Tilburg University. Overlijdensschade bij ongehuwd samenwonen Vranken, J.B.M. Publication date: Link to publication

Vergelijkbare documenten
Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 1 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Dienstenkeurmerken misbruikt Roest, Henk; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing. Publication date: 1999

Tilburg University. Hoe psychologisch is marktonderzoek? Verhallen, T.M.M.; Poiesz, Theo. Published in: De Psycholoog. Publication date: 1988

Het opschorten van de handel op de Amsterdamse Effectenbeurs Kabir, M.R.

Markt- en marketingonderzoek aan Nederlandse universiteiten Verhallen, T.M.M.; Kasper, J.D.P.

Tilburg University. Energiebesparing door gedragsverandering van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Psychologie. Publication date: 1982

Tilburg University. Huishoudelijk gedrag en stookgasverbruik van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Economisch Statistische Berichten

Procrustes analyse (1) Steenkamp, J.E.B.M.; van Trijp, J.C.M.; Verhallen, T.M.M.

Begrip image kent in wetenschap allerlei uiteenlopende definities Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Canonische analyse in markt- en marketingonderzoek Kuylen, A.A. A.; Verhallen, T.M.M. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. Huisvuilscheidingsproeven in Nederland Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Beswa-Revue. Publication date: 1985

Tilburg University Het voorkomen van merkverwarring General rights Take down policy

Tilburg University. Technieken van kwalitatief onderzoek 2 Verhallen, T.M.M.; Vogel, H.P. Published in: Tijdschrift voor Marketing

De invloed van preferente beschermingsaandelen op aandelenkoersen Cantrijn, A.L.R.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Economische psychologie Verhallen, T.M.M. Published in: De Psycholoog. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Deelname aan huisvuilscheidingproeven Pieters, Rik; Verhallen, T.M.M. Published in: Toegepaste sociale psychologie 1

De spaarder Alessie, R.J.M.; Camphuis, H.; Kapteyn, A.; Klijn, F.; Verhallen, T.M.M.

Tilburg University. Domein-specifieke marktsegmentatie van Raaij, Fred; Verhallen, T.M.M. Published in: Handboek marketing, 3e ed.

De wet van de grote(re) getallen Jacobs, Daan; van Zuydam, Sabine; van Ostaaijen, Julien; de Brouwer, Leon

Published in: Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD2013), mei 2013, Brussel, Belgie

Tilburg University. Publication date: Link to publication

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Tilburg University. Chapters 1-7 Bouckaert, L.; Sels, A.T.H.

Tilburg University. Psychologisch marktonderzoek Verhallen, T.M.M. Publication date: Link to publication

Tilburg University. Succesmaatstaven voor beursondernemingen Kabir, M.R.; Douma, S.W. Published in: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie

Tilburg University. De portefeuillekeuze van Nederlandse huishoudens Das, J.W.M.; van Soest, Arthur

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, Algemeen deel [2] Asser, C.; Vranken, J.B.M.

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

Tilburg University. De Wet Gelijke Behandeling E-handtekeningen Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Koerseffecten van aandelenemissies aan de Amsterdamse Effectenbeurs Arts, P.; Kabir, M.R.

Tilburg University. Wat in het vak zit verzuurt niet Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse

Tilburg University. Omgaan met verschillen Kroon, Sjaak; Vallen, A.L.M.; Van den Branden, K. Published in: Omgaan met verschillen

Hoe schadevergoeding kan leiden tot gevoelens van erkenning en gerechtigheid Mulder, J.D.W.E.

Over de restspanningen die optreden na het koud richten van een zwak gekromde as Esmeijer, W.L.

Het binnen planning en budget realiseren van werkzaamheden in een buitendienststelling bij zowel spoor- als wegverkeer door de projectorganisatie

Verbeteringsvoorstel ten aanzien van de akoestiek van de zaal in het gemeenschapshuis " De Klosterhof" te Arcen Deelen, van, Eric

Tilburg University. Vereenzelviging en het ontnemen van vermogenswinsten Vranken, J.B.M.

Wij zijn de toekomst : Jos Lichtenberg over Eco-Cities

"Draaiboek" onderwijssysteem "Analyse van werktuigkundige constructies"

Een klaverbladknoop in de vorm van een ruimtelijke negenhoek met rechte hoeken en diëdrische symmetrie

University of Groningen. De afkoelingsperiode in faillissement Aa, Maria Josepha van der

Tilburg University. Wij zullen doorgaan... Oei, T.I. Published in: Mededelingenblad Nederlandse Vereniging voor psychoanalyse. Publication date: 2012

Tilburg University. Internationaal marketingonderwijs Verhallen, T.M.M.; de Freytas, W.H.J. Published in: Tijdschrift voor Marketing

Tilburg University. De Trusted Third Party bestaat niet Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Verplichtingen tot ongevraagde werkzaamheden bij adviseur en notaris TjongTjin Tai, Eric

Eindhoven University of Technology MASTER. Een brug dichtbij de ontwikkeling van een micronetwerk. Ploegmakers, R.F.C.

Eindhoven University of Technology MASTER

Tilburg University. De kans om een tenniswedstrijd te winnen Klaassen, F.J.G.M.; Magnus, J.R. Published in: STAtOR. Publication date: 2008

De exergetische gebouwschil

Gepubliceerd: 01/01/1997. Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record. Link to publication

Bedieningsvoorschrift en schema video recording

Onderzoek rapport Lenting & Partners

Een toepassing van de elementgenerator volgens rapport PRGL-SYST R71-2, 71-1 Schoofs, A.J.G.

Productontwikkeling en comfortverbetering van naoorlogse woningbouw haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van polymeren op vloeren

Tilburg University. Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld Vranken, J.B.M. Publication date: Link to publication

Hergebruik moet vanzelfsprekend worden

Van 'gastarbeider' tot 'Nederlander' Prins, Karin Simone

Thermische comfortonderzoek nabij de balie in Flux Technische Universiteit Eindhoven van Aarle, M.A.P.; Diepens, J.F.L.

Tilburg University. Een kenteken voor Internetters? Koops, Bert Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening

Het schatten van marktpenetratie en marktaandeel

Sekseverschillen op de werkvloer

Tilburg University. Published in: Economisch Statistische Berichten. Publication date: Link to publication

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Tilburg University. De redelijke derde en de blockchain Tjong Tjin Tai, Eric. Published in: WPNR: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

Tilburg University. Interne rechtsvergelijking Vranken, J.B.M. Published in: Tijdschrift voor privaatrecht. Document version: Peer reviewed version

Bepaling van de sterkte en de stijfheid van werktuigkundige constructies met behulp van de methode der eindige elementen

Over een balanceringsprobleem bij een 2-cilinder compressor in V-uitvoering Esmeijer, W.L.

Afwaterings- en bevriezingsproblemen te Best

Eindhoven University of Technology MASTER. Wonen op de grens van land en zee "leven en beleven op een zeedijk" Slokkers, G.C.J.J.

Flexibel bouwen : technisch én commercieel interessant

Beperkte rol privaatrecht bij prefentiebeleid medicijnen Vranken, J.B.M.

Tilburg University. Werkgevers bezorgd over langer doorwerken Oude Mulders, Jaap; Henkens, Kene; van Dalen, Harry

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven van Aarle, M.A.P.

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

Rechterlijke organisatie en organisatie van de rechtspraak Barendrecht, Maurits

Tilburg University. Toegang tot proefschriften Tjong Tjin Tai, Eric. Published in: Nederlands Juristenblad. Document version: Peer reviewed version

Tilburg University. Nekt personeelsgebrek Brabantse economie? van Schaik, A.B.T.M. Published in: Brabant Provincie Magazine. Publication date: 2000

Tilburg University. Paarse marktwerking van Damme, Eric. Published in: Markt en Mededinging. Document version: Peer reviewed version

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Onder druk : Multidisciplinaire richtlijn Werkdruk

Voorziening voor de integratie van zonwering

Tilburg University. PTS (Pavlov Temperament Schaal) van Heck, G.L.; de Raad, B.; Vingerhoets, A.J.J.M. Publication date: Link to publication

Opbouw en indeling van een rapport betreffende een experiment

64 hoogleraren Rotman, P.; van Witteloostuijn, Arjen; de Zeeuw, Aart; Zoeteman, Bastiaan; a., e.

Ervaringen met ICTonderzoek in HBO

Dynamics of inner ear pressure change with emphasis on the cochlear aqueduct Laurens-Thalen, Elisabeth Othilde

Evaluatie experiment van werk naar werk tussenrapportage Visscher, K.; de Groot, M.; van Eck, S.; van Gestel, N.; van de Pas, Irmgard

De concurrerende universiteit

De betrouwbaarheid van kleinschalige methoden voor waterzuivering Kaaij, Rachel van der

In afwachting van de inperking van de stilzwijgende verlenging TjongTjin Tai, Eric

Voorlichting aan aankomende studenten

Aansprakelijkheid bij gezelligheidsuitjes of personeelsfeesten Vranken, J.B.M.

Interactie als gereedschap Koole, Tom

Tilburg University. Traditionele jongeren en onafhankelijke ouderen Kalmijn, M.; Scherpenzeel, A.

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Tilburg University. Eigen woning en echtscheiding Gubbels, Nicole. Published in: Fiscaal Praktijkblad

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Tilburg University. Big Brother als baas Koops, Bert-Jaap. Published in: Informatie : Maandblad voor de Informatievoorziening. Publication date: 2000

Transcriptie:

Tilburg University Overlijdensschade bij ongehuwd samenwonen Vranken, J.B.M. Publication date: 2008 Link to publication Citation for published version (APA): Vranken, J. B. M., (2008). Overlijdensschade bij ongehuwd samenwonen, Nr. 186, dec 16, 2005. (Nederlandse jurisprudentie; Nr. p. 1754-1782). General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. - Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 04. mrt. 2017

Ann. 59 HR 16 december 2005, RvdW 2006, 1 (Pruisken/Organice) Overlijdensschade in geval van ongehuwd samenwonenden: de wet kan herschreven worden 1. In 1992 is het aantal nabestaanden dat aanspraak kan maken op overlijdensschade uitgebreid. De wet onderscheidt drie categorieën: de echtgenoot, geregistreerd partner en minderjarige kinderen (categorie a), overige bloed- en aanverwanten (categorie b) en, geheel nieuw, de ongehuwd samenwonenden (categorie c). De onderhavige uitspraak is de eerste van de Hoge Raad over categorie c en betreft het criterium aan de hand waarvan de omvang van de schadevergoeding voor de nabestaande bepaald dient te worden. 2. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: in de kern komt de beslissing van de Hoge Raad erop neer dat art. 6:108 lid 1 sub c aanzienlijk ingekort kan worden. De bepaling kan voortaan luiden, althans dient begrepen te worden als volgt: Art. 108 1. Indien iemand tengevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander jegens hem aansprakelijk is overlijdt, is die ander verplicht tot vergoeding van schade door het derven van levensonderhoud a.. b.. c. aan degenen die reeds vóór de gebeurtenis waarop aansprakelijkheid berust, met de overledene in een duurzaam gezinsverband samenwoonden en de overledene bijdroeg in de gemeenschappelijke kosten van levensonderhoud. 3. Vergeleken met de huidige tekst 1 is bijna de helft vervallen, meer in het bijzonder de passages (1) dat de overledene tijdens zijn leven geheel of voor een groot deel in het levensonderhoud van zijn partner voorzag, en (2) dat na het overlijden de nabestaanden redelijkerwijs niet voldoende in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Het woord duurzaam vervangt de passage dat aannemelijk is dat de samenwoning en het verschaffen van levensonderhoud zouden zijn voortgezet als de betrokkene in leven was gebleven. Wat blijft, is dat niet iedere voordeurdeler als samenwoner in de zin van de bepaling kan worden aangemerkt. Naast samenwonen en duurzaamheid is een zekere onderlinge financiële 1 Duidelijkheidshalve citeer ik de huidige tekst: c. aan degenen die reeds vóór de gebeurtenis waarop aansprakelijkheid berust, met de overledene in gezinsverband samenwoonden en in wier levensonderhoud hij geheel of voor een groot deel voorzag, voor zover aannemelijk is dat een en ander zonder het overlijden zou zijn voortgezet en zij redelijkerwijs niet voldoende in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

2 verstrengeling nodig (bijdragen in de gemeenschappelijke kosten van levensonderhoud). Affectief hoeft de relatie niet te zijn, al zal dat wel meestal het geval zijn. Toelichting 4. Voor alle drie categorieën nabestaanden van art. 6:108 lid 1 geldt dat zij geen recht hebben op volledige schadevergoeding. Dat was in het oude recht van art. 1406 BW zo; thans is dit niet anders. Art. 6:108 beperkt de schade tot de daarin genoemde posten gederfd levensonderhoud (met verschillende voorwaarden per categorie nabestaanden, maar die laat ik hier rusten) en kosten van lijkbezorging. Verdere beperkingen zijn dat zowel de in de toekomst te verwachten draagkracht van de overledene als de draagkracht van de aansprakelijke van belang is. De rechter kan met een beperkte draagkracht van de aansprakelijke rekening houden op basis van de algemene matigingsbevoegdheid van art. 6:109. 5. De vraag was of voor categorie c een extra beperking gold, te weten dat de nabestaande redelijkerwijs zelf niet voldoende in zijn onderhoud kan voorzien. Daarover werd in de literatuur verschillend gedacht. Het meningsverschil liep overigens niet hoog op, want er is niet of nauwelijks over gediscussieerd. Tot degenen die de extra beperking aannamen, behoorden met name Bolt, Voordeelstoerekening, diss. 1985, p. 65; Bordes, WPNR 5791 (1986), p. 452, l.k. en noot 206; Hartlief in: Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, achtereenvolgende drukken van o.m. 2000 en 2003, nr. 255 en 257; Bouman en Tilanus-Van Wassenaer, Schadevergoeding: personenschade, mon. bw B37, 1998, nr. 23 sub a en d (zo ook de eerdere druk uit 1992 van Bouman en Wassenaer van Catwijk); Storm, Kamp en Schön, Personenschade, in: Barendrecht-Storm, Berekening van schadevergoeding, 1995, p. 232. Zie ook Schadevergoeding, art. 6:108 (Bolt), aant. 10, 19 en 23. 6. In deze visie, waar het hof in deze zaak zich bij aansloot, heeft art. 6:108 lid 1 sub c het oog op een situatie dat de overledene tijdens zijn leven de financiële lijsttrekker was van het stel en de partner na diens overlijden redelijkerwijs niet meer in staat is om voor zijn/haar eigen levensonderhoud te zorgen, bijv. omdat hij/zij vooral voor het huishouden en de kinderen had gezorgd en zich niet op de arbeidsmarkt had begeven. In deze zin ook de voorbeelden van Schoordijk, Het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht naar het Nieuw BW, 1979, p. 277, van wie ik ook de term financiële lijsttrekker heb overgenomen. Dezelfde soort voorbelden zijn ook te vinden in de PG op art. 6:108 lid 1 sub d over vergoeding van de kosten van vervangende huishoudelijke hulp zie de conclusie PG, nr. 28 -, welke bepaling wordt beschouwd als een toepassing van sub c.

3 7. Asser-Hartkamp heeft vanaf het begin een ander standpunt verdedigd. In alle achtereenvolgende drukken vanaf 1984 (sinds de druk van 1988 in nr. 480) heeft hij betoogd dat aan de passage in de tekst van art. 6:108 lid 1 sub c over het redelijkerwijs niet voldoende in hun levensonderhoud kunnen voorzien geen zelfstandige betekenis toekomt. Onder verwijzing naar PG boek 6, blz. 403 schrijft hij dat met deze passage niet een belangrijke beperking van het recht op schadevergoeding is beoogd ten opzichte van wat uit de aanhef van lid 1 voortvloeit. Het gaat volgens hem in het gehele lid 1, d.w.z. voor alle drie categorieën nabestaanden, om dezelfde eis: schade door het derven van levensonderhoud. 8. In zijn conclusie in deze zaak werkt hij dit wetshistorische argument uitvoerig uit. De Hoge Raad volgt hem helemaal. Of sprake is van gederfd levensonderhoud en hoe veel, hangt naar het oordeel van de Hoge Raad blijkens de wetsgeschiedenis voor alle drie categorieën af van de behoefte van de langstlevende. De term behoefte wordt genomen in de betekenis van art. 1:397 lid 1, d.w.z. afhankelijk van de specifieke en individuele omstandigheden, waaronder het uitgavenpatroon en de levenswijze van betrokkenen. Het is dus niet zo dat pas aanspraak op overlijdensschade bestaat in de hierboven in 6 beschreven standaardsituatie dat de nabestaande na het overlijden niet meer in staat is zelf in zijn meest elementaire behoeften te voorzien en de overledene tijdens zijn leven de kosten van levensonderhoud van zijn partner geheel of voor een groot deel betaalde. 9. Beslissend is of in het specifieke geval de behoefte aan levensonderhoud van de nabestaande door het overlijden van de partner is toegenomen. Hieruit volgt dat behoefte een relatief begrip is en daarmee een relatieve maatstaf voor de vaststelling van de omvang van de overlijdensschade. Ook bij samenwonenden met een hoog uitgavenpatroon of hoge levensstandaard kan/zal door het overlijden van een van beiden, de behoefte bij de ander toenemen, omdat een uitgavenpatroon en levenswijze op basis van twee inkomens meestal niet op dezelfde voet te handhaven zullen zijn met één inkomen. Anderzijds: uitkeringen terzake van het overlijden kunnen ook meetellen en dus de behoefte van de nabestaande verminderen. Over dit laatste is vooral onder het oude recht veel geprocedeerd en gediscussieerd. Ook de Tweede Kamer heeft hierover uitvoerig van gedachten gewisseld bij gelegenheid van de Invoeringswet. Zie PG Inv. wet boek 6, p. 1290-1309. Dynamische interpretatie? 10. De uitspraak van de Hoge Raad over de omvang van de overlijdensschade bij ongehuwd samenwonenden is krachtig, helder en overtuigend qua resultaat. Hij steunt hierbij naar eigen zeggen volledig op een wetshistorische argumentatie. Daardoor stond hij

4 niet voor het probleem hoe een brug te slaan tussen een wetsbepaling uit het verleden en latere, nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, waar de bepaling misschien niet meer helemaal bij aansluit. Het hof en de auteurs die de andere interpretatie huldigden, hadden dit probleem wel. Het resultaat van hun interpretatie was immers dat ongehuwd samenwonenden bij overlijdensschade gediscrimineerd worden ten opzichte van de nabestaanden van categorie a en b. Is dat geoorloofd en/of te rechtvaardigen, mede gelet op de dertig jaar die verstreken is sedert de categorie ongehuwd samenwonenden in het wetsvoorstel voor boek 6 is opgenomen? 11. In die dertig jaar is ongehuwd samenwonen maatschappelijk nagenoeg volkomen geaccepteerd. Blijkens cijfers van het CBS (www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/bevolking) is in die periode het aantal ongehuwd samenwonenden meer dan verdubbeld (in 2005 ruim 750.000 relaties, tegenover overigens nog steeds 3,4 miljoen huwelijken; dit betekent dat een op de zes stellen ongehuwd samenwoont). Slechts één op de tien vrouwen trouwt nog zonder eerst samengewoond te hebben. Begin jaren zeventig waren dit er nog negen van de tien, en een decennium later nog steeds de helft. Ook leidt duurzaam ongehuwd samenwonen in andere wetten meer en meer tot aanspraken en plichten, zoals bij pensioenen, belastingen, sociale verzekeringen, volksverzekeringen, ziektekosten, erfrecht, alimentatie, erkenning van family life in verband met kinderen, strafrecht, e.d.m. Vergelijk voor meer gegevens o.m. W.M. Schrama, De niet-huwelijkse samenleving in het Nederlandse en Duitse recht, diss. 2004; Caroline Forder en Alain Verbeke (red), Gehuwd of niet: maakt het iets uit?, 2005; Special FJR, Naar een nieuw relatierecht?, 2007, p. 249-284, telkens met veel verdere gegevens. 13. Ook het EVRM is van belang, met name art. 14 jo het op 1 april 2005 in werking getreden twaalfde protocol over non-discriminatie. Er is mij geen rechtspraak van het EHRM bekend over de specifieke kwestie van het onderhavige arrest. Wel is er rechtspraak over het onderscheid gehuwd en niet gehuwd in onder meer het sociale zekerheids- en belastingrecht. Niet altijd is het onderscheid objectief gerechtvaardigd geoordeeld, maar zonder nader onderzoek kan daaruit niet de conclusie worden getrokken dat de uitspraak van de Hoge Raad over art. 6:108 lid 1 sub c in het licht van het EVRM geboden was. 14. In art. VI. 2:202 van de Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law (Draft Common Frame of Reference) van januari 2008 wordt ook niet onderscheiden tussen gehuwd en ongehuwd. Als criterium wordt gehanteerd een particularly close personal relationship met voor de nabestaande verlies van levensonderhoud, of van zorg en financiële ondersteuning. (www.law-net.eu).

5 15. Van de genoemde auteurs die art. 6:108 lid 1 sub c anders interpreteerden heeft, voor zover ik kan zien, niemand zich de vraag gesteld of de bepaling in het licht van deze maatschappelijke en juridische ontwikkelingen anders mocht en kon worden uitgelegd. Het hof in deze zaak heeft dit wel gedaan, zij het niet getoetst aan het EVRM, maar heeft gemeend dat het zijn taak als rechter te buiten zou gaan om aan op zichzelf duidelijke passages in een wetsbepaling geen zelfstandige betekenis toe te kennen. Voor die beslissing kan men begrip hebben. Degene die een tekst interpreteert, gaat er van uit dat wat er staat betekenis heeft. Dat is een vanzelfsprekend grondbeginsel van interpretatie. Men begint niet een wettekst te interpreteren vanuit de gedachte dat de helft of een deel ervan overbodig of onjuist is. Pas als dit uit andere gegevens blijkt, bijv. omdat sprake is van een evidente vergissing dan wel de wetsgeschiedenis eenduidig op het tegendeel wijst, zal dit de conclusie kunnen zijn. Het hof heeft dergelijke aanwijzingen niet gevonden, ook niet in de wetsgeschiedenis. Integendeel. Het gaat er uitgebreid op in, maar komt terecht of ten onrechte tot een diametraal andere interpretatie dan Hartkamp en de Hoge Raad. Daarmee is de wetsgeschiedenis voor het hof eerder een versterking van het grammaticale argument dan dat het er afbreuk aan doet. Huishoudkosten 16. Met betrekking tot de huishoudkosten heeft de Hoge Raad wél een brug moeten slaan tussen art. 6:108 lid 1 sub d en de groei van een overwegend traditionele rolverdeling tussen partners vroeger naar de huidige situatie waarin de taken meer en meer verdeeld zijn. De wetsgeschiedenis was op dit punt minder duidelijk, maar staat een dynamische interpretatie niet in de weg, aldus de HR in rov. 3.3.2. Een andere uitleg zou m.i. ook moeilijk verenigbaar zijn met de beslissing over lid 1 sub c. Als men bij c niet uitgaat van de hierboven onder 6 beschreven standaardsituatie kan men dat bij d ook niet doen. Over de vraag of hierbij sprake is van een concrete of abstracte schadeberekening, vergelijk Klaassen, Schadevergoeding: algemeen, deel 2, mon. bw B35, 2007, nr. 10 sub e en de noot onder het arrest van A.J. Verhey in AV&S 2006, p. 124-128. JBMV