Rapport. Op het verkeerde been

Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. Rapportnummer: 2014/040

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Rapport over een klacht over IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/090

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Beoordeling. h2>klacht

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Emmen. Datum: 16 juli Rapportnummer: 2013/086

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Datum: 15 november Rapportnummer: 2010/327

Beoordeling. h2>klacht

Een onderzoek naar een klacht over de gang van zaken rond de intrekking van een aanvraag.

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Oordeel

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland.

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het LBIO gegrond. Datum: 24 juli 2017 Rapportnummer: 2017/089

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Een onderzoek naar een onduidelijk instemmingsformulier bij een taakstrafaanbod van het Openbaar Ministerie.

Rapport. Rapport over een klacht over de IND uit Utrecht. Datum: 10 maart Rapportnummer: 2011/089

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde.

Rapport. Eind goed, al goed! Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de Belastingdienst

Rapport. Datum: 27 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/329

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Uitvoering Onderwijs te Groningen. Publicatiedatum: 15 januari Rapportnummer: 2015/010

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/334

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Publicatiedatum: 11 december Rapportnummer: 2014 / /19 3 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 december 2005 Rapportnummer: 2005/397

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/111

Rapport Datum: 2 juli 2012 Rapportnummer: 2012/112

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand.

Rapport. Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 4 november Rapportnummer: 2013/161

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/239

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 10 oktober Rapportnummer: 2012/164

Rapport. Datum: 28 december 2010 Rapportnummer: 2010/370

Rapport. Rapport over een klachtover het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/162

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 28 maart 2001 Rapportnummer: 2001/071

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Geen adres om te arresteren, wel om te informeren

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Rapport over een klacht over het gerechtsdeurwaarderskantoor S. te P. Datum: 17 oktober Rapportnummer: 2012/172

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Belastingdienst stuurt aanmaning direct na vermindering aanslag

Rapport. 8 Een onderzoek naar de informatieverstrekking door Domeinen Roerende Zaken. Datum: 26 mei Rapportnummer: 2014/053

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 14 juli 1998 Rapportnummer: 1998/274

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Den Haag. Datum: 6 maart Rapportnummer: 2014/017

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Rapportnummer: 2011/306

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 30 november Rapportnummer: 2012/192

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: 12 december Rapportnummer: 2011/358

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst Wegverkeer. Datum: 17 december Rapportnummer: 2013/193

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst voor het kadaster en de openbare registers uit Apeldoorn. Datum: 23 mei 2011

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

1. Op 17 november 2009 diende mevrouw S. bij de Nationale ombudsman een klacht in.

Rapport. Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald. Oordeel

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2011/186

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 20 februari Rapportnummer: 2013/012

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/291

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en. Naturalisatiedienst. Publicatiedatum: 24 september 2014

Rapport. De behandeling van een bezwaarschrift. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Transcriptie:

Rapport Op het verkeerde been Een onderzoek naar aanleiding van een klacht over de voorlichting door de gemeente Bloemendaal en de Immigratie-en Naturalisatiedienst bij een naturalisatieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Immigratieen Naturalisatiedienst, dat wordt aangemerkt als een gedraging van de staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, en de gemeente Bloemendaal, dat wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders, gegrond. Datum: 11 februari 2015 Rapportnummer: 2015/31

2 Kader Wanneer iemand Nederlander wil worden via de naturalisatieprocedure, krijgt hij te maken met twee instanties; de gemeente waar hij woonachtig is en de Immigratie -en Naturalisatiedienst (IND). De naturalisatieaanvraag dient bij de gemeente te worden ingediend. De burgemeester van die gemeente stelt dan een advies op dat wordt toegestuurd aan de IND. De IND neemt de uiteindelijke beslissing op het verzoek. Om voor naturalisatie in aanmerking te komen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Eén van deze voorwaarden is - samengevat - dat iemand in de vier jaar voorafgaand aan de aanvraag in Nederland of buiten Nederland geen gevangenisstraf, taakstraf of hoge geldboete heeft gekregen of betaald vanwege een misdrijf. Dit wordt de zogenaamde "vierjaarstermijn" genoemd. Wat is er gebeurd? Verzoeker wilde zich laten naturaliseren tot Nederlander en meldde zich in 2013 bij de gemeente Bloemendaal om daartoe een verzoek in te dienen. Na bestudering van zijn gegevens werd hem geadviseerd om te wachten tot januari 2014, omdat hij in 2009 was veroordeeld tot betaling van een geldboete wegens het rijden onder invloed. Deze veroordeling zou dan niet meer in de weg staan aan een naturalisatieverzoek, omdat er dan vier jaren waren verstreken. Verzoeker diende vervolgens op 24 januari 2014 een aanvraag in bij de gemeente Bloemendaal en moest hiervoor 831,- aan legeskosten betalen. De gemeente stelde een advies op voor de IND. Het naturalisatieverzoek werd uiteindelijk door de IND afgewezen, omdat verzoeker de geldboete waartoe hij in 2009 was veroordeeld, pas in 2012 had betaald. Verzoeker was er niet van op de hoogte dat de "vierjaarstermijn" wordt berekend vanaf het moment dat de boete daadwerkelijk is betaald, en niet vanaf het moment dat het vonnis onherroepelijk is geworden. Volgens verzoeker stond dit ook niet vermeld in de voorlichtingsfolder over naturalisatie van de IND, en had de medewerkster die hem aan de balie had geholpen van de gemeente Bloemendaal hem hier ook, ten onrechte, niet op gewezen. Klacht Verzoeker klaagt er over dat hij door de gemeenteambtenaar van de gemeente Bloemendaal en door de Immigratie-en Naturalisatiedienst onjuist dan wel onvolledig is voorgelicht over een voorwaarde waaraan hij moest voldoen in het kader van zijn naturalisatieverzoek. Verzoeker diende een klacht in bij zowel de gemeente Bloemendaal als de IND. Beide verklaarden zijn klachten ongegrond, met als voornaamste argument dat verzoeker het " model 2.3. Verklaring verblijf en gedrag" (hierna: Verklaring verblijf en gedrag) waarin staat opgenomen dat hij de afgelopen vier jaren geen geldboete heeft betaald, had ondertekend.

3 Verzoeker kon zich niet in deze standpunten vinden en wendde zich tot de Nationale ombudsman. BEVINDINGEN Verklaring verblijf en gedrag Bij de aanvraag tot een naturalisatieverzoek, dient een "model 2.3. Verklaring verblijf en gedrag" te worden ondertekend door de aanvrager. In deze verklaring verklaart de aanvrager kort gezegd over onder meer zijn strafrechtelijk verleden en zijn verplichting (hieromtrent) juiste informatie te verschaffen. In de verklaring staat, voor zover relevant voor dit rapport, het volgende opgenomen: Ik verklaar dat: a. ik in de vier jaren direct voorafgaand aan dit verzoek om (mede)naturalisatie nooit vanwege het plegen van een misdrijf in of buiten Nederland - ( ) een geldboete heb moeten betalen van 453,78 of meer ( ) Ondertekening Aldus naar waarheid ingevuld (plaats)(datum). (handtekening (mede)verzoeker) Voorlichting IND De IND heeft een voorlichtingsfolder genaamd "hoe kunt u Nederlander worden" waarin duidelijkheid wordt gegeven wat iemand moet doen om de Nederlandse Nationaliteit te verkrijgen. In deze folder staat op pagina 6 onder punt 5 het volgende voor zover relevant vermeld. ' U hebt de laatste 4 jaar in Nederland of buiten Nederland geen gevangenisstraf, leer- of werkstraf of hoge geldboete gekregen vanwege een misdrijf.., Op de website van de IND staat bij het overzicht van de voorwaarden waaraan iemand moet voldoen die Nederlander wil wordt het volgende: ' U hebt de laatste 4 jaar geen gevangenisstraf uitgezeten, leer-of taakstraf of hoge geldboete betaald of opgelegd gekregen '

4 Visie verzoeker Verzoeker gaf aan dat hij zich op zijn aanvraag had voorbereid door de brochure "Hoe kunt u Nederlander worden?" van de IND door te nemen en uit te gaan van de informatie die daarin stond opgenomen. Verzoeker liet dan ook weten dat bij hem het gerechtvaardigde vertrouwen was ontstaan op basis van de informatie uit de folder van de IND en de afhandeling van de gemeente Bloemendaal, dat zijn verzoek zou worden ingewilligd. De voorwaarde dat de "vierjaarstermijn" pas in gaat op het moment dat de boete van de veroordeling volledig is betaald staat niet in de folder vermeld. Volgens verzoeker was het voorts bij de gemeenteambtenaar bekend dat hij in 2009 veroordeeld was tot het betalen van een geldboete. Immers, de gemeenteambtenaar had hem zelfs in 2013 geadviseerd om in 2014 terug te komen omdat dan zijn naturalisatieverzoek pas kans van slagen had. Deze gemeenteambtenaar had toen niet, en ook in 2014 niet, gevraagd wanneer de boete was betaald. Verzoeker had hier zelf inderdaad geen opmerking over gemaakt, omdat hij dacht dat het niet van belang was. Nu het moment van betalen van de boete kennelijk het uitgangspunt is, had het wel op de weg van de gemeenteambtenaar gelegen om door te vragen dan wel hem hierover voor te lichten. Verzoeker liet voorts weten dat hij inderdaad de Verklaring verblijf en gedrag had ondertekend. Volgens verzoeker staat de Verklaring verblijf en gedrag vol met algemeenheden en was hem de vraag over of hij in de vier jaren voorafgaand aan het verzoek een geldboete had betaald van 453,78 niet (geheel) duidelijk geweest. Hij bracht nog naar voren dat de zin " ( ) een geldboete heb moeten betalen van ( )" in de Verklaring verblijf en gedrag dubbelzinnig was en volgens hem verwees naar het opleggen een geldboete, en niet naar het voldoen van de geldboete. Verzoeker was van mening dat het ondertekenen van de verklaring hem niet tegen kon worden geworpen, nu deze verklaring dubbelzinnig was en hij de Nederlandse taal niet dusdanig machtig was dat hij dit allemaal zou moeten kunnen ontcijferen. Standpunt het college van burgemeester en wethouders Bloemendaal Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) liet weten de klacht van verzoeker ongegrond te achten. Verzoeker had zich op enig moment gemeld bij de gemeente om een aanvraag in te dienen. De gemeenteambtenaar heeft toen gegevens opgevraagd en daaruit bleek dat verzoeker diverse overtredingen had begaan waardoor een aanvraag tot naturalisatie op dat moment geen positief resultaat zou opleveren. Met de informatie van politie en justitie kon hij op zijn vroegst in 2014 een aanvraag indienen. Verzoeker is in 2014 teruggekomen. De gemeenteambtenaar was inmiddels niet meer bevoegd om informatie op te vragen bij politie en justitie. Deze bevoegdheid was in de tussentijd overgegaan naar de IND. De gemeenteambtenaar is daardoor afhankelijk van de informatie die de aanvrager hierover verstrekt. Van de gemeenteambtenaar wordt gevraagd een aanvrager goed te informeren over het belang van de te ondertekenen Verklaring verblijf en gedrag en de aanvrager ervan op de hoogte te brengen dat de IND alsnog de gegevens opvraagt en toetst.

5 Verzoeker meldde bij het indienen van zijn verzoek in 2014 niet dat hij een boete had betaald in 2012. Indien dit wel was gemeld door verzoeker, dan was hij er op geattendeerd dat het moment van betaling van belang was voor het ingaan van de "vierjaarstermijn", aldus het college. Omdat verzoeker de Verklaring verblijf en gedrag had ondertekend zag de gemeenteambtenaar geen aanleiding om verzoeker voor te lichten over de "vierjaarstermijn". Het college gaf desgevraagd aan dat drie medewerkers van zijn gemeente de naturalisatieverzoeken in zijn gemeente behandelen. Deze medewerkers zijn hiertoe specifiek opgeleid. De punten op de Verklaring verblijf en gedrag worden niet mondeling met de aanvrager doorgenomen, aldus het college. Wel wordt er uitdrukkelijk gewezen op het belang van het zorgvuldig doorlezen en wordt er met nadruk gevraagd of de betrokkene alle punten goed heeft begrepen. Zo niet dan worden de niet begrepen punten nader toegelicht. Dit is aan verzoeker ook gevraagd en hij heeft aangegeven dat de volledige verklaring hem duidelijk was, aldus het college. Standpunt staatssecretaris van Veiligheid en Justitie In reactie op het onderzoek van liet de staatssecretaris weten dat er inderdaad een discrepantie bestaat tussen de informatie in de folder van de IND en de informatie op de website van de IND omtrent het onderwerp Naturalisatie. De informatie in de folder was onvolledig. Er viel echter niet meer te achterhalen wat de oorzaak hiervan was. De staatssecretaris liet weten dat de folder op dit specifieke punt werd aangepast, en dat de juiste tekst van de folder op 1 januari 2015 zou worden gepubliceerd op de website van de IND. Overigens liet de staatssecretaris weten dat de onvolledige informatie niet leidde tot enige actie in de richting van verzoeker, nu verzoeker de Verklaring verblijf en gedrag had ondertekend. In deze verklaring wordt specifiek gemeld dat het er om gaat dat er in de afgelopen vier jaar geen geldboete van 453,78 of meer is betaald. Verzoeker had dan ook op de hoogte kunnen en moeten zijn van de voorwaarden die op dit specifieke punt werden gesteld, aldus de staatssecretaris. De staatssecretaris voegde hier nog aan toe dat in zijn algemeenheid geldt dat de voorlichtende taak van de IND onbelemmerd moet kunnen worden vervuld, waardoor het risico van onjuiste voorlichting in de regel voor rekening van de betrokkene komt. Hoewel de folders van de IND met de grootste zorg worden samengesteld, bestaat helaas de mogelijkheid dat niet alle informatie in die folders volledig is. Mede daarom staat op de achterkant van de betreffende folder dat er geen rechten ontleend kunnen worden aan de inhoud ervan. BEOORDELING Het vereiste van goede informatieverstrekking houdt in dat de overheid ervoor zorgt dat de burger de juiste informatie krijgt en dat deze informatie klopt en volledig en duidelijk is. Zij verstrekt niet alleen informatie als de burger erom vraagt, maar ook uit zichzelf.

6 De Nationale ombudsman is het met de staatssecretaris en het college eens dat wanneer een burger een verklaring ondertekent waarin hij aangeeft dat bepaalde feiten zich wel of niet hebben voorgedaan, de burger hier aan kan worden gehouden. Echter de verklaring die verzoeker heeft getekend is zo dubbelzinnig geformuleerd dat het heel goed denkbaar is dat ook iemand die de Nederlandse taal wél goed beheerst, daaruit opmaakt dat het tijdstip van oplegging van de boete bepalend is en niet het tijdstip van betaling van de boete. Er staat immers "in de vier jaren voorafgaand ( ) heb moeten betalen" en niet "in de vier jaren voorafgaand ( ) heb betaald". Verzoeker had zich voorbereid op zijn naturalisatieaanvraag in 2014. Hij was er bij een eerdere aanvraag door een gemeenteambtenaar op gewezen dat zijn aanvraag pas in 2014 een positief resultaat zou hebben omdat hij in 2009 een geldboete opgelegd had gekregen en hij had de folder van de IND over dit onderwerp gelezen. De Nationale ombudsman stelt met de staatssecretaris vast dat de informatie in de folder van de IND onvolledig was. Folders van de overheid die belangrijke informatie bevatten over de rechten en plichten van burgers dienen juist, volledig en duidelijk te zijn. Of daaraan al dan niet rechten kunnen worden ontleend is vanuit het oogpunt van behoorlijkheid niet relevant. Daarnaast is van oordeel dat het in alle redelijkheid van een gemeenteambtenaar die een naturalisatieaanvraag behandelt mag worden verwacht dat hij bij de aanvrager verifieert wanneer een in dit geval opgelegde geldboete daadwerkelijk door de aanvrager is betaald. Immers, de betaling is het moment dat de vierjaarstermijn zijn aanvang neemt, waardoor dit een wezenlijke vraag is bij het indienen van een naturalisatieverzoek. De dubbelzinnige tekst van de door verzoeker getekende verklaring, de onjuiste of onvolledige informatie in de folder van de IND en het feit dat de gemeenteambtenaar in 2014 geen opmerking maakte dan wel vraag stelde over wanneer verzoeker de aan hem opgelegde geldboete had betaald, maakten dat verzoeker uitging van de verkeerde veronderstelling, namelijk dat de vierjaarstermijn in zou gaan vanaf het moment dat de geldboete werd opgelegd Er is door de IND en het college van de gemeente Bloemendaal dan ook in strijd gehandeld met het vereiste van goede informatieverstrekking. De onderzochte gedragingen zijn niet behoorlijk. De Nationale ombudsman is daarom van oordeel dat de gevolgen van het te vroeg indienen door verzoeker van zijn naturalisatieverzoek niet geheel voor zijn rekening kunnen komen. De Nationale ombudsman ziet aanleiding tot het doen van twee aanbevelingen. CONCLUSIE De klacht van verzoeker over de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en het college van de gemeente Bloemendaal is gegrond ten aanzien van het geven van onjuiste en

7 onvolledige voorlichting, wegens het in strijd handelen met het vereiste van goede informatieverstrekking. INSTEMMING De Nationale ombudsman heeft er met instemming van kennis genomen dat de folder "Hoe kunt u Nederlander worden?" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst inmiddels inhoudelijk is aangepast. AANBEVELING De Nationale ombudsman beveelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de tekst van "Model 2.3 Verklaring verblijf en gedrag" aan te passen aldus dat de woorden "heb moeten betalen" worden gewijzigd in "betaald of opgelegd gekregen". De Nationale ombudsman beveelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie én het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal aan een passend financieel gebaar in de richting van verzoeker te maken. De Nationale ombudsman, mr. F.J.W.M. van Dooren, waarnemend ombudsman