Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller

Vergelijkbare documenten
Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur

Installatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014

Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

Micro Motion CNG050 sensoren

Micro Motion model 775

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

CE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten

Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

CE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, model 2200

Micro Motion Voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Micro Motion F-serie-sensor

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie

Rosemount golfgeleide radar

Rosemount 5400 Series

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Model 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750

Rosemount 5400 niveautransmitter

Terminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

Rosemount 415 Fire Pump

Installatiehandleiding

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

Micro Motion Transmitters van model 2200S

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Micro Motion Model 2400S transmitters

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Installatie instructies

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele regelaar

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

Lumination TM LED-verlichting (BL-serie Optie ononderbroken bedrading)

Installatiehandleiding

Productnietlangerleverbaar'

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.

ZP-XP Stroomaansluitingsset. Terminator. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

UAE-Cat.5-8. UAE-Cat.5-8/8. Aansluitklem wit/ Kleurcode conform EIA/TIA-568-A. groen wit/ blauw wit/ oranje wit/ bruin.

Rosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator. Snelstartgids , Rev DA Maart 2014

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

INSTALLATIEHANDLEIDING

FACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW

Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de zijkant van het product.

Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES

019 - DE HOTEND MONTEREN

Installatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22

1. Videoschakelaar. De videoschakelaar bestaat uit een centrale en schakelunit.

BLWL10. Installatie Instructies. Inhoud; Veiligheidsinformatie Pagina - 2. Installatie Pagina 3-5. Garantie informatie Pagina - 6

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

Aanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

Detectech, Raveslootstraat 3, 7701XK. Dedemsvaart, Pagina:

Rosemount 2140-trilvorkniveaudetector

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

Installatie & Onderhoudsinstructies

Handleiding AP-UPR4 Lange afstandslezer

Terminator ZT / FAK-4L Set Aansluitset thermostaat met in-line voeding

INSTALLATIEHANDLEIDING

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

PS40 spanningsbron P/N B Inleiding. 2. Veiligheid. PS40 spanningsbron 1. - Dutch -

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

Ins NL Lezer PROXIMITY P reeks

Draai al deze bouten stevig vast.

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

CS-1600 HANDLEIDING. CS-1600_manual_nl

ZP-XP Voeding Aansluiting Set. Terminator. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIE RICHTLIJNEN

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

SUI Bedieningspaneel

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Zonne-energie voor iedereen. Installatiehandleiding. zonnepaneelset camper, boot of caravan

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

14. HANDLEIDING INSTALLATIE/ BEDRADING

KAPTIV-CS SERVICE KIT

Specificaties draaimoment en benodigd gereedschap: bedrading bovenover

Montagehandleiding externe antenne UNILOG 300

AQUASNAP Bedieningspaneel

Technische handleiding enkelvoudige installatiekit Art.KAE5061

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

OMI-5 METALEN BEHUIZING

Afmetingen. Beschikbare kleuren. Elektrische Specificaties. a b c kg. 40 mm 30 mm 250 mm 0,3. 40 mm 30 mm 500 mm 0,6. 40 mm 30 mm 750 mm 0,9

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

Transcriptie:

Installatiehandleiding 20000889, Rev BA Februari 2015 Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller Installatiehandleiding voor paneelmontage

Informatie over veiligheid en goedkeuringen Dit Micro Motion-product voldoet aan alle geldende Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit product. De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, plus de volledige tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com of via de klantenservice van uw plaatselijke Micro Motion-vestiging. Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Richtlijn Drukapparatuur is te vinden op het internet op www.micromotion.com/documentation. Raadpleeg voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn. Overige informatie De volledige productspecificaties vindt u op het productgegevensblad. Probleemoplossingsinformatie vindt u in de configuratiehandleiding van de transmitter. Productgegevensbladen en handleidingen zijn beschikbaar op de website van Micro Motion, op www.micromotion.com/documentation. Retourneringsbeleid Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Micro Motion worden gevolgd. Deze procedures zorgen dat aan de vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een veilige werkomgeving voor medewerkers van Micro Motion. Als de procedures van Micro Motion niet in acht worden genomen, zal uw apparatuur niet in ontvangst worden genomen. Informatie over de procedures en formulieren voor retournering zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op www.micromotion.com of telefonisch bij de klantenservice van Micro Motion. Klantenservice Micro Motion E-mail: Internationaal: flow.support@emerson.com Azië-Pacific: APflow.support@emerson.com Telefoon: Noord- en Zuid-Amerika Europa en Midden-Oosten Azië-Pacific Verenigde Staten 800-522-6277 Verenigd Koninkrijk 0870 240 1978 Australië 800 158 727 Canada +1 303-527-5200 Nederland +31 704 136 666 Nieuw-Zeeland 099 128 804 Mexico +41 (0) 41 7686 111 Frankrijk 0800917901 India 800 440 1468 Argentinië +54 11 4837 7000 Duitsland 0800 182 5347 Pakistan 888 550 2682 Brazilië +55 15 3413 8000 Italië 8008 77334 China +86 21 2892 9000 Venezuela +58 26 1731 3446 Centraal- en Oost-Europa +41 (0) 41 7686 111 Japan +81 3 5769 6803 Rusland/GOS +7 495 981 9811 Zuid-Korea +82 2 3438 4600 Egypte 0800 000 0015 Singapore +65 6 777 8211 Oman 800 70101 Thailand 001 800 441 6426 Qatar 431 0044 Maleisië 800 814 008 Koeweit 663 299 01 Zuid-Afrika 800 991 390 Saudi-Arabië 800 844 9564 Verenigde Arabische Emiraten 800 0444 0684

Inhoud Hoofdstuk 1 Planning... 5 1.1 Installatiekit... 5 1.2 Kies een locatie... 6 1.3 Kabellengte... 8 1.4 Installeer het model 3300 of model 3500 in het paneel... 9 Hoofdstuk 2 Montage... 11 2.1 Monteer de kernprocessor... 11 Hoofdstuk 3 Bedrading... 13 3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan... 13 3.2 Sluit het model 3500 aan op de sensor... 16 3.3 Sluit de sensor aan op de externe kernprocessor... 24 3.4 Sluit de voedingsbedrading aan... 25 Installatiehandleiding 3

4 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Planning 1 Planning In deze installatiehandleiding wordt een uitleg gegeven van de elementaire installatierichtlijnen voor installatie van het Micro Motion model 3300 of model 3500 MVD-applicatieplatform. Raadpleeg voor informatie over intrinsiek veilige toepassingen de goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion. Zie voor meer informatie over configuratie, onderhoud en reparatie de instructiehandleiding die met de transmitter is meegeleverd. WAARSCHUWING! Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een explosie veroorzaken. Zie voor informatie over explosiegevaarlijke toepassingen de desbetreffende goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion die met de meter is meegezonden en tevens te vinden is op de website van Micro Motion. WAARSCHUWING! Hoge spanning kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Installeer de transmitter en sluit alle bedrading aan voordat u stroom op het systeem zet. LET OP! Onjuiste installatie kan meetfouten of meterstoringen veroorzaken. Volg alle instructies op. 1.1 Installatiekit De installatiekit omvat een afwerkrand, een frame, twee montagebeugels met schroeven, een connector voor de voedingsbedrading en een borgklem voor het aansluiten van de voeding. Zie Afbeelding 1-1. Het applicatieplatform wordt gemonteerd in een vierkante opening van 138 mm (5 7/16 in.) in een paneel met een dikte van 2 mm (5/64 in.) tot 13 mm (1/2 in.). De afwerkrand zorgt voor een waterdichte IP65-afdichting tussen de opening in het paneel en de behuizing van het applicatieplatform. Zie Afbeelding 1-1. Daarnaast bevat de installatiekit: Óf een draadverbindingsbeugel voor connectoren van schroeftype. Zie Afbeelding 3-2. Óf I/O-kabels en -connectoren. Zie Afbeelding 3-3. Installatiehandleiding 5

Planning Afbeelding 1-1: Installatiekit voor paneelmontage Frame Afwerkrand Connector voedingsbedrading Borgklem voor voedingsbedrading 2 x montagebeugel met schroef Dikte paneel: min. 2 mm (5/64 in.) max. 13 mm (1/2 in.) 1.2 Kies een locatie Kies voor de transmitter een locatie op basis van de onderstaande keuzen. 1.2.1 Omgevingsvereisten Installeer de model 3300 of model 3500 op een plaats waar de omgevingstemperatuur 20 tot +60 C ( 4 tot +140 F) bedraagt. 1.2.2 Afmetingen Modeltype Dimensietekening Schroefconnectoren Afbeelding 1-2 I/O-kabels Afbeelding 1-3 Zie Afbeelding 3-1 en Afbeelding 3-3 voor afbeeldingen van schroefconnectoren en I/O-kabels. 6 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Planning Afbeelding 1-2: Afmetingen schroefuitvoering voor paneelmontage mm (in.) 165 (6 1/2) Afwerkrand Paneel 216 (8 1/2) 197 (7 3/4) Frame 152 (6) 114 (4 1/2) 170 (6 11/16) 152 (6) 12 (1/2) Plaatje met goedkeuring Afscherming voor intrinsieke veiligheid (alleen model 3500) Afbeelding 1-3: Afmetingen uitvoering met I/O-kabels voor paneelmontage mm (in.) 165 (6 1/2) Afwerkrand Paneel Frame 222 (8 3/4) 152 (6) 135 (5 5/16) 170 (6 11/16) 152 (6) Plaatje met goedkeuring 12 (1/2) Buigradius ten minste 108 mm (4 1/4 in.) Installatiehandleiding 7

Planning 1.3 Kabellengte De maximale kabellengte tussen de sensor en de model 3500 transmitter hangt af van het type installatie en het kabeltype. Type installatie 4-aderige externe transmitter Externe kernprocessor met externe transmitter Maximale kabellengte Zie Afbeelding 1-4 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van de 4-aderige kabel Zie Afbeelding 1-5 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van de 4-aderige kabel en de 9-aderige kabel Als u de model 3300 applicatie-peripheral in combinatie met een transmitter installeert, is de maximale kabellengte tussen de frequentie-uitgang van de transmitter en de frequentie-ingang van de model 3300 150 meter (500 ft). Afbeelding 1-4: 4-aderige externe transmitter Sensor Model 3500 4-aderige kabel Kernprocessor (geavanceerde versie) Afbeelding 1-5: Externe kernprocessor met externe transmitter Model 3500 Sensor 4-aderige kabel Aansluitkast 9-aderige kabel Kernprocessor (alleen standaard versie) 8 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Planning Tabel 1-1: Maximale kabellengte tussen sensor en transmitter Kabeltype Koperdoorsnede Maximale lengte Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft) zonder Ex-goedkeuring 150 m (500 ft) voor sensoren met classificatie IIC 300 m (1000 ft) voor sensoren met classificatie IIB Micro Motion 9-aderig Niet van toepassing 20 m (60 ft) Door gebruiker aangeschaft, V d.c. 0,35 mm 2 (22 AWG) 90 m (300 ft) 4-aderig V d.c. 0,5 mm 2 (20 AWG) 150 m (500 ft) V d.c. 0,8 mm 2 (18 AWG) 300 m (1000 ft) RS-485 0,35 mm 2 (22 AWG) of groter 300 m (1000 ft) 1.4 Installeer het model 3300 of model 3500 in het paneel Raadpleeg hiervoor Afbeelding 1-6 en volg de volgende stappen: 1. Steek de model 3300 of model 3500 door de opening. 2. Schuif het frame over de behuizing. 3. Steek de stiften op de beugels in de rails op de behuizing. 4. Haal de schroeven gelijkmatig aan tot 1,13 1,38 Nm (10 14 in-lb) om een waterdichte afdichting tussen de pakking en het paneel te verkrijgen. Afbeelding 1-6: Stappen voor paneelinstallatie Stap 2 Stap 1 Stap 3 Stap 4 Installatiehandleiding 9

Planning 10 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Montage 2 Montage 2.1 Monteer de kernprocessor Gebruik deze paragraaf alleen als u een externe transmitter met een externe of externe geavanceerde kernprocessor installeert. Zie Afbeelding 1-5. Zie Hoofdstuk 3.1 voor een externe installatie met een 4-aderige kabel. Afbeelding 2-1 toont beide uitvoeringen van de kernprocessor met montagebeugel. Monteer de kernprocessor met behulp van de montagebeugel op een locatie die voldoet aan de in Hoofdstuk 1.2 besproken eisen voor de kabellengte. Afbeelding 2-1: Onderdelen van de externe en externe verbeterde kernprocessor Deksel kernprocessor Bovenste kabelbuisring Kernprocessor Onderste kabelbuisring Deksel Montagebeugel Externe kernprocessor Externe verbeterde kernprocessor Installatiehandleiding 11

Montage 12 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading 3 Bedrading 3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan Als de model 3300 of model 3500 schroefconnectoren heeft: 1. Sluit de draadverbindingsbeugels aan op de aansluitklemmenstrips op het achterpaneel van de model 3300 of model 3500. Zie Afbeelding 3-1. Draai de geborgde schroeven aan om de beugel op het achterpaneel te bevestigen. Afbeelding 3-1: Schroefconnectoren en klemmen aansluiten Aansluitklemmenstrip voor intrinsiek veilige sensorbedrading (alleen model 3500) Aansluitklemmenstrip voor niet intrinsiek veilige in- en uitgangsbedrading Draadverbindingsbeugel Draadconnector voor aansluitklemmenstrip in- en uitgangsbedrading Afscherming voor intrinsieke veiligheid (alleen model 3500) Draadconnector voor aansluitklemmenstrip sensorbedrading (alleen model 3500) 2. Sluit de in- en uitgangsbedrading aan op de bijbehorende aansluitklemmen op de connector voor de in-/uitgangsbedrading. Zie de kaart die in de hoes in het bovenpaneel is gestoken (weergegeven in Afbeelding 3-2) en Tabel 3-1. Gebruik afgeschermde kabel met getwiste aderparen van 0,25 tot 1,5 mm 2 (24 tot 16 AWG). Aard de afscherming slechts op één punt. Afbeelding 3-2: Aansluitklemmenkaart in-/uitgangsbedrading voor schroefconnectoren Installatiehandleiding 13

Bedrading Tabel 3-1: Aansluitklemmen in-/uitgangsbedrading voor schroefconnectoren Nummer aansluitklem Functie c 2 + a 2 Primaire 4 20 ma-uitgang/hart c 4 + a 4 Secundaire 4 20 ma-uitgang c 6 + a 6 Frequentie-ingang c 8 + a 8 Discrete ingang 1 c 10 + a 10 Discrete ingang 2 c 12 + a 12 Frequentie-uitgang c 14 + a 14 Discrete uitgang 1 c 16 + a 16 Discrete uitgang 2 c 18 + a 18 Discrete uitgang 3 c 32 (lijn B) a 32 (lijn A) RS-485 uitgang 3. Als de model 3300 of de model 3500 I/O-kabels heeft, steekt u de draadverbindingsbeugel in de aansluitklemmenstrips op de achterkant van het model. Zie Afbeelding 3-3. 4. Draai de geborgde schroeven aan om de beugel op het achterpaneel te bevestigen. Afbeelding 3-3: Draadconnectoren en aansluitingen voor I/O-kabels Aansluitklemmenstrip voor intrinsiek veilige sensorbedrading Aansluitklemmenstrip voor niet intrinsiek veilige in- en uitgangsbedrading Draadverbindingsbeugel Connector voor sensorbedrading (alleen model 3500) Kabel voor sensorbedrading (alleen model 3500) Connector voor in-/uitgangsbedrading Kabel voor in-/uitgangsbedrading 5. Bevestig het meegeleverde I/O-aansluitklemmenblok op een DIN-rail. Het aansluitklemmenblok past op diverse railuitvoeringen. Zie Afbeelding 3-4. 6. Steek de connector voor de in-/uitgangsbedrading in het I/O-aansluitklemmenblok. 7. Draai de geborgde schroeven aan om de connector op het I/O-aansluitklemmenblok te bevestigen. 8. Sluit de in- en uitgangsdraden aan op de bijbehorende klemmen op het I/O-aansluitklemmenblok. 14 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading Raadpleeg hiervoor het label op het aansluitklemmenblok. Zie Afbeelding 3-5 en Afbeelding 3-2. Gebruik afgeschermde kabel met getwiste aderparen van 0,25 tot 1,5 mm 2 (24 tot 16 AWG). Aard de afschermingen slechts op één punt. De aardaansluiting op het I/O-aansluitklemmenblok kan worden gebruikt om de afscherming van de kabel van de gebruiker te verbinden met de afscherming van de I/O-kabel. De kabelconnector vormt geen verbinding tussen de afscherming van de I/O-kabel en de chassismassa. Afbeelding 3-4: Installatiestappen aansluitklemmenblok voor I/O-bedrading op een DIN-rail Kabel voor in-/uitgangsbedrading mm (in.) 77 (3 3/64) Connector I/O-klemmenblok I/O-klemmenblok 66 (2 37/64) 63 (2 31/64) 59 (2 19/64) 229 57 (9) (2 1/4) 57 Label (2 15/64) DIN-rail type TS 15 DIN-rail type TS 32 DIN-rail type TS 35 x 7,5 DIN-rail type TS 35 x 15 90 (3 17/32) Afbeelding 3-5: Label op aansluitklemmen in-/uitgangsbedrading voor I/O-kabels Installatiehandleiding 15

Bedrading Tabel 3-2: Aansluitklemmen in-/uitgangsbedrading voor I/O-kabels Nummer aansluitklem Functie 14 + 15 Primaire 4 20 ma-uitgang/hart 1 + 2 Secundaire 4 20 ma-uitgang 3 + 4 Frequentie-ingang 5 + 6 Discrete ingang 1 7 + 8 Discrete ingang 2 16 + 17 Frequentie-uitgang 18 + 19 Discrete uitgang 1 20 + 21 Discrete uitgang 2 22 + 23 Discrete uitgang 3 24 (lijn B) 25 (lijn A) RS-485 uitgang 3.2 Sluit het model 3500 aan op de sensor Als u het model 3300 applicatie-peripheral installeert, kunt u deze stap overslaan. Ga naar Hoofdstuk 3.4. Volg de aanwijzingen in deze paragraaf voor aansluiting van het model 3500 transmitter op een Micro Motion-sensor. 3.2.1 Opties voor installatie Het model 3500 kan in de onderstaande configuraties met de sensor worden verbonden: 4-aderige externe transmitter (4-aderige kabel keuze). Zie Afbeelding 1-4 en Hoofdstuk 3.2.2. Externe kernprocessor met externe transmitter (4-aderige en 9-aderige kabel keuze). Zie Afbeelding 1-5 en Hoofdstuk 3.2.3. 3.2.2 Bedradingsinstructies voor 4-aderige externe installaties 1. Maak de kabel gereed zoals beschreven in de sensordocumentatie. 2. Sluit de kabel aan op de kernprocessor zoals beschreven in de sensordocumentatie. 3. De kabel aansluiten op de transmitter: a. Identificeer de draden in de 4-aderige kabel. Gebruik de door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel. Deze kabel bestaat uit één paar draden van 0,75 mm 2 (18 AWG) (rood en zwart) voor de gelijkspanningsaansluiting en één paar draden van 0,35 mm 2 (22 AWG) (groen en wit) voor de RS-485-aansluiting. b. Voor transmitters met schroefconnectoren sluit u de vier aders van de kernprocessor aan op de bijbehorende aansluitingen op de transmitter. Zie Tabel 3-3 en Afbeelding 3-6 (standaard kernprocessor) of Afbeelding 3-7 (verbeterde kernprocessor). Laat geen blanke draden blootliggen. Aard de afscherming, het vlechtwerk en de drain-draden niet bij de transmitter. 16 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading Tabel 3-3: Aansluitklemmen transmitter voor 4-aderige kabel Connectortype Klem I/O-kabel Draadkleur (1) Functie c 4 4 Rood V d.c. + a 4 10 Zwart V d.c. c 6 7 Wit RS-485A a 6 3 Groen RS-485B (1) Draadkleuren gelden alleen voor door Micro Motion geleverde, 4-aderige kabel. Afbeelding 3-6: 4-aderige kabel naar model 3500 schroefconnectoren voor standaard en externe kernprocessoren Aansluitklemmen kernprocessor 4-aderige kabel Maximale kabellengte: Zie Tabel 1-1 Model 3500 Aansluitklemmen sensor Zie Afbeelding 3-1 V d.c. + (rood) V d.c. (zwart) RS-485B (groen) RS-485A (wit) RS-485A (wit) Kabel aangeschaft door klant of geleverd door fabrikant V d.c. + (rood) c 2 a c 4 a c 6 a c 8 a c 10 a c 12 a c 14 a c 16 a c 18 a c 20 a c 22 a c 24 a c 26 a c 28 a c 30 a c 32 a V d.c. (zwart) RS-485B (groen) Installatiehandleiding 17

Bedrading Afbeelding 3-7: 4-aderige kabel naar model 3500 schroefconnectoren voor verbeterde en externe verbeterde kernprocessor Aansluitklemmen kernprocessor 4-aderige kabel Maximale kabellengte: Zie Tabel 1-1 Model 3500 Aansluitklemmen sensor Zie Afbeelding 3-1 RS-485A (wit) RS-485B (groen) V d.c. (zwart) V d.c. + (rood) Kabel aangeschaft door klant of geleverd door fabrikant RS-485A (wit) V d.c. + (rood) c 2 a c 4 a c 6 a c 8 a c 10 a c 12 a c 14 a c 16 a c 18 a c 20 a c 22 a c 24 a c 26 a c 28 a c 30 a c 32 a V d.c. (zwart) RS-485B (groen) 18 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading Afbeelding 3-8: Aansluitklemmenblok voor sensorbedrading op DIN-rail mm (in.) Kabel voor sensorbedrading (bevestigd op model 3500) Connector 77 (3 1/16) 66 (2 9/16) 63 (2 1/2) 58 (2 5/16) 57 (2 1/4) 229 (9) 68 (2 11/16) TS 15 TS 32 Aansluitklemmenblok voor sensorbedrading TS 35 x 7,5 TS 35 x 15 Afbeelding 3-9: 4-aderige kabel naar model 3500 met I/O-kabels voor standaard en externe kernprocessor Aansluitklemmen kernprocessor V d.c. + (rood) RS-485B (groen) 4-aderige kabel Maximale kabellengte: Zie Tabel 1-1 Model 3500 Aansluitklemmenblok voor sensorbedrading gemonteerd op DIN-rail RS-485B (groen) V d.c. + (rood) Kabel aangeschaft door klant of geleverd door fabrikant V d.c. (zwart) RS-485A (wit) V d.c. (zwart) RS-485A (wit) Installatiehandleiding 19

Bedrading Afbeelding 3-10: 4-aderige kabel naar model 3500 met I/O-kabels voor verbeterde en externe verbeterde kernprocessoren Aansluitklemmen kernprocessor 4-aderige kabel Model 3500 RS-485A (wit) RS-485B (groen) Maximale kabellengte: Zie Tabel 1-1 Aansluitklemmenblok voor sensorbedrading gemonteerd op DIN-rail RS-485B (groen) V d.c. + (rood) Kabel aangeschaft door klant of geleverd door fabrikant V d.c. (zwart) V d.c. + (rood) V d.c. (zwart) RS-485A (wit) 3.2.3 Bedradingsinstructies voor installaties met externe kernprocessor en externe transmitter Deze procedure bestaat uit twee stappen: Aansluiten van de externe kernprocessor op de transmitter Aansluiten van de sensor op de externe kernprocessor De externe kernprocessor aansluiten op de transmitter: 1. Gebruik één van de onderstaande methodes voor het afschermen van de bedrading: Installatiemethode Onafgeschermde bedrading in ononderbroken metalen kabelbuis die de ingesloten bedrading over 360 afschermt Door de gebruiker aangeschafte kabelwartel met afgeschermde of gewapende kabel, met aansluiting van afschermingen in de kabelwartel. Sluit zowel de gevlochten bewapening als de drain-draden van de afscherming aan in de kabelwartel Procedure Ga naar Stap 8 Ga naar Stap 8 Door Micro Motion geleverde kabelwartel op de behuizing van de kernprocessor Ga naar Stap 2 2. Doe nu een van de volgende dingen: Als u afgeschermde kabel gebruikt, maak de kabel dan gebruiksklaar en breng een afgeschermde krimpkous aan zoals beschreven in Stap 6. De afgeschermde krimpkous vormt een eindaansluiting van de afscherming, geschikt voor gebruik in de wartel als de afscherming van uw kabel bestaat uit folie en niet uit een vlechtwerk. Ga naar Stap 3. Als u gewapende kabel gebruikt, maakt u de kabel gebruiksklaar zoals beschreven in Stap 6, echter zonder een krimpkous aan te brengen - sla Stap 6d, e, f en g over. Ga naar Stap 3. 20 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading 3. Identificeer de in Afbeelding 2-1 afgebeelde onderdelen. 4. Verwijder het deksel van de kernprocessor. 5. Schuif de wartelmoer en het klemstuk over de kabel. Zie Afbeelding 3-11. Afbeelding 3-11: Wartelmoer en klemstuk 19 mm (3/4 in.) 114 mm (4 1/2 in.) Wartelmoer Wartelklemstuk 22 mm (7/8 in.) 22 mm (7/8 in.) Wartelhuis Afgeschermde krimpkous 6. Voor aansluiting aan de kernprocessorbehuizing maakt u afgeschermde kabel als volgt gereed (voor gewapende kabel slaat u stap d, e, f en g over): a. Strip 114 mm (4 1/2 in.) van de kabelmantel. b. Verwijder de transparante omhulling binnen in de kabelmantel en het vulmateriaal tussen de draden. c. Verwijder de folieafscherming rond de geïsoleerde draden tot er nog 19 mm (3/4 in.) folie of vlechtwerk en drain-draden zichtbaar is en scheid de draden. d. Wikkel de drain-draden van de afscherming twee keer rond de blootliggende folie. Zie Afbeelding 3-12. Knip de overtollige draad af. Installatiehandleiding 21

Bedrading Afbeelding 3-12: Drain-draden afscherming tweemaal rond blootliggende folie gewikkeld e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke drain-draden van de afscherming. De kous moet de drain-draden helemaal bedekken. f. Verhit de kous (120 C [250 F]) om deze te laten krimpen, maar verbrand de kabel niet. Zie Afbeelding 3-13. Afbeelding 3-13: Afgeschermde krimpkous dekt blanke drain-draden af g. Breng het wartelklemstuk zodanig aan dat het binnenste uiteinde gelijkligt met de krimpkous. h. Vouw de afscherming van textiel of de gevlochten afscherming met drain-draden over het klemstuk, ongeveer 3 mm (1/8 in.) voorbij de O-ring. Zie Afbeelding 3-14. Afbeelding 3-14: Omgevouwen textiel i. Breng het wartelhuis aan in de kabelbuisopening van de kernprocessorbehuizing. Zie Afbeelding 3-15. 22 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading Afbeelding 3-15: Installeren van het wartelhuis 7. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer vast te draaien. 8. Identificeer de draden in de 4-aderige kabel. De door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel bestaat uit één paar draden van 0,75 mm 2 (18 AWG) (rood en zwart) voor de gelijkspanningsaansluiting en één paar draden van 0,35 mm 2 (22 AWG) (groen en wit) voor de RS-485-aansluiting. 9. Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven op de kernprocessor. Zie Afbeelding 3-16. Afbeelding 3-16: Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven Voeding + (rode draad) RS-485B (groene draad) RS-485A (witte draad) Voeding (zwarte draad) Inwendige aardschroef kernprocessorbehuizing 10. Sluit de inwendige aardschroef van de kernprocessorbehuizing aan als een aardverbinding vereist is. Er is een aardverbinding vereist als de kernprocessor niet via de sensorleiding kan worden geaard en aardverbindingen volgens plaatselijke voorschriften inwendig moeten worden gemaakt. Sluit de drain-draden van de afscherming niet aan op deze klem. 11. Breng het deksel op de kernprocessor aan en zet het vast. WAARSCHUWING! De kernprocessor mag niet gedraaid worden, omdat de sensor hierdoor beschadigd raakt. 12. Sluit de kabel aan op de transmitter. Installatiehandleiding 23

Bedrading Aansluitingstype Schroefconnectoren I/O-kabels Procedure Sluit de vier draden van de kernprocessor aan op de betreffende aansluitklemmen op de transmitter. Zie Tabel 3-3 en Afbeelding 3-6. Laat geen blanke draden blootliggen. Aard de afscherming, het vlechtwerk en de drain-draden niet bij de transmitter. 1. Bevestig het meegeleverde aansluitklemmenblok op een DIN-rail. Het aansluitklemmenblok past op diverse railuitvoeringen. Zie Afbeelding 3-8. 2. Steek de connector van de I/O-kabel in het aansluitklemmenblok. Draai de geborgde schroeven aan om de connector op het aansluitklemmenblok te bevestigen. 3. Sluit de vier draden van de kernprocessor aan op de bijbehorende aansluitklemmen op het aansluitklemmenblok. Zie Tabel 3-3 en Afbeelding 3-9. Er mogen geen blanke draden blootliggen. Aard de afscherming, het vlechtwerk en de drain-dra(a)d(en) niet bij de transmitter. 3.3 Sluit de sensor aan op de externe kernprocessor LET OP! De drain-draden van de afscherming mogen niet in aanraking komen met de sensoraansluitkast, want dat kan meetfouten veroorzaken. 1. Zie de Instructie voor voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel van Micro Motion en volg de aanwijzingen over het afschermen en gereedmaken van de kabels. Volg voor de sensorkant de instructies voor uw kabeltype. Volg voor de kernprocessorkant de instructies voor uw kabeltype met een MVD-transmitter. 2. Volg om de bedrading aan te sluiten de Instructie voor voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel van Micro Motion en volg de aanwijzingen bij uw sensor met een MVD-transmitter. Hieronder vindt u aanvullende informatie over het aansluiten van de bedrading op de kernprocessor: a. Identificeer de in Afbeelding 2-1 afgebeelde onderdelen. b. Verwijder het deksel van de kernprocessor. c. Steek de 9-aderige kabel door de kabelbuisopening. d. Sluit de draden aan op de stekkers die met de kernprocessor zijn meegeleverd. e. Steek de stekkers in de contacten in de onderste kabelbuisring. Zie Afbeelding 3-17. 24 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

Bedrading Afbeelding 3-17: 9-aderige kabel naar kernprocessor 9-aderige kabel van sensor Kernprocessor Zwart (drains van alle kabelsets) Bruin Rood Groen Wit Blauw Grijs Oranje Violet Geel Stekker en fitting Aardschroef Zwart Bruin Violet Geel Montageschroef Rood Groen Wit Blauw Grijs Oranje 3. Aard de kabel. Kabeltype Kabel met mantel Afgeschermde of gewapende kabel Procedure Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad) alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de aardschroef in de onderste kabelbuisring te verbinden. Niet aarden op de montageschroef van de kernprocessor. De kabel mag niet op de sensoraansluitkast geaard worden. Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad) alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de aardschroef in de onderste kabelbuisring te verbinden. Niet aarden op de montageschroef van de kernprocessor. De kabel mag niet op de sensoraansluitkast geaard worden. Aard het gevlochten kabelmateriaal aan beide uiteinden door het in de kabelwartels te laten eindigen. 4. Inspecteer de pakkingen, smeer alle O-ringen, sluit de aansluitkast en het deksel van de kernprocessor en draai alle schroeven aan. LET OP! Zorg dat de draden niet gegrepen of afgekneld worden wanneer u de behuizing sluit, om het risico op meetfouten of meterdefecten te verminderen. 3.4 Sluit de voedingsbedrading aan LET OP! De voedingskabels mogen niet door dezelfde kabelgoot of kabelbuis lopen als de in-/uitgangsbedrading, omdat dit meetfouten of meterdefecten kan veroorzaken. Schakel de voeding uit voordat u het applicatieplatform installeert. Zorg dat de voedingsspanning overeenstemt met de waarde die vermeld staat bij de voedingsaansluitklemmen. Zie Afbeelding 3-18. Installatiehandleiding 25

Bedrading Sluit het model 3300 of model 3500 volgens onderstaande stappen aan op de voeding: 1. Sluit bedrading van 0,75 tot 2,5 mm 2 (18 tot 14 AWG) aan op de connector van de voedingsbedrading. Zie Afbeelding 1-1. 2. Aard de transmitter als volgt: a. Sluit de aarddraad aan op de groene aardschroef van het voedingscircuit. Zie Afbeelding 3-1. b. Sluit de aarddraad van het voedingscircuit direct op het aardpunt aan. c. Houd alle aarddraden zo kort mogelijk. d. De impedantie op de aarddraden mag niet meer dan 1 ohm bedragen. 3. Steek de voedingsconnector in de voedingsklemmen. Zie Afbeelding 3-18. 4. Schuif de borgklem over de draad en draai de schroef aan om de klem vast te zetten. Zie Afbeelding 1-1. 5. (Optioneel.) Installeer een zelf aangeschafte schakelaar in de voedingsleiding. In Europa moet de schakelaar in de buurt van het model 3300 of model 3500 worden geïnstalleerd conform de Laagspanningsrichtlijn, 2006/95/EG. Zie voor nadere informatie norm EN 61010-1:2010, clausule 5.4.3.d. Afbeelding 3-18: Aansluitklemmen voeding Aardaansluitpunt voor voeding Aansluitklemmen voeding Aanduidingen aansluitklemmen gelijkspanningsvoeding Aanduidingen aansluitklemmen wisselspanningsvoeding 26 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - paneelmontage

*20000889* 20000889 Rev BA 2015 Micro Motion Inc. VS Worldwide Headquarters 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301 T +1 303-527-5200 T +1 800-522-6277 F +1 303-530-8459 www.micromotion.com Micro Motion Europe Emerson Process Management Neonstraat 1 6718 WX Ede Nederland T +31 (0) 318 495 555 F +31 (0) 318 495 556 www.micromotion.nl Emerson Process Management BV Nederland Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl Emerson Process Management nv/sa België De Kleetlaan 1831 Diegem België T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 gratis nummer klantendienst debietmetingen T 0800 75 345 www.emersonprocess.be Micro Motion Asia Emerson Process Management 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T +65 6777-8211 F +65 6770-8003 Micro Motion United Kingdom Emerson Process Management Limited Horsfield Way Bredbury Industrial Estate Stockport SK6 2SU, Verenigd Koninkrijk T +44 0870 240 1978 F +44 0800 966 181 Micro Motion Japan Emerson Process Management 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokio 140-0002, Japan T +81 3 5769-6803 F +81 3 5769-6844 2015 Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. De merken Micro Motion, ELITE, ProLink, MVD en MVD Direct Connect zijn merken van een van de bedrijven van de Emerson Process Management-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.