Centrale Bank specifieke taken warden opgedragen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen.

Vergelijkbare documenten
Circulaire. ;^'^'^- ' "' I i BanqueNationaleBonk. Brussel, 18 September 2017

Circulaire. Structuur. Brussel, 23 november 2015

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Samenvatting/Doelstelling Het doel van deze circulaire is om een eenvormige rapportering te creëren inzake deposito s met een drievoudig oogmerk:

ziektekostenverzekeringsbedrijf bij de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

Samenvatting/Doelstelling Deze circulaire verschaft informatie over de richtsnoeren van de Bank inzake contractgrenzen.

Mededeling. Brussel, 18 juli Herstelplannen Verplichtingen inzake bezwaarde activa. Geachte mevrouw Geachte heer

Circulaire. Brussel, 2 juni Inwerkingtreding liquiditeitsdekkingsvereiste

Toepassingsveld Deze mededeling is gericht aan alle kredietinstellingen naar Belgisch recht.

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

Circulaire betreffende de behandeling van verbonden ondernemingen, met inbegrip van de deelnemingen

Circulaire. Brussel, 25 april Circulaire betreffende het aanvullend eigen vermogen NBB_2016_09. Kenmerk:

C. Afwikkeling. 1. Wet- en regelgevend kader

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht. Verzekerings- en herverzekeringsholdings naar Belgisch recht.

vergezeld van de antwoorden van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad, de Raad en de Commissie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (GAF) Vragen en antwoorden

Verslag aan de Koning

Afdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied

1. Banken en beursvennootschappen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

VOORAF TE BETALEN BIJDRAGEN AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK AFWIKKELINGSFONDS (GAF) 2018

Deze Richtsnoeren zijn gericht tot de Bank als bevoegde autoriteit en als afwikkelingsautoriteit alsook aan de instellingen.

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

Circulaire. Brussel, 25 april Circulaire over de groepssolvabiliteit NBB_2016_13. Kenmerk:

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Circulaire aan de financiële instellingen over verwervingen, vergrotingen, verkleiningen of overdrachten van gekwalificeerde deelnemingen

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

Circulaire betreffende de opties voor nationale toezichthouders in de Solvency II rapportage

1. Afwikkeling van banken en beursvennootschappen

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2017_11

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Bijlage 4 bij mededeling NBB_2017_22

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING (EU) 2015/534 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13)

Chambre des représentants

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2016_40

Circulaire betreffende de richtsnoeren voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen

BESLUIT (EU) 2015/530 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Richtsnoeren van de EBA van 27 juni 2016 betreffende een beheerst beloningsbeleid (EBA/GL/2015/22)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/63 VAN DE COMMISSIE

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Vindplaats EU publicatieblad. L 335/1 d.d L 294/13 d.d

Bijlage 3 bij de circulaire NBB_2013_02

Circulaire. Brussel, 18 september 2018

Bijlage 2 bij de circulaire NBB_2013_02

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Circulaire. Brussel, 8 mei 2017

Publicatieblad van de Europese Unie BESLUITEN

hierna elk afzonderlijk "de Autoriteit" en gezamenlijk "de Autoriteiten" genoemd,

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht

Bijlage 1 bij de mededeling NBB_2017_24

Circulaire NBB_2012_12 - Bijlage 4

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

In de rest van de circulaire worden alle onderwerpen beschreven en wordt de desbetreffende procedure uitgelegd.

EBA-RICHTSNOEREN VOOR DE REEKS SCENARIO'S DIE MOETEN WORDEN GEBRUIKT IN HERSTELPLANNEN

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Schema van periodieke rapportering door de instellingen voor elektronisch geld

Periodieke vragenlijst met betrekking tot de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

VERORDENING (EU) Nr. 1163/2014 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41)

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

Bijlage 1 bij het handboek voor het beoordelen van de deskundigheid en professionele betrouwbaarheid

1 Algemene instructies voor beide sjablonen. 2 Instructies voor het sjabloon betreffende "totale activa" Februari 2015.

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer

Bijlage 2 bij de circulaire NBB_2013_02

RICHTSNOEREN INZAKE LIMIETEN VOOR BLOOTSTELLINGEN MET BETREKKING TOT SCHADUWBANKENTITEITEN EBA/GL/2015/20 03/06/2016. Richtsnoeren

Uniforme brief aan de kredietinstellingen en de beursvennootschappen

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) 2019/[XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 april 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Periodieke vragenlijst met betrekking tot de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Circulaire. Structuur

Bijlage 1 bij het handboek voor het beoordelen van de deskundigheid en professionele betrouwbaarheid

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

C 120/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie

ECB-PUBLIC AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van [datum maand 2016]

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2017_20

COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel toezicht op de beleggingsondernemingen

Circulaire FSMA_2012_12 dd. 20/06/2012

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

ECB-PUBLIC BESLUIT (EU) [2017/XX*] VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 24 april 2017

(Voor de EER relevante tekst)

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Circulaire. Structuur I. Doelstellingen Definities III. Inwerkingtreding IV. Toezichtsregeling voor lokale verzekeringsondernemingen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Bijlage 2 bij de mededeling NBB_2015_08

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FORMULIER 29 augustus 2014 vóór opening van de markten Onder embargo tot 08u00

RICHTSNOER (EU) 2017/697 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Circulaire aan de portefeuillesurveillanten bij kredietinstellingen naar Belgisch recht die Belgische covered bonds uitgeven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Circulaire. Brussel, dd mm 2015

Transcriptie:

de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel ^ 1 h D.,... R i _^.«^ _ I _ rii... I tei+3222212767 ijcii iqueimaiipnaietxj[ik ondernemingsnummer: 0203.201.340 DEBiljcToUEVANBELClE RPRBrussel Djiwvsiwn www.nbb.be Circulaire Brussel, 22 december 2016 Kenmerk: NBB_2016_46 uw correspondent: Marie Montigny tel. +32 2 221 31 74 Marie.Montigny@nbb.be Circulaire van het Afwikkelingscollege van de Nationale Bank van Belgie over de berekening en inning van de bijdragen verschuldigd door ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het GemeenschappelijkAfwikkelingsfonds Toepassimsveld Deze circulaire is van toepassing op de in Belgie gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen of beleggingsondernemingen van een derde land, evenals op de beursvennootschappen naar Belgisch recht die niet vallen onder het toezicht op geconsolideerde basis op de moederonderneming dat door de Europese Centrale Bank wordt uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober2013 waarbijaan de Europese Centrale Bank specifieke taken warden opgedragen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen. Samenvattina/Doelstellinaen De wet van 28 december 201 1 op het Afwikkelingsfonds voorziet dat het Afwikkelingscollege van de Nationale Bank van Belgie het bedrag en de betalingsmodaliteiten vastlegt van de bijdragen aan het Afwikkelingsfonds verschuldigd door ondernemingen die met bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. In deze circulaire stelt het Afwikkelingscollege van de Nationale Bank van Belgie de methodologie vast voorde berekening van de ge'i'nde bijdragen krachtens artikel 3, vierde lid van de wet van 28 december 2011 op het Afwikkelingsfonds. Structuur 1. Definities 2. Jaarlijks streefniveau van de interventiereserve 3. Jaarlijkse basisbijdrage 4. Risicoaanpassing van de jaarlijkse basisbijdragen 5. Forfaitaire bijdragen 6. Berekening van de bijdrage aan het Afwikkelingsfonds 7. Betalingsmodaliteiten van de bijdrage NBB_2016_46-22 december 2016 Circulaire - Biz. 1/6

Geachte mevrouw, Geachte heer, Richtlijn 2014/59/EU bepaalt dat de Lidstaten een of meerdere financieringsregelingen moeten opzetten met het oog op een doeltreffende toepassing door de afwikkelingsautoriteiten van de afwikkelingsinstrumenten en -bevoegdheden. Het toepassingsveld van het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, vastgelegd bij Verordening (EU) nr. 806/2014, heeft geen betrekking op de in Belgie gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen of van beleggingsondernemingen van een derde land, noch op de beursvennootschappen naar Belgisch recht die niet vallen onder het toezicht op geconsolideerde basis op de moederonderneming dat door de Europese Centrale Bank wordt uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1024/2013. De wet van 28 december 2011 vertrouwt aan het Afwikkelingsfonds de uitoefening van de taken toe met betrekking tot de financieringsregelingen voor de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. Opdat het Afwikkelingsfonds over toereikende financiele middelen zou beschikken voor de uitoefening van zijn taken, voorziet de wet van 28 december 201 1 dat het, vanaf het jaar 2016, een jaarlijkse bijdrage int bij de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 legt de berekeningsmodaliteiten vast van de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen. De overwegingen 2 en 3 van de Gedelegeerde Verordening zetten uiteen dat laatstgenoemde niet van toepassing is op de bijkantoren van een kredietinstelling of beleggingsonderneming van een derde land, noch op bepaalde beleggingsondernemingen waarvan de vergunning slechts van toepassing is op een beperkt aantal diensten en activiteiten, met andere woorden op bepaalde ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. Een groot deel van de maatstaven voor de risicoaanpassing zijn niet geschikt voor deze ondernemingen. De Gedelegeerde Verordening voorziet dan ook dat het de nationale autoriteiten toekomt om de aanpassing te bepalen op basis van de risico's, met respect voor het evenredigheidsbeginsel. Gezien het principe van gesloten envelop waarop de methodologie steunt die in de Gedelegeerde Verordening bepaald werd, is een gedeeltelijke toepassing van laatstgenoemde op een beperkt aantal ondernemingen die rechtstreeks onder zijn toepassingsveld zou vallen, bovendien onsamenhangend vanuit methodologisch oogpunt. Artikel 3, vierde lid van de wet van 28 december 2011 voorziet dat het Afwikkelingscollege van de Nationale Bank van Belgie de bijdrage bepaalt die de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, verschuldigd zijn. De Koning kan de berekeningsmethodologie van de bijdrage aan het Afwikkelingsfonds bepalen. Tot op vandaag werd geen enkel koninklijk besluit goedgekeurd waarin de berekeningsmethododologie werd uiteengezet. Deze circulaire bepaalt dan ook, bij ontstentenis van een Gedelegeerde Verordening van de Commissie die een methodologie omschrijft voor de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, en bij ontstentenis van een koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3, vierde lid van de wet van 28 december 2011, de elementen voor de berekening van de vooraf te betalen bijdragen die de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, verschulctigd zijn. Circulaire - Biz. 2/6 NBB_2016_46-22 december 2016

Afdeling 1. Definities 1. Voor de toepassing van deze circulaire gelden de volgende definities: a. wet van 28 december 2011: wet van 28 december 2011 op het Afwikkelingsfonds; b. wet van 25 april 2014: wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen; c. Richtlijn 2014/59/EU: Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandkoming van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad; d. Verordening (EU) nr. 806/2014: Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een GemeenschappelijkAfwikkelingsfonds en totwijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010; e. Verordening (EU) nr. 1024/2013: Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken warden opgedragen betreffende het beleid op het gebied van het prudentieel toezicht op kredietinstellingen; f. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregetingen; g. ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds: de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds zoals gedefinieerd in artikel 1/1,3 van de wet van 28 december 2011; h. beursvennootschap: een beursvennootschap waarvan het aanvangskapitaal 730 000 EUR moet bedragen in toepassing van de wet van 25 apil 2014; i. gedekte deposito's: gedekte deposito's als gedetinieerd in artikel 2, lid 1,punt 5) van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels, exclusief tijdelijk hoge saldi in de zin van artikel 6, lid 2 van diezelfde Richtlijn; j. in aanmerking komende deposito's: in aanmerking komende deposito's als gedefinieerd in artikel 3, 69 van de wet van 25 april 2014; k. totale passiva: totaal passief als gedefinieerd in de Belgische boekhoudnormen, namelijk lijn 299, kolom 05 van Schema A voor de in Belgie gevestigde bijkantoren van beleggingsondernemingen van een derde land, of lijn 29900, kolom 05 van schema IF voor de beursvennootschappen naar Belgisch recht; Afwikkelingsfonds: Afwikkelingsfonds zoals opgericht door artikel 2 van de wet van 28 december 2011; m. Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds: Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds zoals opgericht door artikel 67, 1 van de Verordening (EU) nr. 806/2014; en n. interventiereserve: interventiereserve voor de voorfinanciering van de afwikkelingsregeling als gedefinieerd in artikel 6 van de wet van 28 december 2011. NBB 2016 46-22 december 2016 CirculaJre - Biz. 3/6

Afdeling 2. Jaarlijks streefniveau van de interventiereserve 2. Met toepassing van artikel 6/2, 2 van de wet van 28 december 2011 wordt het jaarlijks streefniveau van de interventiereserve bepaald, rekening houdend met het streefniveau dat uiterlijk op 31 december 2024 moet warden bereikt, zijnde 1% van het totale bedrag aan gedekte deposito's van de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. 3. Aangezien het totale bedrag aan gedekte deposito's niet in de huidige toezichtsrapporteringsvereisten is opgenomen, is het niet beschikbaar. Voor de berekening van het jaarlijkse streefniveau van de afwikkelingsfinancieringsregeling warden de gedekte deposito's bijgevolg vastgesteld op 65% van het bedrag aan in aanmerking komende deposito's van ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, zoals gerapporteerd aan het Beschermingsfonds voor deposito's en financiele instrumenten. Dit strookt met de schattingen van de Europese Commissie (zie Cannasetal, 20141). 4. Met jaarlijks streefniveau dat moet warden bereikt, wordt als volgt berekend: [Streefniveau - bedrag van de interventiereserve op 31 december van het berekeningsjaar] [2025 - lopende jaar] Deze formule wordt desgevallend herzien om rekening te houden met de eventuele verlenging van de periods waarbinnen de interventiereserve wordt gevormd, zoals bepaald in artikel 6/2, 2 van de wet van 28 december2011. Afdeling 3. Jaarlijkse basisbijdrage 5. De jaarlijkse basisbijdrage wordt gedefinieerd als de totale passiva minus gedekte deposito's van de onderneming die niet bijdrageplichtig is aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het berekeningsjaar. 6. Aangezien geweten is dat het bedrag van de gedekte deposito's voor sommige ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds aanzienlijk meer kan bedragen dan 65% van de in aanmerking komende deposito's, warden de gedekte deposito's voor de aftrek van de jaarlijkse basisbijdrage vastgesteld op 90% van de in aanmerking komende deposito's van het jaar dat voorafgaat aan het berekeningsjaar. Deze conservatieve schatting garandeert dat de meeste ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds minstens hun gedekte deposito's aftrekken. Afdeling 4. Risicoaanpassing van de jaarlijkse basisbijdragen 7. Gelet op het evenredigheidsbeginsel en de beperkte bedragen vertegenwoordigd door het streefniveau van de interventiereserve, rekening houdend met de bijkomende rapporteringsvereisten die een waging zou opleggen op basis van andere risicopijlers, en rekening houdend met de aanzienlijke verschillen tussen het bedrijfsmodel van bijkantoren van kredietinstellingen of beleggingsondernemingen van derde landen en dat van de beursvennootschappen, wordt de jaarlijkse basisbijdrage niet aangepast op basis van bijkomende risicopijlers. Afdeling 5. Forfaitaire bijdragen 8. De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage gelijk is aan of kleiner dan 50 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 1 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. 1 Cannas, G., Cariboni, J., Veisari, L. K. and A. Pagano (2014), «Updated estimates of EU eligible and covered deposits», Joint Research Center Technical Report, Report EUR 26469 EN, European Commission. Circulaire - Biz. 4/6 NBB_2016_46-22 december 2016

9. De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage hoger is dan 50 000 000 EUR maar kleiner of gelijk is aan 100 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 2 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. 10.De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage hoger is dan 100 000 000 EUR maar kleiner of gelijk is aan 150 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 7 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. 11.De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage hoger is dan 150 000 000 EUR maar kleiner of gelijk is aan 200 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 15 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. 12. De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage hoger is dan 200 000 000 EUR maar kleiner of gelijk is aan 250 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 26 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. 13. De ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk A-fwikkelingsfonds, waarvan de jaarlijkse basisbijdrage hoger is dan 250 000 000 EUR maar kleiner of gelijk is aan 300 000 000 EUR en waarvan de totale activa minder bedragen dan 1 000 000 000 EUR, betalen een forfaitaire bijdrage van 50 000 EUR als jaarlijkse bijdrage aan het Afwikkelingsfonds. Afdeling 6. Berekening van de bijdrage aan het Afwikkelingsfonds U.De bijdrage van de ondernemingen die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds en die geen recht hebben op het forfaitaire regime zoals beschreven in afdeling 5 van deze circulaire, wordt proportioneel vastgesteld naar rato van hun jaarlijkse basisbijdrage. Ze bedraagt: Jaarlijkse bijdrage aan het AfwikkelingsfondSi = M [faarlijks streefniveau ^ jaarlijkse forfaitaire bijdragenaanhet Afwikkelingsfonds} x 7=1 [faarlijkse basisbijdragei/^,n=-mjaarlijkse basisbijdragen]', waarbij i de N-M ondernemingen vertegenwoordigt die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds en geen recht hebben op het forfaitair regime; j de M ondernemingen vertegenwoordigt die niet bijdrageplichtig zijn aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds en recht hebben op het forfaitair regime; jaarlijks streefniveau het jaarlijks streefniveau vertegenwoordigt als gedefinieerd onder randnummer 4; en jaarlijkse basisbijdrage de jaarlijkse basisbijdrage vertegenwoordigt als gedefinieerd onder randnummer5. Afdeling 7. Betalingsmodaliteiten van de bijdrage 15.Gelet op het evenredigheidsbeginsel en de beperkte bedragen vertegenwoordigd door het streefniveau van de financieringsregelingen, moet het bedrag van de bijdrage door elke onderneming die niet bijdrageplichtig is aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds in zijn totaliteit warden voldaan. De onherroepelijke betalingstoezeggingen warden niet aanvaard. NBB 2016 46-22 december2016 Cifculaire - Biz. 5/6

16.In uitvoering van artikel 7 van de wet van 28 december 2011 stelt het Afwikkelingscollege het Afwikkelingsfonds in kennis van het bedrag van de bijdrage aan het Afwikkelingsfonds verschuldigd door elke onderneming die niet bijdrageplichtig is aan het Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds. Het Afwikkelingscollege stelt de praktische regeling vast voor deze betaling. Hoogachtend, Jan SMETS Voorzitter van Het Afwikkelingscollege Circulaire - Biz. 6/6 NBB 2016 46-22 december2016