Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Vergelijkbare documenten
Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 15000TL / 17000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 15000TL / 20000TL / 25000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL / 10000TL / 12000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL / 10000TL / 11000TL met Reactive Power Control

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3600 / 5000 SMART ENERGY BATTERY PACK SMART ENERGY

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL / 10000TL / 12000TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

PV-omvormer SUNNY BOY 1200/1700

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER 3.0 / 4.0 / 5.0 / 6.0

PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL/1600TL/2100TL

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

Installatiehandleiding SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 2500TL Single Tracker SUNNY BOY 3000TL Single Tracker

Bedieningshandleiding SUNNY TRIPOWER CORE1

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.5

PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 3.0 / 3.6 / 4.0 / 5.0 / 6.0

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

Installatiehandleiding SUNNY BOY 240 SUNNY MULTIGATE

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 15000TL Economic Excellence SUNNY TRIPOWER 20000TL Economic Excellence

Toebehoren voor SMA omvormers Ventilator-uitbreidingsset FANKIT01-10

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1.5 / 2.0 / 2.5

Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging

Aanpassen van de totale energieopbrengst bij de vervanging van een omvormer in installaties met communicatieproducten

Installatiehandleiding MULTIFUNCTIONEEL RELAIS

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 1200/1700

Sunny Tripower 5000TL 12000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 2500/3000

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

SUNNY TRIPOWER 5000TL 12000TL 5000TL 12000TL. De meest complete driefasige omvormer ideaal voor alle situaties

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

Servicehandboek SUNNY BOY 3600 / 5000 SMART ENERGY BATTERY PACK SMART ENERGY

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 10000TL / 12000TL / 15000TL / 17000TL

Communicatie-interface voor SMA omvormers SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK

Installatiebewaking Windsensor

Installatiebewaking SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL / 10000TL / 11000TL met Reactive Power Control

Installatiehandleiding. STP20TLHE-IA-INL IMNL-STP20TLHE Versie 2.2

PV-omvormer SUNNY BOY 3300 / 3800

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL/4000TL/5000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 3300/3800

7.3 Omvormers configureren

Servicehandboek SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 6000TL / 7000TL / 8000TL

Installatiehandleiding Vervanging van SMA apparaten in installaties met SMA communicatieproducten

Compacte PV-generatorbewaking

PV-omvormer SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

Installatiehandleiding MULTIFUCNCTIONEEL RELAIS

Toebehoren SUNNY MATRIX ADMIN TOOL

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

Firmware-update met SD-kaart SUNNY BOY WINDY BOY SUNNY TRIPOWER

PV-omvormer SUNNY BOY 2100TL

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 15000TL / 17000TL

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 4600A/5000A/6000A

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 20000TL / 25000TL

Installatiebewaking 485PB-NR, 485PB-MS-NR

Montage- en gebruiksaanwijzing

Servicehandboek SUNNY TRIPOWER 5000TL / 6000TL / 7000TL / 8000TL / 9000TL

Technische informatie Leidingbeveiligingsschakelaar

PV-omvormer SUNNY BOY 2500TL Single Tracker SUNNY BOY 3000TL Single Tracker

Technische beschrijving. NG_UpdSDCard-TNL Versie 2.0

Servicehandboek SUNNY BOY 3000TL / 3600TL / 4000TL / 5000TL

PV-omvormer SUNNY BOY 3000TL/4000TL/5000TL

Communicatie-interface voor SMA omvormers SMA BLUETOOTH PIGGY-BACK PLUS

GEBRUIKERSHANDLEIDING SMA SUNNY BOY EN SUNNY MINI CENTRAL

Leidingbeveiligingsschakelaars

PV-omvormers SUNNY MINI CENTRAL 6000TL / 7000TL / 8000TL

Sensor voor omgevingstemperatuur TEMPSENSOR-AMBIENT

Apparaat voor het sluiten van gaten bij de draadloze verbinding bij SMA Bluetooth Wireless Technology SMA BLUETOOTH REPEATER

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 9000TL/10000TL/11000TL 9000TL/10000TL/11000TL met Reactive Power Control

Technische Informatie Temperatuurderating voor Sunny Boy en Sunny Tripower

PV-omvormer SUNNY MINI CENTRAL 7000HV

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Overspanningsbeveiliging

Multifunctioneel relais en OptiTrac Global Peak SUNNY BOY / SUNNY TRIPOWER / WINDY BOY

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Installatiehandleiding 485 Data Module Type B

Eversol TL /TL /TL /TL Solar Inverters

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

PV-omvormers SUNNY BOY 1100 / 1200 / 1700

PV-omvormer SUNNY BOY 3300TL HC

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Powador Mini-Argus Mini-Argus FR

Tuincontactdoos met piket

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Transcriptie:

Bedieningshandleiding SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL SB13-21TL-BE-nl-11 98-102700.01 Versie 1.1 NEDERLANDS

Juridische bepalingen SMA Solar Technology AG Juridische bepalingen De informatie in deze documenten is eigendom van SMA Solar Technology AG. Voor de publicatie ervan, geheel of gedeeltelijk, moet SMA Solar Technology AG vooraf schriftelijk toestemming verlenen. Een bedrijfsinterne reproductie ten behoeve van de evaluatie of het correcte gebruik van het product is zonder toestemming toegestaan. SMA garantie De actuele garantievoorwaarden kunt u downloaden op www.sma-solar.com. Handelsmerken Alle handelsmerken worden erkend, ook als deze niet afzonderlijk zijn aangeduid. Als de aanduiding ontbreekt, betekent dit niet dat een product of teken vrij is. Het BLUETOOTH woordmerk en de logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van deze merken door SMA Solar Technology AG vindt plaats onder licentie. Modbus is een geregistreerd handelsmerk van Schneider Electric en is gelicenseerd door Modbus Organization, Inc. QR Code is een geregistreerd merk van DENSO WAVE INCORPORATED. Phillips en Pozidriv zijn geregistreerde merken van Phillips Screw Company. Torx is een geregistreerd merk van Acument Global Technologies, Inc. SMA Solar Technology AG Sonnenallee 1 34266 Niestetal Duitsland Tel. +49 561 9522-0 Fax +49 561 9522-100 www.sma-solar.com E-mail: info@sma.de 2004 tot 2014 SMA Solar Technology AG. Alle rechten voorbehouden. 2 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij dit document... 5 1.1 Geldigheid... 5 1.2 Doelgroep... 5 1.3 Aanvullende informatie... 5 1.4 Symbolen... 6 1.5 Terminologie... 6 2 Veiligheid... 8 2.1 Reglementair gebruik... 8 2.2 Veiligheidsaanwijzingen... 8 3 Leveringsomvang... 11 4 Productbeschrijving... 13 4.1 Sunny Boy... 13 4.2 Interfaces en functies... 15 5 Montage... 17 5.1 Voorwaarden voor de montage... 17 5.2 Omvormer monteren... 20 6 Elektrische aansluiting... 22 6.1 Veilige elektrische aansluiting... 22 6.2 Overzicht van het aansluitpaneel... 23 6.2.1 Onderaanzicht... 23 6.2.2 Binnenaanzicht... 24 6.3 AC-aansluiting... 24 6.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting... 24 6.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten... 26 6.3.3 Extra aarding aansluiten... 29 6.4 Aansluiting op het storingsmeldrelais... 29 6.5 DC-aansluiting... 33 6.5.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting... 33 6.5.2 PV-generator aansluiten... 34 7 Inbedrijfstelling... 37 Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 3

Inhoudsopgave SMA Solar Technology AG 7.1 Werkwijze bij de inbedrijfstelling... 37 7.2 Displaytaal wijzigen... 37 7.3 De omvormer in bedrijf stellen... 38 7.4 Zelftest volgens CEI 0-21 voor installaties 6 kw... 40 7.4.1 Zelftest starten... 40 7.4.2 Zelftest opnieuw starten... 42 8 Configuratie... 43 8.1 Werkwijze voor de configuratie... 43 8.2 Bedrijfsparameters wijzigen... 43 8.3 Omvormer in het netwerk integreren... 44 8.4 Landspecifieke gegevensrecord instellen... 44 8.5 Aardleidingsbewaking uitschakelen... 45 9 Bediening... 46 9.1 Displaymeldingen... 46 9.1.1 Meetkanalen... 46 9.1.2 Statusmeldingen... 46 9.2 Ledsignalen... 47 9.3 Display activeren en bedienen... 48 9.4 Displaymeldingen van de startfase oproepen... 48 10 Omvormer spanningsvrij schakelen... 49 11 Technische gegevens... 51 12 Toebehoren... 56 13 Contact... 57 14 CE-markering van overeenstemming... 60 4 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij dit document 1 Toelichting bij dit document 1.1 Geldigheid Dit document is geldig voor de volgende apparaattypen vanaf firmwareversie 4.50: Sunny Boy 1300TL (SB 1300TL-10) Sunny Boy 1600TL (SB 1600TL-10) Sunny Boy 2100TL (SB 2100TL) 1.2 Doelgroep Dit document is bedoeld voor vakmensen en eindgebruikers. De werkzaamheden die in dit document zijn aangeduid door een waarschuwingssymbool en de aanduiding "vakman" mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Werkzaamheden waarvoor geen bijzondere kwalificatie nodig is, zijn niet gekenmerkt en mogen ook door eindgebruikers worden uitgevoerd. De vakmensen moeten over de volgende kwalificaties beschikken: kennis over het functioneren en het bedienen van een omvormer geschoold in de omgang met de gevaren en risico s bij het installeren en bedienen van elektrische apparaten en installaties opgeleid voor de installatie en inbedrijfstelling van elektrische apparaten en installaties kennis van de geldende normen en richtlijnen kennis over en naleving van dit document, inclusief alle veiligheidsaanwijzingen 1.3 Aanvullende informatie Links naar pagina's met meer informatie vindt u op www.sma-solar.com: Documenttitel en documentinhoud "Bedrijfsparameter" Overzicht van alle bedrijfsparameters van de omvormer en hun instelmogelijkheden "Application for SMA Grid Guard Code" Voor het aanvragen van de SMA Grid Guard-code voor de wijziging van netrelevante bedrijfsparameters "Rendement en derating" Rendement en derating-gedrag van omvormers van het type Sunny Boy, Sunny Tripower en Sunny Mini Central "Leidingbeveiligingsschakelaar" Dimensionering van geschikte leidingbeveiligingsschakelaars voor omvormers onder PV-specifieke omstandigheden "Moduletechniek" Gebruik van dunne-filmpanelen en panelen met rugcontacten Documenttype Technische informatie Certificaat Technische informatie Technische informatie Technische informatie Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 5

1 Toelichting bij dit document SMA Solar Technology AG Documenttitel en documentinhoud "Isolatieweerstand (Riso) van niet galvanisch gescheiden PV-installaties" "Capacitieve afleidstromen" Aanwijzingen voor de configuratie van transformatorloze omvormers "Derating van de temperatuur" "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" "Overspanningsbeveiliging" Documenttype Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische informatie 1.4 Symbolen Symbool 1.5 Terminologie Volledige benaming Sunny Boy Toelichting Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of tot zwaar lichamelijk letsel leidt Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot de dood of zwaar lichamelijk letsel kan leiden Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot licht of middelzwaar lichamelijk letsel kan leiden Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot materiële schade kan leiden Hoofdstuk waarin werkzaamheden worden beschreven die uitsluitend door vakmensen mogen worden uitgevoerd Informatie die voor een specifiek onderwerp of doel van belang is, maar niet relevant is voor de veiligheid Voorwaarde waaraan voor een specifiek doel moet worden voldaan Gewenst resultaat Eventueel voorkomend probleem Benaming in dit document Omvormer, product 6 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij dit document Volledige benaming Electronic Solar Switch SMA BLUETOOTH Wireless Technology Benaming in dit document ESS BLUETOOTH Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 7

2 Veiligheid SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid 2.1 Reglementair gebruik De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Het product is geschikt voor gebruik binnens- en buitenshuis. Het product mag uitsluitend met PV-generatoren van beschermingsklasse II conform IEC 61730, gebruiksklasse A worden gebruikt. De toegepaste PV-panelen moeten geschikt zijn voor gebruik met dit product. PV-panelen met grote capaciteit ten opzichte van aarde mogen alleen worden gebruikt als de koppelcapaciteit niet groter is dan 1,4 μf (zie voor informatie over de berekening van de koppelcapaciteit de technische informatie "Capacitieve afleidstromen" op www.sma-solar.com). Alle componenten moeten altijd binnen het toegestane operationele bereik worden gebruikt. Het product mag alleen worden gebruikt in landen waarvoor het is toegelaten of waarvoor het door SMA Solar Technology AG en de netwerkexploitant is vrijgegeven. Gebruik het product uitsluitend conform de aanwijzingen van de bijgevoegde documentatie en conform de plaatselijke normen en richtlijnen. Andere toepassingen kunnen tot persoonlijk letsel of materiële schade leiden. Wijzigingen van het product, bijvoorbeeld veranderingen of montage van onderdelen, zijn alleen toegestaan met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SMA Solar Technology AG. Als er niet goedgekeurde wijzigingen worden uitgevoerd, vervalt de garantie en in de meeste gevallen ook de typegoedkeuring. SMA Solar Technology AG is in geen geval aansprakelijk voor schade die door zulke wijzigingen is ontstaan. Elke vorm van gebruik die niet overeenkomt met het onder reglementair gebruik omschreven gebruik, wordt als niet-reglementair gebruik beschouwd. De meegeleverde documentatie maakt deel uit van het product. De documentatie moet worden gelezen, in acht worden genomen en op een altijd toegankelijke plek worden bewaard. Het typeplaatje moet permanent op het product zijn aangebracht. 2.2 Veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen die bij alle werkzaamheden aan en met het product in acht genomen moeten worden. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en neem altijd alle veiligheidsaanwijzingen in acht om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen en een lange levensduur van het product te garanderen. 8 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid Levensgevaar door hoge spanningen van de PV-generator De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning, die op de DC-leidingen en spanningvoerende onderdelen van de omvormer staat. Het contact met de DC-leidingen of de spanningvoerende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan er een lichtboog ontstaan die een elektrische schok of verbrandingen veroorzaakt. Raak geen blootliggende kabeluiteinden aan. Raak de DC-leidingen niet aan. Raak geen spanningvoerende onderdelen van de omvormer aan. Laat de omvormer uitsluitend monteren, installeren en in bedrijf stellen door vakmensen met de juiste kwalificaties. Laat fouten uitsluitend door vakmensen verhelpen. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10 "Omvormer spanningsvrij schakelen", pagina 49). Levensgevaar door elektrische schok Als u een niet geaard PV-paneel of het niet geaarde frame van de generator aanraakt, kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken ontstaan. Zorg ervoor dat de PV-panelen, het frame van de generator en elektrisch geleidende oppervlakken volledig geleidend met elkaar verbonden en geaard zijn. Neem daarbij de ter plaatse geldende voorschriften in acht. Verbrandingsgevaar door hete onderdelen van de behuizing Tijdens gebruik kunnen onderdelen van de behuizing heet worden. Raak tijdens bedrijf uitsluitend de behuizingsdeksel van de omvormer aan. Gevaar voor verbranding door heet koellichaam Het koellichaam aan de bovenzijde van de omvormer kan tijdens bedrijf temperaturen van meer dan 70 C bereiken. Raak het koellichaam niet aan. Als het koellichaam vuil is, kan het met een zachte borstel of met een stofzuiger worden gereinigd. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 9

2 Veiligheid SMA Solar Technology AG Beschadiging van de omvormer door binnendringend stof of water Als de omvormer is uitgerust met een ESS voldoet hij in gesloten toestand en met aangesloten ESS aan beschermingsgraad IP65. Als de ESS niet is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen en de omvormer beschadigen. Om ervoor te zorgen dat de omvormer ook tijdens een tijdelijke buitenbedrijfstelling voldoende is beschermd, moet u de DC-ingangen afsluiten: Ontgrendel alle DC-connectoren en trek ze eruit. Open alle DC-connectoren. Sluit alle DC-ingangen met de bijbehorende DC-connectoren en de meegeleverde afdichtpluggen. Sluit de ESS weer stevig aan. Beschadiging van de display of het typeplaatje door het gebruik van reinigingsmiddelen Als de omvormer vuil is, mag u de behuizing, de behuizingsdeksel, het typeplaatje, de display en de leds uitsluitend met water zonder zeep en een doek reinigen. 10 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 3 Leveringsomvang 3 Leveringsomvang Controleer de levering op volledigheid en zichtbare beschadigingen. Neem contact op met uw vakhandelaar als de levering niet volledig of beschadigd is. Afbeelding 1: Onderdelen van de levering Positie Aantal Aanduiding A 1 Sunny Boy B 1 Wandsteun C 1 Electronic Solar Switch (ESS)* D 1/2 Positieve DC-connector SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuks SB 2100TL: 2 stuks E 1/2 Negatieve DC-connector SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuks SB 2100TL: 2 stuks F 2/4 Afdichtpluggen SB 1300TL-10 / 1600TL-10: 2 stuks SB 2100TL: 4 stuks G 1 Beschermkap voor de AC-bus op de omvormer H 1 AC-contrastekker: businzetstuk, schroefmof, drukbout PG13,5, afdichtring PG13,5, klemkorf PG13,5, kabelschroefverbinding M20x1,5 I 1 M6x12 cilinderkopschroef K 1 Borgring L 1 Jumper M 1 Kabelschroefverbinding PG16 met kabeldoorvoer met een gat Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 11

3 Leveringsomvang SMA Solar Technology AG Positie Aantal Aanduiding N 1 Bedieningshandleiding, aanvullingsblad met de fabrieksinstellingen van de omvormer O 1 Speedwire/Webconnect-interface * Optioneel 12 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving 4 Productbeschrijving 4.1 Sunny Boy De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Afbeelding 2: Opbouw van de Sunny Boy Positie A B C D E * Optioneel Aanduiding Typeplaatje Het typeplaatje identificeert de omvormer eenduidig. De gegevens op het typeplaatje hebt u nodig voor het veilige gebruik van het product en bij vragen aan de SMA Service Line. Op het typeplaatje vindt u de volgende informatie: type apparaat (Model) serienummer (Serial No.) productiedatum (Date of manufacture) specifieke kenmerken van het apparaat Leds De leds signaleren de bedrijfstoestand van de omvormer (zie hoofdstuk 9.2 "Ledsignalen", pagina 47). Electronic Solar Switch (ESS)* De ESS vormt samen met de DC-connectoren een DC-lastscheider. De ESS vormt in aangesloten toestand een geleidende verbinding tussen PV-generator en omvormer. Door de ESS uit de omvormer te trekken wordt de stroomkring onderbroken en door alle DC-connectoren los te koppelen wordt de PV-generator volledig van de omvormer gescheiden. Display De display geeft de actuele gebruiksgegevens en fouten weer. Behuizingsdeksel Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 13

4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG Symbolen op de omvormer en het typeplaatje Symbool Toelichting U kunt de display activeren en bedienen door op de behuizingsdeksel te kloppen (zie hoofdstuk 9.3, pagina 48). Omvormer Samen met de groene led geeft het symbool de bedrijfstoestand van omvormer aan. Aardlek Samen met de rode led geeft het symbool aan dat er een aardlek binnen de PV-generator is opgetreden of ten minste een van de varistoren in de omvormer defect is (zie het servicehandboek op www.sma-solar.com voor meer informatie over het verhelpen van fouten). Documentatie in acht nemen Samen met de gele led geeft het symbool een fout of een storing aan (zie het servicehandboek op www.sma-solar.com voor meer informatie over het verhelpen van fouten). Werking van de ESS*: Als de ESS is ingestoken, is de DC-stroomkring gesloten. Om de DC-stroomkring te onderbreken moet u de volgende stappen achtereenvolgens uitvoeren: Trek de ESS uit de omvormer. Ontgrendel alle DC-connectoren en trek ze eruit. Aardleiding Dit symbool markeert de plaats voor de aansluiting van een aardleiding. Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer, houd een wachttijd van 10 minuten aan. Op de spanningvoerende onderdelen van de omvormer staan hoge spanningen die levensgevaarlijke elektrische schokken kunnen veroorzaken. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10 "Omvormer spanningsvrij schakelen", pagina 49). Levensgevaar door elektrische schok Het product werkt met hoge spanningen. Alle werkzaamheden aan het product mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. 14 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving Symbool Toelichting Verbrandingsgevaar door heet oppervlak Het product kan tijdens gebruik heet worden. Vermijd aanraking tijdens gebruik. Laat voor alle werkzaamheden het product voldoende afkoelen. Documentatie in acht nemen Neem alle met het product meegeleverde documentatie in acht. Gelijkstroom Het product heeft geen transformator. Wisselstroom WEEE-markering Het product mag niet met het huisvuil worden meegegeven. Neem de geldende verwijderingsvoorschriften voor elektronisch afval in acht. CE-markering Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke EU-richtlijnen. Beschermingsgraad IP65 Het product is beschermd tegen het binnendringen van stof en waterstralen vanuit een willekeurige hoek. Het product is geschikt voor buitenmontage. RCM (Regulatory Compliance Mark) Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke Australische normen. * Optioneel 4.2 Interfaces en functies De omvormer kan zijn voorzien van of worden uitgebreid met de volgende interfaces en functies: BLUETOOTH Via BLUETOOTH kan de omvormer met diverse BLUETOOTH apparaten communiceren (voor informatie over ondersteunde SMA producten, zie www.sma-solar.com). De BLUETOOTH interface kan achteraf worden gemonteerd. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 15

4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG SMA Speedwire/Webconnect De omvormer is standaard uitgerust met SMA Speedwire/Webconnect. SMA Speedwire/ Webconnect is een op ethernet gebaseerd communicatietype. Hiermee is een voor omvormers geoptimaliseerde 10/100 Mbit-datatransmissie tussen Speedwire-apparaten binnen PV-installaties en de software Sunny Explorer mogelijk. De Webconnect functie maakt directe datatransmissie tussen de omvormers van een kleine installatie en het internetportaal Sunny Portal mogelijk, zonder extra communicatieapparaat en voor maximaal 4 omvormers per Sunny Portal-installatie. In grote PV-installaties vindt de datatransmissie tussen omvormers en het internetportaal Sunny Portal plaats via de SMA Cluster Controller. Vanaf elke computer hebt u via het internet toegang tot uw Sunny Portal-installatie. Voor PV-installaties in Italië kan met SMA Speedwire/Webconnect via IEC61850-Goose-berichten de koppeling of scheiding van de omvormer van het openbare stroomnet en vastlegging van de te gebruiken frequentiegrenzen wordt geregeld. RS485-interface Door middel van de RS485-interface kan de omvormer via een kabel met speciale SMA communicatieproducten communiceren (informatie over ondersteunde SMA producten vindt u op www.sma-solar.com). De RS485-interface kan achteraf worden gemonteerd. Netbeheer De omvormer beschikt over functies die een bijdrage aan het netbeheer mogelijk maken. Afhankelijk van de eisen van de netwerkexploitant kunt u de functies (bijv. begrenzing van het werkelijke vermogen) d.m.v. bedrijfsparameters activeren en configureren. Storingsmeldrelais De omvormer beschikt over een storingsmeldrelais dat afhankelijk van de soort aansluiting een storing van de omvormer kan aangeven. U kunt hiervoor een eigen verbruiker (bijv. waarschuwingslamp, akoestisch alarm) aansluiten (zie hoofdstuk 6.4 "Aansluiting op het storingsmeldrelais", pagina 29). Aardlekbewaking voor alle stroomtypen De aardlekbewaking voor alle stroomtypen herkent verschilstromen aan de gelijk- en de wisselstroomzijde. De geïntegreerde verschilstroomsensor registreert bij eenfasige en driefasige omvormers het stroomverschil tussen de nulleider en het aantal fasedraden. Als het stroomverschil abrupt groter wordt, wordt de omvormer van het openbare stroomnet losgekoppeld. 16 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage 5 Montage 5.1 Voorwaarden voor de montage Eisen aan de montagelocatie: Levensgevaar door vuur of explosie Ondanks een zorgvuldige constructie kan er bij elektrische apparaten brand ontstaan. Monteer de omvormer niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen of brandbare gassen bevinden. Monteer de omvormer niet in explosiegevaarlijke omgevingen. De montagelocatie mag niet voor kinderen toegankelijk zijn. Voor de montage moet een vaste ondergrond beschikbaar zijn (bijv. beton of metselwerk). Als de omvormer op gipskarton of dergelijke materialen in woonruimten wordt gemonteerd, produceert hij tijdens het bedrijf hoorbare vibraties die als storend kunnen worden ervaren. De montagelocatie moet geschikt zijn voor het gewicht en de afmetingen van de omvormer (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). Om een optimale werking te garanderen moet de omgevingstemperatuur tussen -25 C en 40 C liggen. De montagelocatie mag niet aan direct zonlicht zijn blootgesteld. Door blootstelling aan direct zonlicht kan de omvormer te warm worden. Hierdoor wordt het vermogen van de omvormer beperkt. Er moet worden voldaan aan de klimatologische voorwaarden (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). De montagelocatie moet te allen tijde vrij en veilig toegankelijk zijn zonder dat hiervoor extra hulpmiddelen (bijv. steigers of hefplatforms) nodig zijn. Anders zijn eventuele onderhoudswerkzaamheden slechts in beperkte mate mogelijk. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 17

5 Montage SMA Solar Technology AG Afmetingen voor montage: Afbeelding 3: Positie van de bevestigingspunten Aanbevolen afstanden: Wanneer de aanbevolen afstanden worden aangehouden, is voldoende warmteafvoer gewaarborgd. Daardoor voorkomt u een vermindering van het vermogen door een te hoge temperatuur. De aanbevolen afstanden tot muren, andere omvormers of voorwerpen moeten aangehouden worden. Als meerdere omvormers in ruimtes met hoge omgevingstemperaturen worden gemonteerd, moeten de afstanden tussen de omvormers worden vergroot en moet er voor voldoende aanvoer van frisse lucht worden gezorgd. 18 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage Afbeelding 4: Aanbevolen afstanden Toegestane en niet toegestane montageposities: De omvormer moet in een toegestane positie gemonteerd worden. Daardoor kan geen vocht in de omvormer binnendringen. De omvormer moet zodanig worden gemonteerd dat u de displaymeldingen en de ledsignalen gemakkelijk kunt aflezen. Afbeelding 5: Toegestane en niet toegestane montageposities Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 19

5 Montage SMA Solar Technology AG 5.2 Omvormer monteren Aanvullend vereist montagemateriaal (niet bij de levering inbegrepen): 2 schroeven die geschikt zijn voor het gewicht van de omvormer en de ondergrond 2 onderlegringen die geschikt zijn voor de schroeven eventueel 2 pluggen die geschikt zijn voor de ondergrond en de schroeven Risico op lichamelijk letsel door optillen en naar beneden vallen van de omvormer De omvormer weegt 16 kg. Daarom bestaat er gevaar op lichamelijk letsel door verkeerd tillen en door het naar beneden vallen van de omvormer tijdens transport of het plaatsen in of verwijderen uit de wandsteun. Transporteer en til de omvormer voorzichtig. Werkwijze: 1. Gevaar voor letsel door beschadigde leidingen In de muur kunnen zich stroom- of andere leidingen (bijv. voor gas of water) bevinden. Controleer of er in de muur leidingen zijn geïnstalleerd die tijdens het boren kunnen worden beschadigd. 2. Lijn de wandsteun horizontaal uit aan de wand en markeer de positie van de boorgaten met de wandsteun. 3. Leg de wandsteun opzij en boor de gemarkeerde gaten. 4. Steek afhankelijk van de ondergrond zo nodig de pluggen in de boorgaten. 5. Schroef de wandsteun horizontaal vast met de schroeven en onderlegringen. 6. Hang de omvormer zodanig in de wandsteun dat deze niet zijwaarts uit de wandsteun kan worden geschoven. 7. Als op de plaats van installatie een extra aarding of een potentiaalvereffening vereist is, sluit dan een extra aarding op de omvormer aan (zie hoofdstuk 6.3.3, pagina 29). 20 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 5 Montage 8. Als op de plaats van installatie geen aanvullende aarding of een potentiaalvereffening is vereist, bevestig de omvormer dan met de M6x12 schroef aan de wandsteun om hem tegen uitlichten te beveiligen. 9. Controleer of de omvormer stevig vastzit. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 21

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.1 Veilige elektrische aansluiting Levensgevaar door hoge spanningen van de PV-generator De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning, die op de DC-leidingen en spanningvoerende onderdelen van de omvormer staat. Het contact met de DC-leidingen of de spanningvoerende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan er een lichtboog ontstaan die een elektrische schok of verbrandingen veroorzaakt. Raak geen blootliggende kabeluiteinden aan. Raak de DC-leidingen niet aan. Raak geen spanningvoerende onderdelen van de omvormer aan. Laat de omvormer uitsluitend monteren, installeren en in bedrijf stellen door vakmensen met de juiste kwalificaties. Laat fouten uitsluitend door vakmensen verhelpen. Voordat er werkzaamheden aan de omvormer verricht worden, moet deze altijd op de in dit document beschreven manier spanningsvrij worden geschakeld (zie hoofdstuk 10 "Omvormer spanningsvrij schakelen", pagina 49). Beschadiging van de omvormer door elektrostatische ontlading Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading (onherstelbaar) worden beschadigd. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt. 22 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.2 Overzicht van het aansluitpaneel 6.2.1 Onderaanzicht Afbeelding 6: Aansluitingen en openingen in de behuizing aan de onderkant van de omvormer Positie A B C D E E Aanduiding Positieve DC-connector* Bus voor de ESS** Negatieve DC-connector* Behuizingsopeningen met blindstoppen voor de aansluitkabel van het multifunctionele relais Behuizingsopening met blindstop voor de datakabel of netwerkkabel Bus voor de AC-contrastekker * SB 1300TL en SB 1600TL-10 zijn standaard uitgerust met een positieve en een negatieve DC-connector ** Optioneel Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 23

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6.2.2 Binnenaanzicht Afbeelding 7: Aansluitingen aan de binnenkant van de omvormer Positie A B C * Optioneel Aanduiding Poort en aansluiting voor een SMA communicatie-interface Vlakstekker voor de aarding van de kabelafscherming bij communicatie via RS485 Zekering voor de ESS* 6.3 AC-aansluiting 6.3.1 Voorwaarden voor de AC-aansluiting Kabelvereisten: Buitendiameter: 5 mm 13 mm Aderdoorsnede: 1,5 mm² 2,5 mm² 24 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Striplengte: 4 mm De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale aderdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn o.a. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de installatiewijze, de mate van opeenhoping, de omgevingstemperatuur en de beoogde maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen de configuratiesoftware "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op www.sma-solar.com). Lastscheider en leidingbeveiliging: Beschadiging van de omvormer door gebruik van schroefzekeringen als lastscheider Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) zijn geen lastscheiders. Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider. Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op www.sma-solar.com voor informatie over en voorbeelden van de configuratie). Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Daarbij moet rekening worden gehouden met de maximaal toegestane zekering (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende kabel staat. Verbruikers die tussen de omvormer en de leidingbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd, moeten afzonderlijk worden beveiligd. Aardlekbewaking: Als een externe aardlekbeveiliging is voorgeschreven, moet een aardlekbeveiliging geïnstalleerd worden, die bij een lekstroom van 100 ma of hoger wordt geactiveerd (zie de technische informatie "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" op www.sma- Solar.com voor informatie over de keuze van een aardlekbeveiliging). Overspanningscategorie: De omvormer kan in netwerken van installatiecategorie III of lager conform IEC 60664-1 worden gebruikt. Dat betekent dat de omvormer permanent kan worden aangesloten aan het netaansluitpunt binnen een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten buitenshuis zijn aanvullende maatregelen vereist om de overspanningscategorie IV te reduceren tot overspanningscategorie III (zie technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op www.sma- Solar.com). Aardleidingsbewaking: De omvormer is uitgerust met een aardleidingsbewaking. Deze herkent als er geen aardleiding is aangesloten en koppelt de omvormer in dat geval los van het openbare stroomnet. Afhankelijk van de installatielocatie en netvorm kan het zinvol zijn de aardleidingsbewaking uit te schakelen. Dat is bijv. nodig bij een IT-net als er geen nulleider beschikbaar is en u de omvormer tussen twee fases wilt installeren. Neem contact op met uw netwerkexploitant of SMA Solar Technology AG als u hierover vragen hebt. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 25

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG De aardleidingsbewaking moet afhankelijk van de netvorm na de eerste inbedrijfstelling worden gedeactiveerd (zie hoofdstuk 8.5, pagina 45). Veiligheid conform IEC 62109 bij gedeactiveerde aardleidingsbewaking Om de veiligheid conform IEC 62109 te garanderen, moet een van de volgende maatregelen worden getroffen als de aardleidingsbewaking is gedeactiveerd: Sluit een aardleiding van koperdraad met een diameter van ten minste 10 mm² aan op de klemmenstrook voor de AC-kabel. Sluit een extra aarding aan met dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de AC-kabel aangesloten aardleiding (zie hoofdstuk 6.3.3, pagina 29). Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat. Aansluiting van een aanvullende aarding In sommige landen is principieel een aanvullende aarding vereist. Neem in elk geval de ter plaatse geldende voorschriften in acht. 6.3.2 Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten Afbeelding 8: Elementen van de AC-contrastekker Positie A B C D Aanduiding Businzetstuk Schroefmof Afdichtring PG13,5 Klemkorf PG13,5 26 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Positie E F Aanduiding Drukbout PG13,5 voor kabeldiameters van 7 mm... 10 mm Kabelschroefverbinding M20x1,5 voor kabeldiameter 10 mm... 14 mm Voorwaarden: De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden. De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd (zie technische beschrijving "Bedrijfsparameters" op www.sma-solar.com). Werkwijze: 1. Kies een passende kabelschroefverbinding voor de AC-kabel. 2. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig hem tegen herinschakelen. 3. Strip de mantel van de AC-kabel over 30 mm. 4. Kort L en N elk 5 mm in. 5. Strip L, N en PE elk 4 mm. 6. Als de buitendiameter van de kabel 7 mm tot 10 mm bedraagt, gebruik dan de afdichtring, klemkorf en drukbout: Druk de afdichtring in de klemkorf. Schuif de drukbout PG13,5 en de klemkorf inclusief afdichtring over de AC-kabel. 7. Als de buitendiameter van de kabel 10 mm tot 14 mm bedraagt, schuif dan de kabelschroefverbinding M20x1,5 over de ACkabel. 8. Schuif de schroefmof over de AC-kabel. 9. Sluit PE, N en L op het businzetstuk aan: Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 27

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Steek de aardleiding (PE) in de schroefklem met het aardingssymbool van het businzetstuk en draai de schroef vast. Steek N of (bij splitphase) L2 in de schroefklem 1 van het businzetstuk en draai de schroef vast. Steek L of (bij splitphase) L1 in de schroefklem 2 van het businzetstuk en draai de schroef vast. 10. Controleer of alle leidingen stevig in het businzetstuk zitten. 11. Draai de schroefmof stevig op het businzetstuk. 12. Als de drukbout, klemkorf en afdichtring worden gebruikt, draai dan de drukbout stevig op de schroefmof. De klemkorf wordt daarbij in de schroefmof gedrukt en is niet meer zichtbaar. 13. Als de kabelschroefverbinding wordt gebruikt, draai de kabelschroefverbinding dan stevig op de schroefmof. De AC-contrastekker is gemonteerd. 14. Steek de AC-contrastekker in de AC-bus op de omvormer en schroef hem vast. Verwijder indien nodig eerst de beschermkap van de AC-bus. 28 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 15. Als de AC-contrastekker niet onmiddellijk op de omvormer wordt aangesloten, moet de ACbus van de omvormer worden afgesloten met de beschermkap. 6.3.3 Extra aarding aansluiten Als op de plaats van installatie een extra aarding of een potentiaalvereffening vereist is, kunt u een extra aarding op de omvormer aansluiten. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat. De benodigde klembeugel, de schroef en de borgring bevinden zich in de leveringsomvang van de omvormer. Aanvullend vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen): ringkabelschoen M6 1 aardleiding Kabelvereiste: doorsnede van de aardleiding: maximaal 16 mm² Werkwijze: 1. Strip de aardleiding. 2. Schuif de ringkabelschoen over de aardleiding. 3. Breng de onderlegring, de aardleiding met de ringkabelschoen en de borgring op de cilinderkopschroef M6x12 aan. Daarbij moet de vertanding van de borgring naar het metalen plaatje van de omvormer wijzen. 4. Steek de cilinderkopschroef door het metalen plaatje van de omvormer en schroef hem aan de wandsteun vast (koppel: 6 Nm). 6.4 Aansluiting op het storingsmeldrelais U kunt het storingsmeldrelais gebruiken om een fout van de omvormer te laten weergeven of melden. Hiervoor is een parallelschakeling vereist. Als alternatief kan ook de storingsvrije werking worden weergegeven of gemeld. Hiervoor is een serieschakeling vereist. U kunt meerdere omvormers op één storings- of bedrijfsmelder aansluiten. Schakel daartoe de storingsmeldrelais van meerdere omvormers parallel. Bij kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais onmiddellijk en wordt het alarmsignaal van de aangesloten verbruiker geactiveerd. Bij niet kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais pas na meerdere knippercycli van de gele led. Als de omvormer weer verbinding maakt met het openbare stroomnet, wordt ook het storingsmeldrelais weer geopend. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 29

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Foutmelding door norm vereist In sommige landen wordt de signalering van fouten door een norm vereist, bijv. door de IEC 62109-2. Om te voldoen aan de eisen van deze norm, moet een van de volgende maatregelen worden getroffen: Sluit aan het storingsmeldrelais een weergavemodule aan die een fout of juist de storingsvrije werking van de omvormer aangeeft. Activeer de foutalarmering in de Sunny Portal (zie de gebruiksaanwijzing van de Sunny Portal op www.sunnyportal.com voor informatie over de foutalarmering via de Sunny Portal). Hiervoor moet de omvormer in de Sunny Portal zijn geregistreerd. 30 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Aansluitschema: Afbeelding 9: Aansluitschema met meerdere omvormers bij aansluiting van een bedrijfsmelder en aansluitschema bij aansluiting van een storingsmelder (voorbeeld) Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 31

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Overzicht van het aansluitpaneel: Afbeelding 10: Storingsmeldrelais binnenin de omvormer Positie A B C Aanduiding Aansluitklemmen van het storingsmeldrelais Kabeltraject Behuizingsopening met blindstop Voorwaarde: Er moet worden voldaan aan de technische eisen van het storingsmeldrelais (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). Kabelvereisten: De kabel moet dubbel geïsoleerd zijn. buitendiameter: 5 mm 12 mm aderdoorsnede: 0,08 mm²... 2,5 mm² Het type kabel en de installatiewijze moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik en de plaats van gebruik. Onherstelbare schade aan het storingsmeldrelais door te hoge contactbelasting Houd de maximale schakelspanning en maximale schakelstroom aan (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). Als u het storingsmeldrelais op het openbare stroomnet aansluit, moet het storingsmeldrelais met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. 32 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Werkwijze: 1. Levensgevaar door elektrische schok Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is (zie hoofdstuk 10 "Omvormer spanningsvrij schakelen", pagina 49). 2. Draai alle schroeven van de behuizingsdeksel eruit en verwijder de behuizingsdeksel door hem gelijkmatig naar voren van de behuizing te trekken. 3. Verwijder de aardleiding van de onderkant van de behuizingsdeksel. 4. Bereid de kabel voor: Strip de kabel over maximaal 15 mm. Strip de aders over maximaal 8 mm. 5. Bereid de kabelschroefverbinding PG16 voor op aansluiting aan het storingsmeldrelais: Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding los en verwijder de blindstop. Verwijder de kabeldoorvoer met één gat uit de kabelschroefverbinding en steek de kabel erdoorheen. Druk de kabeldoorvoer met één gat met kabel en al in de kabelschroefverbinding en steek de kabel in de omvormer. Schuif de wartelmoer over de kabel. 6. Sluit de kabel volgens het aansluitschema aan op het storingsmeldrelais. 7. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding vast. 8. Breng de aardverbinding tussen de omvormer en de behuizingsdeksel tot stand. 9. Plaats de behuizingsdeksel op de behuizing en draai hem met de 4 schroeven vast (koppel: 2 Nm). 6.5 DC-aansluiting 6.5.1 Voorwaarden voor de DC-aansluiting Eisen aan de PV-modules: Alle PV-panelen moeten van hetzelfde type zijn. Alle PV-panelen moeten dezelfde oriëntatie en helling hebben. Op de volgens de statistieken koudste dag mag de nullastspanning van de PV-generator nooit groter zijn dan de maximale ingangsspanning van de omvormer. Op alle strings moet een gelijk aantal serieel geschakelde PV-panelen zijn aangesloten. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 33

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG De maximale ingangsstroom per string moet worden aangehouden en mag niet hoger zijn dan de doorgangsstroom van de DC-connectoren (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). De grenswaarden voor de ingangsspanning en de ingangsstroom van de omvormer moeten worden aangehouden (zie hoofdstuk 11 "Technische gegevens", pagina 51). De positieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de positieve DCconnectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie installatiehandleiding van de DC-connectoren). De negatieve aansluitkabels van de PV-panelen moeten voorzien zijn van de negatieve DCconnectoren (voor informatie over het confectioneren van DC-connectoren zie installatiehandleiding van de DC-connectoren). Als de omvormer niet met een ESS is uitgerust en de op de installatielocatie geldende voorschriften een externe DC-lastscheider vereisen, installeer dan een externe DC-lastscheider. Gebruik van Y-adapters voor parallelschakeling van strings De Y-adapters mogen niet worden gebruikt om de DC-stroomkring te onderbreken. De Y-adapters mogen niet in de directe nabijheid van de omvormer zichtbaar of vrij toegankelijk zijn. Als u de DC-stroomkring wilt onderbreken, schakel dan de omvormer altijd spanningsvrij, zoals beschreven in dit document (zie hoofdstuk 10, pagina 49). 6.5.2 PV-generator aansluiten Onherstelbare schade aan de omvormer door te hoge spanning Als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt, kan de omvormer door overspanning onherstelbaar beschadigd raken. Sluit geen PV-strings op de omvormer aan en controleer de configuratie van de PV-installatie als de nullastspanning van de PV-panelen de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt. Beschadiging van DC-connectoren door gebruik van contactreinigers of andere reinigingsmiddelen In sommige contactreinigers of andere reinigingsmiddelen zijn stoffen aanwezig die het kunststof van de DC-connector aantasten. Gebruik geen contactreinigers of andere reinigingsmiddelen voor de DC-connectoren. Werkwijze: 1. Zorg ervoor dat de leidingbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld en tegen herinschakelen beveiligd is. 2. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan vrij. 34 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 3. Als de omvormer met een ESS is uitgerust en deze is aangesloten, trek de ESS dan voorzichtig uit de omvormer. 4. Controleer of er een aardlek aanwezig is in de PV-generator (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). 5. Controleer of de DC-connectoren de juiste polariteit hebben. Als de DC-connector verbonden is met een DC-kabel met verkeerde polariteit, dan moet de DC-connector opnieuw worden geconfectioneerd. Daarbij moet de DC-kabel altijd dezelfde polariteit hebben als de DC-connector. 6. Controleer of de nullastspanning van de PV-generator niet de maximale ingangsspanning overschrijdt. 7. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan op de omvormer. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 35

6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 8. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht De omvormer is alleen dicht als alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met DCconnectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. Steek de afdichtpluggen niet rechtstreeks in de DC-ingangen van de omvormer. Druk de klembeugel bij de niet benodigde DC-connectoren naar beneden en schuif de wartelmoer naar de schroefdraad. Steek de afdichtplug in de DC-connector. Draai de DC-connector vast (koppel: 2 Nm). Steek de DC-connectoren met afdichtpluggen in de bijbehorende DCingangen op de omvormer. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. 9. Controleer of alle DC-connectoren goed vastzitten. 36 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Werkwijze bij de inbedrijfstelling Werkwijze 1. Aansluiting aan de communicatie-interface Installatiehandleiding van de communicatie-interface 2. Displaytaal wijzigen als de displaytaal niet juist is ingesteld. 3. Omvormer in bedrijf stellen en eventueel de zelftest starten. 7.2 Displaytaal wijzigen Zie hoofdstuk 7.2, pagina 37 hoofdstuk 7.3, pagina 38 en hoofdstuk 7.4, pagina 40 Controleer aan de hand van de volgende afbeelding of de displaytaal van de omvormer juist is ingesteld. Zo niet, dan kunt u de displaytaal van de omvormer als volgt wijzigen. Afhankelijk van de ingestelde landspecifieke gegevensrecord zijn verschillende talen beschikbaar. Afbeelding 11: Schakelaar voor de instelling van de displaytaal Taal Schakelaar S2 Schakelaar S1 Duits B B Engels / Italiaans* B A Frans A B Spaans / Engels** A A * Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 is de taal Italiaans. ** Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 is de taal Engels. Werkwijze: 1. Levensgevaar door elektrische schok Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is (zie hoofdstuk 10 "Omvormer spanningsvrij schakelen", pagina 49). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 37

7 Inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG 2. Draai alle schroeven van de behuizingsdeksel eruit en verwijder de behuizingsdeksel door hem gelijkmatig naar voren van de behuizing te trekken. 3. Verwijder de aardleiding van de onderkant van de behuizingsdeksel. 4. Stel met de schakelaars A en B de gewenste taal in. 5. Sluit de aardleiding van de omvormer aan de onderkant van de behuizingsdeksel aan. 6. Plaats de behuizingsdeksel op de behuizing en draai hem met de 4 schroeven vast (koppel: 2 Nm). 7. Stel de omvormer in bedrijf (zie hoofdstuk 7.3, pagina 38). 7.3 De omvormer in bedrijf stellen Voorwaarden: De omvormer moet correct gemonteerd zijn. De leidingbeveiligingsschakelaar moet correct geconfigureerd en geïnstalleerd zijn. Alle kabels moeten correct aangesloten zijn. Alle niet benodigde DC-ingangen moeten met de bijbehorende DC-connectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld voor het desbetreffende land of gebruiksdoel. Als de omvormer is uitgerust met een BLUETOOTH interface, moet de NetID zijn ingesteld (zie installatiehandleiding van de BLUETOOTH interface). De aardleiding van de omvormer moet aan de onderkant van de behuizingsdeksel zijn aangesloten. De behuizingsdeksel van de omvormer moet stevig zijn vastgeschroefd. Werkwijze: 1. Als de ESS beschikbaar is, steek deze dan in de omvormer. 2. Brandgevaar door vastdraaien van de schroef binnenin de ESS. Een goed contact tussen ESS en omvormer is alleen gegarandeerd als de stekker van de ESS beweeglijk blijft. Draai de schroef in de stekker van de ESS niet vast. 38 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 7 Inbedrijfstelling 3. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof Als de ESS tijdens bedrijf niet of niet correct is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen. Als de ESS niet correct is aangesloten, kunnen de contacten in de ESS slijten of kan de ESS naar beneden vallen. Daardoor ontstaan opbrengstverliezen en kan de ESS beschadigd raken. Sluit de ESS altijd op de volgende manier aan: Steek de ESS stevig op de omvormer tot hij gelijk afsluit met de behuizing. Zorg ervoor dat de afstand tussen de ESS en de behuizing maximaal 1 mm bedraagt. 4. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan in. 5. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar in. De startfase begint. Zelftest volgens CEI 0-21 bij eerste inbedrijfstelling (geldt alleen voor Italië) De Italiaanse norm vereist dat een omvormer pas op het openbare stroomnet mag worden aangesloten als de uitschakeltijden voor overspanning, onderspanning, minimale frequentie en maximale frequentie getest zijn. Als de landspecifieke gegevensrecord op CEI0-21 Int / CEI 0-21 intern is ingesteld, start de zelftest dan zodra de landspecifieke gegevensrecord op de display verschijnt (zie hoofdstuk 7.4.1, pagina 40). Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 39

7 Inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG De groene led brandt en de display toont achtereenvolgens het apparaattype of de omschrijving van de omvormer, de firmwareversie en de ingestelde landspecifieke gegevensrecord. De groene led knippert? De DC-ingangsspanning is nog te laag of de omvormer controleert het openbare stroomnet. Als er voldoende DC-ingangsspanning is en aan de voorwaarden voor de netkoppeling is voldaan, gaat de omvormer werken. De rode led brandt? De omvormer heeft een aardlek vastgesteld of een van de varistoren is defect. Verhelp de fout (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). De gele led brandt of knippert? Er is een fout of een storing opgetreden. Verhelp de fout of de storing (zie servicehandboek op www.sma-solar.com). Alle leds knipperen? De DC-spanning is nog te gering en de startfase begint opnieuw. Er is geen sprake van een fout. Wacht tot er voldoende instraling is. Alle leds zijn gedoofd? De omvormer is uitgeschakeld, omdat de ESS niet is aangesloten, de externe DC-lastscheider niet is ingeschakeld of er niet voldoende instraling is. Controleer of de ESS goed is aangesloten c.q. of de externe DC-lastscheider is ingeschakeld. 7.4 Zelftest volgens CEI 0-21 voor installaties 6 kw 7.4.1 Zelftest starten Zelftest alleen voor omvormers die zijn ingesteld op de landspecifieke gegevensrecord CEI0-21 Int of CEI 0-21 intern De zelftest geldt alleen voor omvormers die voor Italië zijn toegelaten en zijn ingesteld op de landspecifieke gegevensrecord CEI0-21 Int of CEI 0-21 intern. De zelftest is alleen vereist bij omvormers die in Italië in bedrijf worden gesteld. Volgens de Italiaanse norm moeten alle omvormers die stroom terugleveren aan het openbare stroomnet een zelftest conform CEI 0-21 uitvoeren. Tijdens de zelftest controleert de omvormer achtereenvolgens de reactietijden voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie. De zelftest verandert de bovenste en onderste uitschakelgrenswaarde voor iedere beveiligingsfunctie lineair voor de frequentie- en spanningsbewaking. Zodra de meetwaarde de toegestane uitschakelgrens overschrijdt, koppelt de omvormer zich van het openbare stroomnet los. Op die manier stelt de omvormer de reactietijd vast en controleert hij zichzelf. 40 SB13-21TL-BE-nl-11 Bedieningshandleiding

SMA Solar Technology AG 7 Inbedrijfstelling Zodra de zelftest beëindigd is, schakelt de omvormer automatisch terug naar de teruglevermodus, stelt hij de oorspronkelijke uitschakelvoorwaarden weer in en maakt hij weer verbinding met het openbare stroomnet. De test duurt ca. 3 minuten. Voorwaarden: Ingestelde landspecifieke gegevensrecord: CEI0-21 Int c.q. CEI 0-21 intern of de gewijzigde landspecifieke gegevensrecord trimmed c.q. Speciale instelling gebaseerd op een van de genoemde landspecifieke gegevensrecords. Er moet een protocol voor het invullen van de testresultaten conform CEI 0-21 beschikbaar zijn. De omvormer moet in bedrijf zijn en zich in de startfase bevinden. Werkwijze: 1. Zodra de ingestelde landspecifieke gegevensrecord op de display verschijnt, moet u binnen 10 seconden 1 keer op de display kloppen. Op de display verschijnt de melding dat de zelftest start: Avvio Autotest. Verschijnt de melding Avvio Autotest niet op de display? De 10 seconden zijn verlopen en de zelftest start niet. Start de zelftest opnieuw (zie hoofdstuk 7.4.2, pagina 42). 2. Klop binnen 20 seconden op de display en noteer de volgende testresultaten in het testprotocol. De zelftest gaat van start. De omvormer geeft de resultaten van de afzonderlijke tests voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie weer. De resultaten worden 3 keer na elkaar telkens 10 seconden lang weergegeven. Tip: Als u het volgende resultaat wilt laten weergeven voordat de 10 seconden om zijn, klopt u 2 keer achter elkaar op de behuizingsdeksel. Verschijnt de melding Avvio interroto op de display? Tijdens de zelftest is een onverwachte uitschakelvoorwaarde opgetreden en de zelftest is afgebroken of de DC-spanning is te gering, waardoor de teruglevering niet kan worden voortgezet. Start de zelftest opnieuw (zie hoofdstuk 7.4.2, pagina 42). Voorbeeld: displaymeldingen voor overspanningstest - naam van de test: Autotest (59.S1) 240.00V - uitschakeldrempel: Valore di soglia con 230.00V - normatieve waarde: Va. taratura 253.00V - uitschakeltijd: Tempo die intervento 0.02 s - actuele netspanning: Tensione di rete Val.eff.: 229.80V Bedieningshandleiding SB13-21TL-BE-nl-11 41