Behoort bij ontwerpbesluit van B&W

Vergelijkbare documenten
Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw bedrijfspand Aan de Magnesiumstraat Te Nederweert

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw 38 woningen Bouwplan Ambyerveld Te Maastricht

Funderingsadvies nieuwbouw 150 woningen Bestemmingsplan Laarveld fase 2 Nabij de Kransakker In de gemeente Weert

Funderingsadvies nieuwbouw 150 woningen Bestemmingsplan Laarveld fase 2 Nabij de Kransakker In de gemeente Weert

INHOUDSOPGAVE. Bijlagen: Doorlatendheidsmetingen Funderingsdrukdiagram Richtlijnen uitvoering

Grondonderzoek en funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen Bouwplan Bloesemgaard Te Margraten

Funderingsadvies t.b.v nieuwbouw KIA Aan de Bartokring Te Landgraaf. Gemeente Landgraaf. Rapportage. Datum rapport: 1 juli 2014

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

GEOMET POWERED BY ABO-GROUP. Rapport betreffende fundering Kluscomplex Prins Willem Alexanderschool nabij de Zuidwind te s-gravenzande

Behoort bij ontwerpbesluit van B&W

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen Aan de Schutsestraat 6 Te Prinsenbeek In de gemeente Breda. Admiraal de Ruijterweg AA Rotterdam

Geotechnisch rapport

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Bielemansdijk tegenover 4 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Rapport betreffende fundering renovatie pand aan de Cylinderstraat te Den Haag

Geotechnisch rapport

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA

Functie: Naam: Gezien en akkoord: PLAN OP HOOFDLIJNEN GETOETST Gezien d.d.15 maart Behoort bij ontwerpbesluit van B&W. d.d.

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen BP Vrouwenhof Fase 3 In de gemeente Weert

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD

Hierbij zenden wij u de rapportage betreffende een project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht.

Koops & Romeijn grondmechanica

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo

Rapport betreffende fundering renovatie appartementen aan de Witte de Withstraat 119 te Den Haag

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw bedrijfspanden Aan de Pascalweg Te Culemborg

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem

M E M O. Geachte heer Meijer,

Inhoudsopgave. Bijlagen. Inleiding.3

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA /

Koops & Romeijn grondmechanica

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woning Aan de Kortgerecht 34 Te Schoonrewoerd In de gemeente Leerdam

Beoordeling Infiltratie mogelijkheden t.b.v. nieuwbouw Engelenhof Aan de Put Pullestraat Te Sittard In de gemeente Sittard-Geleen

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam

Samenwerkende, zelfstandige adviseurs voor grondonderzoek, geotechniek en geohydrologie

Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen

Geotechnisch bodemonderzoek A9 Heiloo

Geotechnisch advies t.b.v.:

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw winkelpanden Aan de Sint Jobstraat Te Weert

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA A

Geotechnisch rapport

Geotechnisch bodemonderzoek Sleedoorn in Beilen

Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Best d.d

november 2015

Funderingsadvies t.b.v. verbouw woning Aan de Bremweg 3 Te Liessel In de gemeente Deurne

INHOUDSOPGAVE. Bijlagen: Richtlijnen uitvoering

Geotechnisch onderzoek Uitbreiding zwembad de Kromme Rijn te Utrecht

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Lelystad

ONTWERP BERLINERWAND T.B.V. KELDER WONING KAVEL 20, RIETEILAND OOST TE AMSTERDAM

Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers

NIEUWBOUW OPSLAGLOODS MTS. DRENTHEN RIJKSWEG 4 TE SMILDE

Jacob van Lennepkade 281 Amsterdam GEOTECHNISCH ONDERZOEK CB-01. Schillingweg 103, 2153 PL Nieuw-Vennep

'S-HERTOGENBOSCH. ATO-Scholenkring. Postbus AD ROSMALEN

OOSTKAPELLE. Siban Beheer B.V. Park Reeburg GC VUGHT

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

FUNDERINGSADVIES betreffende VERBREDING LIGBOXENSTAL AAN DE BOSWIJKDREEF 5 TE STEENBERGEN

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

Uitbreiding dierenasiel aan de Ossebroeken 4 te Beilen

Project: Grondonderzoek DFS terrein en N508 te Alkmaar

Afdeling Geotechniek

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP

DEURNE. T.a.v. Dhr. K. Bots. Postbus AB DEURNE

Inhoudsopgave: 1 Projectomschrijving Algemene gegevens Projectgegevens Bodemonderzoek... 3

Geotechnisch onderzoek

Sondeerrapport conform NEN 5140 Locatie: Slotsteeg 1 te Hengelo (gld) Projectnummer: Postbus AJ Veenendaal

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK

Geotechnisch onderzoek. aan de Mayweg te 's-hertogenbosch

Teeuw Grondmechanica v.o.f. Lekdijk 134, 2865 LG Ammerstol tel:

Project: Fundatieonderzoek aan de Hyacintenstraat 18 te Volendam. Datum : 16 december Projectnummer: 16280

RESULTATEN GRONDONDERZOEK. Nieuwbouw bedrijfsruimte, Braamweg 7 te Neerkant. Braamweg PS Neerkant. Keulsebaan AA Neerkant

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek

Afdeling Geotechniek

Afdeling Geotechniek. Rapport geotechnisch bodemonderzoek. Opdrachtnummer : Plaats Locatie

Afdeling Geotechniek

Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw vestiging Boels Aan de Milaanstraat Te Lijnden In de gemeente Haarlemmermeer

Geotechniek - Milieutechniek

Geotechniek - Milieutechniek

Geotechniek - Milieutechniek

Project : Nieuwbouw vakantiewoning aan de Joossesweg111 te Westkapelle Projectnr : Datum :

Project : Nieuwbouw woning aan de J. de Vriesstraat te Diessen Projectnr : Datum :

LAflCcmeente Hilvarenbeek

Postbus BK, Roosendaal. Postbus AD Raamsdonksveer. Functie: Naam: Gezien en akkoord: o Geotechnisch adviseur

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

FUNDERINGSADVIES NIEUWBOUW WONING Veldmate in Dinxperlo

Geotechniek - Milieutechniek

Rapport grondmechanisch onderzoek. Provinciaal domein Puyenbroeck. Wachtebeke Locatie 4 - loods logistiek 15/165.4

Nieuwbouw bedrijfsgebouw aan de Nijverheidsweg 9 te Steenderen

Geotechniek - Milieutechniek

Teeuw Grondmechanica v.o.f. Lekdijk 134, 2865 LG Ammerstol tel:

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Almere

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Rapportage en beschouwing aangetroffen scheurvorming gevel onderstraat Herberg de Gouden Leeuw te Bronkhorst.

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK

Rapport grondmechanisch onderzoek. Renovatie en uitbreiding Leopoldskazerne - Gent 14/111

Infiltratieadvies t.b.v. nieuwbouw appartementen Aan de St. Rumoldusstraat In de gemeente Weert

PROTOTYPE. Studio for Architecture, Urbanism and Research

Rapport grondmechanisch onderzoek. Kleuterweg Heusden-Zolder

Transcriptie:

Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw uitkijktoren Aan de Slakweg 5 Te Maastricht Opdrachtnummer: GA150241 Rapport: R01 Versie: v1.0 Datum rapport: 1 juni 2015 Opdrachtgever: De Dwaze Herder Slakweg 5 6228 NB Maastricht Architect: Grasveld Tuin- en Landschapsarchitecten Goilberdingerstraat 14A 4101 BP Culemborg Constructeur: Castermans Engineers Waterrijk 1 6247 CL Gronsveld Functie: Naam: Gezien en akkoord: Geotechnisch adviseur Ing. M. Vankan Controle Ing. J.G. Valenteijn Gemeente Maastricht Veiligheid en Leefbaarheid Ontvangen op : 06-10-2015 Zaaknummer : 15-2138WB PLAN OP HOOFDLIJNEN GETOETST Gezien d.d.10 mei 2016 Behoort bij ontwerpbesluit van B&W Tel: 088-1300600 Geonius Geotechniek B.V. Breinderveldweg 15 d.d. 21-06-2016 Email: info@geonius.eu 6365 CM Schinnen Website: www.geonius.eu

INHOUDSOPGAVE 1.0 INLEIDING... 1 2.0 PROJECTBESCHRIJVING... 2 3.0 GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN... 3 4.0 GRONDONDERZOEK... 4 4.1 Algemeen... 4 4.2 Diepsonderingen... 4 4.3 Boring... 4 4.4 Inmeting... 4 5.0 TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW... 5 5.1 Terreingesteldheid... 5 5.2 Bodemopbouw... 5 5.3 Grondwater... 5 6.0 FUNDERINGSADVIES... 6 6.1 Algemeen... 6 6.2 Fundering op staal... 6 7.0 UITVOERING... 8 Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Situatietekening Sondeergrafieken Boorstaat Funderingsdrukdiagram Richtlijnen uitvoering

1.0 INLEIDING Door De Dwaze Herder werd aan Geonius Geotechniek BV opdracht gegeven om een geotechnisch grondonderzoek uit te voeren en een funderingsadvies op te stellen. Dit onderzoek was nodig voor de nieuwbouw van een uitkijktoren aan de Slakweg 5 te Maastricht. Voorliggend rapport bevat de resultaten van het grondonderzoek en het ontwerpadvies voor de fundering. Het ontwerpadvies is uitgewerkt conform NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 1: Algemene regels) en NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 2: Grondonderzoek en beproeving). Beide delen vormen de basis van Eurocode 7. Pagina 1 van 8

2.0 PROJECTBESCHRIJVING Aan de Slakweg 5 te Maastricht is de nieuwbouw van een uitkijktoren gepland. Voor het funderingsadvies voor de geplande nieuwbouw zijn door ons de onderstaande, mede door de constructeur en architect verstrekte uitgangspunten gehanteerd: De nieuwbouw bestaat uit een uitkijktoren met een hoogte van ca. 29 meter; De toren zal niet worden voorzien van een kelder en/of kruipruimte; Het bouwpeil is door ons aangenomen op gelijke hoogte als het huidige maaiveld, in dit geval ca. Ref. -1,0 m; Het aanlegniveau is door de constructeur bepaald op 1,5 m- maaiveld. Dit komt overeen met ca. Ref. -2,6 m; De maximale rekenwaarde voor de belasting uit de toren bedraagt volgens opgave ca. 900 kn. In verband met het door de constructeur aangenomen funderingselement (aanname vooralsnog ca. 6x6 m i.v.m. windbelasting) is de totale belasting op de ondergrond door ons geschat op ca. 2.200 kn; Eventuele beperkingen of randvoorwaarden als gevolg van milieukundige aspecten zijn buiten beschouwing gelaten. Indien wordt afgeweken van voornoemde uitgangspunten dan dient ons bureau te worden gecontacteerd daar dan het advies mogelijk moet worden aangepast. Voor het overige verwijzen wij naar de bestektekeningen van de architect. Pagina 2 van 8

3.0 GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN Gezien de belastingen als gevolg van de nieuwbouw en de te verwachten bodemopbouw is het project door ons bureau conform NEN 9997 ingedeeld in de geotechnische categorie 2 (GC2). Dit betekent dat het terrein- en bodemonderzoek moet worden uitgevoerd volgens hoofdstuk 3.2 van NEN 9997 en een onderzoeksrapport dient te worden overlegd conform hoofdstuk 3.4 van NEN 9997. Het ontwerp van een funderingsconstructie op staal dient getoetst te worden aan de eisen, betreffende constructieve veiligheid en bruikbaarheid conform hoofdstuk 6 van NEN 9997-1. Pagina 3 van 8

4.0 GRONDONDERZOEK 4.1 Algemeen Ten behoeve van het grondonderzoek zijn in mei 2015 een 2-tal sonderingen uitgevoerd. Daarnaast is ter verkenning van de samenstelling van de toplagen eveneens een handboring uitgevoerd. 4.2 Diepsonderingen De sonderingen zijn genummerd GA150241 SW01 en SW02. De diepsonderingen zijn gemaakt met een elektrische conus waarbij de conusweerstand continu wordt gemeten, elektrisch geregistreerd en digitaal vastgelegd. De sonderingen zijn uitgevoerd conform NEN-EN-ISO22476-1. Bij de sonderingen is tevens de lokale wrijving gemeten. De continue registratie van de ondervonden bodemweerstand verzekert een gedetailleerd beeld van de bodemopbouw. Dit niet alleen voor wat betreft de sterkte van de bodem maar tevens met betrekking tot de aard van de aanwezige ongeroerde grondlagen. De verhouding tussen de wrijvingsweerstand van de kleefmantel en de weerstand aan de conuspunt, het zogenaamde wrijvingsgetal, heeft voor iedere grondsoort een andere waarde. Voor een gladde elektrische conus gelden bij veel voorkomende gronden in Limburg ongeveer de navolgende relaties: Wrijvingsgetal in % Grondsoort 0.3-1.5 Zand, grof tot fijn 1.5-2.5 Silt (leem/löss) 2.5-5.0 Klei > 5.0 Veen en bruinkool Tussen de verschillende grondsoorten komen overgangsvormen voor waardoor de aangegeven grenzen niet als hard zijn te beschouwen. In de elektrische conus bevindt zich een hellingmeter. Hierdoor is controle mogelijk op een eventueel afwijken van de verticaal. Bijzondere afwijkingen zijn niet vastgesteld. Bij de sonderingen is een kleefmeting gedaan. De kleefmeting geeft een indicatie van de grondsoorten van de onderzochte grond. 4.3 Boring Om de samenstelling van de toplagen nader te verkennen is op de locatie tevens een handboring (genummerd GA150241 B01) tot ca. 0,7 m- maaiveld uitgevoerd. In verband met het aantreffen van vaste grindlagen kon de boring niet dieper worden doorgezet. Tijdens de boorwerkzaamheden is het bodemmateriaal lithologisch onderzocht. Bij het lithologisch onderzoek worden de grondsoorten geclassificeerd volgens NEN-EN-14688. De boorstaat is uitgetekend ten opzichte van Ref. en is opgenomen in de bijlagen. 4.4 Inmeting De ligging van de onderzoekspunten is op situatietekening GA150241.T01 weergegeven. De resultaten van het grondonderzoek zijn in de bijlagen toegevoegd. De punten zijn ingemeten ten opzichte van Ref., waarbij is uitgegaan van Dorpel A, zie situatietekening. Pagina 4 van 8

5.0 TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW 5.1 Terreingesteldheid Ten tijde van het grondonderzoek was het onderzoeksterrein braakliggend. Het maaiveld lag ter plaatse van de sondeerlocaties op een niveau van ca. Ref. -1,1 m. Het maaiveld kent hiermee nauwelijks hoogteverschil. 5.2 Bodemopbouw De bodemopbouw kan op basis van de sonderingen en boring door middel van het volgende lagensysteem worden beschreven: Toplaag Vanaf maaiveld wordt tot een niveau van ca. Ref. -0,5 m à -0,7 m een matig vast, matig zandig leempakket aangetroffen. De toplaag is geroerd. Onderlaag Onder de toplaag wordt tot de maximaal verkende diepte van ca. Ref. -5,0 m een vaste tot zeer vaste zandgrindlaag aangetroffen. De conusweerstanden variëren van ca. 8 tot ca. 28 MPa. Plaatselijk loopt de conusweerstand terug tot 5 MPa als gevolg van een minder vast gepakte zandlaag. Op ca. Ref. -5,0 m zijn de sonderingen gestrand door het bereiken van de totaaldruk. 5.3 Grondwater Door tijdens het grondonderzoek te peilen in de sondeer-en boorgaten is tot een diepte van ca. 4,0 m- maaiveld geen water aangetroffen. Op dit niveau waren de sondeergaten ingestort waardoor niet dieper gepeild kon worden. Deze opname is eenmalig en bedoeld als oriënterend gegeven. Wij wijzen erop dat de grondwaterstand van seizoen tot seizoen kan verschillen en in nattere jaargetijden mogelijk hoger wordt aangetroffen dan thans het geval is. Exacte grondwaterstanden kunnen alleen middels peilbuismetingen worden verkregen. Pagina 5 van 8

6.0 FUNDERINGSADVIES 6.1 Algemeen Gezien de aard van het project en de aangetroffen bodemopbouw wordt voor de geplande nieuwbouw een fundering op staal geadviseerd. 6.2 Fundering op staal In aanmerking komt een poerfundering. De fundering is aan te leggen op een minimale vorstvrije diepte van ca. 0,8 m- toekomstig maaiveld. De minimale funderingsbreedte bedraagt 0,3 m. Bij de berekening van de funderingsconstructie als een elastisch ondersteunde ligger, kan gebruik gemaakt worden van een beddingsconstante van ca. 20.000 kn/m 3. Of en in hoeverre de fundering van wapening moet worden voorzien is ter competentie van de constructeur. In tabel 6.2.1 zijn de te hanteren niveaus ter plaatse van de sonderingen ten opzichte van maaiveld gegeven. Indien de door ons gehanteerde uitgangspunten sterk mochten afwijken van de werkelijke, dan gelieve ons te contacteren. Tabel 6.2.1: te hanteren niveaus voor de fundering Sondering nr. Maaiveldhoogte [m t.o.v. ref] Bouwpeilhoogte [m t.o.v ref] Aanlegniveau [m t.o.v. ref] Minimaal ontgravingsniveau [m t.o.v. ref] S01-1,07-1,10-2,6-2,6 S02-1,13-1,10-2,6-2,6 In ieder geval zal, indien plaatselijk op de in de tabel aangegeven ontgravingsniveaus nog zeer sterk samendrukbare, humushoudende lagen en/of losse geroerde gedeelten worden aangetroffen, dieper moeten worden ontgraven tot het redelijk schone en vaste zandgrind wordt gevonden. Bij twijfels of afwijkingen gelieve ons kantoor te waarschuwen. Waar hoger wordt aangelegd dan het minimale ontgravingsvlak zal een grondverbetering moeten worden aangebracht. Richtlijnen betreffende het aanbrengen van grondverbeteringen worden gegeven in de bijlagen. Een verdiepte aanzet behoort ook tot de mogelijkheden. Bij bovenstaande wijze van funderen zijn de rekenwaarden voor de draagkracht loodrecht op het funderingsoppervlak gegeven in bijlage 4. Hierbij is gerekend met een gedraineerd en homogene ondergrond. Teneinde een idee te verkrijgen van de orde van grootte van de zettingen, zijn berekeningen uitgevoerd met behulp van geschatte parameters. De optredende maximale zettingen schatten wij omtrent enkele millimeters De zettingsverschillen bedragen ca. 50%. Pagina 6 van 8

De rekenwaarde van de totale funderingsbelasting dient lager te zijn dan de door ons opgegeven rekenwaarden. Hiermede is aan de uiterste grenstoestand 1A (bezwijken van de funderingsgrondslag) voldaan. Door de constructeur zal het uiteindelijke funderingsontwerp, op basis van de door ons opgegeven parameters, nog getoetst moeten worden aan de uiterste grenstoestand 1B (maximaal toelaatbare vervormingen in de funderingsconstructie). Pagina 7 van 8

7.0 UITVOERING Voor een juiste uitvoering van de funderingswerkzaamheden is het noodzakelijk dat de grondwaterstand tenminste 0,5 meter- het ontgravingsvlak staat. Ten tijde van het grondonderzoek is geen grondwater aangetroffen. Op basis hiervan verwachten wij dat een bemaling niet noodzakelijk is. Bij het loodrecht uitgraven van de sleuven en/of de bouwput moet rekening worden gehouden met het inkalven van de wanden als gevolg van de weinig cohesieve bovengrond. Alle ontgravingsvlakken dienen zorgvuldig en in droge toestand te worden afgetrild met een zware trilplaat of -wals. Indien de bovenste laag hierdoor wordt losgetrild, dient deze te worden nagetrild met een lichte trilplaat. Op deze wijze wordt een zo optimaal mogelijke funderingsgrondslag verkregen. Bij de ontgravingswerkzaamheden ten behoeve van de funderingen zal het vrijkomend materiaal uit puin, leem, zand, grind, etc. bestaan. Bij eventuele afvoer van de grond van de bouwlocatie zal er rekening moeten worden gehouden dat de benodigde milieukundige verklaringen (b.v. AP04) aanwezig zijn. Indien gewenst kunnen wij dit voor u verzorgen. Pagina 8 van 8

Bijlage 1: Situatietekening GA150241.T01

4.00 Slakweg hoogte t.o.v. Ref. in meter dorpel A 0.00 SW01-1.13 SW02-1.07 0.00 0.00 3.20 S01 B01 5.00 S02 12.25 dorpel A geplande nieuwbouw Kobbesweg B00 S00 bestaande bebouwing boring sondering project Nieuwbouw uitkijktoren aan de Slakweg 5 te Maastricht onderdeel projectnr bijlagenr datum overzichtstekening GA150241 T01 19-05-2015 projectleider getekend formaat J. Verbeek C. Habets A3 Geonius Geo Breinderveldweg 15 6365 CM Schinnen +31 (0) 88 1300 600 www.geonius.nl schaal 1:500 0 25

Bijlage 2 Sondeergrafieken GA150241 S01 en S02

Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 M.V. : -1.13 m Ref. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1-1 -2-3 -4-5 -6 Totaaldruk bereikt 5 7-7 -8 Diepte in m. t.o.v. Ref. -9-10 -11-12 -13-14 -15-16 -17-18 -19-20 -21-22 -23-24 0.05 0.1 0.15 0.2 0.25 0.3 0.35 0.4 0.45 0.5 Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) GEONIUS www.geonius.eu E-mail: info@geonius.eu Tel.: 046-4572666 Fax.: 046-4572679 Project Locatie Sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 : Nieuwbouw uitkijktoren Slakweg 5 : Maastricht Datum Conus Opdracht Sondering : : : : 18-05-2015 S15-CFI.108 GA150241 01

Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 M.V. : -1.07 m Ref. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1-1 -2-3 -4-5 -6 Totaaldruk bereikt 6 4-7 -8 Diepte in m. t.o.v. Ref. -9-10 -11-12 -13-14 -15-16 -17-18 -19-20 -21-22 -23-24 0.05 0.1 0.15 0.2 0.25 0.3 0.35 0.4 0.45 0.5 Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) GEONIUS www.geonius.eu E-mail: info@geonius.eu Tel.: 046-4572666 Fax.: 046-4572679 Project Locatie Sondering volgens NEN-EN-ISO 22476-1 : Nieuwbouw uitkijktoren Slakweg 5 : Maastricht Datum Conus Opdracht Sondering : : : : 18-05-2015 S15-CFI.108 GA150241 02

Bijlage 3 Boring GA150241 B01

opdrachtnummer : GA150241 projectomschrijving : Nieuwbouw uitkijktoren aan de Slakweg 5 te Maastricht boring: B01 Maaiveldhoogte : -1.13 m. t.o.v. Ref. GWS : cm. - mv. Datum : 18-05-2015 Opmerking: Bij SW01 0,00 gras Zand, matig fijn, matig vast, wit -1,50 0,20 Leem, matig vast, matig zandig, donkerbruin 0,50 0,70 0,75 Leem, vast, matig zandig, matig grindig, zwak baksteenhoudend, donkerbruin Gestrrand op grind verticale schaal 1: 25 pagina 1 / 1

Bijlage 4 Funderingsdrukdiagram

Rekenwaarde voor de maximaal toelaatbare belasting volgens NEN 9997-1:2011 bij verticaal centrisch belaste funderingen Bijlagenr. : GA150241 Project : Nieuwbouw uitkijktoren aan de Slakweg 5 Locatie : Maastricht Grondsoort : Grind minimum grond- Volumiek gewicht : 18,0 kn/m 3 dekking= Hoek inw. wrijving : 30,0 graden 0,6 m Cohesie : 0,0 kn/m 2 funderingsbreedte 6000 5000 Toelaatbare belasting op fundering (rekenwaarde) 4000 3000 2000 1000 minimale funderingsbreedte vierkante poeren [Rd in kn] 0 0,00 0,80 1,60 2,40 3,20 4,00 Funderingsbreedte in m Geonius Geotechniek B.V. www.geonius.eu Breinderveldweg 15 info@geonius.eu 6365 CM Schinnen tel.: 046-457 26 66 fax.: 046-457 26 79

Bijlage 5: Richtlijnen uitvoering Bijlage 5.1 Grondverbeteringen

Bijlage: Richtlijnen Grondverbeteringen I RICHTLIJNEN VOOR HET UITVOEREN VAN GRONDVERBETERINGEN Het te gebruiken materiaal Onderstaand zijn de eisen omschreven waaraan het materiaal moet voldoen dat voor een grondverbetering wordt gebruikt. De genoemde percentages zijn gewichtspercentages. Het materiaal moet bestaan uit schoon en goed gegradeerd zand en/of grind. Verschillende korrelgroottes (fracties) moeten ieder in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn. De uniformiteitscoëfficient U = D60 / D10 dient minimaal 2,0 te bedragen. Hierin is D10 de korreldiameter met een zeefdoorval van 10 % en D60 de korreldiameter met een zeefdoorval van 60 %. De korrelfractie kleiner dan 63 μm (silt en klei) mag in het algemeen niet meer bedragen dan 5 %. Indien minder strenge eisen aan de grondverbetering worden gesteld is een percentage van 10 % < 63 μm toelaatbaar. Het humusgehalte (gehalte organische stof) mag ten hoogste 2 % bedragen. De korrelvorm is bij voorkeur hoekig. De curve van de (verzwaarde) proctorproef van het watergehalte versus de maximaal te bereiken (droge) dichtheid dient bij voorkeur een flauw verloop te hebben rond het optimale watergehalte. Hierdoor kan een goede verdichting worden verkregen bij verschillende watergehalten. Controle op het te gebruiken materiaal Voordat met de uitvoering wordt begonnen zal, afhankelijk van de te stellen eisen aan de grondverbetering, het te gebruiken materiaal moeten worden onderzocht op korrelgrootteverdeling, korrelvorm en verdichtbaarheid. Dit geldt zowel voor het van nature aanwezige zand als voor eventueel aan te voeren zand. Na een eventuele visuele inspectie waarmee een eerste algehele indruk wordt verkregen, kan het onderzoek geschieden door middel van respectievelijk een zeefanalyse, microscopisch onderzoek en de (verzwaarde) proctorproef. Het aanbrengen en verdichten Voor het aanbrengen van de grondverbetering dient de grondwaterstand minimaal ca. 50 cm onder het ontgravingsvlak te staan. Zonodig zal de grondwaterstand verlaagd moeten worden. Bij een hogere grondwaterstand kunnen, afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond en het te gebruiken materiaal, alsmede van de tril-apparatuur, drijfzand-condities optreden (liquefaction). De aanlegbreedte van de grondverbetering zal zodanig moeten zijn dat een spreiding van de funderingsdrukken mogelijk is onder een hoek van 45 0 met de horizontaal vanaf de onderste randen van de fundering. Indien de grondslag uit niet-cohesief materiaal zoals zand of grind (met een laag leemgehalte) bestaat, dient het ontgravingsvlak met een lichte trilplaat te worden afgetrild, voordat de grondverbetering wordt aangebracht. Cohesief materiaal zoals leem/löss kan niet of nauwelijks worden verdicht. Middels een (verzwaarde) proctorproef kan het optimale watergehalte van het materiaal worden bepaald in relatie tot de hoogst verkregen dichtheid bij een constante hoeveelheid toegevoerde energie. Het watergehalte zal in de regel tijdens het verdichten tussen de ca. 8 en 15 % moeten bedragen. Indien het materiaal óf te nat óf te droog is wordt zelden de vereiste verdichting verkregen! GEONIUS GEOTECHNIEK SCHINNEN tel: 046 457 2666 versie september 2007 fax: 046 457 2679 www.geonius.eu info@geonius.eu

Bijlage: Richtlijnen Grondverbeteringen II De grondverbetering dient laagsgewijs te worden opgebouwd. De laagdikte moet in overeenstemming zijn met de verdichtingsapparatuur. In het volgend schema geeft een globale indicatie bij de toepassing van trilplaten : Centrifugaal- Gewicht Laagdikte kracht (kn) (kg) (cm) ------------ ----------- ---------- 10-20 < 100 20 25-40 150-300 30 50-80 400-600 40 > 100 > 650 50-60 Opgemerkt wordt dat de volgens fabrieksspecificatie opgegeven dieptewerking geen maatstaf is voor de toe te passen laagdikte. Elke laag moet zorgvuldig worden verdicht. Hiervoor zijn minimaal 4 gangen nodig, elkaar kruisend en overlappend. Aangezien de effectiviteit van de apparatuur zeer snel met de diepte afneemt, moet bij grotere laagdikte rekening worden gehouden met een forse toename van het aantal benodigde gangen. De effectiviteit en daarmede van het aantal benodigde gangen is ook afhankelijk van het onderhoud en de slijtage van de apparatuur. Wanneer zware trilapparatuur wordt gebruikt, dient het funderingsniveau nagetrild te worden met een lichte trilplaat, omdat een zware trilplaat of -wals de bovenste laag (ca. 15 cm) niet verdicht of losschudt. Controle op het aanbrengen en verdichten Controle op de kwaliteit van de aangebrachte grondverbetering kan geschieden op onderstaande wijze : Verkenning met het visiteerijzer. Hiermee kan een indruk worden verkregen van de bovenste laag van het grondverbeteringspakket. Mechanische (lichte) slagsonderingen. Hierbij kan het volledige grondverbeteringspakket worden gecontroleerd. Hydraulische sonderingen. Indien de aangebrachte grondverbetering berijdbaar is voor een sondeertruck kan op deze wijze het volledige pakket worden doorgelicht. Handsonderingen. Vanwege de beperkte mogelijkheden met betrekking tot de te meten conusweerstand en de te bereiken diepte kan hiermee een pakket van maximaal ca. 50 cm dikte worden gecontroleerd. In-situ-dichtheidsbepalingen. Met behulp van volume-steekringen worden monsters genomen waarvan de dichtheid wordt bepaald. Ook nucleaire dichtheidsmetingen kunnen worden gebruikt. Plaatdrukproeven. Hiermee wordt een indruk verkregen van het zettingsgedrag van een grondverbeteringspakket en daarmede van de kwaliteit. Te stellen eisen aan de aangebrachte grondverbetering Bij de controle van de kwaliteit van de aangebrachte grondverbetering worden de volgende kwalitatieve maatstaven gehanteerd: De indringing van een visiteerijzer met een doorsnede van 8 mm mag niet meer bedragen dan 10 à 15 cm. De conusweerstanden moeten tot een diepte van 60 cm gelijkmatig oplopen tot ca. 6 MN/m 2 bij hydraulische of hand-sonderingen of 25 à 30 slagen per 20 cm bij lichte slagsonderingen (10 kg). Hieronder moeten de conusweerstanden een waarde bereiken van minimaal ca. 10 MN/m 2 of 45 à 50 slagen per 20 cm bij lichte slagsonderingen. De dichtheid moet ca. 95 à 98 % bedragen van de maximale dichtheid, zoals bepaald met de proctorproef. GEONIUS GEOTECHNIEK SCHINNEN tel: 046 457 2666 versie september 2007 fax: 046 457 2679 www.geonius.eu info@geonius.eu