Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen BP Vrouwenhof Fase 3 In de gemeente Weert

Transcriptie

1 Funderingsadvies t.b.v. nieuwbouw woningen BP Vrouwenhof Fase 3 In de gemeente Weert Opdrachtnummer: GA Rapportage: R01 Versie: V1.0 Datum rapport: 22 februari 2016 Opdrachtgever: Gemeente Weert Postbus AZ Weert Architect: - Constructeur: - Functie: Naam: Gezien en akkoord: geotechnisch adviseur Ing. R.J.A. Huijts Controle Ing. M. Vankan Tel: Geonius Geotechniek B.V. Fax: Postbus info@geonius.eu 6400 AC Heerlen Website:

2 INHOUDSOPGAVE 1.0 INLEIDING PROJECTBESCHRIJVING GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN GRONDONDERZOEK Algemeen Diepsonderingen Boringen Inmeting TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW Terreingesteldheid Bodemopbouw... 5 Grondwater FUNDERINGSADVIES Algemeen Fundering op staal Fundering op palen Vloeren UITVOERING Ontgravingen Mortelschroefpalen Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Situatietekening Sondeergrafieken Boorstaten Funderingsdrukdiagram Paalberekeningen Richtlijnen uitvoering

3 Opdrachtnr: GA R01 v INLEIDING Door de gemeente Weert werd aan Geonius Geotechniek BV opdracht gegeven om een geotechnisch grondonderzoek uit te voeren en een funderingsadvies op te stellen. Dit onderzoek was nodig voor de nieuwbouw van 33 woningen in BP Vrouwenhof, fase 3 te Weert. Voorliggend rapport bevat de resultaten van het grondonderzoek en het ontwerpadvies voor de fundering. Het ontwerpadvies is uitgewerkt conform NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 1: Algemene regels) en NEN 9997 (Geotechnisch ontwerp Deel 2: Grondonderzoek en beproeving). Beide delen vormen de basis van Eurocode 7. Pagina 1 van 11

4 Opdrachtnr: GA R01 v PROJECTBESCHRIJVING In BP Vrouwenhof, fase 3, is de nieuwbouw van 33 woningen gepland. Ten tijde van het opstellen van dit rapport zijn geen concrete gegevens bekend met betrekking tot aanlegniveaus en funderingslasten. Dit advies is derhalve gebaseerd op een aantal algemene aannames. Geadviseerd wordt deze te verifiëren. Met name bij toepassing van funderingen op staal zal bij hogere funderingslasten door de geotechnisch adviseur beoordeeld moeten worden of dit advies kan worden gehandhaafd, of dat bijvoorbeeld aanvullende maatregelen nodig zijn. Voor het funderingsadvies van de woningen zijn onderstaande, door de opdrachtgever aangeleverde, uitgangspunten gehanteerd: De nieuwbouw bestaat uit maximaal 2 bovengrondse bouwlagen met kap. Daarnaast worden deze vooralsnog niet voorzien van een kelder; Het bouwpeil is door ons overgenomen van de aangeleverde tekeningen. Voor de gehanteerde bouwpeilen verwijzen we naar tabel Het aanlegniveau is door ons geschat op ca. 0,8 m- bouwpeil, zie tabel De maximale rekenwaarden voor de belastingen op de funderingen zijn door ons aangenomen op lijnlasten q d van ca. 160 kn/m 1 en puntlasten F d van ca. 250 kn; Eventuele beperkingen of randvoorwaarden als gevolg van milieukundige aspecten zijn buiten beschouwing gelaten. Indien wordt afgeweken van voornoemde uitgangspunten dan dient ons bureau te worden gecontacteerd daar dan het advies mogelijk moet worden aangepast. Voor het overige verwijzen wij naar de bestektekeningen van de architect. Pagina 2 van 11

5 Opdrachtnr: GA R01 v GEOTECHNISCHE UITGANGSPUNTEN Gezien de belastingen als gevolg van de nieuwbouw en de te verwachten bodemopbouw is het project door ons bureau conform NEN 9997 ingedeeld in de geotechnische categorie 2 (GC2). Dit betekent dat het terrein- en bodemonderzoek moet worden uitgevoerd volgens hoofdstuk 3.2 van NEN 9997 en een onderzoeksrapport dient te worden overlegd conform hoofdstuk 3.4 van NEN Het ontwerp van een funderingsconstructie op staal dient getoetst te worden aan de eisen, betreffende constructieve veiligheid en bruikbaarheid conform hoofdstuk 6 van NEN Het ontwerp van een funderingsconstructie op palen dient getoetst te worden aan de eisen betreffende constructieve veiligheid en bruikbaarheid conform hoofdstuk 7 van NEN Pagina 3 van 11

6 Opdrachtnr: GA R01 v GRONDONDERZOEK 4.1 Algemeen Ten behoeve van het grondonderzoek zijn in februari 2016 in totaal 24 diepsonderingen en 6 handboringen uitgevoerd. Het uitgevoerde onderzoek is hierna verder beschreven. 4.2 Diepsonderingen De sonderingen zijn genummerd GA SW01 t/m SW24. De diepsonderingen zijn gemaakt met een elektrische conus waarbij de conusweerstand continu wordt gemeten, elektrisch geregistreerd en digitaal vastgelegd. De sonderingen zijn uitgevoerd conform NEN-EN-ISO Bij de sonderingen is tevens de lokale wrijving gemeten. De continue registratie van de ondervonden bodemweerstand verzekert een gedetailleerd beeld van de bodemopbouw. Dit niet alleen voor wat betreft de sterkte van de bodem maar tevens met betrekking tot de aard van de aanwezige ongeroerde grondlagen. De verhouding tussen de wrijvingsweerstand van de kleefmantel en de weerstand aan de conuspunt, het zogenaamde wrijvingsgetal, heeft voor iedere grondsoort een andere waarde. Voor een gladde elektrische conus gelden bij veel voorkomende gronden in Limburg ongeveer de navolgende relaties: Wrijvingsgetal in % Grondsoort Zand, grof tot fijn Silt (leem) Klei > 5.0 Veen en bruinkool Tussen de verschillende grondsoorten komen overgangsvormen voor waardoor de aangegeven grenzen niet als hard zijn te beschouwen. In de elektrische conus bevindt zich een hellingmeter. Hierdoor is controle mogelijk op een eventueel afwijken van de verticaal. Bijzondere afwijkingen zijn niet vastgesteld. 4.3 Boringen Om de toplagen nader te verkennen zijn op de locatie tevens een zestal handboringen (genummerd GA B01 t/m B06) tot maximaal 2,2 m- maaiveld uitgevoerd. Tijdens de boorwerkzaamheden is het bodemmateriaal lithologisch onderzocht. Bij het lithologisch onderzoek worden de grondsoorten geclassificeerd volgens NEN-EN-ISO De boorstaten zijn uitgetekend ten opzichte van maaiveld en NAP en zijn opgenomen in de bijlagen. 4.4 Inmeting De ligging van de onderzoekspunten is op situatietekening GA T01 weergegeven. De resultaten van het grondonderzoek zijn in de bijlagen toegevoegd. De sondeergrafieken zijn getekend ten opzichte van NAP. De onderzoekspunten zijn met behulp van 06-gps ingemeten t.o.v. het Rijksdriehoekstelsel en NAP (nauwkeurigheid ca. 0,05 m). Alle gegevens van de inmetingen zijn een momentopname en zijn alleen te gebruiken voor voorliggend onderzoek. Pagina 4 van 11

7 Opdrachtnr: GA R01 v TERREINGESTELDHEID EN BODEMOPBOUW 5.1 Terreingesteldheid Ten tijde van het grondonderzoek lag het maaiveld ter plaatse van de sondeerpunten op een niveau van ca. NAP +31,9 à +32,8 m. Het terrein kent hiermee een hoogteverschil van ca. 1,1 m. 5.2 Bodemopbouw Vanaf maaiveld wordt tot de maximaal verkende diepte een sterk wisselende pakket aangetroffen. Het pakket bestaat voornamelijk uit matig vaste tot vaste zandlagen. Op verschillende niveaus komen teruggangen in de conusweerstand voor als gevolg van leem/klei houdende tussenlagen. De toplaag van het pakket is tot ca. 0,8 m- maaiveld geroerd. De conusweerstanden variëren van ca. 4,0 MPa voor de matig vaste zandlagen en lopen op tot meer dan 20 MPa in de vaste lagen. Ter plaatse van de leem en kleihoudende lagen neemt de conusweerstand af tot ca. 0,5 à 1,0 MPa. 5.3 Grondwater Tijdens het grondonderzoek is in de sondeer- en boorgaten naar de actuele grondwaterstand gepeild. Deze werd aangetroffen op een diepte van ca. 1,9 à 2,3 m- maaiveld. Dit komt overeen met ca. NAP +30,5 m. Deze opname is eenmalig en bedoeld als oriënterend gegeven. Wij wijzen erop dat de grondwaterstand van seizoen tot seizoen kan verschillen en in nattere jaargetijden mogelijk hoger wordt aangetroffen dan thans het geval is. Exacte grondwaterstanden kunnen alleen middels peilbuismetingen worden verkregen. Pagina 5 van 11

8 Opdrachtnr: GA R01 v FUNDERINGSADVIES 6.1 Algemeen Gezien de aard van het project en de aangetroffen bodemopbouw kan voor de geplande nieuwbouw zowel een fundering op staal als een fundering op palen worden uitgewerkt. Bij het toepassen van een fundering op staal is wel een grondverbetering noodzakelijk om de zettingen en verschilzettingen te beperken. Afhankelijk van de locatie in het project, het seizoen en de actuele grondwaterstand zal hoogstwaarschijnlijk een bemaling noodzakelijk zijn om de werkzaamheden in den droge te kunnen uitvoeren. Derhalve is als alternatief een fundering op palen verder uitgewerkt. Indien de woningen van een kelder worden voorzien, zal bij een aanlegniveau van ca. 3,0 m- maaiveld, overal een fundering op staal mogelijk zijn (plaatfundering). Hierbij zal plaatselijk wel een dunne grondverbetering noodzakelijk, in verband met de weke laag op het aanlegniveau. Daarnaast zal een bemaling noodzakelijk zijn om de werkzaamheden in de droge te kunnen uitvoeren. Zodra meer gegevens bekend zijn, kunnen wij per woning een advies opstellen over de exact benodigde maatregelen. 6.2 Fundering op staal In aanmerking komt een fundering op stroken en poeren. De funderingen zijn aan te leggen op een minimale vorstvrije diepte van ca. 0,8 m- toekomstig maaiveld. De minimale funderingsbreedte bedraagt 0,3 m. Bij de berekening van de funderingsconstructie als een elastisch ondersteunde ligger, kan gebruik gemaakt worden van een beddingsconstante van ca. 3,5 à 5,0 MN/m 3. In onderstaande tabel is per vak aangeven welke bedding gehanteerd kan worden. Of en in hoeverre de fundering van wapening moet worden voorzien is ter competentie van de constructeur. In tabel zijn de te hanteren niveaus sec ter plaatse van de sonderingen ten opzichte van NAP. gegeven. Indien de door ons gehanteerde uitgangspunten sterk mochten afwijken van de werkelijke, dan gelieve ons te contacteren. Opgemerkt wordt dat de in de tabel genoemde bouwpeilen zijn opgegeven door de opdrachtgever. Tabel 6.2.1: te hanteren niveaus voor de fundering Sondering nr. Maaiveldhoogte [m + NAP] Bouwpeilhoogte [m + NAP] Aanlegniveau [m + NAP] Minimaal ontgravingsniveau [m + NAP] SW01 t/m SW11, bedding ca. 5,0 MN/m 3 SW01 32,75 32,60 31,80 31,80 SW02 32,78 32,80 32,00 31,75 SW03 32,85 32,80 32,00 32,00 SW04 32,83 32,80 32,00 31,50 SW05 32,75 32,80 32,00 31,75 SW06 32,79 32,80 32,00 31,75 SW07 32,76 32,90 32,10 31,75 SW08 32,77 32,90 32,10 31,50 SW09 32,76 32,80 32,00 31,60 SW10 32,65 32,80 32,00 31,60 SW11 32,48 32,50 31,70 31,50 Pagina 6 van 11

9 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Sondering nr. Maaiveldhoogte [m + NAP] Bouwpeilhoogte [m + NAP] Aanlegniveau [m + NAP] Minimaal ontgravingsniveau [m + NAP] SW12 t/m SW20, bedding ca. 3,5 MN/m 3 SW12 31,92 31,90 31,10 30,50 SW13 31,76 31,90 31,10 30,50 SW14 31,75 31,90 31,10 30,60 SW15 31,95 31,90 31,10 30,75 SW16 31,83 31,90 31,10 30,25 SW17 31,72 31,90 31,10 30,00 SW18 31,74 31,90 31,10 30,40 SW19 31,71 31,90 31,10 30,25 SW20 31,68 31,90 31,10 31,00 SW21 t/m SW24, bedding ca. 5,0 MN/m 3 SW21 31,93 32,00 31,20 30,50 SW22 31,99 32,10 31,30 30,50 SW23 31,95 32,15 31,35 30,40 SW24 31,87 32,15 31,35 30,30 In ieder geval zal, indien plaatselijk op de in de tabel aangegeven ontgravingsniveaus nog zeer sterk samendrukbare, humushoudende lagen en/of losse geroerde gedeelten worden aangetroffen, dieper moeten worden ontgraven tot de redelijk schone en vastere materiaal wordt gevonden. Bij twijfels of afwijkingen gelieve ons kantoor te waarschuwen. Waar hoger wordt aangelegd dan het minimale ontgravingsvlak zal een grondverbetering moeten worden aangebracht. Richtlijnen betreffende het aanbrengen van grondverbeteringen worden gegeven in de bijlagen. Het toepassen van een verdiepte aanzet middels schrale beton is NIET toegestaan. Bij bovenstaande wijze van funderen zijn de rekenwaarden voor de draagkracht loodrecht op het funderingsoppervlak gegeven in bijlage 4. Hierbij is gerekend met een gedraineerde, homogene ondergrond en rekening gehouden met een hoge grondwaterstand. Teneinde een idee te verkrijgen van de orde van grootte van de zettingen, zijn berekeningen uitgevoerd met behulp van geschatte parameters. De optredende maximale zettingen schatten wij omtrent 10 tot 20 mm bij sonderingen SW01 t/m SW11 en SW21 t/m SW24. Bij sondering SW12 t/m SW20 verwachten wij zettingen tot ca. 30 tot 35 mm. De zettingsverschillen bedragen ca. 50%. De rekenwaarde van de totale funderingsbelasting dient lager te zijn dan de door ons opgegeven rekenwaarden. Hiermede is aan de uiterste grenstoestand 1A (bezwijken van de funderingsgrondslag) voldaan. Door de constructeur zal het uiteindelijke funderingsontwerp, op basis van de door ons opgegeven parameters, nog getoetst moeten worden aan de uiterste grenstoestand 1B (maximaal toelaatbare vervormingen in de funderingsconstructie). Pagina 7 van 11

10 Opdrachtnr: GA R01 v Fundering op palen In verband met de aanwezige bebouwing in de directe omgeving en de aanwezigheid van enkele vaste tussenlagen komt een trillingsvrij funderingssysteem zoals in de grond gevormde mortelschroefpalen in aanmerking. De palen zullen realiteit diep in het vaste pakket geplaatst worden, waardoor er zwaar boorwerk verwacht wordt. De in te zetten stelling moet voldoende capaciteit hebben om de avegaar op diepte te brengen en weer te trekken. In tabel zijn de paalpuntniveau's sec ter plaatse van de sondeerpunten aangegeven ten opzichte van NAP. Tevens is de rekenwaarde voor de draagkracht R c;net;d aangegeven in kn bij toepassing van alleenstaande mortelschroefpalen met verschillende diameters. Tabel 6.3.1: Paalpuntniveau s en draagkracht voor alleenstaande mortelschroefpalen Sondering nr. Maaiveld hoogte [m + NAP] Paalpuntniveau [m+ NAP] R c;net;d bij toepassing van diameters [mm] Ø 300 Ø 400 Ø 500 Deelgebied A SW01* 32,75 20, SW02* 32,78 20, SW03 32,85 20, SW04 32,83 20, SW05 32,75 20, SW06 32,79 20, SW07 32,76 20, SW08 32,77 20, SW09 32,76 20, SW10 32,65 20, SW11 32,48 20, Deelgebied B SW12 31,92 19, SW13 31,76 19, SW14 31,75 19, SW15 31,95 19, SW16 31,83 19, SW17 31,72 19, SW18 31,74 19, SW19 31,71 19, SW20 31,68 19, Deelgebied C SW21 31,93 19, SW22 31,99 19, SW23 31,95 19, SW24* 31,87 19, * Sondering is gestrand. Het draagvermogen is gebaseerd op de omliggende, wel tot voldoende diepte uitgevoerde sonderingen. Pagina 8 van 11

11 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 De berekening van de rekenwaarden van de maximaal toelaatbare paalbelastingen per sondering worden gegeven in de bijlage 4. Bij de berekeningen is geen rekening gehouden met negatieve kleef als gevolg van zettingen door aanvullingen/ophogingen van de toplaag. Omdat er ten tijde van de rapportage geen noemenswaardige ophogingen zijn gepland. 6.4 Vloeren Indien de woningen op staal gefundeerd worden op een grondverbetering, dan kunnen de vloeren, nadat de teelaarde, losse geroerde grond en andere ongerechtigheden zijn verwijderd, op een grondverbetering van ca. 0,5 à 0,8 m worden aangelegd. Het is mogelijk dat afhankelijk van de aangetroffen grondslag en de uiteindelijke bouwpeilvoering er nog een grondverbetering moet worden aangebracht. Zie ook de richtlijnen uitvoering grondverbeteringen welke zijn opgenomen in de bijlagen. De grondverbetering onder de stroken/poeren dient doorgezet worden tot onderkant van de vloer. Bij een paalfundering zal een vrijdragende vloer economisch aantrekkelijker zijn. Voor een vloer op zandbed zal voor de begane grondvloer de geroerde toplaag verwijderd moeten worden en vervangen door een relatief dikke grondverbetering (zie tabel 6.2.1). Hierdoor zal een vrijdragend uitgevoerde begane grondvloer economisch aantrekkelijker zijn. Het grondverzet kan zodoende tot een minimum worden beperkt. In hoeverre de vloeren nog van wapening dienen te worden voorzien is ter competentie van de constructeur. Wij adviseren de vloeren los te houden van de overige constructies, zodat de eventuele zettingen ongestoord kunnen optreden. Pagina 9 van 11

12 Opdrachtnr: GA R01 v UITVOERING 7.1 Ontgravingen Voor een juiste uitvoering van de funderingswerkzaamheden is het noodzakelijk dat de grondwaterstand tenminste 0,5 meter-het ontgravingsvlak staat. Aangezien de huidige grondwaterstand op ca. NAP +30,5 m is aangetroffen, verwachten wij dat er - afhankelijk van het seizoen waarin de fundering wordt gerealiseerd en afhankelijk van de betreffende kavel - een bemaling moet worden toegepast om de grondwaterstand te verlagen. Daarnaast kan tijdens natte perioden wateroverlast in de bouwput ontstaan als gevolg van regenwater dat zeer traag in de ondergrond wordt opgenomen. Dit stagnerend regenwater kan echter worden afgepompt. Alvorens met de bouwwerkzaamheden wordt begonnen dient de grondwaterstand te worden geverifieerd. Dit kan middels het graven van één of meerdere proefgaten of het plaatsen van peilbuizen. Indien de woningen van een kelder voorzien worden, dan wijzen erop dat in de kelders mogelijk vochtproblemen kunnen optreden. Stagnerend regenwater kan tussen de keldervloeren en de fundering naar boven treden. Dit zal vooral in natte jaargetijden en tijdens heftige regenval manifest worden. Wij adviseren daarom de kelder waterdicht uit te voeren. Bij de constructieberekeningen zal rekening moeten worden gehouden met een mogelijk opdrijvend effect, als gevolg van een tijdelijk hogere grondwaterstand, dan nu is aangetroffen. De kelder moet, met in acht name van de partiele veiligheidsfactoren, veilig te zijn tegen opdrijven. Ten aanzien van de dimensionering van de vloeren zal rekening moeten worden gehouden met de opwaartse waterdruk. Waar de ontgravingsniveaus bestaan uit sterk verweekte gedeelten, dan kan alvorens het grondverbeteringspakket aan te brengen, een vlijlaag worden gemaakt middels het inbedden van grove puin, silex of grof grind. Intrillen hiervan moet worden vermeden. Het verdient aanbeveling om het ontgravingsvlak, indien dit althans niet te veel leem- en/of klei bevat, zorgvuldig en in droge toestand af te trillen. Zodoende worden ontgravingsverstoringen teniet gedaan en wordt een zo optimaal mogelijke funderingsgrondslag verkregen. Bij de ontgravingswerkzaamheden ten behoeve van de funderingen zal het vrijkomend materiaal uit puin, leem, zand, etc. bestaan. Bij eventuele afvoer van de grond van de bouwlocatie zal er rekening moeten worden gehouden dat de benodigde milieukundige verklaringen (b.v. AP04) aanwezig zijn. Indien gewenst kunnen wij dit voor u verzorgen. Pagina 10 van 11

13 Opdrachtnr: GA R01 v Mortelschroefpalen De werkzaamheden dienen conform de richtlijnen van de NVN6724:2001 te worden uitgevoerd. De belangrijkste punten zijn in de bijlage uitvoering mortelschroefpalen opgesomd. In verband met de plaatselijk weke, drassige ondergrond is het aan te bevelen om voorzieningen te treffen voor het manoeuvreren met de boorstelling. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld draglineschotten worden gebruikt. De palen zullen gezien de zeer weke grondslag in de toplaag (qc< 1MPa) over voldoende lengte, zoals in de NEN-normen aangegeven, van wapening moeten worden voorzien. Dit is ter competentie van de constructeur. Gezien de plaatselijk weke grondslag adviseren wij een zorgvuldige controle op de betondruk te houden. Het gebruik van toeslagmaterialen in de beton zoals bijvoorbeeld spramex kan het regelen van de betondruk en daarmee een kwalitatief betere paal bevorderen en extra betonverbruik minimaliseren. Conform de NVN6724:2001, adviseren wij om minimaal 25 % (met een minimum van 5) van de funderingspalen akoestisch door te meten, zodat de palen op discontinuïteiten worden gecontroleerd. Door Geonius kunnen deze akoestische metingen (digitaal m.b.v. het SIT-systeem) voor U worden verzorgd. Indien het bestek conform BRL richtlijnen wordt opgesteld merken wij op dat 100% van de palen dient te worden doorgemeten. Pagina 11 van 11

14 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Bijlage 1: Situatietekening GA T01

15

16

17

18 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Bijlage 2 Sondeergrafieken GA SW01 t/m SW24

19 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P > Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > Totaaldruk bereikt > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 01

20 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P > > > > > Diepte in m. t.o.v. N.A.P Totaaldruk bereikt > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 02

21 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 03

22 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P > > Diepte in m. t.o.v. N.A.P > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 04

23 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 05

24 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 06

25 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > > > > > > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 07

26 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P > Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 08

27 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 09

28 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P > Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 10

29 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.108 : GA : 11

30 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 12

31 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 13

32 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 14

33 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 15

34 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 16

35 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 17

36 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 18

37 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 19

38 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 20

39 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 21

40 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 22

41 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 23

42 Conusweerstand (qc) in MN/m2=Mpa Wrijvingsgetal: 100 * fs/qc (%) M.V. : m N.A.P Diepte in m. t.o.v. N.A.P Totaaldruk bereikt > Plaatselijke wrijving (fs) in MN/m2=Mpa x Helling (Gr) Sondering volgens NEN-EN-ISO , klasse 2 Datum GEONIUS Conus info@geonius.eu Project : Nieuwbouw 33 woningen Vrouwenhof fase 3 Opdracht Tel.: Fax.: Locatie : Weert Sondering RD-coordinaten: x-coordinaat: y-coordinaat: : : S15-CFI.485 : GA : 24

43 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Bijlage 3 Boringen GA B01 t/m B06

44 opdrachtnummer : GA projectomschrijving : Nieuwbouw 33 woningen bp vrouwenhof fase 3 weert boring: B01 Maaiveldhoogte : 32,83 m. t.o.v. N.A.P. cm. - mv. Datum : boring: B02 Maaiveldhoogte : 32,46 m. t.o.v. N.A.P. cm. - mv. Datum : ,50 32,00 0,00 0,10 0,40 0,70 Zand, matig fijn, matig vast, uiterst humeus, donkerbruin Zand, matig fijn, matig vast, geel Zand, matig fijn, matig vast, donkerbruin Zand, matig fijn, matig vast, zwak kleiïg, sporen roest, geel 32,00 31,50 0,00 0,60 Zand, matig fijn, matig vast, zwak humeus, donkerbruin Zand, matig fijn, matig vast, zwak kleiïg, sporen roest, grijsgeel 1,20 31,50 31,00 1,50 1,90 Zand, matig fijn, matig vast, uiterst kleiïg, sporen roest, geel Zand, zeer fijn, matig vast, grijs, Nat 31,00 1,90 1,95 Zand, matig fijn, matig vast, zwak kleiïg, sporen roest, grijsgeel, Nat Boor slibt leeg 30,50 2,30 2,35 Boor slibt leeg boring: B03 Maaiveldhoogte : 32,75 m. t.o.v. N.A.P. cm. - mv. Datum : boring: B04 Maaiveldhoogte : 31,92 m. t.o.v. N.A.P. GWS : 160 cm. - mv. Datum : ,50 32,00 0,00 0,20 0,80 Zand, zeer fijn, matig vast, zwak humeus, sporen baksteen, donkerbruin Zand, zeer fijn, matig vast, donkerbruin Zand, zeer fijn, matig vast, uiterst kleiïg, sporen roest, geel 31,50 31,00 0,00 0,10 0,65 Zand, zeer fijn, matig vast, matig leemhoudend, donkerbruin Zand, zeer fijn, matig vast, sporen leem, grijsbruin Zand, zeer fijn, matig vast, matig leemhoudend, grijs 31,50 31,00 1,50 Zand, zeer fijn, matig vast, matig kleiïg, grijs, Nat 30,50 30,00 1,90 1,95 Boor slibt leeg 30,50 2,20 2,25 Boor slibt leeg verticale schaal 1: 50 pagina 1 / 2

45 opdrachtnummer : GA projectomschrijving : Nieuwbouw 33 woningen bp vrouwenhof fase 3 weert boring: B05 Maaiveldhoogte : 31,71 m. t.o.v. N.A.P. GWS : 130 cm. - mv. Datum : boring: B06 Maaiveldhoogte : 31,94 m. t.o.v. N.A.P. GWS : 175 cm. - mv. Datum : ,50 0,00 Zand, zeer fijn, matig vast, matig leemhoudend, donkerbruin 0,00 Zand, zeer fijn, matig vast, matig humeus, donkerbruin 31,50 0,60 31,00 0,80 Zand, zeer fijn, matig vast, grijsbruin Zand, matig fijn, matig vast, grijs 31,00 30,50 1,25 1,40 1,60 1,65 Zand, matig fijn, matig vast, matig leemhoudend, grijs Zand, matig fijn, matig vast, sporen leem, grijs Boor slibt leeg 30,50 30,00 1,25 1,70 2,00 2,05 Zand, zeer fijn, matig vast, grijsgeel Zand, zeer fijn, matig vast, grijsgeel Boor slibt leeg verticale schaal 1: 50 pagina 2 / 2

46 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Bijlage 4 Funderingsdrukdiagram

47 Rekenwaarde voor de maximaal toelaatbare belasting volgens NEN :C bij verticaal centrisch belaste funderingen Bijlagenr. : GA Project : Nieuwbouw Vrouwenhif Fase 3 Locatie : Gemeente Weert Grondsoort : zand minimum grond- Volumiek gewicht : 10,0 kn/m 3 dekking= Hoek inw. wrijving : 32,0 graden 0,5 m Cohesie : 0,0 kn/m 2 funderingsbreedte Toelaatbare belasting op fundering (rekenwaarde) minimale funderingsbreedte 0 0,00 0,30 0,60 0,90 1,20 Funderingsbreedte in m stroken [Rd in kn/m] vierkante poeren [Rd in kn] Geonius Geotechniek B.V. Breinderveldweg 15 info@geonius.eu 6365 CM Schinnen tel.: fax.:

48 Opdrachtnr: GA R01 v1.0 Bijlage 5: Paalberekeningen GA160021

49 Rapport voor D-Foundations 15.1 Ontwerp en Verificatie volgens Eurocode 7 van Strook- en Paalfunderingen Ontwikkeld door Deltares Bedrijfsnaam: Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek Datum van rapport: Tijd van rapport: 16:02:03 Datum van berekening: Tijd van berekening: 15:57:18 Bestandsnaam: H:\..\01 Documenten\R01 v1.0 Berekeningen\GA C01 VAK_A Projectbeschrijving: Nieuwbouw Vrouwenhof Fase3 Gemeente Weert D-Foundations GA C01 VAK_A Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek D-Foundations Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 2 Invoergegevens Algemene Invoergegevens Rapportage Gegevens Toepassingsgebied Model Bearing Piles Bovenbouw Algemene Sondeergegevens Overzicht Sonderingen in Funderingsplan Grondgegevens Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Grondprofiel Paaltypen Paaltype : Round Paaltype : Round Paaltype : Round Funderingsplan Overzicht Funderingsplan Ontgravingsgegevens Opgegeven Parameters Rekenopties Model Opties 17 3 Bearing Piles (EC7-NL): Resultaten van de optie Voorontwerp-Draagkracht bij vaste PPN's Fouten en waarschuwingen Opmerkingen Rekenparameters Factoren Paal Paaltype : Round Paaltype : Round Paaltype : Round Overzicht bij paaltype : Round Overzicht bij paaltype : Round Overzicht bij paaltype : Round Samenvatting Rekenwaarde Draagkracht in kn H:\..\GA C01 VAK_A Page 2

50 Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek D-Foundations Invoergegevens 2.1 Algemene Invoergegevens Model Bearing Piles (EC7-NL) 2.2 Rapportage Gegevens Geotechnisch adviseur : Constructeur bovenbouw : Opdrachtgever : Titel 1 : Nieuwbouw Vrouwenhof Fase3 Titel 2 : Gemeente Weert Titel 3 : D-Foundations GA C01 VAK_A Nummer project : GA Locatie project : 2.3 Toepassingsgebied Model Bearing Piles De toetsingen uitgevoerd door het model BEARING PILES van D-FOUNDATIONS hebben betrekking op paalfunderingen waarop statische of quasi-statische belastingen werken die drukkrachten in de palen veroorzaken met dien verstande dat de berekening van de paalkrachten en de vervormingen is gebaseerd op sonderingen. Eventuele rijzing van (trek-)palen en mogelijke horizontale verplaatsingen van palen zijn niet in deze toetsingen opgenomen. 2.4 Bovenbouw Stijfheidskarakteristiek : Slap 2.5 Algemene Sondeergegevens Aantal sonderingen : 11 Tijdstip sonderingen : Sondering - Ontgraving - Installatie Overzicht Sonderingen in Funderingsplan Legend Round 500 (Edg Round 500 (Mid CPT H:\..\GA C01 VAK_A Page 3 Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek D-Foundations 15.1 Nummer/naam Paalpunt- Bovenkant Onderkant X-coor- Y-coorsondering niveau pos. kleefzone neg. kleefzone dinaat dinaat [m R.N.] [m R.N.] [m R.N.] [m] [m] 1: : : : : : : : : : : Grondgegevens Aantal grondprofielen (= aantal sonderingen) : Grondprofiel 01 Behorende bij sondering 01 Maaiveldniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Niveau grondwaterstand in [m. t.o.v. referentie niveau] : Paalpuntniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Bovenkant positieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : Onderkant negatieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : OCR-waarde draagkrachtige laag : 1.00 Verwachte maaiveldzakking in [m] : 0.00 Aantal lagen in profiel : 14 Profile: Ground level (32.75) NSFZ PL Material Unit weight dry Unit weight wet Phi deg BPeat, sl BPeat, sl PSFZ PTL Depth [m] Reduced qc for alpha_s [MPa] PL (Phreatic Level) = [m] PTL (Pile Tip Level) = [m] PSFZ = Positive skin friction zone, top = [m] NSFZ = Negative skin friction zone, bottom = [m] Nummer Bovenkant Gamma Gamma;sat Phi Grond- Mediaan laag laag soort (Zand/Grind) [m R.N.] [] [] [deg] [mm] Veen Veen Veen H:\..\GA C01 VAK_A Page 4

51 Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek D-Foundations 15.1 Nummer Bovenkant Gamma Gamma;sat Phi Grond- Mediaan laag laag soort (Zand/Grind) [m R.N.] [] [] [deg] [mm] Klei Zand Klei Zand Klei Zand Klei Zand Klei Zand Zand Grondprofiel 02 Behorende bij sondering 02 Maaiveldniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Niveau grondwaterstand in [m. t.o.v. referentie niveau] : Paalpuntniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Bovenkant positieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : Onderkant negatieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : OCR-waarde draagkrachtige laag : 1.00 Verwachte maaiveldzakking in [m] : 0.00 Aantal lagen in profiel : 11 Profile: Ground level (32.78) NSFZ PL Material Unit weight dry Unit weight wet Phi deg BClay, BPeat, cle.. sl PSFZ PTL Depth [m] Reduced qc for alpha_s [MPa] PL (Phreatic Level) = [m] PTL (Pile Tip Level) = [m] PSFZ = Positive skin friction zone, top = [m] NSFZ = Negative skin friction zone, bottom = [m] Nummer Bovenkant Gamma Gamma;sat Phi Grond- Mediaan laag laag soort (Zand/Grind) [m R.N.] [] [] [deg] [mm] Klei Klei Klei Veen Klei Zand Klei Zand H:\..\GA C01 VAK_A Page 5 Geonius Geotechniek Geonius Geotechniek D-Foundations 15.1 Nummer Bovenkant Gamma Gamma;sat Phi Grond- Mediaan laag laag soort (Zand/Grind) [m R.N.] [] [] [deg] [mm] Klei Zand Zand Grondprofiel 03 Behorende bij sondering 03 Maaiveldniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Niveau grondwaterstand in [m. t.o.v. referentie niveau] : Paalpuntniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Bovenkant positieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : Onderkant negatieve kleefzone in [m. t.o.v. referentie niveau] : OCR-waarde draagkrachtige laag : 1.00 Verwachte maaiveldzakking in [m] : 0.00 Aantal lagen in profiel : 10 Profile: Ground level (32.85) NSFZ Material Unit weight dry Unit weight wet Phi deg PL BClay, BPeat, cle.. sl BClay, cle PSFZ PTL Depth [m] Reduced qc for alpha_s [MPa] PL (Phreatic Level) = [m] PTL (Pile Tip Level) = [m] PSFZ = Positive skin friction zone, top = [m] NSFZ = Negative skin friction zone, bottom = [m] Nummer Bovenkant Gamma Gamma;sat Phi Grond- Mediaan laag laag soort (Zand/Grind) [m R.N.] [] [] [deg] [mm] Zand Zand Zand Klei Zand Klei Veen Klei Zand Zand Grondprofiel 04 Behorende bij sondering 04 Maaiveldniveau in [m. t.o.v. referentie niveau] : Niveau grondwaterstand in [m. t.o.v. referentie niveau] : H:\..\GA C01 VAK_A Page 6