeenkomstig de bouwsteen struweel (en ruigtekruiden). Afgezien van de gewenste vegetatietypes en biotopen is de locatie zelf ook bepalend voor het wel of niet tegengaan van houtopslag. Hierbij moet tevens rekening gehouden worden met eventuele schaduwwerking op de aanliggende agrarische percelen. Onderhoudspaden dienen obstakelvrij en dus vrij van houtopslag te blijven. 2.3.6 Onderhoudspad De onderhoudspaden in de EVZ zijn onderdeel van het bloemrijke grasland dan wel van de ruigtekruiden en wordt door middel van verschralingsbeheer (zoals beschreven onder 2.3.5) onderhouden. In eerste instantie 2 keer per jaar gemaaid en afgevoerd (verschralingsbeheer). Na verloop van tijd (10-15 jaar, afhankelijk van praktijkervaringen) is 1 keer per jaar maaien en afvoeren voldoende. Zorgvuldig en tijdig ruimen van het maaisel is hierbij essentieel. Het maaisel wordt met licht materieel afgevoerd (geen klepelmaaier in verband met kneuzing en vermaling eieren, nesten, insecten e.d.). Houtige opslag dient te worden verwijderd. De eerste maaibeurt vindt plaats in juni, de tweede maaibeurt vindt plaats in de periode september - oktober. Het exacte maaitijdstip moet afgestemd worden op aanwezige beschermde soorten en overeenkomstig de gedragscode Flora en Faunawet voor waterschappen. blad 7 van 12
2.3.7 Struweel Voor een deel wordt beplanting aangebracht, echter over het algemeen is in de EVZ een natuurlijke ontwikkeling van struwelen voorzien. Voor de struwelen kan gekozen worden voor duurzaam beheer of hakhoutbeheer. Duurzaam beheer (vanaf 5 jaar): aanbrengen van inhammen aan zonzijde. Hier en daar bomen verwijderen (omzagen en laten liggen of ringen). Op deze wijze ontstaan leeftijd- en structuurverschillen en gevarieerde bosranden. Deze ingreep kan eenmalig worden uitgevoerd maar kan ook na circa 10-15 jaar worden herhaald, bijvoorbeeld in de vorm van kleinschalig hakhoutbeheer waarbij gefaseerd wordt afgezet tot kniehoogte (wilg om ca. 5 jaar, es 10 jaar en eik 15 jaar); de stobben blijven staan. Het onderhoud wordt uitgevoerd tussen oktober en 15 maart. Bij poelen dient aanwezige houtopslag te worden verwijderd om beschaduwing van de poel en bladafval te voorkomen (i.v.m. eutrofiëring poel). Hierbij dient niet te rigoureus te werk worden gegaan omdat dit vaak tot verstoringssoorten als brandnetels leidt. Door een kruis in een stob te zagen is de kans groter dat hij niet meer uitloopt; snippers dienen te worden afgevoerd om verruiging van ondergroei te voorkomen. 2.3.8 Houtwal haaks op EVZ Dongen fase 3 Haaks op EVZ Dongen fase 3 is een houtwal aanwezig waarvan Staatsbosbeheer de beheerder is en blijft. Staatsbosbeheer is in dezen dan ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de houtwal. 2.3.9 Perceel modelvliegclub De modelvliegclub is en blijft verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van haar perceel en de daarbij horende elementen (gebouw, grasveld, etc.). De elementen die behoren tot de EVZ (de natuurvriendelijke oever en de watergang worden door gemeente of waterschap onderhouden. Uitzondering hierop vormen de delen van de natuurvriendelijke oever ter plaatse van het vliegveld die niet vanaf de bosweg gemaaid kunnen worden. Omdat de vliegclub liever niet heeft dat met zwaar materieel over het vliegterrein gereden wordt neemt de vliegclub het maaien van de natuurvriendelijke oevers op zich. Dit gaat dus om de delen die vanaf de Bosweg niet bereikbaar zijn. 2.3.10 Parkeerplaatsen Bosweg De parkeervoorzieningen (grasbetontegels) langs de Bosweg worden onderhouden door de gemeente. Het onderhoud houdt in dat de parkeervoorzieningen meegaan in de jaarlijkse maaibeurten en dat eventueel benodigde herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. 2.3.11 Kunstwerken De aanwezige kunstwerken (3 stuwen in de watergang langs de Bosweg en de watergang tussen de agrarische percelen en de EVZ en diverse duikers) worden 1 keer per jaar geïnspecteerd. Aanwezig drijfvuil wordt verwijderd. De duikers worden om de 5 jaar doorgespoten. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de kunstwerken in A-waterlopen ligt bij het waterschap. De duikers in de b-watergangen worden 1 keer per jaar geïnspecteerd door de aanliggende terreineigenaar (waterschap/gemeente/particulier). Aanwezig drijfvuil wordt verwijderd. De duikers worden indien nodig doorgespoten. De lop-stuwen aanwezig in de B-watergang langs de Bosweg worden beheerd en onderhouden door het waterschap. De lop-stuw aanwezig in de B-watergang aan de westzijde van de EVZ (kavelsloot) wordt beheer en onderhouden door de aanliggende particuliere eigenaar. blad 8 van 12
2.3.12 Peilbeheer Het huidige peilbeheer van de Fazantenloop blijft ongewijzigd. Dit betekent dat de Fazantenloop bovenstrooms van de stuw langs de Fazantenweg (kst00432) een zomerpeil houdt van NAP +3,40 m en een winterpeil van NAP +3,20 m en de bovenstrooms van de stuw langs de Bosweg (kst00400) een zomerpeil houdt van NAP +4,10 m en een winterpeil van NAP +3,90 m. In de B-watergang aan de westzijde van de Bosweg worden een tweetal lop-stuwtjes geplaatst om het (kwel)water in de EVZ langer vast te houden. De stuwtjes krijgen een vast peil van respectievelijk NAP + 3,40 meter en NAP + 3,60 meter. De peilen zijn enkel van invloed op de B-watergang gelegen in de EVZ langs de Bosweg. Het peilbeheer in het landbouwgebied ten westen van de EVZ blijft ongewijzigd, deze watergangen kunnen vrij af blijven wateren op de nieuw te graven kavelsloot en hebben geen vast peil. In de watergang wordt een lop-stuw geplaatst waarmee de aanliggende agrariër zijn eigen peil kan reguleren. blad 9 van 12
blad 10 van 12
3 Kosten In een tabel die als bijlage 2 is toegevoegd is per onderhoudstype met oppervlakte-eenheid, lengte of aantal aangegeven welke kosten voorzien zijn voor het beheer en onderhoud. Voor het opstellen van de kostenraming is door Oranjewoud een inschatting gemaakt van de eenheidsprijzen op basis van ervaringscijfers. De totale kosten voor het jaarlijkse beheer- en onderhoud van de natte en droge elementen zijn 20.150,- exclusief BTW. De kosten worden door het waterschap en de gemeente Dongen gedragen. Hiervoor zal een overeenkomst worden opgesteld, in eerste instantie op basis van de 60/40 regeling, met respectievelijk 60% van de beheerkosten voor rekening van de gemeente en 40% op last van het waterschap. Het oppervlak wat het waterschap gaat beheren en onderhouden bedraagt in het totaal 9.100 m 2 (NVO's: 5.274 m 2, watergangen: 1.807 m 2 en poelen: 2.019 m 2 ). Het oppervlak wat de gemeente gaat beheren en onderhouden bedraagt in het totaal 22.727 m 2 (watergangen: 2.622 m 2 en groen + struweel: 20.105 m 2 ). blad 11 van 12
blad 12 van 12
Bijlage 1: Overzichtstekening beheerelementen en verdeling beheertaken
Bijlage 2: Overzichtstabel inspanning en kosten beheer en onderhoud Opdrachtgever: Ws Brabantse Delta Project: ecologische verbindingszone EVZ Dongen fase 3 Betreft: indicatieve raming beheer en onderhoud Projectnummer: 263581 per jaar hoeveelheid hoeveelh. eenheid pr./eenh totaal Beheer element per jaar 1 Waterloop Agr. 1x per jaar maaien 50% 629 315 m1 0,75 235,88 afvoeren maaisel 629 315 m1 0,50 157,25 2 Waterloop EVZ 1x per jaar maaien 100% 7.081 7.081 m2 0,75 5.310,75 + flauwe oevers afvoeren maaisel 7.081 7.081 m2 0,50 3.540,50 3 Poelen 1x per 8 jaar schonen 12,50% 2.019 252 m2 0,75 189,28 afvoeren maaisel en slib 2.019 252 m2 0,50 126,19 4 Bloemrijk grasland 1x per jaar maaien 90% 13.112 118 are 3,50 413,03 en droge delen oevers afvoeren maaisel 13.112 118 are 6,00 708,05 verwijderen houtopslag 13.112 118 are 2,00 236,02 5 Onderhoudspad 2x per jaar maaien 100% 7.720 154 are 3,50 540,40 afvoeren maaisel 100% 7.720 154 are 6,00 926,40 6 Struweel 1x per 10 jaar 10% 1.803 180 m2 5,00 901,50 7 Parkeervoorzieningen 2x per jaar maaien 100% 5,4 10,8 are 5,50 59,40 grasbetontegels afvoeren maaisel 100% 5,4 10,8 are 6,00 64,80 8 Kunstwerken 1x per jaar inspectie 12 12 st 20,00 240,00 1x per 5 jaar doorspuiten 20% 75 15 m1 100,00 1.500,00 9 Bomen begeleidingssnoei 1*per 3 jaar 33% 6 2 st 50,00 100,00 subtotaal 15.249,44 20% winst en risico 3.049,89 subtotaal 18.299,32 onvoorzien en afronding 1.850,91 totaal excl. B.T.W. 20.150,24