Overeem (1) Hendrick van Overeem, tr. NN Brandt Broeniss en zijn vrouw Geertruydt bekomen transport na opdracht door Andries Henricksz en zijn vrouw Elizabeth, Frans en Cornelis, broers van Andries, met hun echtgenoten, Jan Henricsz en zijn vrouw Anna, Ghisbert Arijsz en zijn vrouw Griet, Elizabeth weduwe van Overeem met Arijs haar zoon, Egbert Henricksz en zijn vrouw Lana, Willem Mom en zijn vrouw Arijsgen, Frans Janssen en zijn vrouw Goirtgen, Jan Jansz den Olden en zijn vrouw Henrickgen, Cornelis Janssen en zijn vrouw Marij, Jan Jansz den Jongen, Jan Willemsen en zijn vrouw Anna, Henrick Huygen en zijn vrouw Belitgen, Arys Janssz en zijn vrouw Mary, Thonis van Hardevelt en zijn vrouw Zophia, Garrit Ghijsbertz en zijn vrouw Marij, Jan Ghijsbertz den Olden en zijn vrouw Bronis, Jan Ghisbersz den Jongen en zijn vrouw Mary, Goirt Ghijsbertsz en zijn vrouw Marij, Roloeff van Hardevelt en zijn vrouw Griet, Saer Rijcksz en zijn vrouw Aeltgen, Rijck Henricksz en zijn vrouw Anna, Garrit Adamsz en zijn vrouw Wilhem, Henrick Garritsz en zijn vrouw Thonisgen, Cornelis Garritsz en zijn vrouw Grietgen, van drie delen van Norschoten, onder Barneveld (Herengoederen Barneveld, blz. 72, nr. 53; Nosschoten; 10-07-1562) 1. Arris/Andries Hendricksz, volgt II 2. Frans Hendricksz, volgt Overeem (2) 3. Cornelis Hendricksz II Arris/Andries Hendricksz van Overeem, geb. ca. 1535, ov. ca. 1586, tr.? Hendrickje Peters In 1566 is Andries Henricksz van Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 82vo; 10-06-1566). Jan Albertsz, won. Stoutenburg onder Leusden, verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij enige jaren geleden als gerechtsman op het erfhuis van de vader en moeder van Petertgen geweest is. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricxsz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Met beweerde dat Petertgen op het erfhuis, toen nog onmondig, te kort zou zijn gedaan. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. Gerechtsmannen van Leusden: Goert Verhaer en Clemes van Vanevelt. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210-210vo; 10-06-1617). Evert Jansz, ca. 30 jaar oud, won. Leusbroek verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij ook op het boelhuis is geweest van Cornelis Arisz en en zijn vrouw Emitgen, de vader en moeder van Petertgen. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricksz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210vo-211; 10-06-1617). 1. Henrick Arrisz van Overeem, geb. ca. 1560, ov. ca. 1619 In 1587 wordt Henrick Andriessen van Overeem beleend na dode van zijn vader Andries Henricksz met de helft van Nijborg onder Renswoude (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 71; 07-03-1587). In 1596, 1599, 1603 en 1611 is Henrick Arisz Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 59vo; 16-02-1596, fol. 67; 08-05-1599; fol. 86vo; 16-03-1603, fol. 111; 26-09- 1611). In 1613 wordt Henrick Arrissen beleend met de helft van Nijborg onder Renswoude. Hij vraagt octrooi om alleen te testeren voor dit leengoed en beslist niet voor zijn Gelderse goederen. Hij heeft al toestemming van de Staten van Utrecht, gepasseerd op 14-02-1607 en zijn testament laten passeren voor het gerecht van Renswoude op 21-12-1612 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 119; 18-05-1613). 2. Cornelis Arrisz van Overeem, volgt IIIa 3. Jan Arrisz van Overeem, volgt IIIb 4. Marie Arrisdr van Overeem, tr. Evert NN (Faassen?)
In 1620 wordt Marie Arrisdr van Overeem, momber: Jan Arrisz beleend na dode van haar broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620). 1. Jan Evertsz In 1621 wordt Jan Evertsz beleend na dode van zijn moeder Marie Arrisdr met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 140; 26-06-1621). IIIa Cornelis Arrisz van Overeem, ov. ca. 1624, tr. Reijertgen Helmertsdr, ov. ca. 1638 Jan Albertsz, won. Stoutenburg onder Leusden, verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij enige jaren geleden als gerechtsman op het erfhuis van de vader en moeder van Petertgen geweest is. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricxsz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Met beweerde dat Petertgen op het erfhuis, toen nog onmondig, te kort zou zijn gedaan. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. Gerechtsmannen van Leusden: Goert Verhaer en Clemes van Vanevelt. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210-210vo; 10-06-1617). Evert Jansz, ca. 30 jaar oud, won. Leusbroek verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij ook op het boelhuis is geweest van Cornelis Arisz en en zijn vrouw Emitgen, de vader en moeder van Petertgen. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricksz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210vo-211; 10-06-1617). In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620). In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem, beleend met een vierde van de helft van Nijborg. Hij vraagt octrooi om te testeren. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 139vo; 21-12-1620). In 1625 wordt Reijertgen Helmertsdr, weduwe van Cornelis Arrisz, mombers: Marten Jansz Wolfswinckel en Cornelis Jan Toenisz, gelijftocht volgens octrooi van 21-12-1620 met het vierde deel van de helft van Nijborg, volgens testament van 16-02-1621, notaris Rijck van Mulenborch te Amersfoort (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 150vo; 06-04-1625). 1. NN, innocent 2. Cornelis Cornelissen van Overeem, tr. NN In 1639 wordt Cornelis Cornelissen van Overeem, wegens "innocentie" van zijn oudste broer, beleend na dode van zijn vader Cornelis Arrissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 16-02-1621 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 201vo; 13-03-1639). In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op 't Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; 13-03-1639). 3. Teunis Cornelissen van Overeem, ov. voor 1669, tr. Gijsbertje Faessen, dr. van Faes Evertsz en Grietgen, op Selder In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op 't Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; 13-03-1639). In 1639 verkopen Erris Jansz, won. Glashorst, mede namens zijn vrouw en kinderen, voor de helft, Verweij, drost van Amerongen namens de onmondige kinderen van Reijertgen Helmerts, wed. Gerrit Thonisz Overeem voor het resterende(?) vierde deel aan Thonis Cornelisz, en Gijsbertgen Phaes, won. Het Broeck het erf Nijborg oftewel Klein Overeem uitgezonderd de twee bergen, schuur, bakhuis en oven; oost: Groot Overeem; west: Wolfswinckel; noord: Wittenoort; zuid: Nienborch of Spickhorst. Koop was op 16-07-1635 (Recht. Arch. Renswoude 1800; 11-08-1639). 1. Evertje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 31-12-1643, op Overeem, tr. Renswoude 24-11-1678 Aris Fransen, won. Renswoude
In 1669 wordt Evertien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 41; 21-04-1669). Gerrit Gijsbertsen en zijn vrouw Gijsbertje Thijssen, wonende onder Renswoude, ontslaan de ooms, Heijmen Claessen en Gerrit Jansen, van hun taak als voogd. Ze waren benoemd toen Gijsbertje, nog minderjarig was en enige erfgenaam was van de nalatenschap van haar overleden tante Evertjen Anthonis van Overeem, de vrouw van Arris Fransen. De heren worden bedankt voor de voortreffelijke wijze waarop ze de zaken hebben behartigd. (Notarieel Veenendaal; 05-06-1698). 2. Cornelisje Teunissen van Overeem, van Renswoude, won. Amersfoort, ov. Scherpenzeel 14-08-1689, tr. Renswoude (otr. Scherpenzeel en Amersfoort) 14-11- 1669 Jan Martensen van Wolfswinckel, wed. Gerbrechtje/Gijsbertje Jans, ov. Scherpenzeel 15-11-1673, zn. van Martens Jansz van Wolfswinckel en Aeltje Willems In 1669 wordt Cornelissien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; 21-04-1669). Lidm. Scherpenzeel 01-04-1670: Cornelia van Overeem, hv Jan Martensen van Wolfswinkel, met attestatie van Amersfoort. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Jan Martensen van Wolfswinckel en Cornelia Teunissen van Overeem. 3. Grietje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-08-1647, op Overeem In 1669 wordt Grietien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; 21-04-1669). 4. Faes Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 01-12-1650, op Overeem 5. Faesjen Teunissen van Overeem, tr. Renswoude 29-06-1673 Thijs Cornelisz Thijs Cornelisz x Faesje Anthonis, Erris Fransen x Evertje Anthonis, en Cornelia Anthonis transporteren aan Jan Berendsen x Fuijsje Willems de helft van zeker goet en erf genaamd Nijborg oftewel Klein Overeem (Dorpsgerecht Renswoude 1800; 12-11-1679). Toon Jansz soon voor hem selven en mede als last hebbende van de vordere erffgenamen van sijn moeder IJtjen Garrits wed van Jan Gijsbertsz gewoont hebbende op Ravenhorst, zei dat zijn moeder op 19-07-1674 aan Thijs Cornelissen voor zichzelf en als man van zijn vrouw Faesgen Cornelis had gegeven 400 gl. Zij hebben diverse malen aangemaand maar niets ontvangen. (Dorpsgerecht Renswoude 1799; 02-12-1716). 6. Hendrickje Teunissen van Overeem, tr. Renswoude 08-03-1674 Elis Gerritsen van Beckbergen, van Scherpenzeel In 1669 wordt Henrickien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40vo; 21-04-1669). Lidm. Scherpenzeel 07-06-1674: Hendrikje Teunissen van Overeem, hv Elis Gerritsen van Beckbergen, met attestatie van Renswoude. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Elis Gerritsen van Beckbergen en Hendrikje Anthonissen van Overeem. 4. Petergen Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel 05-01-1617 Peter Ariaensen, op de Haer Jan Albertsz, won. Stoutenburg onder Leusden, verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij enige jaren geleden als gerechtsman op het erfhuis van de vader en moeder van Petertgen geweest is. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricxsz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Met beweerde dat Petertgen op het erfhuis, toen nog onmondig, te kort zou zijn gedaan. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. Gerechtsmannen van Leusden: Goert Verhaer en Clemes van Vanevelt. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210-210vo; 10-06-1617). Evert Jansz, ca. 30 jaar oud, won. Leusbroek verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij ook op het boelhuis is geweest van Cornelis Arisz en en zijn vrouw Emitgen, de vader en moeder van Petertgen. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricksz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan
Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210vo-211; 10-06-1617). 5. Hendrick Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel 09-08-1618 Wilmghen Toenissen, op Huistede IIIb Jan Arrisz van Overeem, tr. NN In 1620 wordt Jan Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620). 1. Arris/Andries Jansz van Overeem, geb. ca. 1595, volgt IV IV Arris/Andries Jansz van Overeem/van Roijwinckel, geb. ca. 1595, ov. voor 1668, tr. Gerritje Teunissen In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van zijn vader Jan Arrissen van Overeem met een vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; 23-10-1621). In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van Jan Eversz met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; 23-10-1621). In 1629 eist Arijs Janssen van Overeem betaling van een paard t.w.v. f 106-10 van Huijbert Thonisz Quint, borg: de schout, bet. f 106-10 (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 30; 18-06-1629). In 1630, 1636 en 1638 wordt Arijs Jansen van Overeem genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 185vo,186vo; 10-09-1630. fol. 195; 24-08-1636. fol. 199; 02-01-1638). In 1632 wordt Anderies van Overeem beleend door opdracht van Aelbert Tuenissen van Glashoerst met een stuk bouwland, vier morgen groot, met een stuk land genaamd Haevercamp met het veentje en heetveld op 12-03-1624 gekocht van zal. Derck Jordensen, behorende onder de enen helft van Roijwinckel. Nog een stuk land genaamd Croemmestuck met een uitweg over het land dat Evert Jansen gekocht heeft van Roijwinckel. Nog twee stukken land van Roijwinckel genaamd het Hoege stuck en de Legge camp met de weg vanaf Gijsbert Brantsen tot aan het meentveld. Omdat het vier lenen betreft moeten vier heergewaden betaald worden (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 190vo; 19-11-1632). In 1633 verklaren Arijs Jansz van Overeem x Gerritgen Anthonis, momber: Aelbert Anthonissen van Glashoerst dat zij hun goederen hebben moeten verkopen om de bovenstaande vier lenen te kunnen kopen. Zij lijftochten elkaar met de gekochte goederen. Na hun dood krijgen de kinderen een gelijk erfdeel met dien verstande dat de oudste zoon f 200,= extra krijgt. Vier onpartijdige mannen zullen het goed taxeren en dan kan de oudste de anderen uitkopen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 192; 09-02-1633). Lidm. Scherpenzeel Kerst 1633: Arijs Janssen van Overeem en Gerritgen Thonissen. In 1636 doen Arijs Jansz van Overeem en Cornelis Cornelissen de Jonge, secretaris een eed (Recht. Arch. Scherpenzeel 2 fol. 48vo; 21-03-1636). In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis, en Gijsbertge Phaes (Laansma, blz. 57; 11-08- 1639). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,204; 13-03-1639). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 205; 13-03-1639). In 1639 wordt Arris Jansen van Overeem x Garritjen Thonnis beleend door opdracht van Evert Jansen x Jannitgen Garritsen met huis, hof, berg, schuur, brink en het nieuwe land van Roijwinckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 211vo; 05-08-1639). Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Gerritien Arris Jansen, op Roijwinckel. In 1668 leent Gerrijtgen Thoenijssen, wed. Arrijs Jansen van Oevereem, momber: Jan van Nijmwegen. In presentie van haar zonen Hendrijck Aerissen en Jan Aerssen, mombers van de onmondige Gijesbertgen Wijllems, de dochter van haar zuster Gijesbertgen, f 1300,= van Gerrit Thoenijssen, wonende aan de Groep onder Ommeringen (Amerongen). Onderpand: Roeijwijnckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 121 fol. 36; 25-02-1668).
1. Hendrick Arissen 2. Jan Arissen, volgt V 3. Gijsbertje Arrisdr Overeem, tr. Amerongen 26-10-1651 Willem Jacobs Snack, won. Amerongen 1. Gijsbertgen Willems Genoemd in 1668, onmondig (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 36; 25-02-1668). 4. Marritien Arrissen, tr. Scherpenzeel 09-11-1662 Aelbert Cornelissen, wed. Grietien Arrissen V Jan Arissen van Roijwinckel, ov. voor 1689, tr. (1) Scherpenzeel 27-11-1659 Henrickien Jansen Bosch/van Davelaer, dr. van Jan Gijsbertsen Bosch en Heijltgen Hendricks, tr. (2) Geertje Ernsten Jan Aerrisz van Roijwinckel is f 55-10 schuldig aan Meus Petersz wegens een gekocht paard (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 17-07-1665). In 1669 daagt de schout Hendrick Thonisz, op Heintgenscamp en Jan Arris Roijwinckel voor het gerecht (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 18-10-1669). In 1671 krijgt Jan Arrisz van Roijwinckel 5 gulden boete wegens vechten met Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 20-03-1671). In 1671 krijgt Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp 4 herenponden boete wegens vechten met Jan Arrisz van Roijwinckel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 16-10-1671). Nog te betalen belasting voor de uitzetting: Heijntjeskamp, daer nu Jan Aertsen wont, 5-0-0. (Westerholt 252-2a, nr. 16; 19-01-1683). In 1685 eist Geertjen Eernsten betaling van f 1-10 van Mosis, de Jood (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 30-11- 1685). Lidm. Scherpenzeel 31-03-1689: Geertje Ernsten, wed Jan Aertsen, won op Heijntjeskamp, met attestatie vertrokken naar Veenendaal. Uit het 1 e huw.: 1. Jantien Jans, ged. Scherpenzeel 14-10-1660, op Roijwinckel 2. Cunera Jans, ged. Scherpenzeel 21-09-1662, op Roijwinckel Uit het 2 e huw.: 3. Ernst Jansz, ged. Scherpenzeel 21-11-1669, op Roijwinckel 4. NN Jans, ged. Scherpenzeel 05-03-1671, op Roijwinckel 5. Reijertje Jans, ged. Scherpenzeel 24-08-1673, op Roowinckel 6. Aert Jansz, ged. Scherpenzeel 02-02-1679, op de Kleijn Hoeve Overeem (2) De eerste vier generaties van onderstaande genealogie zijn ontleend aan: W.H.M. Nieuwenhuis; Woudenbergse takken familie Van Overeem. In: Veluwse Geslachten, jg. 16, 1991, nr. 4, blz. 197-209 (let op: na blz. 201 komt 203 en daarna 202!), nr. 5, blz. 278, 279. En W. Spies, De voorvaders van Hendrick Gerritsz van Overeem. In: Gens Nostra, jg. 47, blz. 69. En W.H.M. Nieuwenhuis; Geschiedenis van Rumelaar onder Woudenberg en Maarn. In: Historische cahiers van de Gelderse Vallei, nr. 1, Woudenberg, 1996. Voorouder: zie Overeem (1)
I Frans Hendricksz, tr. Dirckje Willems In 1567 is Frans Hendricksz pachter van Rumelaar (RAG, Huis Middachten, charter 192). In 1599 is Dirkgen Frans Hendricksz weduwe bruiker van Klein Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg nr. 99). 1. Helmert Fransz, volgt IIa 2. Hendrick Fransz, volgt IIb 3.? Jacob Fransz, tr. NN 1. Frans Jacobszen, van Overeem, tr. Scherpenzeel 24-12-1619 Rijckgen Louwen, weduwe, in de Meint 2. Grietgen Jacobs, van Overeem, otr. Scherpenzeel (tr. Amerongen) Cornelis Jansen de Jonghste, weduwnaar, van Amerongen IIa Helmert Fransz van Overeem, landbouwer op Rumelaar, ov. Woudenberg 1641-1644, tr. Gijsbertje van Triest, dr. van Frans van Triest, schout van Woudenberg en Jannetje Frans Tussen 1599 en 1656 is de wed. van Helmert Fransen eigenaar en bruiker van de helft van Rumelaar. Later gebruikt Jan Helmerts hiervan de helft, Willem Egbertsen een kwart en Thonis Jansen ook een kwart. Op 17-12-1665 tekent de kerkenraad van Woudenberg op: Alsoo men hoorde mompelen dat Helmert Fransz ende Ghisbertghen Helmerts jn haer testament ijet wes voor den Armen gemaeckt hadden, zijn om sulcks te vernemen gecommitteert de predicant ende Gerrit Hendrick Fransz dewelcke daer van sullen Rapport doen Jnde naeste Vergaderinge. In de vergadering van 04-02-1666 lezen we: Nopende den ije Art: hebben de predicant ende den Ouderlingh Gerrit Hendricksz gerapporteert uijt den mont van Dirck Helmertsz van Gerrit Claesz ende Fransz ende Ghisbert Helmerts v[er]staen te hebben, dat sij der niet van en wisten noch oijt van gehoort en hadden dat het maer praetjes en waren. (Kerkenraadsnotulen Woudenberg). In 1614 wordt Helmert Fransen genoemd (Consumptiegeld Woudenberg nr. 41, 1614). Octrooi om te testeren 25-01-1641. In 1664 stelt Jan Helmertsz zich borg voor Gijsbertje wed Helmert Jansz tbv wed Willem van Cleeff om te restitueren 200 gl die Gijsbertje van van Cleeff heeft ontvangen. Met handtekening van Jan. (Dorpsgerecht Amerongen 126; 24-05-1664). 1. Dirk Helmertsz van Overeem, volgt IIIa 2. Ariaantje Helmerts van Overeem, tr. Gerrit Claasz Kieftveen 3. Frans Helmertsz van Overeem, van Woudenberg, otr. Stoutenburg (gerecht) 09-03-1627 Rijckje Wouters, van Stoutenburg Lidm. Scherpenzeel Pasen 1630: Frans Helmerssen, op Ruijmelaer. Lidm. Scherpenzeel Herfst 1635: Rijckien, hv Frans Helmersz 4. Gijsbert Helmertsz van Overeem 5. Jan Helmertsz van Overeem, volgt IIIb IIIa Dirk Helmertsz van Overeem, ov. voor 1674, tr. Evertje Huijberts, ov. voor 1690, dr. van Huijbert Evertsz In 1670 wordt Dirk Helmertsz Overeem beleend met het erf t Voort na dode van zijn schoonvader Huijbert Evertsz (Leenhof 109, f. 7; 1670. Bel. Holevoet nr. 13c). Dirck Helmertsz transporteert aan Willem Lubbertsz van de Vliert een stuk bosland ongeveer ¾ morgen (Dorpsgerecht Renswoude 1800; 31-05-1671). In 1674 wordt Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem beleend met het erf t Voort. Hulder: neef Sander Arissen (Leenhof 109, f. 142; 1674. Bel. Holevoet nr. 13c).
In 1670 wordt Dirk Helmertsz Overeem beleend met de helft van De Wetering na dode van zijn schoonvader Huijbert Evertsz (Leenhof 109, f. 6; 1670. Bel. Holevoet nr. 50a). In 1674 wordt Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem beleend met de helft van De Wetering. Hulder: neef Sander Arissen (Leenhof 109, f. 141; 1674. Bel. Holevoet nr. 50a). In 1686 is de weduwe van Dirk Helmertsz eigenaar en de weduwe van Anthoni Dirksz bruiker van Cleijn Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg 23). 1. Cornelia Dirks van Overeem, tr. Doorn 23-04-1676 Jan Gerritsz van Langelaer, won. Woudenberg In 1690 wordt Kornelia Dirks van Overeem beleend na dode van haar moeder Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem met het erf t Voort (Leenhof 111, f. 14vo; 1690. Bel. Holevoet nr. 13c). 2. Helmert Dircksz van Overeem, volgt IVa 3. Anthony Dircks van Overeem, ov. voor 1686, tr. Maijtje Jans Gijsbertsen, ov. Woudenberg 1726 In 1686 is de weduwe van Dirk Helmertsz eigenaar en de weduwe van Anthoni Dirksz bruiker van Cleijn Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg 23). In 1696 zijn de kinderen van Anthoni Dirksz zaliger eigenaar en de weduwe bruiker van Cleijn Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg 23). In 1706, 1716, 1719, en 1725 zijn de kinderen en de weduwe van Anthoni Dirksz eigenaar en bruiker van ¾ deel van Cleijn Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg 23a). Derk Anthonisz Overeem, voor een derde deel; Gijsbert, Thijs en Jan Barten van de Lagemaat (tekenen met Van de Maat), mede namens Geertje, Wouter en Derk Barten van de Lagemaat, voor een derde deel; Anthonij en Errisje Errisen, Cornelis Derksz, getrouwd met Merritje Errisen, voor een derde deel. Erfgenamen van Maijtje Jans, wed. Anthonij Derksen van Overeem, ov. 1726 in Woudenberg. Derk Anthonisz Overeem krijgt toegescheiden: 1. Een huis, twee bergen, schuur schaaphok, bakhuis, hof, hofstede, boomgaard en 3/4 morgen land, tot aan het hek op de weg naar Scherpenzeel, genaamd Rumelaer, onder Woudenberg. Oost en zuid: Derk Anthonisz Overeem, west: Cornelis Roelen, noord: de familie Van de Lagemaat. Belast met een erfpacht aan de decanen van het kapittel van St. Joriskerk te Amersfoort. 2. Een hoek land van ca. twee morgen land, genaamd het Campje, op Rumelaer, onder Woudenberg. 3. Een morgen land, genaamd de Bickelenbergh, aan het Hoijmaetje, op Rumelaer, onder Woudenberg. Gehuurd door Wouter Helmertsz. 4. Ca. een morgen land, genaamd de Dolmolen, op Rumelaer, onder Woudenberg. 5. Ca. twee morgen land met het maatje daarnaast, genaamd het Hoekje bij de Dojestok, op Rumelaer, onder Woudenberg. De familie Van de Lagemaat krijgt: ca. 4 1/2 morgen land, genaamd de Dessert en 't Driestje, behoord hebbende aan de Dojestok, onder Woudenberg. Anthonij en Errisje Errisen, Cornelis Derksz, getrouwd met Merritje Errisen krijgen: 1. Drie morgen land, genaamd de Sandcamp, op Rumelaer, onder Woudenberg. 2. Ca. een morgen land, genaamd t Dijstelcampje, naast de Sandcamp, op Rumelaer, onder Woudenberg. Jacobus Jansz, van de Stulp en Hannis Jansz Overeem, onpartijdige mensen, hebben d.d. 2/3-07-1726 verkocht aan Derk Anthonisz Overeem de inboedel, have en vee, voor 1291-6-0 gulden. Taxateurs van Rumelaer: Cornelis Willemsen van Coudijs en Theunis Voscuijll de jonge. Geschat op 485 gulden. Derk Anthonisz Overeem neemt een lening over van d.d. 11-10-1718 van 1140 gulden met acht jaar renten van 364-16-0. Ook acht jaar achterstallige huur van ca. 11 morgen land, totaal 480 gulden. Als de schulden er afgetrokken zijn moet Derk Anthonisz Overeem nog 71-10-0 gulden aan de andere betalen. Getuigen: Jan Willemsen Coudijs en Hendrik Derksen Vermeulen. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 163-167; 27-03-1729). 1. Hanna Anthonissen van Overeem, otr. Woudenberg 24-11-1694 Bart Thijsz van de Lagemaat, op Groot Landaes, zn. van Thijs Gijsbertsz, op Landaas en Maria Willems 2. Gijsbertje Anthonissen van Overeem, tr. (1) Woudenberg 02-12-1696 Erris Evertsz van t Voort, ged. Scherpenzeel 26-12-1669, op Ouwenhorst, zn. van Evert Teunisz van Donckelaer en Merrigje Cornelissen, tr. (2) Woudenberg 04-12-1707 Dirk Gerritsz van Barneveld, won. Woudenberg
3. Dirck Anthonissen van Overeem, landbouwer op Rumelaar, ov. 05-10-1745, ongehuwd Testament van Derk Anthonisz Overeem, bejaard, ongehuwd, won. op Rumelaer onder Woudenberg. Anthonij Errissen wordt geprelegateerd met de huis, hof, hofstede, boomgaard, twee bergen, schuur, schaaphok, bossages met 3/4 morgen land, genaamd Rumelaer, tot aan het hek aan de weg naar Scherpenzeel, met inboedel, have en vee. Hij moet daarvoor zijn zuster Errisje Errissen 300 gulden vooruit geven en ook de schulden en lasten op zich nemen. Merritje Errissen, getrouwd met Cornelis Derksen wordt geprelegateerd met 150 gulden die ten lasten staan van Reijer Janssen en zijn vrouw Aartje Helmerts van Overeem. Erfgenamen: Gijsbert, Thijs, Jan, Geertje, Wouter en Derk Barten van de Lagemaat; Anthonij, Merritje, Errisje Errisen. Octrooi Utrecht d.d. 31-07-1728. Gedaan op Rumelaer. Getuigen: Willem van Geijtenbeek, mr. chirurgijn te Woudenberg en Peter Jansz Steenhoff, schoenmaker te Woudenberg. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 137-139vo; 31-07-1728). In 1735 en 1745 is Dirk Thonen eigenaar en Anthonij Errissen bruiker van ¾ deel van Cleijn Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg 23a). Testament van Derk Anthonisz Overeem, bejaard, ongehuwd, won. op Rumelaer onder Woudenberg. Het testament voor not. A. van Geijtenbeek van d.d. 31-07-1728 wordt teniet gedaan. Octrooi Utrecht d.d. 31-07-1728. Getuigen: Jacob Blotenburgh en Willem van Geijtenbeek, mr. chirurgijn. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 227, 227vo; 14-10-1742). De erfgenamen van Dirk Anthonisse Overeem vragen taxatie van huis, bergen, schuren, hof en hofstede met ca. 16 morgen land, genaamd Rumelaar met ca. 16 morgen land, gebruikt door Antonij Errissen. Belast met een tijns van 19 gulden aan de St. Joriskerk te Amersfoort. Geschat op 2000 gulden. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 217, 217vo; 02-12-1745). Gijsbert en Derk Barten van de Lagemaat, aan de ene kant; Wouter Barten van de Lagemaat, aan de andere kant. Deze broers erven ieder voor een zesde deel van hun overleden oom Derk Anthonisen Overeem. Omdat Gijsbert en Derk een grote borgtocht hadden betaald voor hun broer Wouter geeft Wouter hen zijn zesde deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 18 morgen land, genaamd Rumelaer, onder Woudenberg. Gebruikt door Anthonij Errisen. Er is blijkbaar een rechtzaak geweest want er moeten een advocaat en een procureur betaald worden. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Geurt Smees, smid. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 233-234vo; 22-10-1745). Gijsbert en Derk Barten van de Maat, voor zichzelf en als eigenaar van het zesde deel van hun broer Wouter Barten van de Maat, volgens akte van d.d. 22-10-1745; Jan Barten van de Maet; Anthonij Errisen van 't Foort; Wulfert Evertsen, getrouwd met Errisje Errisen. Ieder voor een zesde deel erfgenamen van hun oom Derk Anthonisz Overeem, ov. 05-10-1745. De anderen verkopen aan Anthonij Errisen van 't Foort een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 18 morgen land, genaamd Rumelaer, onder Woudenberg voor ieder 366-13-5 gulden. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 237, 237vo, 238; 21-04-1746). 4. Aertje Dircks van Overeem, won. Ruijmelaar, otr. Amerongen (att. geg. 23-04-1664 naar Woudenberg) Teunis Rutgersz van Ginkel, van de Leege Weij, zn. van Rutger Harmensz van de Haar en Hendrickje Jans, tr. (2) Adriaan Jansz op Groot Davelaar. In 1680 machtigen Jan Rutgers van Ginckel, oom van vaderszijde, wonend Colverschooten en Helmert Dircks van Overeen, oom van moederszijde, won. Rumelaer als bloedmombers over de kinderen van wijlen Anthoni Rutgers van Ginckel en wijlen Aertje Dircks van Overeem (in haar leven laatst weduwe van Adriaen Jans), Herman van Ghinckel, bakker te Utrecht, mede-oom en momber, om van Schout en Gerecht van Woudenberg te eisen verzekering van der kinderen vadersgoet (Not. A. v. Brinckesteyn, Amersfoort AT 015a003 fol. 9; 05-11-1680) 5. Francien Dircksz van Overeem, won. Rumelaer, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel 16-04- 1671) Gijsbert Melchiors van Wolfswinckel, schout van Woudenberg, zn. van Melcior Jansz van Wolfswinckel en Jannigje van Estveld IVa Helmert Dircksz van Overeem, van Woudenberg, ov. voor 1724, tr. Renswoude 17-03-1678 Adriaantje Jans van Huijstede In 1690 wordt Helmert Dirksz van Overeem beleend na dode van zijn moeder Evertje Huijberts met de helft van De Wetering (Leenhof 111, f. 13; 1690. Bel. Holevoet nr. 50a).
In 1692 is Jannetje Helmerts met Helmert Dirxssen geaccordeert te dragen inde reëele x st per morgen van t geheele erff Rumelaar. Jannetje Helmerts wed voor 4,5 morgen, Lauw Willemsen voor 4,25 morgen en Helmert Dirxssen voor 8,25 morgen. (Oudschildgeld Maarsbergen; 22-04-1692). In 1696 is Helmert Dirksen eigenaar van een kwart van Rumelaar. (Oudschildgeld Maarsbergen). Op 14-12-1693 verkoren tot diaken van Woudenberg. (kerkenraadsnotulen). Willem Gijsbertsen van Geijtenbeek, getrouwd met Gerritje Helmerts Overeem; Reijer Jansz, getrouwd met Aartje Helmerts; Cornelis Roelen, getrouwd met Evertje Helmerts; Jacobus Petersen Backer, getrouwd met Francina Helmerts Overeem; Jan Helmerden Overeem; Willem Gijsbertsen Pater en Theunis Corsz als ooms en voogden van moederskant van Cors, Derk, Cornelis en Derkje Derks van Overeem, onmondige kinderen van Derk Helmertsz Overeem en Evertje Corsz; allen erfgenamen van Helmert Derksz Overeem en Adriaentje Jans. De inboedel, have en vee zijn overgenomen door Jan Helmertden Overeem. Willem Gijsbertsen van Geijtenbeek heeft zijn erfdeel al gehad. Na loting is de verdeling: Reijer Jansz krijgt een huis, hof en hofstede, bergen, schuur en ca. 15 morgen land waarvan er 13 onder Woudenberg en 2 onder Maarsbergen liggen, door hem al bewoond. Oost: Ebbert Willemsz c.s., west: de heer van TerMeer, zuid: de Ridderschap van Utrecht, noord: 't gemene heijvelt. Cornelis Roelen krijgt een huis, hof en hofstede, berg, schuur, duifhuis en land, genaamd Ruijmelaer onder Woudenberg. Oost: de weduwe van Anthonij Derksen, west: de Ridderschap van Utrecht, zuid: de heer van TerMeer, Maerssen etc., noord: de erfgenamen van Bart Thijsz. En ca. 4 morgen land op Ruijmelaer onder Maarsbergen. Oost: Wulfert Jansz c.s., west: het volgende perceel van Jacobus Backer, zuid: Jacobus Backer, noord: Willem Pater c.s. Beiden gebruikt door Zaar Aelten. Jacobus Backer krijgt twee kampen land met schaaphok, groot ca. 5 morgen, op Ruijmelaer onder Maarsbergen. Oost: de kinderen van Derk Helmertsz Overeem met het volgende perceel, zuid, west en noord: de heer Smissaert. Gebruikt door Cornelis Roelen. En twee hoekjes of kampjes, ca. een morgen groot, onder Maarsbergen. Oost: Cornelis Roelen, west: de heer van TerMeer. Gebruikt door Wulfert Jansz Overeem. Jan Helmerden Overeem krijgt ca. 6 morgen land op Huijstede, onder Woudenberg. Oost: de gemene wetering, west: Erris Jansz, zuid: de erfgenamen van Bart Thijsz, noord: leengoed, behorende bij de boedel. Gebruikt door Cornelis Roelen. De kinderen van Helmert Derksen Overeem krijgen twee kampen land, ca. 5 1/2 morgen groot, op Ruijmelaer onder Maarsbergen. Oost: Wulfert Jansz, west en zuid: Jacobus Backer, noord: de Stulp. Gebruikt door Cornelis Evertsen, op de Dojestok. Onverdeeld blijven ca. 3 1/2 morgen land, van de Zeedijk tot aan het land van de erfgenamen van Bart Thijsz, onder Woudenberg. Oost: de erfgenamen van Bart Thijsz, zuid: de Dojestok. Dit is d.d. 08-03- 1723 voor 350 gulden geschonken als huwelijksgift aan Francina Helmerts Overeem. D.d. 26-02-1728 krijgt Jacobus Petersen Backer 350 gulden van de andere erfgenamen. Getuigen: Wouter Jansz van de Haer, gerechtsbode van Maarsbergen en Jan Morren van Dompselaer. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 215-219; 02-04-1725). 1. Dirck Helmertsz van Overeem, op Rumelaar, tr. Woudenberg 11-03-1703 Evertje Corssen, van de Meent In 1714 wordt Dirk Helmertsz van Overeem beleend na dode van zijn vader Helmert Dirksz van Overeem met de helft van De Wetering (Leenhof 113, f. 262; 1714. Bel. Holevoet nr. 50a). 1. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 04-11-1703, jong ov. 2. Jan Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 01-03-1705, ov. voor 1725 3. Marritje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 26-09-1706, get. Ariaantje, ov. voor 1725 4. Cors Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 06-05-1708, get. Jantje Korssen 5. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 06-09-1711, get. Ariaantje, tr. (1) Woudenberg 29-11-1733 Willemijntje Gerrits van de Wetering, wed. Wouter Meessen, ged. Woudenberg 25-08-1700, dr. van Gerrit Aalten en Willempje Corssen, tr. (2) Woudenberg 01-11-1739 Gijsbertje Everts, wed. Cornelis Jacobsz 1. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 07-04-1737, get. Gerrigje Knopper 6. Cornelis Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 30-07-1713, Hanna Anthonissen
Claes Lambertsz Lagerweij en Cornelis Derksen Overeem verhuren opnieuw aan Evertje Roelen, wed. Cornelis Evertsen ca. 5 morgen land op Rumelaer onder Maarsbergen. Voor vijf jaar, van 1737-1742. Voor 50 gulden per jaar. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jan Maessen. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 321, 321vo, 322; 11-05-1738). 7. Helmert Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 30-06-1715, Maagje Jochems, ov. voor 1725 8. Evertje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 22-08-1717, Maatje Jochems, ov. voor 1725 9. Dirkje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 10-12-1719, Aartje Helmerts 2. Aartje Helmerts van Overeem, tr. Woudenberg 08-11-1711 Reijer Jansz van Hoevelaken Testament van Derk Anthonisz Overeem, bejaard, ongehuwd, won. op Rumelaer onder Woudenberg. Anthonij Errissen wordt geprelegateerd met de huis, hof, hofstede, boomgaard, twee bergen, schuur, schaaphok, bossages met 3/4 morgen land, genaamd Rumelaer, tot aan het hek aan de weg naar Scherpenzeel, met inboedel, have en vee. Hij moet daarvoor zijn zuster Errisje Errissen 300 gulden vooruit geven en ook de schulden en lasten op zich nemen. Merritje Errissen, getrouwd met Cornelis Derksen wordt geprelegateerd met 150 gulden die ten lasten staan van Reijer Janssen en zijn vrouw Aartje Helmerts van Overeem. Erfgenamen: Gijsbert, Thijs, Jan, Geertje, Wouter en Derk Barten van de Lagemaat; Anthonij, Merritje, Errisje Errisen. Octrooi Utrecht d.d. 31-07-1728. Gedaan op Rumelaer. Getuigen: Willem van Geijtenbeek, mr. chirurgijn te Woudenberg en Peter Jansz Steenhoff, schoenmaker te Woudenberg. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 137-139vo; 31-07-1728). 3. Gerritje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 28-08-1687, get. Geertje Teunissen, tr. Woudenberg 28-03-1706 Willem Gijsbertsz van Geijtenbeek, ged. Scherpenzeel 22-03-1676, zn. van Gijsbert Hendricksen van Geijtenbeek en Grietje Willemsen van Romseler 4. Evertje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 05-10-1690, get. Cornelisje Jans, tr. Woudenberg 01-03-1716 Cornelis Roelen van Egdom 5. Fransje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 24-01-1697, get. Jantje Jans, tr. Woudenberg 04-08-1720 Jacob Petersz Bakker, wed. Gerrigje Hendriks 6. Jan Helmertsz van Overeem, ged. Woudenberg 21-01-1703, get. Marij Hendriks de Cruijf, volgt Va Va Jan Helmertsz van Overeem, ged. Woudenberg 21-01-1703, tr. Scherpenzeel 16-11-1727 Teuntje Cornelissen van t Selder, ged. Scherpenzeel 03-04-1698, aen de Groep, dr. van Cornelis Arissen en Jantje Tijssen In 1735 en 1745 huurt Jan Helmerden op t Broek het Eerste Broek met 11 morgen land (Oudschildgeld Woudenberg 97a). 1. Ariaantje Jans Overeem, ged. Scherpenzeel 11-12-1729, op de Vliert, tr. Woudenberg 18-10-1761 Gerrit Cornelisz van de Bruijnhorst/van Egdom, ged. Woudenberg 08-05-1729, zn. van Cornelis Roelofsen van Egdom en Evertje Helmerts van Overeem Gerrit Cornelissen en zijn vrouw Ariaantje Jans van Overeem, won. op Bruinehorst laten hun testament maken. Bij mondigheid of bij hun huwelijk krijgt elk kind 400 gulden. Erfgenamen in gelijke delen: hun kinderen. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 118, 119; 23-03-1775). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2357, blz. 16, 17, 18, 19; 23-03-1775). Jantje Brandze van Zelder, wed. Helmert Janse van Overeem, won. op het Broek stelt haar zwagers Gerrit Cornelisse, won. op de Bruinhorst en Erris van Ginkel, won. in de Groep onder Amerongen aan als voogden. (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2361, blz. 48, 49, 50; 12-12-1781). (Geprotocolleerd in: Dorpsgerecht Woudenberg 2347, blz. 194, 195; 12-12-1781). 2. Helmert Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-08-1731, op de Kleine Vliert, volgt VIa 3. Cornelis Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-04-1733, op het Broek VIa Helmert Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-08-1731, op de Kleine Vliert, tr. Woudenberg 13-11-1768 Jannigje Brands van Zelder, ged. Scherpenzeel 13-05-1742, op Taienhorst onder
Amerongen, dr. van Brand Cornelissen van Selder en Gerritje Gerrits. Jannigje Brands van Zelder, tr. (2) Scherpenzeel 14-04-1782 Peter Cornelissen Verschuur, ged. Renswoude 04-04- 1751, zn. van Cornelis Jansz Verschuur en Lijsbeth Peters van Kampen, tr. (3) Woudenberg 12-07-1789 Cornelis Willemsz van Winterswijk/Harskamp, ged. Scherpenzeel febr. 1759, zn. van Willem Jansen van Winterswijk en Anna/Annigje Cornelissen In 1775 huurt Helmerd Janze Overeem op t Broek het Eerste Broek met 11 morgen land (Oudschildgeld Woudenberg 97a). In 1775 verkopen de erfgenamen van Hendrik de Sandra, in leven eerder wedr. Catharina van Rietvelt aan Helmert Jansz van Overeem een hofstede, bestaande in huijs c.a. met 8 mergen bouw-, weij- en slagland op Huijstede. Tinsplichtig aan de heer van Renswoude en voor de helft leenroerig aan de Staten van Utrecht (HUA, UT227a009, nr. 84-4; 02-09-1775). In 1775 is Helmert janse van Overeem eigenaar van 8 morgen op Huijstede (Oudschildgeld Woudenberg 64a). In 1777 wordt Helmert Jansz van Overeem beleend na aankoop van de weduwe van Hendrik de Sandra en de kinderen met de helft van De Wetering (Leenhof 143, f. 59; 1777. Bel. Holevoet nr. 50a). Dirk Teunissen van de Haar en zijn vrouw verkopen aan Helmert Jansen Overeem vier morgen bouwen weiland op de Wetering. Oost: de Zeesloot, west: Peter Lagerweij, zuid: Helmert Teunissen, noord: de twee morgen die tegelijk met deze vier morgen zijn verkocht. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De 40e penning is betaald op 30-11-1775. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 152; Zonder datum, 1778). Jantje Brandze van Zelder, wed. Helmert Janse van Overeem, won. op het Broek stelt haar zwagers Gerrit Cornelisse, won. op de Bruinhorst en Erris van Ginkel, won. in de Groep onder Amerongen aan als voogden. (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2361, blz. 48, 49, 50; 12-12-1781). (Geprotocolleerd in: Dorpsgerecht Woudenberg 2347, blz. 194, 195; 12-12-1781). 1. Teuntje van Overeem, ged. Woudenberg 20-05-1770, get. Dirkje Dirks 2. Jan Helmerden van Overeem, ged. Woudenberg 28-07-1771, get. Dirkje van Twillaar, volgt VIIa 3. Gerrigje van Overeem, ged. Woudenberg 21-03-1773, get. Cornelia Brands van Zelder 4. Cornelis van Overeem, geb. Woudenberg 05-02-1775, ov. Leusden 10-04-1830, tr. Woudenberg 18-04-1812 Aaltje de Kruif, geb. Amersfoort 06-09-1789, dr. van Hendrik Teunissen de Kruif en Marritje Jansen van Donkelaar 1. Gijsje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-10/12-11-1815, in de Doorneheg 5. Brand van Overeem, ged. Woudenberg 15-06-1777, get. Ariaantje Jans van Zelder 6. Teuntje van Overeem, ged. Woudenberg 28-03-1779, get. Ariaantje Jans Overeem, ov. Woudenberg 20-09-1817, tr. Scherpenzeel 03-06-1804 Hendrik Vermeulen, wed. Antonia Verhoef, ged. Woudenberg 05-06-1774, zn. van Evert Hendriksz Vermeulen en Geertje Teunissen Lagerweij 7. Helmertje van Overeem, geb./ged. Woudenberg 26-06/15-07-1781, tr. Scherpenzeel 21-02- 1808 Wulfert Hendriksen van Essen, geb. Barneveld 1773, ov. Amersfoort 26-08-1835 VIIa Jan Helmerden van Overeem, ged. Woudenberg 28-07-1771, get. Dirkje van Twillaar, ov. Woudenberg 22-05-1821, tr. Woudenberg 25-11-1804 Teuntje Lagerweij, geb. Leersum 09-04-1781, ov. Scherpenzeel 09-12-1809, dr. van Dirk Lagerweij en Geertje Dashorst In 1782 wordt Jan Helmertsz van Overeem, nog onmondig, beleend na dode van zijn vader Helmert Jansz van Overeem met de helft van De Wetering (Leenhof 143, f. 59; 1777. Bel. Holevoet nr. 50a). Matthijs Lagerweij verkoopt namens Cornelis Harskamp aan Jan Helmerden Overeem, me.j. jm. ca. vier morgen bouwland, genaamd de Schraaijekamp, op het oosteinde van het dorp aan de noordzijde van de Huijstederdijk. Oost: de Zeesloot, west: Hendrik Vermeulen, zuid: de Huijstederdijk, noord: Aart van Essen. Gebruikt tot 1799 voor 35 gulden door Rijk van Egdom. Titel van aankomst: op 16-02-1791 gekocht van Jacobus van Olst en zijn vrouw Maria van de Haar, die het weer gekocht hadden van overige erfgenamen van Anthonij Voskuijl en Maria Ravelsoot. Onderhandse koopakte en procuratie d.d. 12-03-1798. (Dorpsgerecht Woudenberg 2349, blz. 98, 99, 100; 02-05-1804).
Jan Helmerde van Overeem verkoopt aan Matthijs Lagerweij, gerechtsbode, als voogd van Klaas en Gerrit van Essen, onmondige kinderen van Aard van Essen en Maria van Ginkel, beiden overleden, ca. vier morgen bouwland, genaamd de Schraale Kamp op het oosteinde, aan de noordzijde van de Huisterderdijk. Oost: de Zeesloot, west: Hendrik Vermeulen, zuid: de Huijstederdijk, noord: de kopers. Onderhandse koopakte d.d. 10-07-1804. Voogdbenoeming d.d. 23-04-1798 voor het gerecht. (Dorpsgerecht Woudenberg 2349, blz. 174, 175; 02-04-1805). 1. Dirk Overeem, geb./ged. Woudenberg 29-04/19-05-1805, get. Teuntje Overeem, metselaar, ov. Renswoude 05-12-1858, tr. (1) Scherpenzeel 08-05-1835 en in Grote Kerk op 10-05-1835 Hendrika van Bruggen, geb. Barneveld 26-12-1804, ov. Scherpenzeel 30-04-1840, dr. van Hendrik van Bruggen en Emmetje van Roselaar, tr. (2) Renswoude 31-10-1840 Elisabeth van Dijk, geb. Renswoude 07-11-1817, ov. Renswoude 18-03-1893, dr. van Hannes van Dijk en Jannetje van Rijn Uit het 1 e huw.: 1. Teuntje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-10/29-11-1835, ov. Scherpenzeel 29-12-1888 op Ebbenhorst, begr. Glashorst, graf nr. 190, ongehuwd Kind: 1. Maria Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-03/06-05-1860, ov. Scherpenzeel 15-06-1865 2. Hendrikus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 25-10/26-11-1837, ov. Renswoude 19-12-1840 Uit het 2 e huw.: 3. Jan Dirk Overeem, geb. Renswoude 18-09-1841 4. Jannetje Overeem, geb. Renswoude 07-01-1845 5. Johannis Overeem, geb. Renswoude10-02-1848 6. Hendrika Overeem, geb. Renswoude 01-01-1851 7. Hendrik Overeem, geb. Renswoude 31-12-1853, ov. Renswoude 15-11-1860 8. Dirk Overeem, geb. Renswoude 08-03-1858, ov. Renswoude 26-03-1858 2. Helmert Overeem, geb./ged. Woudenberg 11/24-01-1808, oppasser van de jacht, ov. Scherpenzeel 12-12-1879, tr. Woudenberg 10-11-1832, in de Grote Kerk van Scherpenzeel op 11-11-1832 Arisje van Voorthuizen, geb./ged. Scherpenzeel 08/21-06-1803, op Groot Wolfswinkel, ov. Scherpenzeel 14-03-1861, dr. van Hendrik van Voorthuizen en Maria van Maarn 1. Teuntje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 16-02/02-03-1834, ov. Scherpenzeel 29-12-1888, ongehuwd 2. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 07/27-09-1836, ov. Scherpenzeel 27-09- 1836 3. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 21-03-1844, ov. Scherpenzeel 07-04- 1844 IIIb Jan Helmertsz van Overeem, tr. Jantje Wulferts, dr. van Wulfert Aartsz de Bruijn en Willempje Gerrits de Cruijf In 1664 stelt Jan Helmertsz zich borg voor Gijsbertje wed Helmert Jansz tbv wed Willem van Cleeff om te restitueren 200 gl die Gijsbertje van van Cleeff heeft ontvangen. Met handtekening van Jan. (Dorpsgerecht Amerongen 126; 24-05-1664). Reijertje Roelofs, wed. Wulfert Jansz Overeem, aan de ene kant. Jan Ariensz Ravesloot en zijn vrouw Jantje Frans Overeem, aan de andere kant. Zij hebben geërfd van hun ouders/grootouders: 1/3 deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn; 1/3 deel van ca. 8 dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde de erfgenamen van Hendrik Janssen Smit. Allodiaal goed. Reijertje Roelofs krijgt alles toebedeeld tegen betaling 1190
gulden. Getuigen: Thijs Ariensz van Wittenbergh en Evert Theunisz Bosch. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 367-369; 21-03-1744). 1. Jannetje Jans van Overeem, tr. Amerongen 05-12-1686 Willem Rutten Lokhorst, zn. van Rutger Jansz van Lockhorst en Lijsbeth Peters van Ommeren 2. Wulphert Jansz van Overeem, ov. voor 1744, tr. Renswoude 01-04-1700 Reijertje Roelofs van Methorst, ged. Renswoude 22-11-1676, dr. van Roelof Roelofsz van Methorst en Hendrikje Everts van Achterveld Reijertje Roelofs, wed. Wulfert Jansz Overeem, aan de ene kant. Jan Ariensz Ravesloot en zijn vrouw Jantje Frans Overeem, aan de andere kant. Zij hebben geërfd van hun ouders/grootouders: 1/3 deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn; 1/3 deel van ca. 8 dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde de erfgenamen van Hendrik Janssen Smit. Allodiaal goed. Reijertje Roelofs krijgt alles toebedeeld tegen betaling 1190 gulden. Getuigen: Thijs Ariensz van Wittenbergh en Evert Theunisz Bosch. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 367-369; 21-03-1744). Jan Ariensz Ravesloot en zijn vrouw verkopen aan Reijertje Roelofs Methorst, wed. Wulfert Jansz Overeem 1/3 deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn; 1/3 deel van ca. 8 dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde de erfgenamen van Hendrik Janssen Smit. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 370, 370vo; z.j. (akte doorgehaald). 1. Jantje Wulferts van Overeem, ged. Woudenberg 02-07-1701, get. Jantje Wulpherts, tr. Woudenberg 01-04-1725 Teunis Dirksz van de Wetering, zn. van Dirk Aalten en Maritje Saren Theunis Derksen van de Weteringh, getrouwd met Jantje Wulferts Overeem, aan de ene kant; Gijsbert Jansz Apeldoorn, getrouwd met Hendrikje Overeem, aan de andere kant. Zij zijn ieder voor 1/4 deel erfgenaam van Wulfert Jansz Overeem en Reijertje Roelofs Methorst. Theunis Derksen van de Weteringh krijgt toegescheiden: 1/3 deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn; 1/3 deel van ca. 8 dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde de erfgenamen van Hendrik Janssen Smit. Tegen betaling van 300 gulden. Getuigen: Jacob Blotenburgh en Hendrik van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 371-373; 28-02- 1746). 2. Jan Wulfertsz van Overeem, ged. Woudenberg 17-02-1704, get. Jantje Jans 3. Roelof Wulfertsz van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-02-1707, op Rumelaar 4. Hendrikje Wulferts van Overeem, tr. Woudenberg 29-11-1733 Gijsbert Jansz van Apeldoorn, ged. Woudenberg 19-08-1707, zn. van Jan Willemsz van Apeldoorn en Hendrikje Hendriks van Nieuwenhuizen Theunis Derksen van de Weteringh, getrouwd met Jantje Wulferts Overeem, aan de ene kant; Gijsbert Jansz Apeldoorn, getrouwd met Hendrikje Overeem, aan de andere kant. Zij zijn ieder voor 1/4 deel erfgenaam van Wulfert Jansz Overeem en Reijertje Roelofs Methorst. Theunis Derksen van de Weteringh krijgt toegescheiden: 1/3 deel van een huis, hof, hofstede, bergen, schuur, schaaphok en ca. 20 morgen bouw- en weiland, genaamd Rumelaer, onder Maarsbergen. Allodiaal goed. Gebruikt door Gerrit Jansz Apeldoorn; 1/3 deel van ca. 8 dammaten land onder Bunschoten. Aan de ene zijde Cornelis Cluver, aan de andere zijde de erfgenamen van Hendrik Janssen Smit. Tegen betaling van 300 gulden. Getuigen: Jacob Blotenburgh en Hendrik van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 371-373; 28-02- 1746). 5. Willempje Wulferts van Overeem, tr. Willem Lubbertsz 6. Gijsbertje Wulferts van Overeem, ged. Woudenberg 17-09-1713, get. Hendrikje Dirks, tr. Woudenberg 23-10-1735 Gerrit Jansz van Apeldoorn, ged. Woudenberg 23-08-1711, zn. van Jan Willemsz van Apeldoorn en Hendrikje Hendriks van Nieuwenhuizen