VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE GEWONE ZITTING 2000-2001 BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van VRIJDAG 11 MEI 2001 Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG INHOUD INOVERWEGINGNEMING MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Geneviève Meunier (dopingbestrijding) en antwoord van de heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid; van mevrouw Adelheid Byttebier (loonbarema s voor de diensten "Activiteiten in het dagelijks leven" (ADL) en de medico-pedagogische instellingen (PMI) en antwoord van de heer Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen; van de heer Walter Vandenbossche (Pro Medicis Brussel) en antwoord van de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid. Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Gewone zitting 2000-2001
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 11 MEI 2001 3 Voorzitterschap: mevrouw Marion Lemesre, Ondervoorzitter - De vergadering wordt om 16.45 uur geopend. INOVERWEGINGNEMING De Voorzitter. - Het voorstel van resolutie van de heer Michel Lemaire betreffende het tekort aan verpleegkundigen in het Brussels Gewest wordt inoverweging genomen en naar de commissie voor de Gezondheid verwezen. MONDELINGE VRAGEN Dopingbestrijding Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans).- De Franse Gemeenschap heeft zojuist een decreet goedgekeurd betreffende medische verantwoorde sportbeoefening, dopingverbod en dopingpreventie. Voortaan worden sportlui vóór de competitie preventief onderzocht. De mensen die doping leveren, worden strafrechtelijk gestraft, maar de sportlui niet. Die krijgen een tuchtstraf. Dat decreet zal pas worden toegepast als een Franstalige commissie voor de bevordering van de gezondheid van sportbeoefenaars is opgericht en een aantal uitvoeringsbesluiten zijn uitgevaardigd. Dat decreet geldt alleen voor de leden van sportfederaties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die geacht worden uitsluitend tot de Franse Gemeenschap te behoren. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is als enige bevoegd om die aangelegenheden in verband met sportbeoefenaars te regelen. Die aangelegenheden kunnen niet als monocommunautair worden beschouwd. Waarom heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nog geen soortgelijk voorstel van ordonnantie ingediend, naar het voorbeeld van de andere twee Gemeenschappen? Betekent dit dat de politieke wil ontbreekt of dat het geen prioriteit is? Of is het gewoon een kwestie van tijd en komt die ordonnantie er met enige vertraging? bevoegd voor het Gezondheidsbeleid (in het Frans).- Aangezien de GGC in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als enige bevoegd is om dopingverbod en -preventie te regelen ten aanzien van sportbeoefenaars, sportkringen en sportfederaties die, wegens hun organisatie, niet beschouwd kunnen worden als instellingen die uitsluitend tot één van de gemeenschappen behoren, neemt ze sinds 29 november 1995 deel aan de werkzaamheden van de Coördinatieraad voor medisch verantwoorde sportbeoefening. Die Raad is opgericht in het kader van de samenwerkingsakkoorden van 9 november 1990 en 11 december 1991 betreffende medisch verantwoorde sportbeoefening die de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap hebben gesloten. In die akkoorden verklaren de Gemeenschappen dat ze tot een wederzijdse erkenning van de erkende laboratoria en geneesheren willen komen en dat de vaststellingen en de resultaten van de onderzoeken rechtskracht zullen hebben in de drie Gemeenschappen. Elke Gemeenschap erkent bovendien de sancties die van kracht zijn binnen de andere Gemeenschappen. Die samenwerkingsakkoorden zijn evenwel nog niet door enig decreet bekrachtigd in de respectieve Assemblees. Bovendien werd de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie niet bij de desbetreffende werkzaamheden betrokken. Om ervoor te zorgen dat het samenwerkingsakkoord op het volledige Belgische grondgebied zou kunnen worden toegepast, is de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gevraagd deel te nemen aan de vergaderingen van de Coördinatieraad met het oog op haar toetreding tot een nieuw, nog te sluiten samenwerkingsakkoord. Dit akkoord zal de bestaande akkoorden lichtjes wijzigen en ze in één enkele gecoördineerde tekst gieten. Tevens zullen er samenwerkingsakkoorden worden voorgesteld voor de dopingcontrole bij alle verenigingen en sportbeoefenaars op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De besprekingen betreffende het voornoemde akkoord zijn bijna afgerond. Zodra het akkoord ondertekend is, zal het voor bekrachtiging aan de Verenigde Vergadering worden voorgelegd. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans). - Het decreet is door de Franse en de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd. Alvorens het samenwerkingsakkoord kan worden gesloten, moet de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een ordonnantie goedkeuren. bevoegd voor het Gezondheidsbeleid (in het Frans). - De ordonnantie zal het samenwerkingsakkoord vormen. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans). - Dan zal het door de Franse Gemeenschap goedgekeurde decreet van toepassing zijn voor de onder die Gemeenschap ressorterende organisaties en federaties en zal de ordonnantie van toepassing zijn voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. bevoegd voor het Gezondheidsbeleid (in het Frans). - De tekst zal voor alle Gewesten en Gemeenschappen dezelfde zijn. Mevrouw Geneviève Meunier (in het Frans). - Wanneer mogen wij die tekst verwachten? bevoegd voor het Gezondheidsbeleid (in het Frans). - Ik kan daar geen termijn opplakken, aangezien ik niet alleen beslis. Ik kan u echter wel verzekeren dat wij de grootst mogelijke coherentie nastreven en daartoe met een enkele tekst werken.
4 VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG Loonbarema s voor de diensten "Activiteiten in het dagelijks leven" (ADL) en de medico-pedagogische instellingen (MPI) Mevrouw Adelheid Byttebier.- Ik heb deze vraag al verschillende keren willen stellen, maar door omstandigheden is dat niet gelukt. Gelukkig kan het vandaag wel. Het is een vraag die ons niet onberoerd kan laten. De bicommunautaire sociale sector wordt nog altijd stiefmoederlijk behandeld. De werknemers van de diensten ADL en MPI hebben in maart al verschillende acties gevoerd om de aandacht te vestigen op het intersectorieel akkoord dat afgesloten is tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de GGC, de VGC, de COCOF, de werknemers en de instellingen. Vorige zomer werd afgesproken dat het akkoord moest ingaan op 1 januari 2001. Er werden budgettaire maatregelen ingeschreven om een harmonisering van de barema s van het personeel te bekomen evenals een aanpassing van de eindeloopbaanregeling door een progressieve vermindering van de werktijd. De begroting van de GGC stelt een provisioneel krediet van 39,1 miljoen frank ter beschikking om de kosten van dit nieuwe akkoord te kunnen dekken. Om aan het personeel de voordelen van het akkoord te gunnen, moeten de uitvoeringsbesluiten getekend worden, wat nog altijd niet gebeurd is. Waarom zijn die nog altijd niet getekend en wanneer zal dat gebeuren? Het personeel dat bescheiden vergoed wordt voor een belangrijke sociale opdracht, verdient het om degelijk betaald te worden. bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen.- Op 23 juni 2000 hebben we met de sociale partners een voorakkoord voor de nonprofitsector 2000-2005 gesloten. Dit akkoord werd goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke regering en de Colleges van de COCOF, de GGC en de VGC. Het gaat om een Brussels akkoord waarbij wordt gekozen voor de loonschalen en aanvullende voordelen van het PC 305.01 op 1 juli 2000. Voor de uitvoering van het akkoord moet gestreefd worden naar een zo groot mogelijke harmonisering tussen de GGC en de COCOF. De voornaamste elementen van het akkoord zijn: de omzetting van de loonschalen in de loonschaal van het PC 305.01 en de invoering van deze loonschalen en van de aanvullende voordelen, gespreid over 5 begrotingsjaren; arbeidsduurvermindering met compenserende aanwerving voor het personeel ouder dan 45 jaar, gespreid over 3 jaar; toekenning vanaf 1 januari 2001 van de werkelijke anciënniteit in de nonprofitsector en voor de arbeiders en het administratief en boekhoudkundig personeel in andere sectoren, maar beperkt tot 10 jaar; toekenning van 1% van de loonmassa voor permanente vorming; toekenning van 5 bijkomende verlofdagen. In uitvoering van dit akkoord werd in de begroting van de GGC 2001 een krediet ingeschreven van 39,1 miljoen, te verdelen over de 5 sectoren waarop het akkoord betrekking heeft. Dat er nog geen definitieve beslissingen genomen zijn, heeft te maken met de discussie over de uitvoeringsmodaliteiten, met de onderlinge afstemming tussen de GGC en de COCOF en met de omzetting in wet- en regelgeving. Voor de erkende en gesubsidieerde instellingen betekent dit dat er nog enige onzekerheid blijft bestaan. Het Verenigd College zal alles in het werk stellen om het akkoord integraal uit te voeren, in alle sectoren en met ingang van 1 januari 2001. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Wanneer zal dit een feit zijn? bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen.- De onderhandelingen zijn nog volop bezig. Het probleem is dat de bepalingen in de twee paritaire comités elkaar overkruisen. Verder blijken de bedragen die in de zomer 2000 werden medegedeeld, niet te kloppen. Zo heeft de COCOF sommige sectoren zwaar onderschat. We moeten dus weten welke precieze bedragen nodig zijn om het akkoord uit te voeren. Mevrouw Adelheid Byttebier.- Ik begrijp dat overlappingen moeten vermeden worden. Maar wat het tweede probleem betreft, mag de bicommunautaire sector niet het slachtoffer worden van een chantage door de Cocof. bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen.- De meeste mensen uit de bicommunautaire sector doen het nodige om een oplossing te vinden. Pro Medicis Brussel De heer Walter Vandenbossche.- De taalproblematiek in de Brusselse gezondheidszorg is niet nieuw. Elke patiënt heeft het recht om in zijn eigen taal verzorgd te worden. Nochtans is dit niet altijd mogelijk in onze Brusselse ziekenhuizen. Pro Medicis heeft tot doel Nederlandstalige dokters naar de hoofdstad te lokken. De VUB is te klein om voldoende Nederlandstalige artsen te leveren. Welke stappen heeft het Verenigd College ondernomen om aan deze situatie te verhelpen? Hoe kunnen Vlaamse artsen overtuigd worden om in Brussel te komen werken? Hoever staat het met de uitwisseling van medici over de taalgrens heen? Werd met de door Pro Medicis gevraagde uitzondering op de erkenningsstop van huisarts-stagemeesters voor het Brussels Gewest rekening gehouden? Wat wordt gedaan aan het tekort van Nederlandstalige paramedici? De heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid.- Pro Medicis wordt ondersteund door de VGC en door de Vlaamse minister van Brusselse aangelegenheden. Het project valt dus niet onder de bicommunautaire bevoegdheden. Toch is het Verenigd College bezorgd om het onthaal van de patiënten in de Brusselse bicommunautaire ziekenhuizen. Dat veronderstelt een evenwichtig Franstalig en Nederlandstalig aanbod inzake zorgverlening. Het probleem werd op de agenda geplaatst van de Interministeriële conferentie Volksgezondheid. Een werkgroep Taalproblematiek in de Brusselse ziekenhuizen komt geregeld
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 11 MEI 2001 5 bijeen. Het is de bedoeling dat de conferentie een aantal voorstellen goedkeurt, onder meer de promotie van de uitwisseling van studenten tijdens hun studie geneeskunde of verpleegkunde. Ook wordt voorgesteld dat de MUG s en de diensten 100 hulp verlenen in de taal van de hulpvrager, zonder dat het personeel daarom tweetalig moet zijn. De conferentie gaat ervan uit dat de taalproblematiek moet gezien worden in samenhang met het tekort aan zowel Nederlandstalig als Franstalig personeel, vooral verpleegkundigen. Daarom hebben we een campagne gevoerd om de inschrijving in Brusselse verpleegstersscholen en de aantrekkingskracht van Brussel als werk- en leefomgeving bij jongeren te promoten. We zullen op de Interministeriële conferentie voorstellen het probleem van het tekort aan verpleegkundigen op de agenda te plaatsen. De bevoegdheden om de studie en het beroep aantrekkelijker te maken liggen bij andere dan de Brusselse ministers. Overleg is dus nodig. Wat de overige aspecten betreft, stel ik voor de werkzaamheden in het kader van het project Pro Medicis op de agenda van de VGC te plaatsen. Tot slot kan ik U nog meedelen vanwege de promotoren van het onderzoek dat minister Aelvoet een uitzondering heeft gemaakt voor Brussel inzake de stop op de erkenning van huisartsen-stagemeesters. - De vergadering wordt om 17.15 uur gesloten. - De Verenigde Vergadering gaat tot nadere bijeenroeping uiteen. VERLOFAANVRAGEN EN BERICHTEN VAN VER- HINDERING Verhinderd: mevrouw Amina Derbaki Sbaï, mevrouw Bernadette Wynants, mevrouw Sfia Bouarfa, de heer Fouad Lahssaini, in het buitenland, de heer Mohamed Daïf en mevrouw Bastien, belet.