Studiehandleiding Volleybalscheidsrechter 2

Vergelijkbare documenten
Proeve van Bekwaamheid Studiehandleiding VS2 jeugd

Instructie Scheidsrechter

Meer spelplezier door wijziging (spel)regels!

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Veranderingen spelregels en HIA TD en lager Spelregels

INTRODUCTIE SPELREGELS RECREANTEN(GEMERT) Erik Wieleman Voorjaar 2013

OFFICIËLE VOLLEYBAL SPELREGELS R-L

Spelregels. Veranderingen spelregels en HIA Topdivisie, divisies en klassen. Ondertitel

DE BOK OP! S C H E I D S R E C H T E R S B I J E E N K O M S T 2 3 J A N U A R I

Wijzigingen Spelregels

Veranderingen spelregels Topdivisie, divisies en klassen. Spelregels. Ondertitel

Aanpassing spelregels Juni 2012

E = eerste scheidsrechter T = tweede scheidsrechter

Spelregels volleybal. Toepassing in de Maas & Waalse recreantencompetitie

Volleybal de regels op een rij

Scheidsrechter volleybal.

Draaiboek. Thuiswedstrijden Valkenhuizen

Coach assistentie. Flash Veendam

VOLLEYBAL DE REGELS OP EEN RIJ

Protocol Handen Schudden - Eredivisie september 2017

Handleiding LIVE Digitaal Wedstrijd Formulier (DWF)

Invullen wedstrijdformulier

Publicatie Playing Protocol Topdivisie en lager

Handleiding invullen grote wedstrijdformulier

Verschillende in spelregels Eredivisie, Topdivisie en 1e divisie, seizoen

Toelichting op het spelen met twee Libero s

Publicatie Playing Protocol Eredivisie

Handleiding DEMO Digitaal Wedstrijd Formulier (DWF)

Voornaamste aanpassingen

DEEL 5 Wedstrijdformulier

NATIONAAL WEDSTRIJDFORMULIER

Handleiding DEMO. Digitaal Wedstrijd Formulier (DWF)

Scheidsrechters. Basis cursus

1.1 Speelveld, -ruimte en -zaal breedte speelveld 9 meter lengte totale speelveld 18 meter

Playing Protocol Eredivisie-Topdivisie

3) Voor de wedstrijd vullen de trainer of ploegverantwoordelijke van elke team de

Wedstrijdregels Buitentoernooi Switch 87

Handleiding gebruik DWF Digitaal Wedstrijd Formulier

Opleiding Volleybalscheidsrechter 2

Wijzigingen Spelregels Beachvolleybal Ten opzichte van spelregels april 2013

V.C. Accretos Arbitrage. Workshop Coach de scheidsrechter

Inhoud instructie invullen wedstrijdformulier

Veranderingen spelregels In rood de veranderingen t.o.v. publicatie januari Spelregels

Volleybalvereniging The Setfighters

Leidraad invulling nationaal wedstrijdformulier

Richtlijnen voor de scheidsrechter

Handleiding coachen ouders/verzorgers

9.2 AARD VAN DE AANRAKING De bal mag ieder deel van het lichaam raken.

HANDLEIDING VOOR HET INVULLEN VAN HET RAPPORTAGEFORMULIER.

Spelregels. voor het spelen van wedstrijden in de RECVOL Rivierenland volleybal competitie & bekercompetitie

Richtlijnen voor de scheidsrechter

Handleiding gebruik DWF Digitaal Wedstrijd Formulier

Formulieren- handboek. Volleybal-scheidsrechter

Beschrijving - Actie scheidsrechter - Actie van de teams

Formulieren- handboek. Volleybalscheidsrechter

DWF. - Officials van de wedstrijd (wordt de wedstrijd gefloten/geteld door iemand anders dan er op papier staat dan pas je dit aan)

Definitieve spelregels

SPELREGELS Kadijk Beachvolleybal Start Systeem (KBSS) Versie 1.0

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

Om deze dag soepel te laten verlopen, vragen wij u goede notie te nemen van de nu volgende gedragscode en aandachtspunten.

DOOR VOETBAL VERENIGD

Digitaal Wedstrijd Formulier. Handleiding voor de teller

Handleiding voor Tafelofficials

ALGEMENE INSTRUCTIE. De jurytafel is als volgt ingericht: SPEELVELD. Tijdwaarnemer ; Scorer ; 24 Seconde operator

Proefexamen 1. Spelregels VELDHOCKEY. 1. Moet een team een aanvoerder hebben? A. Als er een coach is hoeft er geen aanvoerder te zijn B. Ja C.

Samen werken aan samenwerken

HANDLEIDING VOOR DE ZATERDAGMORGEN ZAALWACHT

Inleiding 3. Afstemming met trainer-coach 3. Rijschema 4. Wedstrijdballen 4. Spelerskaarten 4. Opstellingsbriefjes 4. Wedstrijdformulier 5

Krathos Nieuwsbrief augustus Start seizoen

Formulieren- handboek. Volleybalscheidsrechter

Spelregels 8:8. Rijswijksche Hockey Club Seizoen

Handleiding gebruik DWF Digitaal Wedstrijd Formulier

Leidraad L3.5 Arbitrage

HANDLEIDING JURY-TAFEL

Richtlijnen aangewezen scheidsrechter

Informatieblad Digitaal Wedstrijd Formulier (DWF); resultaat invoeren.

Basketball Scheidsrechter 3

Zaalhockey 2015/2016 Jorrit Peters / Rob van Gemert

HANDLEIDING JURY TAFEL

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen)

PROEFEXAMEN 1 VELDHOCKEY

Toelichting op de nieuwe spelregels met ingang van 1 juli 2016

Handleiding en Instructie Arbitrage Eredivisie

HOCKEYVELD... 2 HOCKEYSPEL ALGEMEEN... 3 HOCKEYREGELS...

Briefing spelbegeleiders Jongste Jeugd

Handleiding en Instructie Arbitrage Topdivisie en lager

Informatie Deelnemers Beach Competitie Oldenzaal

Basketball Scheidsrechter 2

1 SPELREGELS 3-TALLEN 5m 5m 5m 2m 2m 2m speelrichting speelrichting 2m 2m 2m 5m 5m 5m 5m.

Samenvatting informatie teaminstructiebijeenkomsten 7 en 10 september 2015

Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen

Dames Jeugd Challenge

Het doet ons bijzonder genoegen dat u de opleiding KT 2 (KorfbalTrainer 2) gaat volgen.

Praktische aanwijzingen voor samenwerking (assistent-)scheidsrechter

Aanvang: - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken.

Handleiding en Instructie Arbitrage Topdivisie en lager

HELP! IK FLUIT EEN WEDSTRIJD

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

Informatie voor scheidsrechters

Zaalregels 2015/2016. opfrissen of eerste keer

Transcriptie:

Studiehandleiding Volleybalscheidsrechter 2 Inleiding Jij wilt scheidsrechter worden in de regio en gaat fluiten bij wedstrijden op 1 ste of 2 de klasse of bij Topjeugd A en B wedstrijden. Dit is de studiehandleiding bij de opleiding tot verenigingsscheidsrechter 2. De studiehandleiding bestaat uit een scan en een zevental vragen. De scan helpt je door het beantwoorden van een aantal vragen inzicht te krijgen in wat je al wel of niet beheerst. Uit de scan rollen een aantal opdrachten. Deze kun je zelf doen met hulp van mensen uit je vereniging. De opdrachten zijn zo opgezet dat er vaak sprake is van overleg met een begeleider of een ervaren scheidsrechter. De begeleiding kan vanuit de club worden geregeld. Overleg hierover met je scheidsrechtercoördinator (misschien heeft deze functionaris in jouw vereniging een andere benaming, maar het is de persoon die alles rondom de scheidsrechter regelt). Wanneer je tijdens of na afloop van deze opdrachten nog vragen hebt, kun je bij je (misschien heeft deze functionaris in jouw vereniging een andere benaming, maar het is de persoon die alles rondom de scheidsrechter regelt) ook aangeven een workshop te willen volgen. Deze workshop zal opgezet worden n.a.v. jouw vragen en zal niet als een standaardles worden uitgevoerd. Wanneer je denkt dat je geschikt bent om op zelfstandig als scheidsrechter te fluiten kun je een eindtoets (Proeve van Bekwaamheid) aanvragen bij de scheidsrechtercoördinator. Iemand zal je dan volgens een landelijk vastgesteld protocol beoordelen bij een wedstrijd die jij fluit. Als je beoordeling goed is kan je club voor jou een licentie aanvragen. Alle materialen die je in je pakket hebt gekregen staan ook online op de website volleybal.nl in de downloadbank. Veel succes! 1

Competentiescan VS 2 Jij wilt scheidsrechter worden in de regio. Volgens ons heb je daar wat kennis van spelregels en een aantal vaardigheden voor nodig. Deze scan helpt je inzicht te krijgen in wat je al wel of niet beheerst. De nummers achter de onderdelen verwijzen naar opdrachten verderop in de studiehandleiding die je uit kunt voeren als je een onderdeel niet beheerst. Wees verstandig en doe veel opdrachten. Leren doe je door te doen! Als het antwoord nee is, wordt de genummerde opdracht aanbevolen. Het fluiten 1. Ik heb al een aantal keren als scheidsrechter gefloten (jeugd, toernooi, o.i.d.). ja/nee1t/m7 (indien nee, ga dan verder met punt 5) 2. Ik fluit onmiddellijk af als ik een fout zie. ja/nee 1 3. Ik geef eerst de richting en dan de fout aan. ja/nee 1 4. Ik ken de meeste scheidsrechterstekens (uitvoering en betekenis) ja/nee 1 Voor de wedstrijd 5. Ik weet hoe ik de spelerskaarten en het net moet controleren. ja/nee 2 6. Ik weet hoe ik moet tossen en welke keuzes de aanvoerders kunnen maken. ja/nee 2/3 7. Ik weet hoe het inslaan en het serveren voor aanvang geregeld is. ja/nee 2 Het wedstrijdformulier 8. Ik weet hoe het regiowedstrijdformulier ingevuld en afgesloten moet worden. ja/nee 3 De wedstrijd 9. Ik weet waar ik op moet letten bij de serve. ja/nee 5 10. Ik ken de regels voor opstellingen en zie wanneer een opstellingsfout gemaakt wordt. ja/nee 6 11. Ik heb een goed beeld van de technische fouten die in de lagere klassen voorkomen en ik weet wanneer ik wel of niet voor een technische fout moet fluiten. ja/nee 4 12. Ik weet hoe time-outs en wissels geregeld moeten worden. ja/nee 5 13. Ik weet hoe er gehandeld moet worden bij een blessure. ja/nee 5 14. Ik ken de spelregels m.b.t. de libero. ja/nee 5 Het netgebeuren 15. Ik weet wanneer er sprake is van een netfout. ja/nee 5 16. Ik ken de regels die horen bij de middenlijn (voetfout e.d.) ja/nee 5 17. Ik weet wie, waar en wanneer aan mag vallen. ja/nee 5 18. Ik weet wie, waar en wanneer mag blokkeren. ja/nee 5 Gedragingen 19. Ik weet wat aanvoerders, spelers en coaches wel en niet mogen. ja/nee5-7 20. Ik kan de betrokkenen bij een wedstrijd corrigeren op ongewenst gedrag. ja/nee 7 21. Ik weet hoe ik om moet gaan met commentaar op mijn leiding. ja/nee 7 Regio 22. Ik ben op de hoogte van de belangrijkste afspraken uit het regioreglement m.b.t. de competitie en de afspraken voor de scheidsrechters (aanwijzing, declaraties etc.) ja/nee 7 2

De opdrachten De hieronder beschreven opdrachten zijn een belangrijk onderdeel van het leertraject. Omdat je eerst een scan hebt uitgevoerd weet je nu welke kennis en/of vaardigheden je nog mist. Om die kennis of vaardigheden op te doen weet je ook welke opdrachten je kan doen. Overzicht van de opdrachten. 1. De tekens. 2. Wat doe ik vóór de wedstrijd. 3. Hoe vul ik het wedstrijdformulier in. 4. De technische beoordeling. 5. De spelregels. 6. Opstellingen. 7. Hoe word ik een steeds betere scheidsrechter. 3

Opdracht 1: de tekens Bestudeer de tekens uit het spelregelboekje. Vraag, indien nodig, uitleg aan je begeleider of een ervaren scheidsrechter. Oefen de tekens eerst voor een spiegel. Oefen vervolgens tijdens een oefenwedstrijdje of training. Vraag na afloop na hoe de gebaren door de spelers en coaches ervaren werden. Noteer hieronder je aandachtspunten. 1. 2. 3. 4

Opdracht 2: wat doe ik voor de wedstrijd In deze opdracht ga je na wat er allemaal gedaan wordt als voorbereiding op de wedstrijd. Kom jij als scheidsrechter de zaal binnen en fluit je meteen voor het begin van de wedstrijd? Nee, daar gaat heel wat aan vooraf. Maar wat? En in welke volgorde? Het gaat er bij deze opdracht om dat je zicht krijgt op al deze handelingen die je achtereenvolgens verricht voordat de wedstrijd begint. Om daar achter te komen ga je als volgt te werk: 1. Noteer hier een aantal handelingen die je naar jouw idee uitvoert voordat de wedstrijd begint. Zet er het tijdstip bij waarop je denkt dat je ze uitvoert. Handeling Hoeveel minuten vóór aanvang van de wedstrijd? 2. Ga naar een wedstrijd in de lagere regioklassen kijken. Vraag vooraf de scheidsrechter van de wedstrijd of je aan het einde vragen mag stellen. Noteer vervolgens hieronder een aantal handelingen die hij uitvoert voordat de wedstrijd begint. Zet er het tijdstip erbij dat hij ze uitvoert. Aandachtspunten hierbij zijn: 1. het controleren van het veld (net,antennes, banken voor wisselspelers enz..) 2. het vergelijken van de spelerskaarten met het genoteerde op het wedstrijdformulier en de spelers. 3. het uitvoeren van de toss. 4. het organiseren van het inslaan en het serveren voor de wedstrijd. 5. maakt de scheidsrechter afspraken met andere deelnemers? Handeling Hoeveel minuten vóór aanvang van de wedstrijd? 5

Maak nu je eigen aandachtspuntenlijstje voor jouw voorbereiding op de wedstrijd. Tijd Mijn handelingen 30 15 14 10 9 4 3 1 0 3. Bespreek wat je genoteerd hebt na de wedstrijd met de scheidsrechter of met je begeleider. 6

Opdracht 3: hoe vul ik het wedstrijdformulier in Het gaat er bij deze opdracht om dat je oefent in het op correcte wijze invullen van het wedstrijdformulier. Het correct invullen van het wedstrijdformulier is voor veel scheidsrechters een hele klus. Hoe doet een ervaren scheidsrechter dat? Ga daarbij als volgt te werk: 1. In je mapje vind je de Invulinstructie Wedstrijdformulier. Bestudeer deze. Heb je hier vragen over, noteer deze dan hieronder. 2. Ga vervolgens naast een ervaren teller een wedstrijd mee helpen tellen en let op wat de scheidsrechter met de teller bespreekt. 3. Zoek op je vereniging een ervaren scheidsrechter en vraag hem/haar of je tijdens een wedstrijd samen een wedstrijdformulier mag invullen en dit na afloop bespreken met hem/haar. Bespreek jouw vragen over het invullen van het wedstrijdformulier met hem/haar. Welke tips / aandachtspunten leverde dit gesprek jou op? 4. Ga nu alleen tellen. Zoek een goede zitplaats op tijdens de wedstrijd, zodat je alles wat van belang is ziet en hoort. Vul het wedstrijdformulier compleet in. 5. Bespreek na afloop van de wedstrijd het wedstrijdformulier met de scheidsrechter. Wat zijn de belangrijkste tips die je kreeg? 1. 2. 3. 6. Doe dit eventueel nogmaals. Dan zal je merken dat je het invullen van het wedstrijdformulier steeds beter onder de knie krijgt. Wat is nou jouw eigen top-3 van aandachtspunten voor het correct invullen van het wedstrijdformulier? 1. 2. 3. 7

Opdracht 4: de technische beoordeling A: Bekijk één of meerdere sets van een wedstrijd met een ervaren scheidsrechter of met een speler die actief is op het niveau waarop jij fluit. Bespreek samen met je begeleider welke technische fouten je ziet en waarom er wel of niet gefloten had moeten worden. Misschien is het mogelijk om na de wedstrijd aan de scheidsrechter van die wedstrijd om zijn visie op het geheel te bespreken. Noteer vervolgens jouw aandachtpunten. B: Bezoek een training van een team uit een klasse waar jij zult gaan fluiten. Kijk bij een technische oefening naar het spelen van de bal. Vraag aan de spelers om aan te geven wanneer zij een bal spelen die bestempeld kan worden als "technisch fout". Bespreek tijdens of na de training jouw observaties met trainer en spelers. 8

Opdracht 5: de spelregels A: Bekijk de spelregels in het spelregelboekje.. Bestudeer die onderdelen waar je iets meer over wilt weten. De spelregels zijn internationaal. Voor jouw niveau zijn er aanpassingen. Bespreek daarom wat je gelezen hebt met je begeleider of een ervaren scheidsrechter om de spelregels te plaatsen in het niveau waarop jij gaat fluiten. B: Bekijk het regioreglement voor de wedstrijden en voor de arbitrage. Streep aan wat afwijkend is van de nationaal gebruikelijke afspraken in het spelregelboekje. Vraag zo nodig uitleg aan je begeleider of een ervaren scheidsrechter. C: Om je eigen kennis te toetsen vind je op de volgende pagina twee spelregeltoetsen. Deze kun je maken en tegelijkertijd kun je je antwoorden controleren. De antwoorden vind je verderop in deze handleiding. 9

Spelregeltoets 1 1. De juiste nethoogte in het midden van het net is bij de heren: a. 2.35 m. b. 2.43 m. c. 2.45 m. 2. Als de aanvoerder de toss wint, kiest hij: a. de speelhelft waar zijn team wil beginnen. b. of zijn team serveert, of de serve ontvangt c. of a, of b. 3. De scheidsrechter controleert voor aanvang van de wedstrijd de opstelling. Op het wedstrijdformulier staat een andere opstelling als er in het veld staat. Wat doet de scheidsrechter? a. De opstelling van het wedstrijdformulier laten innemen b. wedstrijdformulier (laten) veranderen c. De opstelling van het wedstrijdformulier in het veld laten innemen en verlies van opslag of een punt voor de tegenstander 4. Een speler die na het beginsignaal voor de eerste set binnen komt, mag: a. niet meer meedoen b. de volgende set meedoen c. alleen de volgende set meedoen als hij vermeld staat op het wedstrijdformulier en tussen de set zijn identiteit is vastgesteld. 5. De spelers op het wedstrijdformulier worden genoteerd op volgorde van: a. rugnummer in oplopende volgorde b. geboortedatum c. registratienummer van de spelerskaart. 6. De wedstrijdbal wordt gekozen door: a. de scheidsrechter b. de aanvoerder van het thuisspelende team c. de aanvoerder van het bezoekende team. 7. Wie mag/mogen aan de scheidsrechter uitleg vragen over een genomen beslissing? a. de coach b. de aanvoerder in het veld c. zowel a, als b 8. Wat doet een scheidsrechter eerst als hij een fout ziet? a. het teken voor de gemaakte fout geven b. de kant van de serve aanwijzen c. fluiten 9. Welke lijn(en) mag de serveerder op het moment van serveren, of op het moment van opspringen voor de serve raken? a. de achterlijn b. de serveerlijntjes c. a niet en b niet. 10

10. Als je de tegenpartij niet hindert, mag je dan het veld van de tegenpartij: a. met een deel van je voet raken b. met heel je voet raken c. helemaal niet met je voet raken. 11. Na het blokkeren draait de speler zich om, om te kijken waar de bal is, maar die is niet meer in de buurt. Bij die beweging raakt hij met zijn shirt het net. Wat beslis jij als scheidsrechter? a. door laten spelen b. fout team dat de bal in het net speelt c. fout van de speler die het net raakt. 12. Een team heeft 7 spelers (geen libero). Hoeveel reglementaire wissels heeft dit team per set? a. 1 b. 2 c. 3 13. Een coach vraagt een eerste time out aan. Daarna vraagt hij zonder dat het spel hervat is, nog een time out aan. Wat beslist de scheidsrechter? a. Hij staat de time-out toe. b. Hij weigert de time-out en laat serveren. c. Hij weigert de time-out, geeft een straf spelophouden en laat serveren. 14. Een speler blokkeert boven het veld van het andere team. a. Dit is altijd toegestaan. b. Dit mag nooit. c. Dit mag alleen als de aanval van het andere team voltooid is. 15. De aanvaller slaat de bal, die deels boven zijn veld en deels boven het veld van de tegenpartij is, naar het veld van de tegenpartij. a. Dit mag nooit. b. Dit is altijd toegestaan. c. Dit mag alleen als de hand van de aanvaller het deel van de bal boven de eigen speelhelft raakt. 16. Waar moet de linksvoor tijdens de opslag staan? a. links van alle spelers b. voor alle achterspelers c. links van de midvoor en voor de linksachter. 17. Een team heeft 7 spelers (geen libero). Één speler raakt zodanig geblesseerd dat hij niet verder kan spelen. Deze speler wordt: a. onmiddellijk vervangen door een speler die op de bank zit b. alleen onmiddellijk vervangen als er reglementair gewisseld kan worden c. na een pauze van 3 minuten vervangen door een wisselspeler. 18. Als een andere bal het veld in rolt: a. fluit de scheidsrechter onmiddellijk voor dubbelfout. b. fluit de scheidsrechter alleen voor dubbelfout als de bal gevaar oplevert. c. fluit de scheidsrechter alleen voor dubbelfout als de bal in de voorzone komt. 11

19. Als een team niet op het geplande aanvangstijdstip aanwezig is met 6 spelers: a. mogen ze met minder spelers beginnen. b. wacht de scheidsrechter een half uur tot er 6 spelers zijn en sluit dan, als er nog geen 6 spelers, zijn het wedstrijdformulier af. c. wacht de scheidsrechter 10 minuten en sluit dan, als er nog geen 6 spelers zijn, het wedstrijdformulier af. 20. Als een speler of bankzitter zich onbehoorlijk gedraagt, wordt hij bestraft met: a. een rode kaart en punt en service voor de tegenstander b. een gele kaart, punt tegenpartij en de tegenpartij serveert. c. een gele kaart, geen andere gevolgen. Spelregeltoets 2 1. De juiste nethoogte in het midden van het net bij de dames is: a. 2.15 m. b. 2.24 m. c. 2.26 m. 2. Als de aanvoerder die de toss wint een veld kiest, resteert voor het ander team: a. het slaan van de eerste serve. b. het ontvangen van de eerste serve. c. de keuze of zijn team de eerste serve slaat of ontvangt. 3. Of een wedstrijdbal voldoet aan de juiste normen wordt bepaald door: a. de scheidsrechter b. de wedstrijdleiding c. de aanvoerder van het thuisspelende team 4. Een speler die geen spelerskaart bij zich heeft mag: a. gewoon meedoen. b. niet meedoen. c. alleen meedoen als hij zich op een andere manier kan legitimeren met een wettig legitimatie bewijs. 5. Het wedstrijdformulier wordt als laatste getekend door: a. de 1 e scheidsrechter b. de teller c. de aanvoerder van het bezoekende team 6. Is het de wisselspelers toegestaan tijdens de time-out op te warmen met de bal? a. Ja, alleen binnen de wisselzone b. Ja, er mag overal met bal opgewarmd worden c. Nee, er mag alleen zonder bal op gewarmd worden 7. Als een scheidsrechter een opmerking wil maken over het gedrag van een speler, doet hij dat: a. rechtstreeks tegen de bewuste speler b. via de aanvoerder in het veld c. via de coach 8. Nadat een scheidsrechter gefloten heeft voor een fout geeft hij eerst aan: a. wie de fout gemaakt heeft b. de aard van de fout c. waar de serve moet plaatsvinden 12

9. De serveerder gooit de bal verkeerd op en laat de bal vallen. Wat beslist de scheidsrechter: a. hij staat een 2 e servepoging toe. b. hij geeft de serve aan het andere team. c. geeft dubbelfout en laat vervolgens dezelfde speler weer serveren. 10. Als je met je voet onder het net doorkomt, zonder het veld van de tegenpartij te raken is dat: a. goed, als je de tegenpartij niet hindert. b. altijd goed. c. altijd fout. 11. Een aanvoerder wisselt nr. 7 uit voor nr. 1. In dezelfde set mag hij: a. nr. 7 niet meer reglementair inwisselen. b. nr. 7 alleen reglementair inwisselen voor nr. 1. c. nr. 7 nog 1 keer reglementair inwisselen voor iedere andere speler. 12. Een speler raakt tijdens het blokkeren licht de bovenkant van het net aan. Dit is: a. altijd fout b. alleen fout als de tegenpartij daardoor gehinderd wordt c. niet fout 13. Waar moet de rechtsachter tijdens de opslag van de tegenstander staan? a. rechts van alle spelers b. achter alle voorspelers c. rechts van de midachter en achter de rechtsvoor 14. De bal raakt de handen van beide blokkeerders. Dit wordt beschouwd als: a. 2 aanrakingen, nog 1 keer spelen toegestaan. b. 1 aanraking nog 2 keer spelen toegestaan. c. aanraking blok, nog 3 keer spelen toegestaan. 15. Wie mogen binnen de aanvalszone de bal die geheel boven nethoogte is, naar de tegenpartij spelen? a. alle spelers b. alle spelers behalve de libero c. alleen de voorspelers 16. Een coach wil een wissel realiseren. Zonder dat het spel hervat is wil hij vervolgens nog een wissel realiseren. Wat beslist de scheidsrechter? a. Hij weigert de wissel en legt het team een maatregel voor spelophouden op. b. Hij staat de wissel toe. c. Hij weigert de wissel en fluit voor de opslag. 17. Als een team 6 spelers heeft en een speler blesseert zich ernstig, moet de scheidsrechter: a. 3 minuten wachten, als de speler niet verder kan spelen dan wint het andere team de set. b. 3 minuten wachten en dan met 5 verder spelen. c. de wedstrijd onmiddellijk beëindigen, het ander team wint deze en eventuele volgende sets. 13

18. Een scheidsrechter is niet op de geplande aanvangstijd aanwezig. Hoe lang moeten de spelers wachten voordat een andere scheidsrechter de wedstrijd mag overnemen? a. 10 minuten b. 30 minuten c. 15 minuten (In sommige regio s is het 30 minuten) 19. Als een speler van een naastgelegen veld, je veld in rent: a. fluit je onmiddellijk voor dubbelfout. b. fluit je alleen voor dubbelfout als de speler iemand hindert. c. fluit je alleen voor dubbelfout als die speler de voorzone in loopt. 20. Als een speler of bankzitter iemand beledigt, wordt hij bestraft met: a. rode kaart en hij mag de rest van de wedstrijd niet meer meedoen. b. rode en gele kaart samen en hij mag de rest van de set niet meer meedoen. c. rode kaart, punt tegenpartij en hij mag de rest van de set niet meer meedoen. 14

Opdracht 6: opdracht opstellingen Ga eens na welke opstellingsvarianten je eigen team kent. Beschrijf deze en noteer in welke variant de meest gemaakte fout voorkomt. Op de volgende pagina vind je een achttal opstellingsvarianten. Bekijk deze eens en oordeel welke opstellingen correct zijn en welke niet. Als je zelf niet speelt, kun je ook met een ervaren scheidsrechter een wedstrijd bekijken en zo de opdracht doen. 15

Opstellingen Geef bij elke opstellingsvariatie aan of de opstelling goed of fout is. Geef bij een foute opstelling aan welke spelers ten opzichte van elkaar verkeerd staan. Ga er bij deze opdracht vanuit dat alle tenen naar het net en de tegenpartij wijzen. De spelers zijn genummerd overeenkomstig met de algemeen veronderstelde spelersposities. Dit houdt in dat de spelers met rugnummer 1, 5 en 6 achterspelers zijn en 2, 3 en 4 voorspelers. Basisopstelling voor alle variaties Opstellingsvariatie 4 Opstellingsvariatie 1 Opstellingsvariatie 5 Opstellingsvariatie 2 Opstellingsvariatie 6 Opstellingsvariatie 3 Opstellingsvariatie 7 16

Opdracht 7: hoe word ik een betere scheidsrechter Zijn topscheidsrechters zo geboren of kan jij ook een heel goede scheidsrechter worden. Het gaat er in deze opdracht dus om dat je te weten komt hoe je stap voor stap kunt werken aan je kwaliteiten als scheidsrechter. Ga als volgt te werk: 1. Bestudeer de eisen die de Nevobo stelt aan een VS 2 scheidsrechter. Zelfscan voor de deelnemer Vóór de wedstrijd Tijdens de wedstrijd Na de wedstrijd Is tijdig aanwezig Draagt correcte kleding: wit shirt met embleem, fluit met koord om nek, gymschoenen aan Stelt zich voor aan de zaalwacht, ontvangt formulier en spelerskaarten Controleert veld: nethoogte, antennes correct geplaatst, zijlijn antenne Verricht de toss: fluit hoorbaar voor de toss, stelt zich voor aan aanvoerders en teller, voert toss uit, maakt afspraken met aanvoerders, geeft net vrij voor inspelen Maakt afspraken met teller Controleert formulier en spelerskaarten Controleert op sierraden e.d. Controleert wedstrijdbal Fluit hoorbaar voor einde inspeeltijd Legt contact met teller voor toestemming eerste opslag Zit rechtop Fluit hoorbaar Maakt handgebaren in juiste volgorde Houdt handgebaren even aan, zodat ieder deze gezien kan hebben Maakt de handgebaren rustig, één voor één Blijft bij zijn beslissing t.a.v. zijn waarnemingen Controleert tijd bij time-out Controleert aantal time-outs Geeft teller de tijd om de wissel te noteren Controleert regelmatig het tellen Voelt de wedstrijd aan: de gehanteerde technische lijn bevordert de spelvreugde Beëindigt de wedstrijd met de juiste handgebaren Wikkelt wedstrijdformulier af: neemt het formulier volledig door, zet paraaf bij hiaten, verschrijvingen en vergissingen, vermeldt aantal parafen, laat mogelijke strafzaken noteren, laat tekenen door teller en aanvoerders, tekent zelf Bedankt de teller Levert formulier in op de afgesproken plaats Wat zijn nu jouw aandachtpunten tijdens de wedstrijden? 1. 2. 3. 2. Leidt nu een aantal wedstrijden om te controleren of je lijstje klopt. Kun je deze punten verbeteren in de praktijk? Zorgt (het ontbreken) van deze punten ervoor dat jouw arbitrage wel of niet geaccepteerd wordt door spelers en coaches? 3. Scoor jezelf met bovenstaande lijst na afloop van een wedstrijd. Laat ook jezelf scoren door je begeleider of een ervaren scheidsrechter met behulp van bovenstaande lijst. Bespreek de resultaten en verschillen met je begeleider of maak een verslag over je aandachtspunten. 17

Observatieformulier voor de begeleider Laat je begeleider of een andere ervaren scheidsrechter deze lijst invullen bij een wedstrijd van jou als afsluiting van je leertraject als VS 2-er. Bespreek deze daarna! Met de input van beide partijen kun je je alleen maar verbeteren. Moment Criteria Wat zag ik/wat hoorde ik Vóór de wedstrijd Is tijdig aanwezig Draagt correcte kleding: wit shirt met embleem, fluit met koord om nek, gymschoenen aan Stelt zich voor aan de zaalwacht, ontvangt formulier en spelerskaarten Controleert veld: nethoogte, antennes correct geplaatst, zijlijn antenne Verricht de toss: fluit hoorbaar voor de toss, stelt zich voor aan aanvoerders en teller, voert toss uit, maakt afspraken met aanvoerders, geeft net vrij voor inspelen Maakt afspraken met teller Controleert formulier en spelerskaarten Controleert op sieraden e.d. Controleert wedstrijdbal Fluit hoorbaar voor einde inspeeltijd Legt contact met teller voor toestemming eerste opslag Tijdens de wedstrijd Zit rechtop Fluit hoorbaar Maakt handgebaren in juiste volgorde Houdt handgebaren even aan, zodat ieder deze gezien kan hebben Maakt rustig één handgebaar 18

Blijft bij zijn beslissing t.a.v. zijn waarnemingen Controleert tijd bij time-out Controleert aantal time-outs Geeft teller de tijd om de wissel te noteren Controleert regelmatig het tellen Beëindigt de wedstrijd met de juiste handgebaren Na de wedstrijd Wikkelt wedstrijdformulier af: neemt het formulier volledig door, zet paraaf bij hiaten, vermeldt aantal parafen, laat mogelijke strafzaken noteren, laat tekenen door teller en aanvoerders, tekent zelf Bedankt de teller Levert formulier in op de afgesproken plaats 19

Antwoorden opdrachten Opdracht 5: de spelregels Spelregeltoets 1 Spelregeltoets 2 1. B 1. B 2. C 2. C 3. A 3. A 4. C 4. C 5. A 5. A 6. A 6. C 7. B 7. B 8. C 8. C 9. B 9. B 10. A 10. A 11. A 11. B 12. B 12. A 13. A 13. C 14. C 14. C 15. C 15. C 16. C 16. A 17. B 17. A 18. A 18. C 19. C 19. A 20. A 20. B Geslaagd als 14 vragen juist beantwoord worden. Opdracht 6: opdracht opstellingen Opstellingsvariatie 1 = fout (1 en 2) Opstellingsvariatie 2 = fout (3 en 6) Opstellingsvariatie 3 = goed Opstellingsvariatie 4 = fout (3 en 6) Opstellingsvariatie 5 = fout (3 en 4) Opstellingsvariatie 6 = fout (1 en 2) Opstellingsvariatie 7 = fout (1 en 6) 20