EISEN TEN BEHOEVE VAN AANLEVERING VAN VONDSTEN EN ONDERZOEKSDOCUMENTATIE AAN HET GEMEENTELIJK DEPOT BODEMVONDSTEN EINDHOVEN EN HELMOND Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Eisen aan vondsten en monsters 2.1. Vondsten 2.2. Monsters 3. Eisen aan archeologische onderzoeksdocumentatie 3.1. Documentatiestukken in woord en beeld 3.2. Tekeningen 3.3. Archeologische onderzoeksdocumentatie 3.4. Digitale documentatie 4. Eisen aan verpakkingseenheden 4.1. Eisen aan verpakkingsmaterialen 4.2. Aanduidingen op de verpakkingseenheden (doossticker) 4.3. Aanduidingen bij de vondsten (vondstkaartje) 5. Eisen aan aflevering Bijlage I: Niveau van vondstomschrijving
1. Algemeen De archeologisch uitvoerende instantie neemt bij de voorbereiding van het archeologisch onderzoek contact op met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. De uitvoerende instantie stelt de onderzoeksidentificatiegegevens schriftelijk ter beschikking van het depot (bij voorkeur in de vorm van een goedgekeurd PvE). Deze gegevens bevatten minimaal: OM-nummer, gemeentenaam, plaatsnaam, toponiem, en de vier x/y-coördinaten of het centrumcoördinaat van de opgraving. De uitvoerende instantie geeft een indicatie over het soort en de hoeveelheid aan te leveren materiaal en de planning. De uitvoerende instantie neemt contact op met de depotbeheerder zodra de voorspellingen omtrent het soort en de hoeveelheid aan te leveren materiaal veranderen. Na afronding van het project neemt de uitvoerder contact op met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. In overleg wordt het moment van aanlevering bepaald. - Het depot accepteert alleen materiaal dat uitgewerkt is en waarvan een standaardrapportage opgemaakt is conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. - Het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond stelt de uitvoerende instantie op de hoogte van de hieronder beschreven aanvullen de eisen. - Het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond heeft de bevoegdheid tot weigeren van deponering van vondstcomplexen en begeleidende documentatie als deze niet aan de in de KNA gestelde eisen, de in dit document geformuleerde eisen en eventuele op schrift gestelde aanvullende eisen voldoen. - Vondstcomplexen met bijbehorende documentatie worden compleet aangeleverd, tenzij schriftelijk anders overeengekomen is met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. - Het complex van bijbehorende documentatie en vondsten is zodanig geadministreerd en ontsloten dat het geschikt is voor uitwerking op wetenschappelijk niveau. 2. Eisen aan vondsten en monsters 2.1. Vondsten - Vondsten worden dusdanig geconserveerd aangeleverd dat geen noemenswaardige achteruitgang zal plaatsvinden. - De vondsten zijn gewassen, gedroogd, geconserveerd, geordend, uitgesplitst en in plastic gripzakken verpakt per vondstnummer en per bewaarcategorie: - minimale bewaarcondities: keramiek, huttenleem, natuursteen, en glas - relatief vochtige bewaarcondities: leder, hout, bot, textiel, touw, gewei, barnsteen git en schelpen - relatief droge bewaarcondities: metaal en slak - De vondsten zijn in genummerde dozen verpakt en voorzien van een volledig ingevuld vondstkaartje. 2.2. Monsters - Monsters en residuen worden verwerkt aangeleverd, tenzij (in bijzondere omstandigheden) schriftelijk anders overeengekomen is met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. - De monsters zijn verwerkt (gezeefd/gefloteerd en gedroogd of in een conserverende vloeistof verpakt), geordend, uitgesplitst en verpakt per vondstnummer en per bewaarcategorie (minimale, relatief vochtige of relatief droge bewaarcondities). - De monsters zijn in genummerde dozen verpakt en voorzien van een volledig ingevuld vondstkaartje. 3. Eisen aan archeologische onderzoeksdocumentatie 3.1. Documentatiestukken in woord en beeld Documentatie wordt genummerd en geordend aangeleverd conform de in de KNA geformuleerde eisen. De documentatie wordt in ieder geval aangeleverd op een niet digitale informatiedrager (zuurvrij papier), zoveel mogelijk in gangbare formaten (A4).
3.2. Tekeningen Tekeningen worden genummerd en geordend aangeleverd, in ieder geval op een nietdigitale informatiedrager (zuurvrij papier of folie) op A0 standaardformaat. Tekeningen zijn naar tekeningcategorie uitgesplitst. 3.3. Archeologische onderzoeksdocumentatie Van de onderzoeksdocumentatie worden minimaal aangeleverd: A. algemene documentatie - dag en weekrapporten - overige documentatie (correspondentie e.d.) B. logistieke documentatie - lijst van werkputten - lijst van gedeselecteerde vondsten C. gedetailleerde overzichten Dozenlijst: - doosnummer - vondstnummers die er in aanwezig zijn - bewaarconditie Vondstenlijst: - vondstnummer - materiaalcategorie - soort vondsten - putnummer, vlaknummer, volgnummer, vaknummer en spoornummer, tekeningnummer (coupenummer) - doosnummer Sporenlijst: - spoornummer - putnummer, vlaknummer, NAP-bepaling, identiek aan, relatie met andere grondsporen, relatieve ouderdom, structuren en fasen, bijbehorende vondstnummers en tekeningnummer (coupenummer) Monsterlijst: - monsternummer - soort monster - putnummer, vlaknummer, volgnummer en spoornummer, tekeningnummer (coupenummer) Tekeningenlijst: - tekeningnummer - soort tekening - werkputnummer Fotolijst: - fotonummer - soort foto - werkputnummer - vlaknummer - vondstnummer / spoornummer / coupenummer 3.4. Digitale documentatie Het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond maakt gebruik van het Archeologisch Informatie Systeem ArcheoLINK. Digitale documentatie dient te worden aangeleverd in de ArcheoLINK-datastructuur. Het is aan de uitvoerende instantie om te beslissen hoe deze structuur wordt gevuld. De uitvoerende instantie kan een eigen dataset omzetten naar de ArcheoLINKstructuur of zelf ArcheoLINK gebruiken via een eigen licentie of een (kortlopende) projectlicentie. Het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond kan, indien gewenst, een document met de beschrijving van de ArcheoLINK-datastructuur en een MDB-bestand met lege, gerelateerde ArcheoLINK-tabellen leveren. De tabellen die minimaal moeten worden gevuld en waarbij de gegevens onderling een correcte koppeling moeten bevatten zijn: - containers - spoorcoupe - vlak - coupe - spoorrelatie - vlaksegment
- fasen - spoorstructuren - vlakspoor - image_data - sporen - vlakvakken - label - tekeningen - vlakvulling - metingen - topologie - vondst - putten - vakken - vulling - segment veldvondst 4. Eisen voor verpakkingseenheden De vondsten worden uitgesplitst en verpakt per vondstnummer aangeleverd in dozen, voorzien van handgrepen en van zuurvrij karton met de volgende afmetingen (lxbxh): 50x50x20cm of 50x25x20cm. Iedere doos bevat een inventarislijst met daarop de volgende informatie: - vondstnummer - beschrijving van object(en) op niveau van Bijlage 1 - putnummer, vlaknummer, volgnummer en spoornummer, tekeningnummer (coupenummer) De aangeleverde dozen mogen niet zwaarder zijn dan 15 kilo, tenzij schriftelijk anders overeengekomen is met het Gemeentelijk Depot Bodemvondsten Eindhoven en Helmond. 4.1.Eisen aan verpakkingsmaterialen De desbetreffende materiaalcategorieën dienen verpakt te worden in materiaal met daartoe geschikte eigenschappen: Materiaalcategorie Verpakkingsmateriaal - metaal weekmakervrij, dampdoorlatend, zuurvrij - organische materialen weekmakervrij, dampdoorlatend, zuurvrij - steen, keramiek en glas dampdoorlatend - botanische monsters weekmakervrij kunststof of glas 4.2.Aanduiding op de verpakkingseenheden (doossticker): Op de dozen (verpakkingseenheden) staat de volgende informatie: - uniek doosnummer - gemeente opgraving/vondst - locatie (naam opgraving / toponiem) - jaar van vondst / opgraving - conditioneringcategorie - minimale bewaarcondities: groen - relatief vochtige bewaarcondities: blauw - relatief droge bewaarcondities: rood - aanduiding breekbaar (indien van toepassing) - aanduiding behandeld met schadelijke stoffen en de naam van de stof (indien van toepassing) 4.3.Aanduiding bij de vondsten (vondstkaartje): Bij een verpakking met vondst(en) of monster(s) bevindt zich een waterbestendig vondstkaartje van zuurvrij materiaal beschreven met watervaste, lichtechte inkt, waarop minimaal genoteerd: - uniek vondstnummer - gemeente opgraving/vondst - locatie (naam opgraving / toponiem) - jaar van vondst / opgraving - beschrijving van object(en) op niveau van Bijlage 1. 5. Eisen aan aflevering Aflevering van de vondsten en onderzoeksdocumentatie geschiedt op verdieping 1 van Deken van Somerenstraat 6 te Eindhoven. In het gebouw is een lift aanwezig. De uitvoerende instantie dient echter voldoende menskracht te leveren voor de aflevering.
Bijlage 1: Niveau van vondstomschrijving Omschrijving vondstnummer globaal metaal / slak (MXX / SLAK) natuursteen (SXX) keramiek (KER) bouwmaterialen glas (GLS) ecologische monsters organische materialen (OXX) Omschrijving vondstnummers specifiek metaal: MXX brons: MBR goud: MAU ijzer: MFE koper: MCU tin: MSN zilver: MAG lood: MPB messing: MME slak: SLAK natuursteen: SXX artefact: ARTEFACT onbewerkt: ONBEWERKT bouwmateriaal: BOUWMATERIAAL keramiek: KER handgevormd: AWH gedraaid: AWG steengoed: STG ondetermineerbaar: AW bouwmateriaal: BOUWMATERIAAL huttenleem: HUTTENLEEM organische materialen: OXX bot, onbekend: OXB bot, dierlijk: ODB bot, menselijk: OMB bot, artefact: BOT ARTEFACT crematie: CREMREST schelp: ODS leer/huid/bont: ODL textiel: OTE hout/houtskool: OPH zaden: ZAAD