Rentokil-Initial Global Science Centre, 7&8 Foundry Court, Horsham. RH13 5PY. UK.

Vergelijkbare documenten
Lumnia De nieuwe norm in vliegenbestrijding

Lumnia De nieuwe generatie vliegenvangers

Luminos insectenlampen

QuickBayt oplossing voor vliegen. BioSix Netherlands B.V., Holleweg 18Y, 3925 WN Scherpenzeel tel:

Een gouden koppel, met verstand van vliegenbestrijding!

Ongedierte- & insectenbestrijding

Attractiveness of different light wavelengths, flicker frequencies and odours to the housefly (Musca domestica L.) Smallegange, R

EURO-FLY CATALOGUS INSECTENVERDELGERS. Tuinbouwtechniek & -benodigdheden GARANTIE. KaRo BV Tulpenmarkt PK Zwaagdijk

QuickBayt oplossing voor vliegen. BioSix Netherlands B.V., Holleweg 18Y, 3925 WN Scherpenzeel tel:

Energie analyse voor balansventilatie toestellen uit veldstudies

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor)

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (UC03 sensor)

FICHE TECHNIQUE TECHNISCHE FICHE LEVEL DESIGN 1

voorbeeld Zonnewagen Aantekeningen voor de leerkracht

EU beleid Campylobacter

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053

Kernvraag: Hoeveel licht geven. verschillende lichtbronnen?

Hoe een Beweegbare vloer Waterhygiëne beïnvloedt

3M Advanced Wound Care. Huidbescherming Wondgenezing. Comfortabele & Effectieve. Compressie. voor uw Patiënten. 3M Coban 2 Lagen Compressiesysteem

Botlek Studie Groep. Thema Gasanalyse Basics of.stofmetingen. 7 april 2016

Welkom bij de presentatie van Multi Clean Air

Samenvatting van de Productkenmerken. Talon Soft

Verlichting SDGL, Kennis centrum voor herbivore hagedissen.

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (UC03 sensor)

HANDLEIDING BEWEGINGSMELDER

Rapport onderzoek 6 juni 2019

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

EN ES-D5B Draadloze rookmelder

serie KAT Akoestische luchtdoorlaat unit

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Productoverzicht Luchtzijdige oplossingen voor een comfortabel binnenklimaat

VI-D4 Beton Vochtmeter

Samenvatting hoofdstuk 1 hoofdstuk 2

Handen wassen met zeep

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

Monitoring vliegenoverlast Heijplaat, Rotterdam

De nieuwe Signature lijn.

Vermindering total cost of ownership in bestaande verlichtingsinstallaties

Applicatie Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior. 1 - Voorbereiding


All About Lights Candela Lumen

Leidingwater zonder zorgen

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2528 woorden 23 juni keer beoordeeld. Natuurkunde. De Veer. Het bepalen van de veerconstante,

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

Heldere LED-verlichting met uitstekende lichtkwaliteit

De nieuwe Signature lijn.

Onderzoek lokale energieopslag

afrikaanse boorvliegen geïmporteerd in nederland (diptera: tephritidae)

Elztrip EZ300. Elztrip EZ300. Driedubbel stralingspaneel voor magazijnen, werkplaatsen enz.

MAXIMIZOR & 9000 TECHNISCHE GEGEVENS & INSTALLATIE-INSTRUCTIES

ES-S7B. Buitensirene.

Naam: Klas: Practicum veerconstante

INSPECTIELAMPEN 670. Voorhoofdslamp Stiftlampen Werkplaatslamp Zaklamp met LED s POCKET

SolarFreezer. Comfort zonder aardgas. Maart 2018

SAC Nederland b.v. Nicolaas A.W.J. Thevissen Ing

Bouw je eigen serre!

Licht dat fijn is voor je ogen

serie DGV Rooster met variabele geometrie

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

radiatoren CONCEPTFICHE 2: Convectoren en Conceptfiche Convectoren en radiatoren

Examen mechanica: oefeningen

specifieke kenmerken van de lg vloer-/plafond unit:

Kernvraag: Hoe reflecteren de. verschillende materialen licht?

Relighting LED. Technologische verkenning voor een case study. Arnaud Deneyer. 22 oktober 2014

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

ARUP studie Groningen 2013

Handleiding HI96821 Digitale refractometer voor de bepaling van Natriumchloride in waterige oplossingen

IPEH. Intelligent Products with Energy Harvesting

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Insulation technology. Houtmassiefbouw CONTACTGELUIDSISOLATIE

Figuur 1. Kippenmeel als controle en de geteste reststromen draf en tomatenstengels (vlnr).

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Computer Instructies voor de SM-5062

specifieke kenmerken van de lg vloer-/plafond unit:

Paneelgordijnen. Filtering light by design.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Product naam: MM03803

Product naam: MM03075

Elztrip EZ300. Elztrip EZ300. Driedubbel stralingspaneel voor magazijnen, werkplaatsen enz. Productgegevens

Panbonis in Pluimvee

Weekrapportage onderzoek vliegenoverlast Heijplaat, Rotterdam. Bevindingen

De acht mechanismen van geefgedrag

De juiste verlichting maakt ieder moment perfect

(energie) meten via Qbus

E x c e l l e n t T e c h n o l o g y, E f f i c i e n c y a n d Q u a l i t y CO 2. Intelligente laadsystemen voor tractiebatterijen

LED STRIPES. Creëer uw eigen sfeer met licht!

BlowerDoor Test (luchtdichtheidsmeting) & Thermografie

Broodje roofvis. 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven

Hoe kun je de weerstand van voorwerpen vergelijken en bepalen?

Product naam: MM03570

Super helder in een compact design

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Betrouwbaarheid onder de zwaarste omstandigheden

Bepaling van het thermisch rendement van een warmteterugwinapparaat

plafonds, de perfecte balans voor OPtimaal comfort

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Transcriptie:

VERGELIJKENDE STUDIE OVER HET GEBRUIK EN DE EFFECTIVITEIT VAN ELEKTRISCHE VLIEGENVANGERS MET HOOGSPANNINGSROOSTER EN VLIEGENVANGERS MET KLEEFMECHANISME VOOR HET VANGEN VAN DE HUISVLIEG (MUSCA DOMESTICA L). Rentokil-Initial Global Science Centre, 7&8 Foundry Court, Horsham. RH13 5PY. UK. UITGANGSPUNTEN Het inschakelen van ultraviolet vliegenvangers is een veel gebruikte oplossing voor het vangen van vliegende insecten in commerciële omgevingen. Er bestaan veel verschillende vliegenvangerontwerpen maar er zijn geen vaste methoden om hun effectiviteit te meten. Een kwantificeerbare manier om de vangstresultaten te meten werd ontwikkeld door de kortste tijd te meten waarin één enkele elektrische vliegenvanger 50% van de huisvliegen die werden losgelaten in een afgesloten testruimte kan vangen. Vliegenvangers met hoogspanningsrooster kwamen minder positief uit de test dan vliegenvangers met een kleefplaat of kleefrol. Deze informatie werd geïnterpreteerd in het kader van het gebruik van vliegenvangers in keukens en andere ruimtes waar met voedsel gewerkt wordt en waar er dus meer risico is op besmetting van voedsel en oppervlakken waarop voedsel bereid wordt door rondvliegende insectendeeltjes en bacteriën die worden verspreid door geëlektrocuteerde vliegen. Vliegenvangers met een hoogspanningsrooster worden best gebruikt op plaatsen waar het risico op besmetting van voedsel door insectenpartikels laag is. INLEIDING Vliegenvangers met ultraviolet lampen worden zeer vaak gebruikt op plaatsen waar voedsel bereid wordt: hun aanwezigheid is vaak vereist door de hygiënenormen die de sector oplegt. De reden waarvoor deze normen opgelegd worden is om het risico op voedselbesmetting door vliegende insecten te beperken. Huisvliegen (Musca domestica, L.) kunnen verschillende ziektekiemen verspreiden via voedsel en veroorzaken vaak ziekten zoals salmonella en andere voedselvergiftigingen (Nazni et al, 2005; Yap, et al 2008). Als de vliegen geëlektrocuteerd worden is de kans op besmetting van voedsel door rondvliegende insectendeeltjes groot (Ananth et al, 1992; Broce, 1993; Urban & Broce, 2000). Dit risico is veel lager bij vliegenvangers die gebruik maken van kleefplaten of kleefrollen omdat de vliegen in hun geheel blijven plakken op het kleefmechanisme en niet in kleine deeltjes uiteenspatten of verdoofd en kreupel worden zoals bij vliegenvangers met hoogspanningsroosters - maar (Pickens, 1989). De mate waarin huisvliegen getolereerd worden hangt af van de omgeving waarin ze voorkomen. In ruimtes waar voedsel bereid wordt, wordt de aanwezigheid van slechts enkele vliegen als hinderlijk ervaren, maar in een opslagruimte vormen ze minder snel een probleem. Vliegenvangers met verwijderbare kleefplaten zijn het meest geschikt voor analysedoeleinden. De lijmplaten worden op regelmatige tijdstippen vervangen en het aantal gevangen vliegen geeft een goed inzicht over wanneer en waar insectenwering 1

moet aangebracht en/of verbeterd worden. Kleefborden kunnen volledig bedekt zijn met vliegen en stof en zijn in sommige gevallen dus niet de beste oplossing. Een derde soort vliegenvanger vangt vliegen door ze in te kapselen op een kleefrol. De voordelen van dit type vliegenvanger is dat het vangstoppervlak meerdere keren per dag opgerold en dus verschoond wordt wat vooral in stoffige omgevingen minder problemen veroorzaakt. Deze vliegenvangers zijn minder geschikt voor analyse van de vangstresultaten want zodra de vliegen ingekapseld zijn op de kleefrol zijn ze moeilijker te tellen en te identificeren. Het gebruik van vliegenvangers met een oprolmechanisme reduceert het risico op besmetting door rondvliegende insectenpartikeltjes in ruimtes waar voedsel bereid wordt. De onderhoudskosten voor dit type vliegenvanger is hoger dan die van een vliegenvanger met hoogspanning omdat de kleefrol regelmatiger moet vervangen worden dan dat de vangstlade moet leeggemaakt worden vooral in omgevingen waar grote aantallen vliegen gevangen worden. Het doel van dit onderzoek was om de effectiviteit van deze drie types vliegenvangers in cijfers uit te kunnen drukken. MATERIALEN & METHODES Vergelijkbare types vliegenvangers met ultraviolet lampen - voorzien van verschillende vangstoppervlakken werden gebruikt om de verschillende methodes die gebruikt werden om vliegen in een afgesloten ruimte te vangen, te vergelijken. Zo snel mogelijk vliegen verwijderen uit een ruimte is voor de eindgebruiker de belangrijkste factor (Sargent, 2010). Daarom werd de vangstratio van een aantal verschillende vliegenvangers gekwantificeerd door de gemiddelde tijd te berekenen waarin 50% van de vliegen gevangen werd die in een afgesloten ruimte waren losgelaten. Er bestaan verschillende ultraviolet vliegenvangers op de markt - allemaal ontwikkeld om vliegende insecten te bestrijden en te analyseren. Er bestaan evenveel verschillende methodes om hun effectiviteit te meten. Hoewel het design van de vliegenvangers verschillend is, beschikken ze allemaal over een UV-A lichtbron en een vangstoppervlak een hoogspanningsrooster, een kleefbord of kleefrol. Kwantificeerbare metingen naar elementen die de vangstratio zouden beïnvloeden worden vaak aangehaald als de facto cijfers voor de effectiviteit van de vliegenvangers - zoals de sterkte van de lamp, de UV-A output en de afmetingen van het vangstoppervlak. Hoewel ze zeker en vast bijdragen tot de optimalisering van de resultaten (Pickens & Thimijan, 1986), beweren eerdere studies en voorafgaande laboratoriumtesten dat verschillen in het design deze beweringen ontkrachten (Hanley et al, 2009). Bij deze test warden twee verschillende ultraviolet vliegenvangers gebruikt: toestel 1 kan uitgerust worden met een hoogspanningsrooster of een dubbelzijdige kleefplaat, toestel 2 kan uitgerust worden met een kleefplaat of een kleefrol die vliegen vangt en inkapselt Beide toestellen werden getest in twee identieke testruimtes (2 m x 2,1 m x 2,4 m), bij een constante temperatuur van 25 C + 2 C en 50% +10% lu chtvochtigheid, dagelijks gedurende 12 uur verlicht. De testkamers werden volledig afgesloten zodat er geen vliegen konden ontsnappen en per uur werden er 10 veranderingen in de lucht doorgevoerd. Alle UV lampen in de vliegenvangers hadden vóór het uitvoeren van de test minimum gedurende 100 uren gebrand en alle vliegenvangers werden elektrisch getest om te zien of ze veilig waren voor gebruik. Er werden identieke splintervrije lampen gebruikt in alle 2

testen. Alle vliegenvangers werden aan de muur bevestigd op een hoogte van 1,8 meter boven de grond. Volwassen, gecastreerde, in laboratoria gekweekte huisvliegen geselecteerd omdat ze zo goed kunnen vliegen werden gevangen, bedwelmd met koolstofdioxide en geteld. Voor elke test werden honderd vliegen gebruikt; de overblijvende vliegen werden geëlimineerd. De vliegen werden losgelaten vlak boven de vloer in het midden van de testruimte. Het midden van de kamer werd aangeduid door een loodrechte koord die aan het plafond bevestigd was. Om er zeker van te zijn dat de omstandigheden tijdens de gehele duur van de test consistent zouden zijn, werd de atmosferische druk gemeten met een manometer (Digitron Instrumentation P200) en het ultraviolet licht met een MACAM 101 UV radiometer. Alle interpretaties werden gedaan vanaf het midden van de kamer; de UV output werd gemeten vanaf het verticale middenpunt op 0,8 meter vlak vóór de vliegenvanger. Variabele factoren waarvan verondersteld werd dat ze de vangstresultaten konden beïnvloeden, warden voor elke geteste vliegenvanger genoteerd zoals onder andere: de totale lichtsterkte van de lamp (W), de UV-A output, de afstand tussen de lamp en het vangstoppervlak. Het aantal gevangen vliegen werd gedurende zeven uren acht keer geteld met tussenpozen van 15, 30, 60, 90, 120, 240 minuten, 5 uur, 7 uur en opnieuw na 24 uur. Na 24 uur werden alle levende vliegen die nog steeds rondvlogen in de kamer, alle dode vliegen op de grond of in het toestel (niet op de kleefplaat) en alle waargenomen ontsnapte exemplaren opgeteld en niet meegerekend. Deze test werd zes keer herhaald (3 testen per testkamer) met nieuwe kleefborden voor elke test en lampen met exact dezelfde UV-A lichtsterkte. RESULTATEN Na zes dagen testen werd een gemiddelde tijd berekend voor het vangen van de helft van de vliegen (C50). De C50 score is de minimum tijd die elke vliegenvanger nodigheeft om 50% van de rondvliegende vliegen te vangen door onderstaande vergelijking te gebruiken: C50 = t log2 (N0/Nt) C50 is de optimale half-waarde-tijd, t is de tijd die verlopen is, N0 is het initieel percentage vliegen (100) & Nt is het percentage dat overblijft na t. Tabel 1: Specificaties van de UV vliegenvanger Toestel nr Soort vangst opp Vangst Oppervlak (cm 2 ) Afstand vangstoppervlak en lampen (mm) Lichtsterkte (W) UV-A op 0.8m (µw/cm -2 ) 1 Hoogspanning 1330 40 60 0.073 1 Kleefbord 1600 40 60* 0.048 2 Kleefbord 1347 72 45 0.046 2 Kleefrol 959 74 45 0.045 *Toestel 1 heeft vier UV lampen in twee zigzag kolommen van telkens 2 lampen. De kleefborden werden aangebracht tussen de kolommen zodat er een deel licht van de achterste kolom lampen werd tegengehouden. Licht van de achterste kolom schijnt doorheen het hoogspanningsrooster vandaar het verschil in UV-A. 3

100 90 80 70 ) (% t s g n a V 60 50 40 30 Unit 1, electrified grid 20 Unit 1, adhesive glue board 10 Unit 2, adhesive glue board Unit 2 adhesive roll 0 0 50 100 150 200 250 300 350 400 Tijd (minuten) Afbeelding 1: Vangstpercentage over een periode van 7 uur 140 120 ) n te u in (m 0 5 C 100 80 60 40 20 0 Unit 1, electrified grid Unit 1, adhesive glue board Unit 2, adhesive glue board Unit 2, adhesive roll Afbeelding 2: Gemiddelde tijd die nodig was om 50% van de vliegen te vangen aan een zo snel mogelijke vangsttempo Toestel 1 met hoogspanningsrooster deed er aanzienlijk langer over om 50% van de aanwezige vliegen te vangen dan het toestel met een kleefbord. Toestel 2 met een kleefbord geeft niet veel 4

slechtere vangstresultaten dan toestel 1 met een kleefbord hoewel het over 15W minder lichtsterkte beschikt. CONCLUSIE De vliegenvanger met hoogspanningsrooster die werd gebruikt in deze studie was niet zo effectief in het vangen van vliegen als dezelfde vliegenvanger met kleefbord of als een andere vliegenvanger met lagere wattage en een kleefbord of kleefrol. Aangezien de vliegenvangers met hoogspanning meer tijd nodig hebben om vliegen te vangen, kan men concluderen dat dit soort vliegenvanger best gebruikt kan worden op plaatsen waar weinig risico is en waar hij niet zo vaak onderhouden moet worden. Vliegenvangers die gebruik maken van een inkapselmethode beschikken over een kleefrol. Het voordeel van dit soort vliegenvangers is dat het vangstoppervlak regelmatig verschoond wordt en dat er geen insectendeeltjes in de lucht verspreid worden net zoals bij andere vliegenvangers met kleefplaat. De vliegenvanger met inkapselmethode is dus niet alleen sneller in het vangen van vliegen dan de vliegenvanger met hoogspanningsrooster. Hij is ook hygiënischer omdat er geen risico is op rondvliegende insectenpartikeltjes. De reden voor het verschil in tijd die een vliegenvanger met hoogspanning nodig heeft om 50% van de rondvliegende vliegen te vangen ligt in het verschil in waarschijnlijkheid dat een vlieg ook daadwerkelijk gevangen wordt als ze het vangstoppervlak nadert. Een vliegenvanger met kleefmechanisme zal zo goed als zeker alle vliegen vangen die op het vangstoppervlak landen. Bij een vliegenvanger met hoogspanning daarentegen is dat minder zeker: de vlieg wordt geëlektrocuteerd op het rooster, maar dit betekent niet altijd dat ze dood is. De vlieg kan de schok overleven en enkel kreupel worden. Ze kan dan wel niet meer vliegen, maar wel rondlopen op oppervlakken waarop voedsel bereid wordt (Pickens, 1989). Het berekenen van de 50% vangstwaarde geeft een betrouwbare waarde van hoe snel elke vliegenvanger rondvliegende kamervliegen kan vangen. De effectiviteit van een vliegenvanger uitdrukken als één enkele waarde is zonder twijfel erg handig voor gebruikers omdat het een indicatie geeft van het potentieel risico. Deze studie concludeert dat het gebruik van vliegenvangers in omgevingen waar voedsel bereid, verwerkt of opgediend wordt het risico op besmetting verdubbelt: enerzijds omdat levende vliegen langer kunnen rondvliegen en anderzijds omdat rondvliegende insectendeeltjes in het voedsel kunnen terechtkomen. REFERENTIES Ananth, Gopal P., Bronson, David C., and Brown, Jeffrey K. (1992). Generation of airborne fly body particles by four electrocution fly traps and an electronic fly trap. Int. J. of Environ. Health Res. 2, 106-113. Broce, Alberto B. (1993). Electrocuting and electronic insect traps: trapping efficiency and production of airborne particles. Int. J. of Environ. Health Res. 3, 47-58. Chapman, J.W. (1999) Visual responses of Musca domestica to pheromone impregnated targets in poultry units. Medical and Veterinary Entomology. 13: 132-138 Cottee, P. (2004). Green Light: A Holistic View. Hogsette, J.A. (2008) Ultraviolet light traps: design affects attraction and capture In: Proceedings of the Sixth International Conference on Urban Pest. Eds: W. H. Robinson and D. Bajomi. Budapest, Hungary. Nazni WA, Seleena B, Lee HL, Jeffery J, T Rogayah TA, and Sofian MA. (2005) Bacteria fauna from the house fly, Musca domestica (L.). Trop Biomed. 22(2):225-31 5

Pickens, L. G. (1989). Factors affecting the distance of scatter of house flies (Diptera: Muscidae) from electrocuting traps. J. Econ. Entomol. 82(1): 149-51 Pickens, L.G. and Thimijan, R.W. (1986). Design parameters that affect the performance of UVemitting traps in attracting house flies (Diptera: Muscidae). J. Econ. Entomol. 79: 1003-1009. Roberts, A.E. (1990). The response of Musca domestica to ultra-violet electrocutor traps under field and laboratory conditions. Ph.D. thesis. University of London. Sargant, J. (2010) Which ILT is Best? Prescription Treatment Quarterly, BASF Pest Control Solutions. In: Pest Control Technology Magazine (June 2010 issue), GIE Media, Richfield, Ohio. USA Smallgange, R.C (2003) Fatal Attraction. Entomologische Berichten. 64(3): 87-92 Tesch, M.J. and Goodman, W.G. (1994). Dissemination of Microbial Contaminants from Houseflies by Five Insect Light Traps. Int. J.of Environ.l Health Res. 5 (4), 303-309 Urban, J.E. and Broce, A. (2000). Killing of flies in electrocuting insect traps releases bacteria and viruses. Curr Microbiol. 41:267 70 Yap KL, Kalpana M, and Lee HL. (2008) Wings of the common house fly (Musca domestica L.): importance in mechanical transmission of Vibrio cholerae. Trop Biomed. 25(1):1-8. 6