Overeem (1) I Andries NN, geb. ca. 1395, tr. NN Uit dit huw.: 1. Hein/Henrick Andriesz, volgt II

Transcriptie

1 Overeem (1) De eerste drie generaties komen uit: Dirk van Wageningen; Zes eeuwen familiegeschiedenis van Overeem; Renswoude Zie ook: Laansma, Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude, blz. 114 ev.; Renswoude Met aanvullingen van Martje Buddingh-Tjin I Andries NN, geb. ca. 1395, tr. NN 1. Hein/Henrick Andriesz, volgt II II Hein/Henrick Andriesz, 1420, landbouwer op Klein Overeem, tr. NN Ghisebert van Glashorst, schout van Renswoude, Goethen Berts, Hein Scerp, Geriit Scerp en Aert Ghodens, landgenoten en buren, oorkonden dat Deriick van Dolre heeft overgedragen aan de schout het erve Groot Overeem waar Gheriit de Ru nu woont, aan de noordzijde begrensd door de Beek, aan de oostzijde Wolter Verbeken goed geheten Appelre laer, aan de zuidzijde Gheriits goed van Culenborch, aan de westzijde Hein Andriess met Klein Overeem, conform het vonnis van het gerecht; waarop Ghisebert het erve weer overgedragen heeft aan Hughe Bulle, gasthuismeester, ten behoeve van het suncter Claes [!] gasthuis bij het Spui te Amersfoort. Met fragment van het zegel van de schout. (AE; St. Pieters en Bloklandgasthuis te Amersfoort nr. 185; ). 1. Andries/Arris Henricksz, volgt III III Andries/Arris Hendricksz, 1450, tr. NN 1. Henrick Arrisz van Overeem, volgt IV IV Hendrick Arrisz van Overeem, geb. ca. 1480, tr. NN In 1536 bezat Heijnrick van Overeemdt acht morgen land (Oudschildgeld Renswoude, genoemd in Laansma, Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude). 1. Arris/Andries Hendricksz, volgt V Brandt Broeniss en zijn vrouw Geertruydt bekomen transport na opdracht door Andries Henricksz en zijn vrouw Elizabeth, Frans en Cornelis, broers van Andries, met hun echtgenoten, Jan Henricsz en zijn vrouw Anna, Ghisbert Arijsz en zijn vrouw Griet, Elizabeth weduwe van Overeem met Arijs haar zoon, Egbert Henricksz en zijn vrouw Lana, Willem Mom en zijn vrouw Arijsgen, Frans Janssen en zijn vrouw Goirtgen, Jan Jansz den Olden en zijn vrouw Henrickgen, Cornelis Janssen en zijn vrouw Marij, Jan Jansz den Jongen, Jan Willemsen en zijn vrouw Anna, Henrick Huygen en zijn vrouw Belitgen, Arys Janssz en zijn vrouw Mary, Thonis van Hardevelt en zijn vrouw Zophia, Garrit Ghijsbertz en zijn vrouw Marij, Jan Ghijsbertz den Olden en zijn vrouw Bronis, Jan Ghisbersz den Jongen en zijn vrouw Mary, Goirt Ghijsbertsz en zijn vrouw Marij, Roloeff van Hardevelt en zijn vrouw Griet, Saer Rijcksz en zijn vrouw Aeltgen, Rijck Henricksz en zijn vrouw Anna, Garrit Adamsz en zijn vrouw Wilhem, Henrick Garritsz en zijn vrouw Thonisgen, Cornelis Garritsz en zijn vrouw Grietgen, van drie delen van Norschoten, onder Barneveld (Herengoederen Barneveld, blz. 72, nr. 53; Nosschoten; ) 2. Frans Hendricksz, volgt Overeem (3) 3. Cornelis Hendricksz

2 V Arris/Andries Hendricksz van Overeem, geb. ca. 1510, ov. ca. 1586, tr. (1) Elizabeth, tr. (2)? Hendrickje Peters In 1566 is Andries Henricksz van Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 82vo; ). Jan Albertsz, won. Stoutenburg onder Leusden, verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij enige jaren geleden als gerechtsman op het erfhuis van de vader en moeder van Petertgen geweest is. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricxsz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Met beweerde dat Petertgen op het erfhuis, toen nog onmondig, te kort zou zijn gedaan. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. Gerechtsmannen van Leusden: Goert Verhaer en Clemes van Vanevelt. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol vo; ). Evert Jansz, ca. 30 jaar oud, won. Leusbroek verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij ook op het boelhuis is geweest van Cornelis Arisz en en zijn vrouw Emitgen, de vader en moeder van Petertgen. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricksz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210vo-211; ). 1. Henrick Arrisz van Overeem, geb. ca. 1560, ov. ca In 1587 wordt Henrick Andriessen van Overeem beleend na dode van zijn vader Andries Henricksz met de helft van Nijborg onder Renswoude (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 71; ). In 1596, 1599, 1603 en 1611 is Henrick Arisz Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 59vo; , fol. 67; ; fol. 86vo; , fol. 111; ). In 1613 wordt Henrick Arrissen beleend met de helft van Nijborg onder Renswoude. Hij vraagt octrooi om alleen te testeren voor dit leengoed en beslist niet voor zijn Gelderse goederen. Hij heeft al toestemming van de Staten van Utrecht, gepasseerd op en zijn testament laten passeren voor het gerecht van Renswoude op (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 119; ). In 1620 wordt Toenis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; ). 2. Cornelis Arrisz van Overeem, volgt VIa 3. Jan Arrisz van Overeem, volgt VIb 4. Marie Arrisdr van Overeem, tr. Evert NN (Faassen?) In 1620 wordt Marie Arrisdr van Overeem, momber: Jan Arrisz beleend na dode van haar broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; ). 1. Jan Evertsz In 1621 wordt Jan Evertsz beleend na dode van zijn moeder Marie Arrisdr met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 140; ). In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van Jan Eversz met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; ). 5. Thonis Arrisz van Overeem Zie Overeem (2) hieronder. VIa Cornelis Arrisz van Overeem, ov. ca. 1624, tr. Reijertgen Helmertsdr, ov. ca. 1638, dr. van Helmert Jansz (Ringelpoel) Van 1582-ca.1624 is Cornelis Arrisz van Overeem landbouwer op Het Uilegat onder Maarsbergen. In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; ).

3 In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem, beleend met een vierde van de helft van Nijborg. Hij vraagt octrooi om te testeren. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 139vo; ). In 1625 wordt Reijertgen Helmertsdr, weduwe van Cornelis Arrisz, mombers: Marten Jansz Wolfswinckel en Cornelis Jan Toenisz, gelijftocht volgens octrooi van met het vierde deel van de helft van Nijborg, volgens testament van , notaris Rijck van Mulenborch te Amersfoort (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 150vo; ). 1. NN, innocent 2. Cornelis Cornelissen van Overeem, tr. NN In 1639 wordt Cornelis Cornelissen van Overeem, wegens "innocentie" van zijn oudste broer, beleend na dode van zijn vader Cornelis Arrissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 201vo; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op 't Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; ). 3. Teunis Cornelissen van Overeem, landbouwer op t Broek, ov. voor 1669, tr. Gijsbertje Faessen, dr. van Faes Evertsz en Grietgen, op Selder In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op 't Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Gerrit Thonissen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 205; ). In 1639 verkopen Erris Jansz, won. Glashorst, mede namens zijn vrouw en kinderen, voor de helft, Verweij, drost van Amerongen namens de onmondige kinderen van Reijertgen Helmerts, wed. Gerrit Thonisz Overeem voor het resterende(?) vierde deel aan Thonis Cornelisz, en Gijsbertgen Phaes, won. Het Broeck het erf Nijborg oftewel Klein Overeem uitgezonderd de twee bergen, schuur, bakhuis en oven; oost: Groot Overeem; west: Wolfswinckel; noord: Wittenoort; zuid: Nienborch of Spickhorst. Koop was op (Recht. Arch. Renswoude 1800; ). 1. Evertje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , op Overeem, tr. Renswoude Aris Fransen, won. Renswoude In 1669 wordt Evertien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 41; ). Gerrit Gijsbertsen en zijn vrouw Gijsbertje Thijssen, wonende onder Renswoude, ontslaan de ooms, Heijmen Claessen en Gerrit Jansen, van hun taak als voogd. Ze waren benoemd toen Gijsbertje, nog minderjarig was en enige erfgenaam was van de nalatenschap van haar overleden tante Evertjen Anthonis van Overeem, de vrouw van Arris Fransen. De heren worden bedankt voor de voortreffelijke wijze waarop ze de zaken hebben behartigd. (Notarieel Veenendaal; ). 2. Cornelisje Teunissen van Overeem, van Renswoude, won. Amersfoort, ov. Scherpenzeel , tr. Renswoude (otr. Scherpenzeel en Amersfoort) Jan Martensen van Wolfswinckel, wed. Gerbrechtje/Gijsbertje Jans, ov. Scherpenzeel , zn. van Martens Jansz van Wolfswinckel en Aeltje Willems In 1669 wordt Cornelissien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; ). Lidm. Scherpenzeel : Cornelia van Overeem, hv Jan Martensen van Wolfswinkel, met attestatie van Amersfoort. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Jan Martensen van Wolfswinckel en Cornelia Teunissen van Overeem. 3. Grietje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , op Overeem In 1669 wordt Grietien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; ). 4. Faes Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , op Overeem

4 5. Faesjen Teunissen van Overeem, tr. Renswoude Thijs Cornelisz Thijs Cornelisz x Faesje Anthonis, Erris Fransen x Evertje Anthonis, en Cornelia Anthonis transporteren aan Jan Berendsen x Fuijsje Willems de helft van zeker goet en erf genaamd Nijborg oftewel Klein Overeem (Dorpsgerecht Renswoude 1800; ). Toon Jansz soon voor hem selven en mede als last hebbende van de vordere erffgenamen van sijn moeder IJtjen Garrits wed van Jan Gijsbertsz gewoont hebbende op Ravenhorst, zei dat zijn moeder op aan Thijs Cornelissen voor zichzelf en als man van zijn vrouw Faesgen Cornelis had gegeven 400 gl. Zij hebben diverse malen aangemaand maar niets ontvangen. (Dorpsgerecht Renswoude 1799; ). 6. Hendrickje Teunissen van Overeem, tr. Renswoude Elis Gerritsen van Beckbergen, van Scherpenzeel In 1669 wordt Henrickien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40vo; ). Lidm. Scherpenzeel : Hendrikje Teunissen van Overeem, hv Elis Gerritsen van Beckbergen, met attestatie van Renswoude. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Elis Gerritsen van Beckbergen en Hendrikje Anthonissen van Overeem. 4. Petergen Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel Peter Ariaensen, op de Haer Jan Albertsz, won. Stoutenburg onder Leusden, verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij enige jaren geleden als gerechtsman op het erfhuis van de vader en moeder van Petertgen geweest is. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricxsz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Met beweerde dat Petertgen op het erfhuis, toen nog onmondig, te kort zou zijn gedaan. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. Gerechtsmannen van Leusden: Goert Verhaer en Clemes van Vanevelt. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol vo; ). Evert Jansz, ca. 30 jaar oud, won. Leusbroek verklaart t.v.v. Peter Ariaensz en zijn vrouw Petertgen Cornelis, won. Scherpenzeel, dat hij ook op het boelhuis is geweest van Cornelis Arisz en en zijn vrouw Emitgen, de vader en moeder van Petertgen. Daar ontstond ruzie tussen Evert Hendricksz en Hendrickgen Peters, de grootmoeder van Petertgen. Evert vroeg aan Hendrickgen hoe zij er bij kwam dat hij Petertgen, toen onmondig, tekort wilde doen. Hij wilde haar, als ze mondig werd, 300 gulden geven en vroeg aan Hendrickgen hoeveel zij wilde geven. Hendrickgen zweeg. (Dorpsgerecht Leusden 1048, fol. 210vo-211; ). 5. Hendrick Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel Wilmghen Toenissen, op Huistede 6. Peter Cornelissen van Overeem, tr. NN Van ca is Peter Cornelisz van Overeem landbouwer op Het Uilegat onder Maarsbergen. 1.? Gijsbertje Peters, ov. voor 1675, tr. voor 1637 Jan Elisz, ov. Maarsbergen ca Van 1639-ca is Jan Elisz en van ca zijn weduwe landbouwer op Het Uilegat onder Maarsbergen. Sander Arissen van Twiller, weduwnaar van Hilligje Jans, Petertje Jans, weduwe van Claes Willemsz, Cornelis Jansz, wed. Heijltje Jans, allen erfgenamen van Jan Elissen x Gijsbertje Peters, melden dat er op boedelscheiding is geweest met Jan Jansz, Jacob Jansz, Cornelis Jansz, Aris Jansz en Claes Willemsz zaliger, hun broers en zwagers. Jan en Jacob kregen daarbij 1,5 morgen, genaamd de Baenscamp?, gelegen aan de Polssteeg, 2 morgen 100 roeden aan de Belcksteegh, genaamd de Hoorncamp, en een boomgaard van 0,5 morgen tegenover Jan Sannens huis. Alles in het gerecht van Deijl in Neder-Betuwe. Zoals hun vader dat heeft gekocht. Zij constitueren nu Hendrick van Haeften te Deil om deze goederen van Jan en Jacob te transporteren. (HUA, Not. Arch., inv.nr. U075a001; ). 1 Evert Jansz, geb. ca. 1637, tr. Trijntje Everts 2. Hilligje Jans, ov. voor 1675, tr. Sander Arisz van t Willer, zn. van Arris Jan Sandersz en Jannetje Cornelis

5 3. Petertje Jans tr. Claes Willemsz de Goijer. 4. Jan Jansz van Meersbergen, ovl. De Bilt 1675/ Cornelis Jansz den IJzeren, ovl. Maarsbergen 1734/1735, tr. N.N. 6. Jacob Jansz, geb. Maarsbergen, ovl. Maarsbergen, begr. Doorn 6/ , tr. Doorn Gerrigje Jans. 7. Heijltje Jansen, ov , tr. (1) ca Cornelis Jansz van Vlastuijn, zn. van Jan Gijsbertsz en Giertgen Jansen, tr. (2) Scherpenzeel Mor Gijsbertsen van t Broek ov , zn. van Gijsbert Jan Saren en Jantje Gijsberts 8. Arris Jansz, ov. 1665/1674, won. Maarsbergen, otr. Leusden (gerecht) Hendrickje Buijs, won. Leusbroek, ov. na 1702, dr. van Buijs Jansz Schimmel en Gijsbertgen Jans. Hendrickje Buijs, tr. (2) Jan Jansz, ov. voor 1694, zn. van Jan Evertsz en Aeltje Everts 2.? Hendrickje Peters, ov. voor 1650, tr. Willem Jansz Peeten/Druijff, geb. ca. 1610, ov. Scherpenzeel Rechtzaak van Roelof Willemsen, Jan Elissen en Helmert Thijssen, ooms en mombers van de twee onmondige kinderen van Willem Jansen x zaliger Hendrickgen Peters, met als borgen Mor Morren en Elbert Jansen. (Recht. Arch. Scherpenzeel, inv.nr. 1, fol. 115v; ). VIb Jan Arrisz van Overeem, tr. NN In 1620 wordt Jan Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; ). Jan Arrisz beleend door opdracht van Melchior Jansz, schout en Cornelis Wilhemsz, ooms en mombers van de onmondige kinderen van zal. Marten Jansz, schout x Aeltgen Wilhemsdr, momber (van Aeltje): Jan Arrisz met "een stuck lantz genoempt den Havercamp mit het veentgen ende heetfelt"; oost: Jan Cornelisz, zuid: het Crommestuck, west: de Legecamp, noord: het Peerdekampje, op gekocht van de erfgenamen van Derck Jordens, behorende onder de helft van Roijwinckel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 166; ). In 1627 wordt Aelbert Toenisz van Glashorst beleend door opdracht van Melchior Jansz, schout en Cornelis Wilhemsz, ooms en mombers van de onmondige kinderen van zal. Marten Jansz, schout x Aeltgen Wilhemsdr, momber (van Aeltje): Jan Arrisz met "een stuck boulantz ende velts, groot omtrent vier mergen mit het houtgewasch daerom staende ende anderen sijnen rechten ende toebehoren, nietz uijtgesondert, affgedeilt vande helfte van den leengoede Roijwinckel"; oost: Jan Cornelisz, zuid: Roijwinckel, west: Ebbenhorst, noord: Heintgenscamp (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 165; ). In 1627 wordt Aelbert Anthonisz van Glashorst beleend door opdracht van Jan Arrisz met de Haverkamp, het veentje en heetveld in Ruwinkel. En met twee stukken land "het eene stuck genoempt het Hoge Stuck ende het andere die Lange Camp mit sampt den wech opstreckende van Gijsbert Brantsz aen het meentvelt, als oock heijde ende weijde, hooch ende leech, wilt ende tam"; oost: het meentveld, zuid en west: Gijsbert Brantszcamp, noord: het Crommestuck. Omdat dit oorspronkelijk twee lenen zijn moet een dubbel heergewaad betaald worden. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 166vo; ). 1. Arris/Andries Jansz van Overeem, geb. ca. 1595, volgt VII VII Arris/Andries Jansz van Overeem/van Roijwinckel, geb. ca. 1595, ov. voor 1668, tr. Gerritje Teunissen, ov. Scherpenzeel In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van zijn vader Jan Arrissen van Overeem met een vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; ). In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van Jan Eversz met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; ).

6 In 1629 eist Arijs Janssen van Overeem betaling van een paard t.w.v. f van Huijbert Thonisz Quint, borg: de schout, bet. f (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 30; ). In 1630, 1636 en 1638 wordt Arijs Jansen van Overeem genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 185vo,186vo; fol. 195; fol. 199; ). In 1632 wordt Anderies van Overeem beleend door opdracht van Aelbert Tuenissen van Glashoerst met een stuk bouwland, vier morgen groot, met een stuk land genaamd Haevercamp met het veentje en heetveld op gekocht van zal. Derck Jordensen, behorende onder de enen helft van Roijwinckel. Nog een stuk land genaamd Croemmestuck met een uitweg over het land dat Evert Jansen gekocht heeft van Roijwinckel. Nog twee stukken land van Roijwinckel genaamd het Hoege stuck en de Legge camp met de weg vanaf Gijsbert Brantsen tot aan het meentveld. Omdat het vier lenen betreft moeten vier heergewaden betaald worden (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 190vo; ). In 1633 verklaren Arijs Jansz van Overeem x Gerritgen Anthonis, momber: Aelbert Anthonissen van Glashoerst dat zij hun goederen hebben moeten verkopen om de bovenstaande vier lenen te kunnen kopen. Zij lijftochten elkaar met de gekochte goederen. Na hun dood krijgen de kinderen een gelijk erfdeel met dien verstande dat de oudste zoon f 200,= extra krijgt. Vier onpartijdige mannen zullen het goed taxeren en dan kan de oudste de anderen uitkopen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 192; ). Lidm. Scherpenzeel Kerst 1633: Arijs Janssen van Overeem en Gerritgen Thonissen. In 1636 doen Arijs Jansz van Overeem en Cornelis Cornelissen de Jonge, secretaris een eed (Recht. Arch. Scherpenzeel 2 fol. 48vo; ). In 1639 wordt Arris Jansen van Overeem x Garritjen Thonnis beleend door opdracht van Evert Jansen x Jannitgen Garritsen met huis, hof, berg, schuur, brink en het nieuwe land van Roijwinckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 211vo; ). In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis, en Gijsbertge Phaes (Laansma, blz. 57; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,204; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 205; ). Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Gerritien Arris Jansen, op Roijwinckel. In 1668 leent Gerrijtgen Thoenijssen, wed. Arrijs Jansen van Oevereem, momber: Jan van Nijmwegen. In presentie van haar zonen Hendrijck Aerissen en Jan Aerssen, mombers van de onmondige Gijesbertgen Wijllems, de dochter van haar zuster Gijesbertgen, f 1300,= van Gerrit Thoenijssen, wonende aan de Groep onder Ommeringen (Amerongen). Onderpand: Roeijwijnckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 121 fol. 36; ). Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Gerritje Teunissen, wed. Aris Jansen. 1. Hendrick Arissen 2. Jan Arissen, volgt VIII 3. Gijsbertje Arrisdr Overeem, tr. Amerongen Willem Jacobs Snack, won. Amerongen 1. Gijsbertgen Willems Genoemd in 1668, onmondig (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 36; ). 4. Marritien Arrissen, tr. Scherpenzeel Aelbert Cornelissen, wed. Grietien Arrissen 5.? Arrisgen Arissen, tr. Renswoude Cornelis Thonissen. Cornelis Thonissen, tr. (2) Renswoude Jantje Everts, wed. Sander Fransz VIII Jan Arissen van Roijwinckel, ov. voor 1689, tr. (1) Scherpenzeel Henrickien Jansen Bosch/van Davelaer, dr. van Jan Gijsbertsen Bosch en Heijltgen Hendricks, tr. (2) Geertje Ernsten In 1645 eist Jan Arresz betaling van f 7-16 van Jan Hendricksz, metselaar (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 102vo, 2, fol. 206vo; ). Jan Aerrisz van Roijwinckel is f schuldig aan Meus Petersz wegens een gekocht paard (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ).

7 In 1669 daagt de schout Hendrick Thonisz, op Heintgenscamp en Jan Arris Roijwinckel voor het gerecht (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1671 krijgt Jan Arrisz van Roijwinckel 5 gulden boete wegens vechten met Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). In 1671 krijgt Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp 4 herenponden boete wegens vechten met Jan Arrisz van Roijwinckel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Nog te betalen belasting voor de uitzetting: Heijntjeskamp, daer nu Jan Aertsen wont, (Westerholt 252-2a, nr. 16; ). In 1685 eist Geertjen Eernsten betaling van f 1-10 van Mosis, de Jood (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; ). Lidm. Scherpenzeel : Geertje Ernsten, wed Jan Aertsen, won op Heijntjeskamp, met attestatie vertrokken naar Veenendaal. Uit het 1 e huw.: 1. Jantien Jans, ged. Scherpenzeel , op Roijwinckel 2. Cunera Jans, ged. Scherpenzeel , op Roijwinckel Uit het 2 e huw.: 3. Ernst Jansz, ged. Scherpenzeel , op Roijwinckel 4. NN Jans, ged. Scherpenzeel , op Roijwinckel 5. Reijertje Jans, ged. Scherpenzeel , op Roowinckel 6. Aert Jansz, ged. Scherpenzeel , op de Kleijn Hoeve Overeem (2) I Thonis Arrisz van Overeem, ov. ca. 1626, tr. NN (Teuntje Aerts?) In 1612 wordt Thonis Arrisz van Overeem beleend na opdracht door Johan Jansz Mom met de hofstede t Voort. In 1625 verkoopt hij het aan Jan Jansz van Beckbergen (HUA, Leenhof 99, fol. 101; Beleningen Holevoet nr. 13). In 1620 wordt Toenis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; ). Jan Petersz te Woudenberg, Thonis Ariss van Overeem was zijn borge geweest tbv Gosen Lubberts; nu Annetgen weduwe Lubbert Gosens zoon van Gosen vs die voor gerecht van Scherpenseel Gerrit Anthonisz van Overeem had getogen, zoon van vs Anthonis Ariss van Overeem etc. (HUA, Hof van Utrecht, inv.nr 227-3; Met dank aan Marcel Kemp). 1. Arris Thonisz, van Overeem, tr. Scherpenzeel Imtgen/Jutgen Hermsen, van de Ginckelsche Veen 1. Hendrik Arrissen, van Overeem, tr. Amerongen Geertjen Cornelis, van Ginckel 2. Goertgen Arissen, ged. Scherpenzeel Lijsgen Arissen, ged. Scherpenzeel ? Arrisgen Arissen, tr. Renswoude Cornelis Thonissen. Cornelis Thonissen, tr. (2) Renswoude Jantje Everts, wed. Sander Fransz 2. Gerrit Thonisz, van Overeem, volgt II 3. Anna Anthonissen, van Overeem, tr. Scherpenzeel Jan Elissen, van Scherpenzeel 4. Franck Anthonisz van Overeem, tr. Gerritje Gerritsz, ov Lidm. Scherpenzeel : Franck Anthonissen. Lidm. Scherpenzeel : Geretghen Franck Anthoenissen hv.

8 In 1618 wordt Franck Thonisz beleend met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; Beleningen Holevoet nr bijlage op blz. 54). Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 65: FRANCK ANTHONISS VAN OVEREEM ANNO In 1620 wordt Franck Anthonis van Overeem beleend na opdracht door Thonis Arrisz van Overeem, zijn vader, met drie hoven in t Voort. In 1620 verkoopt hij het aan Joachim Lubbertsz (HUA, Leenhof 99, fol. 101; Beleningen Holevoet nr. 13). In 1624 is Cornelis Jansz van Begbargen f 40-1 schuldig aan Reijer Jacobsz wegens overgenomen schulden van Franck (Anthonisz) van Overeem (x Gerritje Gerrits) (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 5; ). In 1624 eist Franck van Overeem betaling van f van Geertje, wed. Cortlevens (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 7,8; en ). In 1624 wordt Lourens van Wijelant, secretaris van Woudenberg, gemachtigd om namens Oth van Bladel, lakenkoper te Amersfoort en Cornelis Cornelisz. d'jonge, brouwer, van Franck van Overeem, won. Scherpenzeel voor de schout en Gerechte van Amerongen de gerechtelijke schuldbekentenis te vorderen van een hoofdsom van 400 Carolus gulden, te betalen in 8 jaarlijkse termijnen van 50 gulden, en daaraan zeker perceel veen te verbinden dat Franck van Overeem bezit in dit gerecht van Amerongen, op welk veen een achterstand in de termijnen verhaald mag worden. Dit alles overeenkomstig het akkoord tussen de comparanten en Franck van Overeem van (Not. J. van Ingen, Amersfoort, AT002a002 folio 380; ). Franck van Overeem, won. Scherpenzeel, neemt hypotheek van Otto van Bladel, lakenkoper, en Cornelis Cornelisz de jonge, brouwer te Amersfoort, van 400 gl op zijn deel in het perceel veen te Ginkel genaamd Backersveen, gemeen met Hendrick Teunisz en Elbert Teunisz. (Dorpsgerecht Amerongen 140; ). In 1625 eist mr. Sijmen betaling van f 4,= van Franck van Overeem voor behandeling van de kwetsuren Franck aangedaan door Tonis Elissen of zijn zoon (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 12,15; en ). In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van f 11,= van Wouter Petersz Run (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15; ). In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van een schepel rog van Engel Hendricksz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15,16; ). In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van de keuren van honderd waag wol of f 100,= van Jan van Schaeijck uit Amersfoort (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15vo; ). In 1635 eist Gerritgen Vrancken, wed. betaling van f 12,= van Jan Jacobsen, op Wolfswinckel, voor gebrouwen draf, door zijn zal vader van Franck van Overeem gekocht. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol fol. 24vo,25vo; ). In 1631 wordt Gerritje Gerrits, wed. Franck Thonisz beleend na dode van haar man, zijnde zes jaar dood, met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; Beleningen Holevoet nr. 20+ bijlage op blz. 54). 1. Cornelis Francken van Overeem, ged. Scherpenzeel Weimgen Francken van Overeem, ged. Scherpenzeel , (tr.? Cornelis Jansz van Begbargen, zie hierboven ). 3. Aeltje Francken van Overeem, otr. Barneveld Geurt Jansz van de Glind, brouwer In 1643 is Wulffer Gerrets, op Moorst en Jan Aertsen, ooms en mombers van de vier onmondige kinderen van Willem Gerret Michgelsz x Marretgen Gerretss, zuster van Wulffer, beiden overleden, borgen: Geurt Jansz van de Glind, brouwer en Sander Huijbers, kerkmeester (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 97vo; ). In 1645 wordt Geurt Jansz van de Glind, won. Woudenberg x Aeltje Francken van Overeem als enige nagelaten dochter beleend na dode van Gerritje Gerrits, wed. Franck Thonisz beleend na dode van haar man, zijnde zes jaar dood, met een hofstede bij Scherpenzeel. Geurt verkoopt het dezelfde dag aan Cornelis Arisz van t Willer (Leenregister Huis Geerestein; Beleningen Holevoet nr. 20+ bijlage op blz. 54). 5. Gijsbert Thonisz, op Overeem, tr. Weijmptgen Everts 1. Wouter Gijsbertsz 2. Willem Gijsbertsz (Overeem), won. Goos Willige onder S., otr. Renswoude 1647 Maijge Ariese, wed. Peter Brande

9 1. Weimtie Willems van Overeem, ged. Renswoude 1650, tr. (1) ) Renswoude Maas Roelofsz Methorst, tr. (2) Renswoude (otr. Woudenberg) Frans Jansz van Overeem, van Rumelaar, zie onder 2. Maijken Willems, ged. Renswoude Gijsbertgen Gijsbertsz, tr. NN In 1651 erf Gijsbertgen Gijsbertsz, weduwe van Goedswilligen f 900,= van haar zal. moeder Weijmptgen Everts, borgen: Gijsbert Anthonisz, vader en Evert Gijsbertsz, broer (Recht. Arch. Scherpenzeel nr 1, fol. 124; ). 4. Evert Gijsbertsz In 1651 erf Gijsbertgen Gijsbertsz, weduwe van Goedswilligen f 900,= van haar zal. moeder Weijmptgen Everts, borgen: Gijsbert Anthonisz, vader en Evert Gijsbertsz, broer (Recht. Arch. Scherpenzeel nr 1, fol. 124; ). II Gerrit Thonisz, van Overeem, ov. voor 1649, tr. Scherpenzeel Thoengen Jansen Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 60: GERRIT THONISSEN VAN OVEREEM ANNO In 1618 wordt Gerrit Thonisz beleend met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; Beleningen Holevoet nr. 20). In 1626 wordt Gerrit Toenisz van Overeem beleend na dode van zijn vader Toenis Arrisz van Overeem met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 164vo; ). In 1629 eist Annicken Lubberts betaling van een obligatie van Gerrit Thonisz van Overeem, namens zijn zal. vader (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 30vo; ). Thonis Ariss van Overeem was borge geweest van Jan Petersz te Woudenberg t.b.v. Gosen Lubberts; nu Annetgen weduwe Lubbert Gosens zoon van Gosen Lubberts die voor gerecht van Scherpenseel Gerrit Anthonisz van Overeem had getogen, zoon van Anthonis Ariss van Overeem (RAU Hof 227-3; ). In 1632 wordt Gerrit Anthonisz van Overeem beleend door opdracht van Gerritje Gerrits, wed. Franck Anthonis van Overeem een deel in drie hoven in t Voort (HUA, Leenhof 103, fol. 29; Beleningen Holevoet nr. 13b). In 1634 koopt Gerrit Thoniss Overeem de tiend van t Voort voor een jaar (Register verkoop tienden van het Kapittel van St. Pieter in Utrecht. Transcriptie Dick van Wageningen, blz. 41). In 1635 wordt Gerrit Thonisz van Overeem beleend na opdracht door Jan Albertsz Holtappel met een gedeelte van het erf t Voort (HUA, Leenhof 103, fol. 148; Beleningen Holevoet nr. 19). In 1636 eist Jacob Gijsbertsz betaling van f van Gerrit Thonisz van Overeem als borg voor Thonis Harbarse, schipper te Rhenen, als restbetaling van geleverd hout (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 62 en 2, fol. 43,45,46; en ). In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis en Gijsbertge Phaes (Laansma, blz. 57; ). In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Gerrit Thonissen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo; ). In 1639 eist Cornelis Huijbersz betaling van een obligatie van Gerrit Thonisz van Overeem, zoon van Thonis Aressen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol ; tot ). In 1645 worden Jan Jansz, kuiper en Wulffer, smid aangeklaagd door Gerrit Thonisz van Overeem wegens betaling van schapenvellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 213vo-215; , fol. 217vo; ). 1. Jan Gerritsz van Overeem, ged. Scherpenzeel Teunis Gerritsz van Overeem, volgt IIIa 3. Cornelis Gerritsz van Overeem, volgt IIIb 4. Aart Gerritsz Overeem, tr. Amersfoort Gerritje Roelofs, van Amersfoort, dr. van NN en Metken Gerrits 5. Maria Gerrits van Overeem, won. Amsterdam, tr. Scherpenzeel Hendrick Willemsen Mom, wed. Marrijtje Geurts van de Glind

10 Lidm. Scherpenzeel Kerst 1658: Maria Garrits van Overeem, met attestatie van Breukelen, met attestatie vertrokken naar? Lidm. Scherpenzeel : Maria Gerrits van Overeem, hv Hendrick Willemsen Mom, met attestatie van Amsterdam. 6. Heijltje Gerrits van Overeem, tr. Matheus Johannes Roestadius, med. dr. en mr. in de Latijnse school te Utrecht Lidm. Scherpenzeel : Heijtien Garrits van Overeem, jd, met attestatie vertrokken naar Utrecht. 7. Frank Gerritsz van Overeem, spiesemaker op de Zeedijk te Amsterdam, tr. (1) Maria van Cockengen, tr. (2) Beatrix van Mahuus Zij laten tussen 1669 en 1686 negen kinderen dopen in de Oude Kerk van Amsterdam. 8. Teuntje Gerrits van Overeem, tr. Scherpenzeel Jan Wulfertsen van Groot Moorst, rademaker, zn. van Wulfert Gerritsz Lidm. Scherpenzeel : Teuntien Garrits van Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Teeuntje Gerrits van Overeem hv Jan Wulfertsen. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Teuntje Gerrits van Overeem, wed. Jan Wulferts. IIIa Teunis Gerritsz van Overeem, geb. ca. 1625, schoenmaker, ov. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Marritien Jansen, won. Ginckel in Zuilenstein, ov. Scherpenzeel , dr. van Jan Jansz In 1658 wordt Thonis Gerritsz als oudste zoon beleend na dode van zijn vader Gerrit Thonisz met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; nov Beleningen Holevoet nr. 20). In 1649 wordt Thonis Gerritsz van Overeem, mede namens broers en zuster, beleend na dode van hun vader Gerrit Thonisz Overeem met een gedeelte van het erf t Voort. In 1666 belenen zij het op hun moey Theuntje Aerts, won. Dordrecht (HUA, Leenhof 107, fol. 78; 1649 en Leenhof 108, fol. 116; Beleningen Holevoet nr. 19). Lidm. Scherpenzeel : Teunis Garritsen van Overeem en Marritien Jans. Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Teunis Gerritsen van Overeem en Marrijtje Jansen. In 1674 wordt Thonis Gerritsz van Overeem beleend na dode van zijn moey Theuntje Aerts met een gedeelte van het erf t Voort (HUA, Leenhof 109, fol. 130; Beleningen Holevoet nr. 19). In 1682 eist Teunis Gerritsen van Overeem betaling van f 68,= van Hermen Hundeler wegens verschuldigde landpacht (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; en ). Thonis Gerritsz, schoenmaker woont in een huis in de Achterstraat, daarna zijn kinderen van en dan zijn zoon Gerrit Teunisz Overeem van In 1699 verschijnen voor het gerecht van Woudenberg Elbert Jansz voor zichzelf en samen met Hermen Jansz als mombers van het onmondige soontje van Brant Jansz x Errisje Jans en Elbert Jansz met Jacob Gerritsz als mombers vande drie onmondige kinderen van de voornde Brant Jansz x Maijgie Kosters, en Hendrick Hermensz x Jannitje Jans, voor hemzelf en voor Luijtje Cornelis, idem Geertje Jans, Meijndert Veenhuijsen x Grietje Jordensz, Gerrit Teunisz, Jan Teunisz voor zichzelf en voor Aert Roelen x Geertje Teunis, Gerrit Teunisz Overeem, Aelbert Teunisz x Metje Teunisz van Overeem. Zij constitueren Matthijs Lagerweij, secretaris van Woudenberg, om voor het gerecht van Leersum optedragen aen Elbert Jansz en zijn huijsvrouw een huijs, berge en schuere en ontrent dartigh mergen lants etc inden Ginckel onder Zuijlesteijn sodanigh als het door haer compten opden 26 e Novemb 1698 is verkoft (RHZ ZOU, arch.nr. 64, dorpsgerechten van Leersum inv.nr. 2473; ). 1. Gerrit Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , volgt IVa 2. Metje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Aelbert Teunissen van Glashorst, ged. Scherpenzeel , ov. voor 1738, zn. van Thonis Aelbertsz van Glashorst en Hermtien Willemsen van Wolfswinckel Lidm. Scherpenzeel : Metje Teunissen van Overeem, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Metje Teunissen van Overeem, hv Albert Teunissen. In 1693 worden Gerrit Teunisz van Overeem en Metje Teunis van Overeem beleend na dode van hun vader Teunis Gerritsz met een gedeelte van het erf t Voort (HUA, Leenhof 111, fol. 115vo; Beleningen Holevoet nr. 19). 3. Jan Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel Van pachter van Oud Willaer in Scherpenzeel.

11 4. Geertje Teunissen van Overeem, tr. Scherpenzeel Aert Roelofsz, op t Oude Willer, ov. voor 1714, zn. van Roelof Sandersz en Beatrix Jordens Zie genealogie Willaar. IVa Gerrit Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Barneveld (att. van Scherpenzeel) Hendrickje Gerrits, van Barneveld Thonis Gerritsz, schoenmaker woont in een huis in de Achterstraat, daarna zijn kinderen van en dan zijn zoon Gerrit Teunisz Overeem van In 1693 worden Gerrit Teunisz van Overeem en Metje Teunis van Overeem beleend na dode van hun vader Teunis Gerritsz met een gedeelte van het erf t Voort (HUA, Leenhof 111, fol. 115vo; Beleningen Holevoet nr. 19). In 1696 wordt Gerrit Theunisz als oudste zoon beleend na dode van zijn vader Theunis Gerritsz met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; Beleningen Holevoet nr. 20). Lidm. Scherpenzeel : Hendrickje Gerrits, hv Gerrit Teeunissen van Overeem, met attestatie van Barneveld. Lidm. Scherpenzeel : Gerrit Teeunissen van Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Gerrit Teunissen van Overeem en Hendrikje Gerrits. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Gerridt Teunisz Overeem. 1. Marrijtje Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel , ov. Scherpenzeel , tr. (1) Scherpenzeel Cornelis van Westrenen, wed. Anna Wolthera Verschagen, won. Tiel, tr. (2) Scherpenzeel Evert van Wolfswinkel, wed. Catharina van Sandbrink, won. Veenendaal, tr. (3) Scherpenzeel Willem Stevensz Hoogland, wed. Dirkje Aarts Lidm. Scherpenzeel 09/ : Mijtje Gerritsen van Overeem, jd, met attestatie vertrokken naar Rotterdam. Lidm. Scherpenzeel 04/ : Maria van Overeem, weduwe, met attestatie van Rotterdam. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Maria van Overeem, wed. Wolswinckel. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Maria van Overeem, doorgehaald: Wolswinckel, wed. Hoogland. 2. Gerrit Gerritsz Overeem, ov. voor 1754, tr. (1) Scherpenzeel Aaltjen Jacobsen van Breschoten, ged. Scherpenzeel , dr. van Jacob Hendriksz van Breeschoten en Grietje Jans van Wolfswinkel, tr. (2) Scherpenzeel Cornelia Rutgers van Gelkenhorst, ged. Scherpenzeel , op Heintjeskamp, dr. van Rutger Hendricksz van Gelkenhorst en Geertje Jacobs van de Hoeff, tr. (3) Scherpenzeel Evertje van t Willaer, wed. Gijsbert Glashorst, ged. Scherpenzeel , dr. van Aelbert Arissen van t Willer en Teuntje Lubbertsen van de Vliert Zie genealogie. Breeschoten. Lidm. Scherpenzeel 09/ : Aeltje Cobussen, jd. Lidm. Scherpenzeel 09/ : Evertje Brouwer, jd. Lidm. Scherpenzeel 25/ : Gerrit en Willem Gerritsen Overeem, broers, beiden jm. In 1733 wordt Gerrit Gerritsz van Overeem beleend na dode van zijn vader Gerrit Teunisz met een gedeelte van het erf t Voort (HUA, Leenhof 116, fol. 45vo; Beleningen Holevoet nr. 19). In 1733 wordt Gerrit Gerritsz van Overeem beleend na scheiding met zijn schoonvader Jacobus Hendriksz van Breeschoten met een stuk heetveld van het erf t Voort (HUA, Leenhof 116, fol. 47; Beleningen Holevoet nr. 17b). Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Evertje Brouwer, nu Glashorst, nu Overeem. Inwonerslijst Woudenberg 1748, nr. 191 (Achterstraat): Gerrit Ovreem wed. Aaltje Cobusse van Breeschot, bestaan en hantering backer en hoonigzemer, 1 dogter boven 10 j., 1 dogter onder 10 j., 5 m 2 hond 50 roe eijgen land bruijkt samen 7 m 2 hond 50 roe, 1 meijd. Evertje vant Willaar wed Gerrit Overeem, won. Scherpenzeel, is schuldig aan Gijsbert Koudijs 300 gl. Zij stelt als hypotheek 2 kampen land groot 3 morgen onder Renswoude genaamd Knollekamp en het Hoekje aan de Palen. (Dorpsgerecht Renswoude 1802; ). Evertje vant Willaar wed Gerrit Overeem, won. Scherpenzeel, neemt hypotheek van Ruth van Dolder van 500 gl op twee morgen bouwland onder Renswoude. (Dorpsgerecht Renswoude 1802; ).

12 Evertje vant Willaar wed Gerrit Overeem, geassisteerd met G.M. van Seumeren, secretaris te Scherpenzeel, transporteert aan Jan Hendrikse van Geijtenbeek sekere camp land groot 2 morgen. (Dorpsgerecht Renswoude 1801; ). Uit het 1 e huw.: 1. Gerrit Gerritsz Overeem, ged. Scherpenzeel , in de Agterstraat, jong ov. 2. Grietje Gerritsz Overeem, ged. Scherpenzeel , in de Agterstraat, tr. Scherpenzeel Cornelis van Santen, ged. Scherpenzeel , zn. van Albert Jacobsz van Santen en Jantje Cornelissen van Santen In 1754 wordt Grietje Gerritsz van Overeem beleend na dode van haar vader Gerrit Gerritsz van Overeem met een stuk heetveld van het erf t Voort (HUA, Leenhof 119, fol. 125; Beleningen Holevoet nr. 17b). 3. Hendrikje Gerrits Overeem, ged. Scherpenzeel , in de Agterstraat, jong ov. Uit het 2 e huw.: 4. Aeltjen Gerrits Overeem, ged. Scherpenzeel , in de Agterstraat In 1754 wordt Aaltje van Overeem beleend na dode van haar vader Gerrit Gerritsz van Overeem met de Haverkamp van het erf t Voort (HUA, Leenhof 119, fol. 166; Beleningen Holevoet nr. 10). Deze Overeem-lijn sterft uit. 3. Weimtje Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel Antonij Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Hendrikje de Jonge, wed. Jacobus Hendriksen van Breeschoten, ged. Scherpenzeel , dr. van Cornelis Gerritsen de Jonge en Armgard van Gein Zie genealogie Breeschoten. 1. Jacobus Anthonissen Overeem, ged. Scherpenzeel Willem Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Renswoude Jantje Evertsen Lidm. Scherpenzeel 25/ : Gerrit en Willem Gerritsen Overeem, broers, beiden jm. 6. Jan Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel Helena Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Utrecht (otr. Scherpenzeel ) Melis van Voorthuizen, van Lunteren, zn. van Gijsbert Melissen van Voorthuizen IIIb Cornelis Gerritsen van Overeem, schoenmaker, tr. (1) Scherpenzeel (otr. Amsterdam) Maeijtje Aelbertsen van Santen, ov. Scherpenzeel , tr. (2) Ede (att. van Scherpenzeel) Hendrickje Stevens van Raij, van Ede In 1663 schenkt Cornelis, zoon van Gerrit Teunissen van Overeem f 1-10 voor een kroonluchter voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; ). Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 12: CORNELIS VAN OVEREEM Ao Met wapen!! Lidm. Scherpenzeel : Cornelis Gerritsen van Overeem en Maetje Aelbertsen van Santen. Lidm. Scherpenzeel : Hendrickje Stevens van Raij, hv Cornelis Gerritsen van Overeem, met attestatie van Ede. Lidm. reg. Scerpenzeel: 1715: Cornelis Gerritsen van Overeem en Hendrickje Stevens van Raij. Uit het 1 e huw.: 1. Gerardus Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) , volgt IVb 2. Albertus Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) Johannes/Jan Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) , volgt IVc 4. Aelbert Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel Uit het 2 e huw.: 5. Maeijtje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel

13 6. Maeijtje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel Ceeltje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Aart Wulphertsen van Moorst, ged. Scherpenzeel , zn. van Wulfert Jansen en Lijsbet Aartsen van t Ruisscheveen In 1738 wordt Aart Wulphersen van Moorst beleend door opdracht van Aalbert Cornelissen van Santen, onderschout, met de Hooge kamp in Scherpenzeel met de schuur, gekocht 656 gulden en acht stuivers (Leenboek Huis Scherpenzeel 144 fol. 58vo; ). Lidm. Scherpenzeel : Ceeltje Cornelissen van Overeem, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Ceeltje Cornelissen van Overeem, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Aerdt Wulphertzen en Ceeltje Overheem. In 1776 wordt Cornelis Overeem mede namens zijn mede-erfgenamen beleend na dode van zijn oom Aart van Moorst met de voorste Hooge Camp in Groot Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 120; ). 8. Steven Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Steven Cornelissen van Overeem, jm. Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Steven Cornelissen van Overeem, jm. 9. Mattheus Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel Antonia Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr Cornelis Wulfertsen van Moorst, ged. Scherpenzeel , zn. van Wulfert Jansen en Lijsbet Aartsen van t Ruisscheveen Lidm. Scherpenzeel: Antonia van Overeem, met attestatie van Amsterdam 15/ Lidm. Scherpenzeel 02/ : Cornelis Wulpherts van Moorst, wed. Toontje Overeem. IVb Gerardus/Gerrit Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) , ov. Oisterwijk , tr. Scherpenzeel Judith Cornelissen van t Willer, dr. van Cornelis Aelbertsen van t Willaer en Hermtje Willemsen van Wolfswinkel Lidm. Scherpenzeel 06/ : Judithje Cornelissen van t Willer, jd, met attestatie van Utrecht. 1.Hermijntje van Overeem, ged. Oisterwijk juli 1712 Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Hermijntje van Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Hermijntje van Overeem. 2. Geertruijd/Truijtje van Overeem, ged. Oisterwijk Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Truijtje van Overeem. 3. Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk , volgt Va 5. Cornelis Aalbertus Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk ? Maijke/Maatje/Marretje van Overeem, tr. Abraham van Vlissingen, ov. Scherpenzeel Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Maijke van Overeem. Lidm. Scherpenzeel: Marretje van Overeem, met attestatie van Amsterdam Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Maatje van Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel : Abraham van Vlissingen en Marretje van Overeem, met attestatie van Amsterdam ; Marretje met attestatie naar Amsterdam. 7.? Jannetje van Overeem, ov. Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Jannetje van Overeem, met attestatie van Amsterdam. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Jannetje van Overeem, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Jannetje van Overeem, jd. Va Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk , ov. voor 1774, tr. Veenendaal (3e gebod) Fijtje/Sophia van Harn, geb. aan t Oosteind, ged.scherpenzeel , begr. Scherpenzeel , dr. van Harmen Jan van Harn en Dirkje Ariens van de Gouw Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 71: G.C.OVEREEM Lidm. Scherpenzeel: Sophia van Harren, met attestatie van Veenendaal

14 Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Cornelis Gerritsz van Overeem en Sophia van Harren. Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Sophia van Harren, wed. Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Sophia van Harren, wed. Overeem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Sophia van Harren, wed. Overeem, met attestatie van Veenendaal Gerrit van Overeem, ged. Scherpenzeel , begr. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel (otr. Amersfoort) Cornelia Hinnekamp, geb. Scherpenzeel , begr. Scherpenzeel , dr. van Hendrik Hinnekamp en Grietje Brants van Donkelaar 1. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-04/ , get. Judith, hv Gerrit Hendriksen, begr. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Stijntje/Christina Vlasakker, ged. Amersfoort , dr. van Willem van de Vlasakker en Evertje Broekhuijsen. Christina Vlasakker, tr. (2) Amersfoort (otr. Scherpenzeel) Jan van Ede 1. Gerrit Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 15-02/ , begr. Scherpenzeel Grietje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26/ , get. Nolleken Hinnekamp, hv Cornelis Valkenburg 3. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-02/ Hermannus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 02/ Hermen van Overeem, ged. Scherpenzeel , volgt VIa 3. Cornelis van Overeem, ged. Scherpenzeel , volgt VIb 4. Judick van Overeem, ged. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Gerrit Hendriksen, geb. Doetinchem 5. Dirk van Overeem, ged. Scherpenzeel , ov. Scherpenzeel , tr. Scherpenzeel Christina Woerdeman, ged. Scherpenzeel , dr. van Frans Woerdeman en Metje Wandrina van Wessel 1. Metje Wandrina van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18/ , get. Cornelia, hv. Gerrit van Overeem, ov. Woudenberg , tr. Scherpenzeel Aris Druijff, geb./ged. Scherpenzeel 20-03/ , zn. van Hendrik Druijff en Grietje Pull Lidm. Scherpenzeel : Metje Wandrina Overheem. Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Metje Wandrina Overeem. 2. Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 06/ , get. Cornelia Hinnekamp, hv Gerrit Overeem 3. Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel / Franciscus Jodocus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-07/ , begr. Scherpenzeel Rijkje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-10/ , ov. Scherpenzeel , ongehuwd 6. Franciscus Jodocus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-07/ , ov. Woudenberg , ongehuwd 6. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel Lidm. Scherpenzeel : Jan van Overeem, jm. Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Jan van Overeem. VIa