Liberalisering van de. stroom- en gasmarkt in Vlaanderen MIDDENKATERN MILIEU ARBEID&



Vergelijkbare documenten
De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

van 24 november 2004

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 augustus 2006

Vormingspakket Energie

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

uitdaging gemeente De financiële uitdagingen voor de nieuwe gemeentebesturen

INHOUDSTAFEL. WOORD VOORAF... v RECENTE ONTWIKKELINGEN IN HET EUROPEES ENERGIEBELEID EN -RECHT JAN GEKIERE...1. Inleiding...1

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Marktstatistieken

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteitsen Gasmarkt

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België

Liberalisering van de energiemarkten. Algemene context. Dag 1:

De gemeentelijke participaties in de energiesector Jan Leroy, VVSG. Studiedag energie, 26 oktober 2011

CIRIEC. 29 november Unbundling in de Sector gas en elektriciteit in België : middel of objectief

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

Vrije keuze van elektriciteit & gas?

ADVIES DR DIENST REGELGEVING

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 16 mei 2006

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

MARKTGEGEVENS ELEKTRICITEIT 2006: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

624 ( ) Nr. 1 7 juli 2010 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

CBN-Avies 2009/14 omtrent de boekhoudkundige verwerking van groenestroom- en warmtekrachtcertificaten

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

ADVIES OVER HET WIJZIGINGSBESLUIT GROENE STROOM

MARKTGEGEVENS ELEKTRICITEIT 2015: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

MARKTGEGEVENS ELEKTRICITEIT 2015: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

ADVIES DIENST REGULERING

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juni 2004

MARKTGEGEVENS ELEKTRICITEIT 2014: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

Elektrisch tekenen: begeleiding

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Typ hier de naam van hedrijf

Marktrapport mei 2017

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

Bijlage bij persbericht Marktrapport 2017

DE RECENTE VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN DE EUROPESE REGELGEVING INZAKE DE LIBERALISERING VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT Jan Gekiere...

van 23 februari 2010

Stand vrijmaking Vlaamse elektriciteits- en gasmarkt

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 4 juni 2004

van 23 februari 2010

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2009/14 - Boekhoudkundige verwerking van groenestroom- en warmtekrachtcertificaten

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2006

Agenda VREG VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT P 1

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 april 2003

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

MIJN ENERGIEFACTUUR? (ALG 01)

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

van 23 februari 2010

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

van 11 december 2007

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Intermixt Vademecum De participaties van de Vlaamse gemeenten in de gemengde energiesector

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 25 oktober 2004

1 DE CIJFERS ACHTER DE ENERGIEMARKT IN VLAANDEREN ENERGIELEVERANCIERS... 8

MARKTGEGEVENS AARDGAS 2014: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

MARKTGEGEVENS AARDGAS 2015: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 juni 2006

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

van 31 augustus 2006

STATISTIEKEN Beroepsfederatie van de Elektriciteitssector

De geliberaliseerde markt en de bescherming van de consument

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009

Intermixt Vademecum De participaties van de Vlaamse gemeenten in de gemengde energiesector

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Aantal verhandelde groenestroomcertificaten en gemiddelde prijs

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

van 23 februari 2010

De ontwikkeling van de elektriciteits- en aardgasmarkten in België. Jaar Persbericht

MARKTGEGEVENS AARDGAS 2016: MARKTAANDELEN ACTIEVE LEVERANCIERS

28 SEPTEMBER Besluit van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen De Vlaamse

(B) juni Artikel 21bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

Toepassing van tarieven voor injectie. op het distributienet

ADVIES DIENST REGULERING. het ontwerp van indicatief plan van bevoorrading in aardgas betreffende

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

van 25 september 2009

Wat u moet weten over energie en het veranderen van leverancier

Gezamenlijke mededeling van de energieregulatoren CREG, CWaPE en VREG. Liberalisering van de gasmarkt op distributieniveau

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Regulering van en toezicht op het distributienetbeheer

Wat doet IKA IKA : Faciliteren verwerven aandelen in IVEKA/IGAO

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

WOORD VOORAF... v. Tom Schoors en Didier Pacquée... 1

STUDIE (F) CDC-966

Transcriptie:

Liberalisering van de MIDDENKATERN stroom- en gasmarkt in Vlaanderen De EU heeft beslist dat voor de gas- en stroomvoorziening komaf moet worden gemaakt met bestaande monopolies, zoals die bijvoorbeeld in België bestaan voor levering en verdeling. Die beide markten moeten dus aan de aanbodzijde en voor de eindgebruikers worden vrijgemaakt. De lidstaten moeten de Europese regelgeving omzetten in hun nationale wetgeving. In Vlaanderen zullen vanaf 1 juli 2003 alle gas- en elektriciteitsverbruikers vrij hun leverancier kunnen kiezen. In dit middenkatern schetst A&M Magazine een algemeen beeld over de vrijmaking van die Vlaamse elektriciteits- en gasmarkt. In het volgende nummer wordt dit toegepast op de situatie in de bedrijven. SSamen met Ierland en Griekenland heeft België de sterkst geconcentreerde markt voor energieopwekking. Electrabel heeft een marktaandeel van + 91,1%, samen met nummer twee SPE loopt dit op tot 97,6%. In Finland is de concurrentie het meest uitgesproken: de grootste elektriciteitsproducent bestrijkt er 23,3% van de markt. Stroom en gas: opgewekt tot bij de verbruiker Elektriciteit kan zowat overal worden opgewekt, maar niet gelijk waar opgeslagen. De energieomzetting in een klassieke thermische centrale verloopt grosso modo als volgt: brandstof (steenkool, gas, ook nucleaire splijtstof...) wordt eerst omgezet in warmte, vervolgens in mechanische energie en daarna in elektriciteit. Stroom wordt verspreid onder hoog- of laagspanning over netwerken van kabels. Elektriciteit wordt in eigen land opgewekt of ingevoerd uit het buitenland. In 2000 bijvoorbeeld bedroeg de bruto elektriciteitsproductie in België 83.894 GWh. 57,4% hiervan werd opgewekt in kerncentrales, de klassieke warmtecentrales leverden 40,6% (vaste brandstoffen 15,4%, gasachtige brandstoffen 22,8%, vloeibare brandstoffen 1,0% en recuperatiestoom 1,4%) en de overige 2,0% werd gegenereerd door pompcentrales, waterkracht en hernieuwbare energie. Ons land voerde in 2000 ook stroom (uit Frankrijk) in, 4.326 GWh of 4,9% van de bruto stroomproductie. Elektriciteit wordt vervoerd onder hoogspanning, en vervolgens verdeeld (distributie) onder laagspanning. Gas daarentegen kan wel worden opgeslagen, maar niet eender waar worden gewonnen. Gas wordt onder druk verspreid via pijpleidingen. Gas voeren we in uit gasvelden in Europa en Noord- Afrika. In 2000 bijv. voerde ons land in totaal 646.460 Terra Joule aardgas in uit Algerije (26,8%), Nederland (33,3%), Noorwegen (33,3%) Duitsland (2%) en andere Europese landen (4,6%). Het geïmporteerde gas wordt opgeslagen. Gas wordt onder hoge druk vervoerd, en verder verdeeld onder lage druk. Waarom stroom en gas vrijmaken? Gas en stroom vallen onder een aparte regelgeving, op Europees, Belgisch en gewestelijk vlak. De Belgische federale overheid is verantwoordelijk voor productie, import, opslag en transmissie of transport. De Vlaamse gewestelijke overheid is verantwoordelijk voor distributie en verkoop of levering. Verder is de Vlaamse overheid ook bevoegd voor rationeel energiegebruik (REG) en productie via hernieuwbare energiebronnen. De drijfveren van de EU bij de liberalisering van de gas- en stroommarkt, zijn tweeërlei. Enerzijds vrije concurrentie tussen producenten, importeurs en leveranciers. Voor transport en distributie mogen de monopolies wel blijven: niemand heeft immers graag een wildgroei van hoog- en laagspanningsmasten en pijpleidingen afkomstig van individuele producenten, leveranciers. Anderzijds moeten bedrijven die op verschillende segmenten van de gas -of elektriciteitsmarkt actief zijn, deze activiteiten boekhoudkundig ontkoppelen, om concurrentieverstoring of vervalsing te vermijden. Bedrijven die zowel netbeheerder als verkoper zijn, zouden zichzelf anders kunnen bevoordelen. Beheerders van het distributienet zouden middelen uit deze activiteit kunnen doorsluizen naar hun verkoopsactiviteit en een concurrentievoordeel zouden halen uit het scherper stellen van hun prijzen. De Vlaamse elektriciteits- en aardgasmarkt zullen gelijktijdig volledig worden opengesteld voor concurrentie. Dergelijke timing heeft meerdere voordelen. Netbeheerders kunnen op hetzelfde moment de meterstand van gas en elektriciteit opnemen en hun klanten aan een leverancier naar keuze overdragen. Leveranciers kunnen hun klanten combinaties van gas- en stroomleveringen aanbieden, en kosten (communicatie, marketing) besparen. Eindgebruikers zullen op hetzelfde ogenblik hun leverancier van aardgas en elektriciteit vrij kunnen kiezen. 15

toestaan), ecologische motieven (zoals het stimuleren van rationeel energiegebruik en duurzame energieproductie) en ook meer strategische overwegingen (bevoorradingszekerheid van de eindverbruiker). 16 REGELGEVING Het liberaliseringsverhaal is uiterst complex. Vooreerst spelen verschillende wetgevers een rol: er is een combinatie van Europese, Belgische en Vlaamse wetgeving. Aan de basis van de vrijmaking van de elektriciteits- en aardgasmarkt liggen twee Europese richtlijnen: een voor elektriciteit (RL 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad, 19/12/1996 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit) en een voor aardgas (RL 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad, 22/6/1998 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas). De EU-lidstaten moeten zelf kunnen kiezen op welke manier zij de toegang tot hun monopolieinfrastructuur regelen. De EU-richtlijnen hebben eveneens een verplichting van openbare dienst ingebouwd. Dit houdt in dat een volledige vrije concurrentie door lidstaten kan worden beperkt, gecorrigeerd op basis van sociale principes (bijvoorbeeld wanbetalers een minimale levering De Belgische federale overheid heeft deze Europese richtlijnen inmiddels in nationale wetgeving vertaald. De wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en de wet betreffende de organisatie van de aardgasmarkt en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten werden beide goedgekeurd op 9 april 1999. De federale overheid is bevoegd voor o.a. de organisatie van het transport, de toekenning van vergunningen voor productie-installaties, en voor de structuur van de nettarieven voor transport- en distributie. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) moet toezien op een eerlijke concurrentie. De CREG is het federaal autonoom organisme voor de regulering van de gas- en de elektriciteitsmarkt in België. De CREG heeft een dubbele opdracht: raadgever van de overheid en een algemene toezichts- en controletaak op de toepassing van de regelgeving voor elektriciteit en gas. Vanaf 1 juli 2003 neemt de CREG de bevoegdheden van het Controlecomité voor de Elektriciteit en Gas (CCEG) over, waaronder het bepalen van de prijzen voor gas en electriciteit voor heel België. Het CCEG wordt dan ook opgedoekt. Ook de gewesten hebben bevoegdheden In Vlaanderen is een en ander vastgelegd in het elektriciteitsdecreet (17/7/2000, decreet houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt) en in het aardgasdecreet (6/7/2001, decreet houdende de organisatie van de gasmarkt). Enerzijds zijn de gewesten bevoegd voor het tempo van de vrijmaking voor de eindgebruikers. Vlaanderen is koploper op dit vlak: vanaf 1 januari 2002 zijn reeds alle eindafnemers van elektriciteit die meer dan 1 GWh per jaar verbruiken vrij in hun keuze van elektriciteitsleverancier. Op 1 januari 2003 komen hier de eindafnemers bij met een aansluitvermogen op het distributienet van meer dan of gelijk aan 56 kva. Tenslotte zullen ook de kleinverbruikers (de gezinnen) vrij hun stroomleverancier kunnen kiezen vanaf 1 juli 2003, vanaf die datum is de Vlaamse elektriciteitsmarkt dus

volledig vrijgemaakt. Voor de gasmarkt zullen alle eindafnemers die jaarlijks meer dan 1 miljoen Nm 3 aardgas verbruiken vanaf 1 januari 2003 vrij hun aardgasleverancier kunnen kiezen. De volledige vrijmaking van de Vlaamse aardgasmarkt (dus ook voor de kleinverbruikers) is voorzien op 1 juli 2003. Vanaf die datum zullen dus zowel de elektriciteitsals de gasmarkt in het Vlaamse Gewest volledig vrijgemaakt zijn. In het Waalse gewest (Waals elektriciteitsdecreet van 12 april 2001) is voorzien dat de stroomverbruikers van meer dan 10 GWh per jaar vrij hun leverancier kunnen kiezen vanaf 1 januari 2003. De hoogspanningsafnemers moeten nog geduld oefenen tot 1 januari 2005. Voor de totale liberalisering (inclusief de gezinnen) is nog geen datum voorzien. Het Brussels hoofdstedelijk gewest (ordonnantie van 19 juli 2001) stelt 1 januari 2007 voorop als streefdatum voor totale vrijmaking van de elektriciteitsmarkt. De hoogspanningsafnemers kunnen vrij hun stroomleverancier kiezen vanaf 1 januari 2005, de gezinnen vanaf 1 januari 2007. Wat de liberalisering van de aardgasmarkt betreft, zou enkel Vlaanderen reeds de nodige (eerste) stappen hebben gezet. Anderzijds zijn de gewesten ook bevoegd voor het organiseren van de distributie van gas en stroom. Netbeheerders moeten onafhankelijk zijn, en worden aangesteld door de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). De VREG werd opgericht om toe te zien op de correcte werking van de elektriciteits- en gasmarkt in Vlaanderen. Net zoals de CREG heeft de VREG een dubbele opdracht: advies geven aan de overheid en toezicht en controle uitoefenen op de organisatie en de werking van de Vlaamse elektriciteits- en gasmarkt. Tenslotte zijn de gewestelijke overheden ook bevoegd voor het opleggen van verplichtingen van openbare dienst 1. De Vlaamse regering keurde in dit verband uitvoeringsbesluiten bij haar stroom- en gasdecreten goed over de gratis levering van elektriciteit (Besluit Vlaamse regering 19/10/2001 houdende het gratis vervoer en de gratis levering van een hoeveelheid elektriciteit als sociale openbaredienstverplichting), en over de productie en het gebruik van groene stroom (Besluit Vlaamse regering 28/9/2001 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen). Binnenkort zal ook een besluit verschijnen over de sociale openbare dienstverlening (zie http://www.vreg.be). Bevoegdheidsafbakening tussen federale en gewestelijke overheden is niet altijd even duidelijk 2 Bijvoorbeeld op het vlak van transportbeheer, tarieven (prijsbepaling) en tariefstructuur komt de complexiteit van de Belgische staatshervorming tot uiting. - Transportbeheer: de federale overheid, die bevoegd is voor de organisatie van het transport, heeft de scheiding tussen distributie (een gewestelijke bevoegdheid) en transport vastgelegd op 70 kv. Netbeheerder Elia (tot voor kort CPTE; zie verder) blijkt ook netten te beheren tot 30 kv, zodat dit bedrijf onder maar liefst vier bevoegdheden ressorteert (federale en drie gewestelijke overheden). - Tarieven: zolang de markt niet vrij is, blijft de federale overheid bevoegd voor het bepalen van de prijzen. Dit valt onder het Controlecomité voor Gas en Elektriciteit (CCEG). De gewesten kunnen openbare dienstverplichtingen opleggen, die van start gaan zodra de elektriciteitsmarkt volledig vrij is. Vlaams energieminister Stevaert heeft hier (handig) op ingespeeld met de verplichting aan de netbeheerders om gratis 100 kwh per gezin en 100 kwh per persoon te leveren (Besluit Vlaamse regering 19/10/2001). Hiermee komt hij in het vaarwater terecht van federaal staatssecretaris voor Energie Deleuze, die hem inmenging in het federale prijzenbeleid aanwrijft. - Tarievenbeleid: de gewesten zijn bevoegd voor het organiseren van de distributie, maar het is de federale overheid die de structuur van de tarieven bepaalt die de transport- en distributienetbeheerders mogen aanrekenen aan wie van hun net gebruikmaakt. MARKTSPELERS EN NETBEHEERDERS Bij het energiegebeuren zijn publieke en private spelers betrokken, elk met een eigen taak. De rol van de overheid bestaat er o.a. in de vrije mededinging te verzekeren en de openbare dienstverlening te waarborgen. Zo is de federale overheid bevoegd voor de aanduiding van netbeheerders van het elektriciteitstransmissienet en het gasvervoersnet 17

18 Groenestroomcertificaten en duiden de gewesten, via de VREG als Vlaamse regulator, de beheerders aan van de distributienetten voor gas- en elektriciteit. De overheid is niet alleen regulator maar ook marktspeler, als koper (gemeenten en OCMW s) en verkoper (de gemeenten participeren immers in Electrabel, Electrabel Customer Solutions, Luminus, SPE; zie verder) van stroom en gas. Bedrijven nemen uiteraard deel uit commerciële betrachtingen (winst maken). Om de liberalisering van de gas- en stroommarkt te kunnen inschatten, is enig zicht op de zogenaamde bedrijfskolom van elektriciteit en aardgas op zijn plaats. Het gaat hier over de productie en invoer, het transport, de distributie en de verkoop van beide energiedragers. Tegen 2010 wil de Vlaamse overheid 5% van de in Vlaanderen verhandelde elektriciteit zien voortkomen uit duurzame energieopwekking. In dit verband ziet zij groenestroomcertificaten als een openbaredienstverplichting. Zo moeten verkopers van elektriciteit (die over een leveringsvergunning moeten beschikken) jaarlijks een bepaald percentage groene stroom produceren of aankopen: minstens 1,4% in 2002, 2% in 2003, 3% in 2004, en 5% in 2010. Het programmadecreet zal evenwel bepaalde van deze percentages binnenkort wijzigen. Netbeheerders zijn wettelijk verplicht deze groene stroom gratis te vervoeren. De kostprijs hiervoor zal worden doorgerekend in het tarief voor het vervoer van klassiek opgewekte elektriciteit. Groene stroom komt voort uit hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie, waterkracht, getijdenenergie, geothermie, biogas, dierlijke mest, biomassa, enzovoort. Groenestroomproducenten, die door de VREG worden erkend, krijgen van deze Vlaamse regulator jaarlijks een hoeveelheid groenestroomcertificaten, meer bepaald 1 certificaat per 1000 kwh. Op 1 augustus 2002 hadden reeds 17 producenten hun erkenning op zak.(zie http: //www.vreg.be). Producenten kunnen deze groenestroomcertificaten verkopen aan de elektriciteitsleveranciers, die op hun beurt op het einde van het jaar aan de VREG de nodige certificaten moeten kunnen voorleggen. Kunnen ze dat niet, dan moeten ze een boete betalen. De boete stijgt de volgende jaren gradueel en kan maximaal 125 euro per ontbrekend certificaat bedragen. De Vlaamse regering werkt aan een besluit dat een systeem van warmtekrachtcertificaten regelt (vergelijkbaar met het principe van de groenestroomcertificaten, behalve dat certificaten worden uitgereikt overeenkomstig de bespaarde energie). Het Aardgasdecreet voorziet bovendien de mogelijkheid om dit systeem aan te vullen met groenewarmtecertifi c ate n. Hiermee kan een producent aantonen dat hij in een zeker jaar een bepaalde hoeveelheid groene warmte - warmte, geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen - uitgedrukt in kwh heeft opgewekt. Productie en invoer van elektriciteit In België zijn er drie types van elektriciteitsproducenten actief: nutsbedrijven, autoproducenten en autonome stroomopwekkers. Het leeuwendeel van de markt is in handen van de nutsbedrijven (97,9%). Daarvan is ongeveer 91,5% in handen van privé-onderneming Electrabel en +8,5% zit bij de publieke producent SPE. Beide zijn sinds 1995 verenigd in de Coördinatie van Productie en Transport van Elektrische Energie (CPTE). Een aantal kleinere installaties, voor warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie, zijn hoofdzakelijk in handen van distributienetbeheerders. Zelfproducenten, vooral in de chemie en de metallurgie, wekken stroom op voor eigen gebruik (ongeveer 1,6 % van de Belgische elektriciteitsproductie). Tenslotte zijn er autonome generatoren (0,5%) die het genereren en verkopen van elektriciteit aan derden zien als een nevenactiviteit (bijvoorbeeld afvalverbranding). Er zijn ook stroomuitwisselingen met onze buurlanden. Zo voert België netto stroom in uit Frankrijk en exporteert ons land netto elektriciteit naar Nederland en Luxemburg. Het gaat hier voor een groot deel over transitbewegingen, nl. stroom die van het Belgisch transportnet gebruikmaakt om van bijv. Frankrijk naar Nederland te geraken. Invoer van aardgas Voor onze gasvoorziening is België volledig op invoer aangewezen. Distrigas zorgt voor deze invoer (99,9%). Publigas, dat voor 100% in handen is van de Belgische intercommunales (zuivere en gemengde), is voor 25% aandeelhouder van Distrigas. Zowel voor stroom als voor gas is er op het terrein (nog steeds) een monopolie qua productie en/of invoer. Ondanks de (theoretische) vrijmaking van de markt voor beide energiedragers. Transport van elektriciteit over het transmissienet en vervoer van gas via het vervoernet Het transmissienet, dit is het elektriciteitsnet met een spanning van meer dan 70 kv (hoogspanning), dient voor het vervoer van elektriciteit en valt onder de federale bevoegdheid. Het vervoernet, gebruikt voor het vervoer van aardgas, ressorteert eveneens onder de federale bevoegdheid. Op 13 september 2002 heeft de federale ministerraad Elia NV System Operator (ESO) aangeduid als beheerder van het Belgische transmissienet voor een periode van 20 jaar. Als netbeheerder heeft ESO drie hoofdtaken. Als vervoerder moet het een goed onderhouden hoog-

spanningsnet ter beschikking stellen dat beantwoordt aan de noden van de markt, en elektrische installaties op dit net aansluiten. Als systeembeheerder moet ESO ondersteunende diensten aanbieden om het vervoer van elektriciteit mogelijk te maken en moet het de elektriciteitsstromen permanent bewaken om de bedrijfszekere werking van het net en de kwaliteit van de stroom te garanderen. Als marktfacilitator moet ESO het net openstellen en initiatieven nemen om de vrije markt te bevorderen. Tot voor kort was het hoogspanningsnet voor elektriciteit volledig in handen van CPTE. Om ook andere marktspelers toe te laten zoals de marktopening vereist (o.a. verplichte scheiding tussen netbeheer aan de ene kant en verkoop en productie anderzijds), werden de netbeheersactiviteiten van Electrabel en CPTE in één organisatie ondergebracht. Elia nv werd op 28 juni 2001 opgericht door CPTE, Electrabel en Publi-T 3. Elia beheert sindsdien alle Belgische hoogspanningslijnen van 380 kv en de meeste verbindingen met een spanning tussen 30 en 220 kv. De huidige Elia-aandeelhouders, Electrabel en SPE, hebben met de federale overheid een overeenkomst bereikt over de toekomstige aandeelhoudersstructuur: Electrabel en SPE zouden in een eerste stap hun participatie tot 70% moeten beperken om binnen twee jaar op 30% te komen, 40% van de Elia-aandelen zou naar de beurs gaan, en de overige 30% zou in handen komen van Publi-T, waarmee de gemeenten een instap in de hoogspanning krijgen. SPE en Electrabel nv voeren trouwens al geruime tijd besprekingen over hoe een einde kan worden gesteld aan de samenwerkingsovereenkomst, zodat elk zijn onafhankelijkheid terugkrijgt. Aardgastransport Tot voor kort was de transportinfrastructuur voor gas in handen van Distrigas. Op 30 november 2001 splitste Distrigas op in twee aparte bedrijven: Fluxys, verantwoordelijk voor het beheer van de transportinfrastructuur, en Distrigas, dat instaat voor trading en invoer van aardgas (een commercieel bedrijf dus). De aandeelhouders van Fluxys en Distrigas zijn dezelfde, zodat ook de gemeenten via Publigas meebeheren. Voor het vervoernet van aardgas wordt geen netbeheerder aangewezen omdat er voor aardgas geen vervoernetmonopolie is. Distributie Distributie betekent het vervoer van aardgas en elektriciteit langs distributienetten met het oog op de levering ervan aan afnemers 4. Stroomdistributie De Belgische elektriciteit bestaat voor twee derde uit hoogspanning die gaat naar grote klanten en een derde laagspanning voor de kleine klanten. De distributie van laagspanning voor kleinverbruikers (gezinnen, kleinere bedrijven en instellingen) is in handen van de lokale overheid. De gemeenten brengen bepaalde nutsvoorzieningen (distributie van elektriciteit, aardgas, kabel) in intercommunales onder. Bij de gemengde intercommunales bezit Electrabel minstens 50% van het distributienet. De openbare besturen zijn de enige eigenaar bij de zuivere intercommunales en vaak hebben zij aandelen in SPE. Sommige gemeenten hebben hun nutsvoorzieningen ondergebracht in een gemeentelijke regie. De intercommunales verkopen 60% van de verbruikte stroom, alle laagspanning en ongeveer 40% van de hoogspanning. Electrabel en SPE leveren 40% van de stroom rechtstreeks aan grote bedrijven, die zelf in zo n 5% van hun elektriciteitsbehoefte voorzien. Tot op heden zijn de intercommunales en de gemeentelijke regieën (Izegem, Merksplas, Antwerps havenbedrijf, Essen 5 ) tegelijk beheerder van het distributienet voor gas en elektriciteit én verkoper van stroom en aardgas aan de eindverbruikers. Vanaf 1 juli 2003 zullen de huidige intercommunales enkel nog mogen optreden als netbeheerders voor elektriciteit en voor gas. In Vlaanderen werd Elia System Operator op 5 september 2002 door de VREG aangeduid als distributienetbeheerder voor netten van 70 tot en met 26 kv. De zuivere intercommunales, de gemeentelijke regieën en de gemengde intercommunales kregen eveneens in september 2002 door de VREG het beheer over het distributienet van het grondgebied waar zij actief zijn voor een (hernieuwbare) periode van twaalf jaar toegewezen. Voor de meeste zuivere intercommunales is deze toewijzing definitief. De gemengde intercommunales, ESO en enkele zuivere intercommunales moeten zich binnen het jaar (dus voor 5 september 19

2003) in regel stellen met de voorwaarden die de Vlaamse overheid oplegt aan de distributienetbeheerders voor elektriciteit. (Voor een geactualiseerd overzicht in het Vlaamse gewest, zie http:// www.vreg.be). De nieuwe distributienetbeheerders moeten dus aan een aantal eisen voldoen. Deze eisen gaan o.a. over voldoende technische en financiële capaciteit, professionele betrouwbaarheid, eigendoms- of exploitatierecht van het net, beheersmatige en juridische onafhankelijkheid tegenover de producenten, houders van leveringsvergunningen en tussenpersonen. De intercommunales zijn zich momenteel aan deze eisen aan het aanpassen. Voor zuivere intercommunales en gemeentelijke regieën is deze aanpassing redelijk eenvoudig: zij moeten de afsplitsing van hun verkoopactiviteit voorbereiden, en ook stoppen met zelf elektriciteit op te wekken (bijv. windmolens in Zeebrugge). Bij de gemengde intercommunales is de situatie iets complexer, vandaar dat ze nog tot 5 september 2003 de tijd krijgen om aan de gestelde voorwaarden te voldoen. Producenten of houders van een leveringsvergunning mogen maximaal 30% van het kapitaal van de netbeheerder bezitten. Hierdoor zal Electrabel, dat momenteel voor 50 tot 75% in de gemengde intercommunales participeert, op termijn aandelen van de hand moeten doen (verplicht vanaf 5/9/2006; bovendien zal tegen eind 2018 geen enkele participatie van de private sector meer mogelijk zijn volgens het decreet van 6/7/2001 over de intergemeentelijke samenwerking). Verder hebben gemengde intercommunales quasi geen eigen personeel, voor de operationele activiteiten (netbeheer, onderhoud, klantencontacten, etc.) worden Electrabel-personeelsleden ingezet. Volgens de nieuwe regelgeving kan dit niet meer in een geliberaliseerde markt. Als oplossing richt de gemengde sector een hele resem nieuwe vennootschappen op. Electrabel Netmanagement Flanders neemt een deel van de Electrabelpersoneelsleden over, dit is een 100% Electrabeldochter die als aandeelhouder van de gemengde netbeheerders instaat voor de exploitatie en het onderhoud van het net. Voorts het meteringbedrijf Metering cvba, een 100% dochter van alle Belgische gemengde intercommunales. Verder zal GeDIS, een 100% dochter van alle Vlaamse gemengde intercommunales, instaan voor o.a. de boekhouding en contacten met de VREG. Vlaams energieminister Stevaert staat alvast niet afwijzend tegenover deze nieuwe structuur. De operationalisering van deze nieuwe structuur moet zo snel mogelijk en uiterlijk tegen 5 september 2003 rond zijn. Gasdistributie De definitieve aanstelling van de aardgasdistributienetbeheerders dient te gebeuren tegen 18 oktober 2003. In afwachting mikt men op een voorlopig systeem: op 28 oktober 2002 heeft de VREG de huidige intercommunales als voorlopige aardgasnetbeheerder aangeduid. Het Technisch Reglement Distributie Gas, opgesteld door de VREG, legt de principes vast voor het beheer van en de toegang tot het aardgasdistributienet en wordt van kracht op 1 december 2002. Levering Behalve voor zeer grote klanten worden tot op heden gas en elektriciteit geleverd door dezelfde intercommunales of gemeentebedrijven die ook het net beheren. Met de vrijmaking komt er een einde aan de verkoopsactiviteiten van de netbeheerders. Er is wel een overgangsregeling ingebouwd om te vermijden dat de vrijgemaakte klant van de ene op de andere dag zonder gas of stroom komt te zitten. De netbeheerders moeten 20

de klanten uiterlijk twee maanden voor ze in aanmerking komend worden hierop attent maken en een leverancier voorstellen aan wie ze zullen worden overgedragen. Bij klanten die niet reageren, zal dit ook gebeuren. De klant kan uiteraard ook zelf een leverancier kiezen. De netbeheerders zullen hun bevriende leveranciers voorstellen: Luminus voor de zuivere intercommunales en Electrabel Customer Solutions (ECS) voor de gemengde sector. Luminus is een gemengd bedrijf, 50% eigendom van het Britse energiebedrijf Centrica en voor 50% in handen van Publilum, een 100% dochter van - via een aantal tussenholdings - de gemeenten in de zuivere sector. Aandeelhouders van Electrabel Customer Solutions (ECS) zijn de gemeenten via de gemengde intercommunales (+ 40%) en Electrabel (60%). Beide leveranciers zullen zich ontpoppen als verkoopbedrijf van zowel stroom als aardgas. Voor de levering van elektriciteit heeft de VREG aan beide een vergunning afgeleverd. De voorwaarden voor stroomleveranciers zijn vastgelegd in een Besluit van de Vlaamse regering (15/6/2001), om te vermijden dat avonturiers zich op de markt zouden gooien, en na verloop van tijd klanten zonder stroom of gas zouden komen te zitten wegens bevoorradingsproblemen. De voorwaarden gaan o.a. over financiële capaciteit, technische betrouwbaarheid, de mate waarin aan de klantenbehoeften kan worden voldaan, onafhankelijkheid van de netbeheerders. Nog een aantal andere bedrijven hebben eveneens een leveringsvergunning voor elektriciteit van de VREG gekregen. Op 22 oktober 2002 hadden de volgende 15 Belgische en buitenlandse stroomleveranciers een leveringsvergunning op zak: Ecopower, Electrabel, Electrabel Customer Solutions, Elektriciteitsbedrijf Merksplas bvba, Luminus, SPE, Watt Plus uit België; Electricité de France EDF Benelux nv, (Frankrijk), E.ON Belgium nv, Essent Energy Trading bv, Nuon Energy Trade and Wholesale, REMU Levering bv (Nederland); RWE Plus Belgium, RWE Solutions AG(Duitsland) en TotalfinaElf Gas & Power North Europe SA. (zie http://www.vreg.be). begeven. En het Duitse Ruhrgas zou alvast in Brussel een vestiging willen openen. Bij de VREG zijn zes kandidaturen lopend en twee aangekondigd. De leveringsvergunningen zouden rond moeten geraken tegen 1 januari 2003, althans om te kunnen leveren aan de eindafnemers die jaarlijks meer dan 1 miljon Nm3 aardgas verbruiken. Karin Mels 1 Algemeen zijn er drie categorieën van openbaredienstverplichtingen: - verplichtingen op het vlak van universele dienstverlening, zoals investeringen in het distributienet, aansluiting op het net, levering van een minimale hoeveelheid elektriciteit of gas en allerlei sociale maatregelen; - ecologische verplichtingen die verband houden met rationeel energiegebruik, hernieuwbare energiebronnen en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling; - verplichtingen op het vlak van veiligheid en continuïteit van de leveringen van elektriciteit en gas. 2 De Gemeente, juni/juli 2002, p 16 (http://www.vvsg.be) 3 Publi-T werd begin 2001 opgericht en verdedigt de belangen van de intercommunalesaangesloten bij Inter-Regies (koepel zuivere intercommunales) en Intermixt (koepel gemengde intercommunales), van SOCOFE (Société de Financement en matière Energétique), de Vlaamse Energie Holding en de Gemeentelijke Holding. 4 Er zijn bijv. verschillende soorten eindafnemers van elektriciteit: hoogspanningsafnemers (zijn aangesloten op een stroomdistributienet met een spanning groter dan1.000 volt), laagspanningsafnemers (aangesloten op een verdeelnet met een spanning tot en met 1 000 volt) en huishoudelijke eindafnemers (elke persoon die elektriciteit afneemt om te voorzien in zijn persoonlijke behoeften of die van zijn gezin). 5 gaat op in IVEG op 1 maart 2003 De levering van elektriciteit wordt een commerciële activiteit, met concurrentie tussen leveranciers Luminus, ECS en andere. Het verloop zou bovendien groter zijn dan verwacht, zo blijkt uit de eerste ervaringen met vrije professionele klanten. De concurrentie zou ook aanleiding geven tot lagere prijzen. Voor aardgas is de situatie minder duidelijk. Voorlopig is nog geen enkele leverancier erkend. Distrigas, ook Luminus en Electrabel Customer Solutions willen zich als verkoper op de gasmarkt 21