54 Jeugdhulp. Aan de orde is het VAO Jeugdhulp (AO d.d. 30/06).

Vergelijkbare documenten
Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

29 Decentralisatie Jeugdhulp

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

11 Wet langdurige zorg (Wlz)

Aan de orde is het VAO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en arbeidsomstandigheden in Bangladesh (AO d.d. 19/09).

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

constaterende dat het adviescollege regeldruk, Actal, heeft geconstateerd dat de kinderopvangsector lijdt onder een hoge mate van regeldruk;

13 Dementie. Aan de orde is het VAO Dementie (AO d.d. 07/06). De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van VWS welkom.

11 Decentralisatie Wmo/Wlz

11 Zorg voor ernstig zieke kinderen

8 Wlz. Aan de orde is het VAO Wlz (AO d.d. 24/11).

6 Decentralisatie jeugdzorg

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

8 Kinderopvang. Aan de orde is het VAO Kinderopvang (AO d.d. 12/04).

30 Ouderenmishandeling

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over het Deltaplan Dementie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MOTIE VAN TIET LID SIDERIUS

4 Wijkverpleging. Bij verstek. Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP. Aan de orde is het VAO Wijkverpleging (AO d.d. 14/06).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over arbeidsmarktbeleid.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

8 Jeugdhulp. en gaat over tot de orde van de dag.

constaterende dat voor de Jeugdwet een evaluatie gepland is na drie jaar in plaats van de na de reguliere vijf jaar;

Transities in de zorg voor jeugdigen met een beperking. 4 maart 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10 Armoede-en schuldenbeleid

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

11 Natuurlijke hulpbronnen en conflictgrondstoffen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

3 Voortgang trekkingsrechten pgb

Aan de orde is het VAO Armoede-en schuldenbeleid (AO d.d. 27/11).

1. Onderwerp Ambtshalve verlengen van indicaties zorg in natura gespecialiseerde jeugdhulp 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

7 Decentralisatie Wmo

7 WWB-onderwerpen en Participatiewet

1. Ambitieniveau vernieuwingsagenda brokkelt af

ECSD/U Lbr. 16/074

28 Voortgang trekkingsrechten pgb

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over de budgetten en bureaucratie in de jeugdzorg (2016Z23037).

en gaat over tot de orde van de dag. Deze motie is voorgesteld door het lid Siderius. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

10 Familierechtelijke onderwerpen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

9 Zorgverzekeringswet/Risicoverevening

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

34279 Wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 Uitwerking kwaliteitsbrief ouderenzorg

8 Kleuteronderwijs. Aan de orde is het VAO Kleuteronderwijs (AO d.d. 13/10).

8 Risicoverevening. afschaffen met uitzondering van het nieuwe dure geneesmiddel dat in de "sluis" zit;

vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

ons kenmerk ECSD/U Lbr. 14/081

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

De heer Öztürk (PvdA): Voorzitter. Bij de stemmingen onder punt 3, over de begroting van Economische Zaken, houd ik onze motie op stuk nr. 27 aan.

Tweede Kamer der Staten-Generaal Vaste Commissie voor VWS Postbus EA 'S-GRAVENHAGE. begroting VWS 2017

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

23 Bouwopgave. impactanalyse die we voorgesteld hebben. Vandaar de volgende motie. Aan de orde is het VAO Bouwopgave (AO d.d. 22/05). Motie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

7 Kindermishandeling/Geweld in afhankelijkheidsrelaties

13 Wet eindtoetsing primair onderwijs

12 Wijkverpleging (AO d.d. 30/10)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

4 Arbeidsmarktbeleid zorgsector

25 Stemmingen moties Begroting Volksgezondheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport

6 Regeling van werkzaamheden

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

In artikel , tweede en derde lid, wordt In 2015 gewijzigd in: Tot een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Raadsledendag 20 september

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Peters (CDA) over de aanhoudende problemen in de jeugdzorg (2017Z04682).

10 Huisvesting doelgroepen

4 Stelselherziening/Transitie Jeugdzorg

Spreektekst AO Passend Onderwijs 10 februari 2016

4 Toezicht NVWA. Aan de orde is het VAO Toezicht NVWA (AO d.d. 11/09).

31 Geneesmiddelenbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overzicht en stemmingsuitslagen bij moties Novelle op Herzieningswet

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

8 Staat van de Volkshuisvesting/Woningcorporaties

Aan de orde is het VAO Beëdigde tolken en vertalers (AO d.d. 27/6).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 december 2015 Betreft moties begrotingsbehandeling VWS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

De voorzitter: Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hartelijk welkom.

5 Alcohol- en tabaksbeleid

30 Voortgang trekkingsrecht pgb

Tevens stel ik voor, te stemmen over de moties zoals ingediend bij het notaoverleg over de Hoofdlijnennotitie Comptabiliteitswet 2001.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

11 ProRail. Aan de orde is het VAO ProRail (AO d.d. 03/12).

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

Transcriptie:

54 Aan de orde is het VAO (AO d.d. 30/06). Ik heet de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport welkom. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Siderius van de SP. Mevrouw Siderius (SP): Voorzitter. Ik dien de volgende moties in. van mening dat alle Veilig Thuis organisaties met spoed aan de eisen van de basisvoorwaarden moeten voldoen opdat adequate hulp voor kinderen altijd beschikbaar is; verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat alle Veilig Thuis organisaties voor 1 november 2016 aan alle eisen van de basisvoorwaarden voldoen, en de Kamer hierover uiterlijk 1 november te informeren, Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Kooiman. Zij krijgt nr. 527 (31839). constaterende dat sinds de overheveling van de jeugdhulpverlening naar de gemeenten er 18 miljoen is verspild aan bureaucratie; constaterende dat het programma om het enorme aantal "productcodes" terug te dringen niet verplicht wordt opgelegd; overwegende dat de voorgestelde regeldruksessies een vrijblijvende aangelegenheid zijn voor gemeenten; verzoekt de regering, de gemeentelijke inkoop en verantwoording van jeugdhulp vanaf 2017 te standaardiseren, zodat de enorme administratieve lasten bij gemeenten en aanbieders verminderd worden en de verspilling van gemeenschapsgeld tot het verleden behoort, Deze motie is voorgesteld door de leden Siderius en Kooiman. Zij krijgt nr. 526 (31839). constaterende dat geen enkele Veilig Thuis organisatie voldoet aan alle eisen om de basisvoorwaarden op orde te hebben; overwegende dat slechts vijf Veilig Thuis regio's altijd bereikbaar zijn en slechts zes regio's altijd een vertrouwensarts beschikbaar hebben; Mevrouw Ypma (PvdA): Voorzitter. Ik dien de volgende motie in. overwegende dat door het kabinet een actieplan regeldruk is gelanceerd dat ook geldt voor de jeugdzorg; constaterende dat de hervorming in de jeugdhulp kansen biedt op het verminderen van administratieve lasten maar dit niet vanzelf gaat en dat er daarom mogelijkheden bestaan om hiervoor nadere regels vast te stellen; constaterende dat met de VNG afspraken zijn gemaakt over de mogelijkheid van het verminderen van regeldruk en dat deze navolging verdienen; verzoekt de regering, in overleg te gaan met de VNG over het landelijk invoeren van deze afspraken teneinde de regeldruk in de jeugdzorg fors terug te brengen, en de Kamer hierover in oktober nader te informeren; verzoekt de regering tevens om hierbij aan te geven of zij deze afspraken afdoende acht teneinde te beoordelen of nadere regelgeving noodzakelijk is, Deze motie is voorgesteld door de leden Ypma en Bergkamp. Zij krijgt nr. 528 (31839). Voorzitter. Heel kort geleden kregen wij nog een brief van de staatssecretaris over de zogeheten Wlz-indiceerbaren. Het gaat over meervoudig ernstig gehandicapte kinderen, vaak in combinatie met gedragsproblematiek. Deze gaan 106-54-1

vanuit de Wlz over naar gemeenten. Ik heb daar grote moeite mee. Daarom heb ik twee moties. overwegende dat ongeveer een derde van de kinderen met meervoudige somatische en verstandelijke beperkingen geen toegang krijgt tot de Wet langdurige zorg; overwegende dat dit leidt tot grote onzekerheid voor de ouders van deze kinderen en geen recht doet aan de uitgangspunten van de Wet langdurige zorg; van mening dat het criterium dat "er nog sprake is van ontwikkeling" te pas maar ook te onpas door het CIZ wordt gebruikt; verzoekt de regering, de indicatieregels zo aan te passen dat de combinatie van verstandelijke beperkingen met somatische en/of ggz-problematiek bij kinderen die leiden tot een levenslange en levensbrede afhankelijkheid van zorg, op zich zelf voldoende is voor toegang tot de Wlz, Deze motie is voorgesteld door de leden Keijzer en Bergkamp. Zij krijgt nr. 529 (31839). Dan nog de volgende motie. Mocht de staatssecretaris mijn eerste motie afwijzen, dan hoop ik dat hij in ieder geval met de volgende kan leven. overwegende dat 26% van de cliënten die vielen onder de zogenaamde Wlz-indiceerbaren met ingang van 1 juli 2017 niet langer toegang tot de Wlz heeft maar onder de gemeenten zal vallen; overwegende dat er een apart afwegingskader Wlz voor kinderen komt; roept de regering op, in gesprek met ouders aan te bieden om de weigering voor de Wlz-indicatie in te trekken en wanneer het nieuwe afwegingskader er is een nieuwe beoordeling te doen, Deze motie is voorgesteld door de leden Keijzer en Bergkamp. Zij krijgt nr. 530 (31839). Dit laatste is van belang. De staatssecretaris zal zeggen dat hij het overgangsrecht een halfjaar heeft verlengd, maar dat laat onverlet dat er dan eenmaal een wijziging is van een Wlz-indicatie die onherroepelijk is. Ik denk dat het de betrokken ouders heel veel rust geeft wanneer zij tot die tijd gewoon onder de Wet langdurige zorg vallen en niet afhankelijk worden van zorgverzekeraars die pgb's weigeren of gemeenten die te veel herindiceren. Voorzitter. Ik heb één motie, die ik mede indien namens mevrouw Kooiman. constaterende dat de commissie-de Winter het kabinet heeft geadviseerd om eerder gemaakte keuzes van de doelgroep voor hun onderzoek te heroverwegen; constaterende dat de commissie-de Winter adviseert om het vervolgonderzoek ook te richten op situaties van geweld jegens vrijwillig in de jeugdzorg geplaatste kinderen en jegens alleenstaande minderjarige vreemdelingen in de azc's, en op situaties van geweld in de jeugd-ggz, in dovenen blindeninstituten en in instellingen voor 1945; overwegende dat in bovengenoemde situaties de overheid in algemene zin een zorgplicht heeft vervuld en toezicht heeft gehouden; van mening dat het onderzoek van de commissie-de Winter uitgebreid dient te worden met deze doelgroepen; verzoekt de regering, het mandaat van de commissie-de Winter uit te breiden zodat het vervolgonderzoek een bredere reikwijdte kent, Deze motie is voorgesteld door de leden Bergkamp en Kooiman. Zij krijgt nr. 531 (31839). 106-54-2

Mevrouw Ypma (PvdA): Er is een toezegging gedaan tijdens het AO. Wat is het verschil met de toezegging? Als de staatssecretaris volledig kan toezeggen wat in de motie staat, houd ik die aan. In het AO was er echter discussie over de vraag of de staatssecretaris op dit moment wil besluiten om het mandaat te verlengen. Als de staatssecretaris een toezegging doet naar aanleiding van onze motie, ben ik daar natuurlijk heel blij mee. Mevrouw Van der Burg (VVD): Voorzitter. Ik begin direct met mijn motie. Het is al laat en wij hebben al veel tijd aan moties besteed vandaag. constaterende dat gemeenten, regio's en jeugdhulpaanbieders kampen met hoge administratieve lasten; overwegende dat standaardisering van productcodes slechts een second best oplossing is voor regio's en gemeenten die inspanningsgericht inkopen (PxQ); constaterende dat regio's en gemeenten die jeugdhulp resultaatgericht inkopen (outcome) zeer geringe administratieve lasten ervaren; constaterende dat deze inkoopsystematiek gepaard gaat met zeer hoge cliënttevredenheid en ouderbetrokkenheid en bovendien de met de Jeugdwet beoogde transformatie stimuleert; verzoekt de regering om in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gemeenten en regio's actief te stimuleren en te ondersteunen om jeugdhulp in te kopen op basis van outcomecriteria, Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Burg en Ypma. Zij krijgt nr. 532 (31839). Mevrouw Van der Burg (VVD): Ik diende deze motie in omdat we in de wet hebben verankerd dat outcome heel belangrijk is. We constateren dat zo'n wettelijke regeling onvoldoende wordt toegepast. Als er over standaardisering wordt gesproken, worden er kennelijk wel meters gemaakt. Op dit gebied gebeurt dat echter onvoldoende. Dit is echt de manier om van deze administratieve lasten af te komen. Voorzitter. Ik dien de volgende moties in. constaterende dat het tijdens ots- en uhp-rechtszittingen vaak voorkomt dat de betrokken gezinsvoogd wordt vervangen; overwegende dat waarheidsvinding cruciaal is; overwegende dat waarheidsvinding in het gedrang komt wanneer de betrokken gezinsvoogd bij zitting afwezig is; verzoekt de regering, te bevorderen dat een direct betrokken gezinsvoogd bij dergelijke rechtszittingen aanwezig zal zijn, Deze motie is voorgesteld door het lid Klein. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende Zij krijgt nr. 533 (31839). Tot slot een korte motie. constaterende dat waarheidsvinding verankerd is in artikel 3.3 van de Jeugdwet; overwegende dat waarheidsvinding versterkt wordt wanneer medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instellingen ter zitting hun bijdrage onder ede leveren; overwegende dat het vooraf afleggen van een eed tevens ingewikkelde klachtenprocedures achteraf kan voorkomen; verzoekt de regering, het instellen van een dergelijke eed mogelijk te maken, Deze motie is voorgesteld door het lid Klein. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende Zij krijgt nr. 534 (31839). De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 106-54-3

Voorzitter. In de motie op stuk nr. 526 wordt de regering verzocht de gemeentelijke inkoop en verantwoording van jeugdhulp vanaf 2017 te standaardiseren. Die motie is te algemeen gesteld. Zoals bekend, zijn bij amendement enkele artikelen uit de Jeugdwet gehaald die het mogelijk maken om tot aanvullende richtlijnen te komen. Dat wil niet zeggen dat ik daar niet toe bereid zou zijn als daar een noodzaak voor is, maar dit is een te algemene stelling. Om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 526. In de motie op stuk nr. 527 wordt de regering verzocht te bewerkstelligen dat alle Veilig Thuis-organisaties voor 1 november 2016 aan alle eisen van de basisvoorwaarden voldoen. Er loopt nu een traject van de heer Jan-Dirk Sprokkereef. Dat traject is gericht op twee punten. Enerzijds wil men ervoor zorgen dat de kwaliteitsnormen en de basisvoorwaarden worden geformuleerd en anderzijds wil men een beeld ter verbetering neerzetten. Wij hebben afspraken gemaakt over de rapportage. Om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 527. In de motie op stuk nr. 528 wordt de regering gevraagd om met de VNG te praten over het landelijk invoeren van de afspraken die gemaakt worden. Tevens wordt in de motie gevraagd om, als dat onvoldoende is, te bekijken of nadere regelgeving noodzakelijk is. Daarmee wordt naar mijn mening heel goed de volgorde verwoord die wij aanhouden: wij stellen de gemeente in staat om tot standaardisering te komen en als dat onvoldoende lukt, is het aan mij, in overleg met de VNG. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. Ik heb een vraag over de motie op stuk nr. 526 van mevrouw Siderius. Eerder heeft de Kamer een motie van mevrouw Voortman van GroenLinks aangenomen die eveneens handelt over standaardisatie. Ik heb van de staatssecretaris begrepen dat hij bezig is met de uitvoering van die motie. Hoe wijkt de zaak waarmee de staatssecretaris bezig is zo veel mogelijk standaarden aanbrengen in de administratieve handelingen, waar wij allemaal voorstander van zijn af van hetgeen in de motie op stuk nr. 526 staat? In deze motie wordt als het ware gevraagd om op grond van een wet ik weet even niet welke wet te reguleren dat vanaf 2017 de gemeentelijke inkoop en verantwoording worden gestandaardiseerd. Dit betekent dat ik dat dan regel. In de eerste plaats hebben wij dan het probleem dat de bepalingen in de Jeugdwet daarvoor waarschijnlijk op korte termijn 1 januari 2017 niet toereikend zullen zijn. In de tweede plaats zijn wij al bezig met standaardiseringstrajecten. In het debat heb ik gezegd dat wij bijvoorbeeld bezig zijn met drie standaardtrajecten voor de informatievoorziening sociaal domein, die de gemeenten nu gebruiken om te standaardiseren. Dit lijkt mij een goede volgorde. Als dat onvoldoende mocht blijken te zijn, ben ik bereid om te bezien of wij daar de genade een handje kunnen helpen. Ik bekijk momenteel al welke haakjes in wet- en regelgeving gemaakt zouden moeten worden om dat alsdan mogelijk te maken. Mevrouw Ypma (PvdA): Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor het oordeel over de motie op stuk nr. 528. Ik wil de ondertekening van die motie aanpassen. De motie is niet alleen ingediend door mijzelf, maar ook door mevrouw Bergkamp en mevrouw Siderius. Mevrouw Siderius (SP): Ik weet van niets. Het gaat toch om de motie op stuk nr. 528? Daar is niet met mij over overlegd. Mevrouw Ypma (PvdA): Excuus! Dan heb ik dat verkeerd begrepen. In dat geval is de motie mede ingediend door mevrouw Bergkamp. Het is genoteerd. Met de motie op stuk nr. 529 heb ik twee problemen. Ten eerste wordt gezegd dat het CIZ te pas en te onpas een bepaald criterium gebruikt. Ik kan daar niet achter staan. Ten tweede wordt de regering verzocht de indicatieregels zo aan te passen dat het in de motie gestelde erin past. Wij hebben niet voor niets met elkaar een wet vastgesteld met daarin criteria die vervolgens worden toegepast. Ik heb in de brief laten weten dat ik extra zorgvuldigheid in acht neem om ervoor te zorgen dat wij ofwel een zachte landing kunnen bewerkstelligen, ofwel, als er nieuwe inzichten zijn, die alsnog kunnen beoordelen. Ik kom daar nog op terug bij de bespreking van een andere motie. Om die reden ontraad ik de motie op stuk nr. 529. De wet kent 24 uurszorg en permanent toezicht in nabijheid. In de praktijk wordt in geval van meervoudig ernstig gehandicapte kinderen vaak gezegd dat er nog sprake is van ontwikkeling. Het resultaat is dan dat ouders moeten beargumenteren dat dit niet het geval is. Dat is zó schrijnend. Het is afschuwelijk. Ik vind dat wij dit mensen niet kunnen aandoen, omdat het duidelijk is dat er sprake is van kinderen die levenslang en levensbreed afhankelijk zullen blijven van zorg. Dat is op zichzelf al verdrietig genoeg. Naar mijn mening kan de omgekeerde redenering ook tot schrijnende situaties leiden; als wij in een motie stellen dat de combinatie van een verstandelijke beperking met somatische en/of ggz-problematiek automatisch zal leiden tot levenslang en levensbrede afhankelijkheid van de zorg. Dat is eigenlijk dezelfde kant van de medaille. Om die reden blijf ik bij mijn oordeel. Heel kort. 106-54-4

Een korte zin, voorzitter: dat is natuurlijk veel te makkelijk en de staatssecretaris weet dat. Ik wijs slechts op wat in het dictum van de motie staat. In de motie-keijzer/bergkamp op stuk nr. 530 wordt gevraagd in gesprek met de ouders aan te bieden om de weigering voor de Wlz-indicatie in te trekken wanneer het nieuwe afwegingskader er is. Dat lijkt mij op z'n minst voorbarig. We hebben een halfjaar uitstel, zodat we in staat zijn om dat te wegen, als er nieuwe inzichten zijn op grond van die nieuwe beoordeling van de Wlz-indicaties. Het lijkt mij niet goed om op voorhand te zeggen dat het leidt tot een nieuwe beoordeling wanneer dat afwegingskader er is. Dat zal moeten blijken uit het afwegingskader. Om die reden ontraad ik de motie. Dan kom ik op de motie-bergkamp/kooiman op stuk nr. 531, over de commissie-de Winter. Ik verzoek de indiensters om deze motie wellicht aan te houden. Wij zijn nog in overleg met de commissie-de Winter. Daarbij willen we een aantal afwegingen betrekken. Ik heb in het debat al een aantal uitbreidingen toegezegd, maar er zitten een paar uitbreidingen bij waarbij je er een discussie over kunt voeren of aan de orde is dat die kinderen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk zijn gesteld. Ik wil dat zeer inhoudelijk benaderen. Het moet niet zo zijn dat het regime bepaalt of er erkenning is van mishandeling of van schade door wat er gebeurd is, maar ik wil dat juridisch even heel goed bekijken. Deze discussie hebben we ook gevoerd bij de commissie-samson en de commissie-deetman. Daar is om goede redenen dat onderscheid gemaakt. Ik snap dat verzoek van de Kamer, maar ik wil graag de gelegenheid hebben om er nog uitgebreid met de commissie-de Winter over te spreken. In het algemeen overleg dat we hierover hebben gehad, hebben ook de coalitiefracties hiervoor steun uitgesproken. Mevrouw Ypma vroeg net naar die toezegging van de staatssecretaris. Nu blijkt dat toch niet zo te zijn. Wanneer zou de staatssecretaris daarop terug kunnen komen? Er is veel onduidelijkheid en onzekerheid bij deze mensen. Ik zou dat direct na het reces willen doen. Ik heb geprobeerd om tussentijds contact te hebben met de commissie-de Winter, maar dat ging niet wegens agendaproblemen. Wat mij betreft gebeurt dat direct na het reces. Ik denk er nog even over na. Oké, maar u hebt niet heel veel tijd om er nog over na te denken. Mevrouw Van der Burg (VVD): Ik heb nog even een vraag. Wij hebben het advies over de motie op stuk nr. 530 gemist. Ineens zaten we bij de motie op stuk nr. 531. Het zal wel aan mij liggen, maar wij hebben dat gemist. Het advies was ontraden. Dank u, voorzitter. Dan kom ik op de motie-van der Burg/Ypma op stuk nr. 532, waarin wordt verzocht om in samenspraak met de VNG de regio's actief te stimuleren om jeugdhulp in te kopen op basis van outcomecriteria. Wij onderschrijven de overwegingen in de motie. Er zijn inderdaad twee wegen die naar het Rome leiden van minder administratieve lasten. Een is door zodanig in te kopen dat die lasten als zodanig worden gereduceerd, onder andere met het traject voor de Informatievoorziening Sociaal Domein. Een heel beproefde methode is ook om met meer outcomecriteria te werken, waardoor je in het systeem zelf al minder administratieve lasten krijgt. Ik acht deze motie een ondersteuning van het beleid en laat het oordeel aan de Kamer. De motie-klein op stuk nr. 533 ligt een beetje op het terrein van mijn collega. Ik interpreteer het verzoek zo dat wij in overleg zullen bekijken hoe bevorderd kan worden dat een direct betrokken gezinsvoogd bij dergelijke rechtszittingen aanwezig zal zijn. Ik wil dat graag met de staatssecretaris van V en J bespreken, evenals met Jeugdzorg Nederland. Als ik mag toezeggen dat ik zal bekijken hoe wij hier tot een oplossing kunnen komen, zou ik dat op prijs stellen. En uw oordeel is? Ik lees de motie zo dat ik in overleg met mijn collega van V en J bekijk of dit te realiseren is. Dan laat ik het oordeel aan de Kamer. De vraag is of dit aansluit bij uw verzoek. Ik houd de motie aan en ik wacht het resultaat van het overleg af. Op verzoek van de heer Klein stel ik voor, zijn motie (31839, nr. 533) aan te houden. Daartoe wordt besloten. 106-54-5

Zou ik de indiener mogen verzoeken om de motie op stuk nr. 534 ook aan te houden? Ik kan me voorstellen dat het vooraf afleggen van een eed versus de procedure achteraf wenselijker is, maar ik wil met mijn collega van V en J overleggen wat de consequenties van het instellen van een dergelijke eed zijn. Ik ben dus bereid om daarover met mijn collega te spreken en om snel te laten weten of dit tot de mogelijkheden behoort. Ik zou het op prijs stellen als de heer Klein de motie zou willen aanhouden totdat ik dat overleg heb gevoerd. Dat lijkt me logisch, gelet op het feit dat de minister ook in de Europese Raad aanwezig is. Ik zal de motie aanhouden en ik wacht de brief af. Op verzoek van de heer Klein stel ik voor, zijn motie (31839, nr. 534) aan te houden. Daartoe wordt besloten. Voorzitter. U zei dat ik heel weinig tijd had, dus bij dezen houd ik mijn motie op stuk nr. 531 aan. Ik ga ervan uit dat er meteen na het reces een brief komt, met hopelijk uitbreiding. Op verzoek van mevrouw Bergkamp stel ik voor, haar motie (31839, nr. 531) aan te houden. Daartoe wordt besloten. In ruil daarvoor doe ik mijn best. De beraadslaging wordt gesloten. Over de ingediende moties wordt aan het einde van de vergadering gestemd. 106-54-6