Goeree-Overflakkee - Beleidsregel treasury (treasurystatuut)



Vergelijkbare documenten
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

Treasurystatuut. Gemeente Westvoorne

Treasurystatuut Gemeente Borsele 2015

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Bekendmaking van het Treasurystatuut, door het dagelijks bestuur vastgesteld bij besluit van 18 december 2012, nr. 09

RUD UTRECHT. Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Drs. Ing. G.B.J. Mensink, Drs. A.B.A.M. Damer, Mr. R.S. Cazemier. Treasurystatuut Openbaar Lichaam Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Treasurystatuut 2016 Gemeenschappelijke Regeling Avri

Treasurystatuut. Gemeente Nuth. Treasurystatuut van de gemeente Nuth Treasurystatuut pagina 1 van 11 Juni 2009 FIN/2009/9432

Besluit: - Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Treasurystatuut Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant

het College van burgemeester en wethouders der gemeente Menaldumadeel;

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Treasurystatuut 2018

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Besluit: Vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.

Sector : II. besluit: vast te stellen het navolgende TREASURYSTATUUT VAN DE GEMEENTE FERWERDERADIEL HOOFDSTUK I ALGEMEEN

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Heemstede. Hoofdstuk 1 Begrippenkader

Treasurystatuut gemeente Tholen

Treasurystatuut gemeente Boxtel 2014

Treasurystatuut. Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

Treasurystatuut 2010

Inleiding Treasurybeleid... 2 Doelstellingen, Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

1 Inleiding Memorie van toelichting... 11

Treasurystatuut 2015

Treasurystatuut 2017 Gemeente Goeree-Overflakkee

Bekendmaking van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 18 februari 2014 tot vaststelling van het Treasurystatuut.

2010 BESLUITEN Afdeling: Concernzaken Leiderdorp,

BESLUIT: vast te stellen het navolgende: TREASURYSTATUUT VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING STROOMOOPWAARTS MVS.

Treasurystatuut ISD Werkplein Hart van West-Brabant

TREASURY STATUUT. Begrippenkader. Artikel 1. Definities In dit statuut wordt verstaan onder:

Treasurystatuut Treasurystatuut Veiligheidsregio Kennemerland Pagina 1

Jonieta de Hoop, Corry Verhoef, George Breedveld, Joel van der Dool

Artikel 1 Begrippenkader

Treasurystatuut Gemeente Reimerswaal

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders,

TREASURYSTATUUT Begrippenkader

TREASURYSTATUUT RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

TREASURYSTATUUT GEMEENTE HELMOND 2016

Aan de Raad. De bovengenoemde keuze betekent dat artikel 9 lid 3 als volgt aangepast moet worden:

GEMEENTE TERSCHELLING TREASURYSTATUUT 2015

Treasurystatuut Regio Twente 2016

Beleidsregels 1. Doelstelling treasuryfunctie 2

Financieringsstatuut Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer

TREASURYSTATUUT GEMEENTE BOXMEER

TREASURYSTATUUT GEMEENTE RIDDERKERK 2017

PROVINCIAAL BLAD. gelet op hoofdstuk 5 van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander en artikel 12 van de Financiële Reglement Prolander;

Treasurystatuut RUD Zuid-Limburg

CVDR. Nr. CVDR441922_1. Treasurystatuut 2017

Overwegende, dat het gewenst is het treasurystatuut op onderdelen aan te passen

Treasurystatuut voor de Veiligheidsregio Utrecht

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek,

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Koggenland van 11 februari 2014;

Treasurystatuut. Gemeenschappelijke regeling Regionaal reinigingsbedrijf AVALEX

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent treasurystatuut Treasurystatuut Altena 2019

Treasurystatuut. Conceptversie 1.6, december 2014

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen,

Wettechnische informatie. Gegevens van de regeling. Rijnland Citeertitel Treasurystatuut Holland Rijnland 2014.

Verordening treasuryfunctie van de gemeente Druten

Treasurystatuut 2014 d.d. 18 februari 2014

gelet op artikel 14 van de Financiële Verordening Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en de Wet financiering decentrale overheden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 januari 2016, registratienummer ;

Treasurystatuut Gemeente Kollumerland c.a.

TREASURYSTATUUT BEDRIJFSVOERINGSORGANISATIE HAVENSCHAP MOERDIJK

CVDR. Nr. CVDR77133_1. Treasurystatuut

Treasurystatuut GGD GZ 2019 Colofon

CVDR. Nr. CVDR340462_2. Treasurystatuut. 13 februari Officiële uitgave van Dinkelland.

CVDR. Nr. CVDR402982_1. Artikel 1 Begrippenkader In dit statuut wordt verstaan onder:

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Te besluiten om het treasurystatuut 2010 vast te stellen

GEMEENTEBLAD. Nr Treasurystatuut 2015 gemeente Landerd. 1 Inhoudsopgave

CVDR. Nr. CVDR61495_1. Treasurystatuut Gemeente Oss

16 september 2014 Treasurystatuut gemeente Albrandswaard per Rob van der Stoel

Treasurystatuut Gemeente Delft

INHOUD Begrippenkader en doelstellingen Treasurystatuut I Begrippenkader...3 II Doelstellingen van de treasuryfunctie...4

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Dinkelland; Treasurystatuut. 2.1 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:

BEHEERSDEEL. Stuknummer: bl Administratieve organisatie en interne beheersing. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Treasurystatuut Stadsregio Arnhem Nijmegen

TREASURY-STATUUT GEMEENTE GRAVE

Bijlage 1. Treasurystatuut. Gemeente Ridderkerk. januari 2014

CVDR. Nr. CVDR14355_1. Treasurystatuut 2001( art. 212 Gemeentewet)

PROVINCIAAL BLAD. Treasurystatuut Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk 2017

Treasurystatuut Gemeente Asten

CVDR. Nr. CVDR447987_1. Treasurystatuut. 2. Treasurystatuut. Artikel 1 In dit treasurystatuut wordt verstaan onder: 13 februari 2018

- Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7 december 2010 (agendapuntnummer 3.1).

Besluit. Behandelschema Treasurystatuut Doelenboom. De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies van burgemeester en wethouders;

CVDR. Nr. CVDR30882_1. Treasurystatuut 2010

CVDR. Nr. CVDR449498_1. Treasurystatuut. 2. Treasurystatuut. Algemeen 2.1 Begripsomschrijving. Artikel 1. In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:

FINANCIERINGSSTATUUT GEMEENTE VOORST 2018

Treasurystatuut 2011 Raad 30 juni 2011

Financieringsstatuut gemeente Molenwaard gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Treasurystatuut. november 2018

TREASURYSTATUUT. Colofon. Afdeling Financiën en Control datum 14 augustus versie 1.0

Treasurystatuut Omgevingsdienst regio Arnhem

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

TREASURYSTATUUT STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

CVDR. Nr. CVDR449996_1. Treasurystatuut. Hoofdstuk 2. Treasurystatuut. Artikel 1. In dit treasurystatuut wordt verstaan onder: 13 februari 2018

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 31 mei 2011 Nummer voorstel: 2011/49

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goeree-Overflakkee. Nr. 42461 29 juli 2014 Goeree-Overflakkee - Beleidsregel treasu (treasustatuut) en wethouders van Goeree-Overflakkee; Overwegende dat: ingevolge artikel 10.3 van de Financiële verordening, er beleidsregels treasu (treasustatuut) moeten worden opgesteld en iedere vier jaar geactualiseerd; gelet op: het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet, Wet financiering decentrale overheden (Fido) Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Financiële verordening van de gemeente Goeree-Overflakkee b e s l u i t e n: vast te stellen het: de navolgende beleidsregels treasu (treasustatuut): Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Beleggen: Uitzetten van overtollige middelen voor korte of lange termijn; b. Callgeld: Lening (zowel opname als uitzetting) voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kan worden. Ook wel daggeld genoemd; c. Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren; d. Deposito: Niet verhandelbare belegging van tijdelijke liquiditeitsoverschotten bij een bank. Hierbij wordt een bedrag voor een vaste periode tegen een vast percentage uitgezet; e. Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen; f. Financiële instelling: Instelling die voldoet aan de voorwaarden van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden; g. Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en der den (betalingsverkeer); h. Intern liquiditeitsrisico: De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren-investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen; i. Kasgeldlening: Niet verhandelbare leningen voor een vast bedrag en een vaste periode (maximaal 2 jaar) en tegen een vast rentepercentage; j. Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar, dat de gemeente maximaal met kortlopende middelen mag financieren; k. Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen; l. Kredietrisico: De risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit; m. Liquiditeitenbeheer: Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar; n. Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid; o. Liquiditeitsrisico: De risico s waarbij de gemeente op enig moment niet in zijn liquide behoefte kan voorzien, doordat er geen aanbieder op de financiële markt beschikbaar is dan wel de gemeente wettelijk beperkt wordt bij het aantrekken van geld; p. Prudent: Voorzichtig en bedachtzaam, ofwel actief handelen met inachtneming en verantwoorde afweging van de risico's; q. Rating: De inschatting door een ratinginstituut van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; r. Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente voortvloeiend uit rentewijzigingen; s. Renterisiconorm : Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet Fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden. Dit betreft het leningendeel van de portefeuille dat in enig jaar in aanmerking komt voor herfinanciering, vermeerderd met nieuw aan te trekken langlopende leningen en langlopende leningen waarop in enig jaar een renteherziening van toepassing is; 1

t. Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waar in op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding; u. Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling; v. Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen; w. Solvabiliteit: Vermogen om te betalen; x. Solvabiliteitsratio: Status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend; y. Treasufunctie: De treasufunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasufunctie bestaat uit verschillende deelfuncties zoals risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer, debiteuren- en crediteurenbeheer, verzekeringen en garanties; z. Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en lang lopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer. Artikel 2 Doelstellingen van de treasufunctie 1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities. 2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's. 3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. 4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasustatuut. Artikel 3 Uitgangspunten verstrekkingen 1. De gemeente mag leningen of garanties aan derde partijen uit hoofde van de "publieke taak" verstrekken nadat de betreffende partij een deskundig rapport, opgesteld of getoetst door een extern adviseur - bij voorkeur een accountant - overlegt, waarin wordt aangegeven de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. 2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasufunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasustatuut; 3. Leningen aan woningmarktstarters mogen verstrekt worden onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Verordening Startersleningen Goeree Overflakkee (vastgesteld door de raad op 2 januari 2013). 4. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan. 5. Voor niet-woningbouw gerelateerde verstrekkingen worden nadere beleidsregels opgesteld. 6. Het beleid voor deelnemingen wordt in een afzonderlijke beleidsnota Verbonden partijen vastgelegd. Artikel 4 Garantiebeleid 1. Uitgangspunt is het voeren van een terughoudend garantiebeleid. Dit blijkt uit het doorverwijzen van aanvragers naar sectorale waarborgfondsen en het afbouwen van de omvang van de garantieportefeuille. 2. Garanties op leningen wordt uitsluitend verstrekt aan partijen die de publieke taak dienen en waarbij de navolgende voorwaarden worden gesteld: a. de minimale looptijd van de te garanderen lening bedraagt één jaar; b. sprake dient te zijn van een langdurige rentevaste periode; c. aanwezigheid van een vooraf opgesteld aflossingsschema; 3. Het particuliere bedrijfsleven (bankinstellingen) zonder gemeentegarantie niet bereid is tot het verstrekken van de geldlening of dat deze alleen tegen bijzondere hoge kosten (rentevergoeding) over wil gaan tot het verstrekken van de geldlening. 4. Alvorens over te gaan tot garanderen van leningen, dient eerst een solvabiliteitsonderzoek plaats te vinden. 5. Gestreefd dient te worden naar het vestigen van hypothecaire zekerheden. 6. Voor garantieverlening worden nadere beleidsregels opgesteld. Artikel 5 Renterisicobeheer 1. De kasgeldlimiet wordt niet langer dan twee aaneengesloten kwartalen overschreden, tenzij een liquiditeitsplan is opgesteld en de toezichthouder (Provincie) ontheffing heeft verleend. 2. De renterisiconorm wordt niet overschreden, tenzij de toezichthouder ontheffing heeft verleend. 2

3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning. 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie. 5. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen. Artikel 6 Koersrisicobeheer bij uitzettingen 1. Voor uitzettingen (deelnemingen) geldt in het algemeen dat de inleg gegarandeerd moet zijn. 2. Voor langlopende uitzettingen, minimaal voor één jaar, wordt bij tenminste twee instellingen offertes opgevraagd, welke schriftelijk worden vastgelegd. 3. De omvang voor het aangaan van een langlopende uitzetting is zonder voorafgaande toestemming van de gemeenteraad beperkt tot een bedrag van 2 miljoen. 4. Voor het uitzetten in producten die niet voldoen aan de eis van een gegarandeerde inleg is toestemming nodig van de gemeenteraad. 5. Slechts in producten die door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als Fido-proof' zijn aangemerkt, kan belegd worden. Artikel 7 Kredietrisicobeheer bij uitzettingen 1. Uitzettingen vinden plaats binnen de gestelde wettelijke regels. 2. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasu gelden de volgende uitgangspunten: Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij: - Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%; - Financiële instellingen met ten minste een AA-rating, afgegeven door een erkend ratingbureau. 3. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist. Artikel 8 Intern liquiditeitsrisicobeheer De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasuactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 4 jaar. Artikel 9 Valutarisicobeheer Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid, de Euro. Artikel 10 Langlopende opgenomen leningen Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten: 1.Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. 2. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen. 3. Alvorens een financiering wordt aangetrokken worden minimaal twee offertes opgevraagd, welke schriftelijk worden vastgelegd. 4. Nieuwe leningen ter financiering van bestaande leningen kunnen door het college van burgemeester en wethouders zonder voorafgaande mededeling aan de raad worden opgenomen. 5. Leningen ter financiering van (investerings)uitgaven en ter consolidering van de vlottende schuld kunnen zonder voorafgaande mededeling aan de raad worden opgenomen tot een bedrag van 15 miljoen. 6. Het aantrekken van leningen teneinde deze te beleggen is niet toegestaan. Artikel 11 Saldo- en liquiditeitenbeheer (kortlopend) Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer gelden de volgende richtlijnen: 1. De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bankinstelling. 2. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen, deposito s en leningen met een looptijd van maximaal twee jaar. 3. Het benutten van het kredietlimiet op rekening courant. 4. Uitzettingen vinden plaats binnen de gestelde wettelijke regels. 5. Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan twee jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito's. 3

Artikel 12 Relatiebeheer De gemeente hanteert voor het aanhouden van bankrelaties de navolgende minimale uitgangspunten: 1. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan ten minste een A-rating, afgegeven door een erkend ratingbureau 2. Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Artikel 13 Uitgangspunten AO/IC treasufunctie 1. Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd. 2. Bij de uit te voeren treasuactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden: a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogenprincipe); b. de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen; c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen. 3. Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties. 4. De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met betalingsverkeer. Artikel 14 Verantwoordelijkheden De belangrijkste verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasufunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd: Orgaan/Functie De Gemeenteraad Het college van B&W Medewerker AO/IC De budgethouders De medewerker treasu De medewerker betalingsverkeer Verantwoordelijkheden Het vaststellen en bijstellen van treasudoelstellingen, richtlijnen en limieten; Het houden van toezicht op het treasubeleid en de uitvoering hiervan door middel van de financiële verordening; Het uitvoeren van het treasubeleid (formele verantwoordelijkheid); Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten langlopende transacties; Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasubeleid. Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasu; Het bewaken van de kwaliteit van de treasuprocessen; Rapportage aan het college van B&W inzake treasuactiviteiten (IC). Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie uit hun sector met betrekking tot de uitgaven en ontvangsten Het verstrekken van informatie over de uitgaven en inkomsten met betrekking tot de producten; Het fiatteren van betalingen ten laste van hun budgetten. Het zorg dragen voor de liquiditeit Het beheersen van risico s op het gebied van de treasu Het aantrekken en uitzetten van gelden Het controleren of afgesloten transacties overeenstemmen met werkelijk ontvangen/betaalde gelden Het uitvoeren van de regeling schatkistbankieren Artikel 15 Bevoegdheden In onderstaande tabel staan de belangrijkste bevoegdheden met betrekking tot treasuactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering. Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer 1.Kortlopende uitzettingen (art. 12 lid 4) 2.Langlopende uitzettingen (art. 6 lid 2/3) 3.Betalingsopdrachten verrichten Bevoegde functionaris (eerste handtekening) Medewerker betalingsverkeer 4.Verrekeningen met werkrekening functionaliteit schatkistbankie-medewerker betalingsverkeer ren Bankrelatiebeheer Autorisatie door (tweede handtekening) Medewerker financiële administratie 4

5.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen 6.Bankcondities 7.Aan- en afmelden van gemachtigden 8.Aan- en afmelden van gemachtigden functionaliteit schatkistban- kieren Financiering 9. Aantrekken kortlopende financiering (art. 11 lid 2) 10. Aantrekken onderhandse leningen (art. 10 lid 4/5) 11.Het verstrekken van leningen en (art. 3) Artikel 16 Informatievoorziening Met betrekking tot de treasuactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: Informatie Frequentie 1.Het opstellen en actualiseren van de treasuparagraaf bij de Voor/najaarsnota en begroting Jaarlijks 2.rapportages t.b.v. de Voorjaars- en Najaarsnota Halfjaarlijks 3.Verantwoording treasuactiviteiten in treasuparagraaf via jaarverslagjaarlijks 4.Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Kwartaal Wet Fido Medewerker financiële administratie Informatie verstrek-informatie-ontvankeger vervallen vervallen Artikel 17 Rechtmatigheidstoetsing Voor wat betreft deze regeling worden de voor de minimale rechtmatigheidsvereisten relevante bepalingen, weergegeven in het normenkader, dat als zodanig geacht wordt van dit besluit deel uit te maken. Artikel 18 Inwerkingtreding 1. Deze beleidsregels treasu (treasustatuut) treden in werking met ingang op de dag na publicatie. 2. Met het in werking treden van deze regels vervallen de regelingen op dit punt van de voormalige gemeenten Dirksland, Goedereede en Middelharnis. Artikel 19 Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels treasu (treasustatuut) gemeente Goeree- Overflakkee Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders Van de gemeente Goeree-Overflakkee, gehouden op 22 oktober 2013. en wethouders van Goeree-Overflakkee, secretaris, burgemeester, drs. B. Marinussen mr. A. Grootenboer-Dubbelman 5