Bruine rat (Rattus norvegicus) Ontwikkelingssnelheid Afhankelijk van menselijk voeren Afhankelijk van zwerfvuil Risico om ziek te worden Schadelijk gedrag Bij meldingen van rattenoverlast is de eerste vraag waar de overlast zich voordoet. Wanneer de melding van ratten in huis of de eigen tuin is dan kunt u de melder doorverwijzen naar: GGD Amsterdam afdeling dierplaagbeheersing Tel: 020-5555600 Email: dpb@ggd.amsterdam.nl Samenvattend werkprotocol voor beheerder Bij rattenoverlast in de openbare ruimte is de beheerder van de openbare ruimte verantwoordelijk voor de aanpak en maatregelen. De volgende stappen neemt de beheerder: 1. Vraag degene die de melding doet naar de volgende informatie: - Naam, adres, telefoonnummer. - Op welke plek zijn er ratten gezien, sinds wanneer, hoeveel en welk tijdstip van de dag. - Welke overlast ervaart u van de ratten? - Waar komen de ratten op af, wordt er gevoerd of komen de ratten op zwerfvuil af, zitten er gaten of ruimtes onder de huizen? - Zijn er meer dieren waar u overlast van heeft (muizen, meeuwen, duiven)? 2. Neem met deze informatie contact op met de GGD, afdeling dierplaagbeheersing tel. 020-5555600 3. Bekijk samen met de specialist dierplaagbeheersing van de GGD ter plekke de situatie. Doel van dit bezoek is een goed beeld krijgen van de mate van overlast, de oorzaken en de betrokken partijen in het gebied. De GGD maakt op basis van de bevindingen een rapportage met advies. 4. Indien nodig volgen nadere acties met opdrachtverstrekking en uitvoering van de benodigde maatregelen op locatie. Acties bestaan in de regel uit voorlichting, handhaving van zwerfvuil, verkeerd aangeboden huisvuil en voergedrag, ongeschikt maken schuilplekken en uiteindelijk als het voorgaande niet werkt en er gezondheidsrisico s zijn, het doden van ratten. Informeer naar recente ontwikkelingen voor andere methoden waarbij het aantal ratten snel verminderd word, zonder gebruik van gif. Voorkeur is om dit zo min mogelijk nodig te laten zijn. Diervriendelijke methoden voor locale bestrijding zijn nog niet voor handen. Zie voor gedetailleerd stappenplan het deel Methode die de gemeente Amsterdam hanteert bij de aanpak van probleemlocaties
Wettelijke status en Gezondheidsrisico s Wettelijke status Flora en Faunawet De bruine rat is een van bescherming uitgezonderde diersoort (artikel 4.1 Flora en Fauna wet) Risico voor volksgezondheid Leptospirose (ziekte van Weil), rattenbeetkoorts en Hantavirus zijn in de landelijke bekende informatie de meest genoemde actuele ziektes die ratten kunnen overbrengen. Daarnaast kan ontlasting verschillende salmonella, E-coli en campylobacter bacteriën bevatten. Deze bacteriën kunnen voedselvergiftiging veroorzaken. De diagnose voor ziekte van Weil is lastig. Jaarlijks zijn er in Nederland ongeveer 30 mensen besmet. Hiervan heeft ongeveer de helft van de patiënten dit opgelopen tijdens vakantie in het buitenland. In Amsterdam komen er jaarlijks tussen de 0 en 5 melding van leptospirose binnen. In enkele gevallen kan een verband met Amsterdams oppervlakte water worden gelegd (o.a. in 2006). In juni 2008 is een medewerker van de waterpolitie overleden aan de gevolgen van de Ziekte van Weil in Friesland. Infectie gebeurt door direct contact met ratten of indirect door contact met door urine besmette plekken, zoals ondiep stilstaand water en bodems. Honden kunnen ook besmet raken met leptospirose. Aangezien heet vaker voorkomt dat honden in contact komen met besmet water kan dit een groter risico vormen. Het aantal meldingen van besmette honden is echter niet bekend. Het kennissysteem infectieziekte en arbeid is bekend met de mogelijke organismen die ratten bij zich kunnen dragen die ziekte kunnen veroorzaken bij mensen. Dit is nuttige informatie wanneer bepaalde gezondheidsklachten mogelijk in verband kunnen worden gebracht met contact met ratten of uitwerpselen van ratten. In welke mate deze organismen bij ratten in Amsterdam voorkomen is niet bekend. Deze info is beschikbaar via het kenniscentrum infectieziekte en arbeid: www.kiza.nl Actuele informatie: http://www.rivm.nl/ziekdoordier/ http://www.kiza.nl/
Algemene soortinformatie Historie en oorspronkelijke leefgebied De bruine rat is als soort wijd verspreid over de wereld en geeft in bijna elke stad in meer of mindere mate overlast. Het oorspronkelijke leefgebied zijn moerassen in Azië. Mede door ontwikkeling van rioolsystemen en het aanbod van voedsel afval is er in steden een geschikt habitat ontstaan. Het succes van de bruine rat is een combinatie van de hoge reproductie, het verkennend en lerend gedrag in een geschikte leefomgeving. Kenmerken Uiterlijk Afmetingen Kop tot staart : 19-30 cm Lengte staart: 17-23 cm Relatief kleine oren en stompe neus. Vacht: bruin tot grijs, soms variabel. Verspreiding Wereldwijd Ontwikkeling Leeftijd vrouwtje geslachtsrijp: 3-4 maanden Draagtijd: 22-24 dagen Nestgrootte: 7-10 jongen Maximale leefduur: 2 jaar in het wild Jaarlijkse sterfte: mogelijk 95% Door de snelle ontwikkeling kan een populatie in korte tijd bij voldoende voedsel tot grote aantallen ontwikkelen. Leefwijze Leeft in zowel droge als natte omstandigheden. Maakt holen voor nesten uitgroeiend tot een burcht met meerdere families, waar de zorg van jonge ratten gedeeld kan worden. Ratten zijn in eerste instantie bang voor nieuwe impulsen. Het wennen aan nieuw beschikbaar voedsel gebeurt dan ook langzaam. Echter door het leren en communiceren kan een veilige voedselbron snel door veel ratten bezocht worden. Voedsel is de belangrijkste factor die de vruchtbaarheid beïnvloedt. Daarnaast spelen temperatuur en daglengte een rol. Het leefgebied kan in de zomer en winter verschillen. In het rioolsysteem zijn de temperaturen het gehele jaar relatief constant, dit is voor ratten een plek om in de winter te overleven. Dit houdt in dat in de winter de omstandigheden in de openbare ruimte minder van invloed zijn dan in de zomer. Dit komt ook overeen met meetgegevens over voedselopname bij grootschalige bestrijdingsprojecten. Zodra een gebied in Amsterdam vervuilt, is er kans op vestiging van ratten vanuit de riolen, oude leidingsystemen en sloten. Oorzaken voor overlastgevende situaties Voedselaanbod De bruine rat houdt van het eten van wat wij overlaten en bewust of onbewust aanbieden. De meeste overlastsituaties zijn dan ook in combinatie met een groot voedselaanbod. Voedselaanbod is dan ook de belangrijkste factor om aan te pakken. Ratten zullen niet zozeer verhongeren, voornamelijk de vruchtbaarheid zal beïnvloed worden door het verminderen van het voedselaanbod. Defecte riolering Doordat riolen ook een geschikt leefgebied zijn voor ratten, kunnen openingen in het rioolsysteem een aanvoer van ratten veroorzaken. Zeker in nabijheid van gebouwen is dit onwenselijk.
Resten van oude rioolsystemen of andere ondergrondse buizensystemen Als het oude deel van rioolsystemen bij vervanging nog in de grond achterblijft, kunnen dit gunstige broedplekken en of verplaatsingsroutes vormen voor de Bruine rat. Dichte begroeiing tegen gebouwen aan Begroeiing tegen gebouwen aan maakt dat er onder de begroeiing en onder de gebouwen beschutte en droge nestplekken beschikbaar zijn. Dichte begroeiing met zwerfvuil Zwerfvuil is onwenselijk in gebieden met dichte bossages. Dit komt omdat bewoners en gebruikers van dit gebied niet in afvalbakken deponeren. Vervuilde ecologische zones en natuurlijke begroeiing Soms bevinden zich ecologische zones en natuurlijke begroeiing op plekken waar mensen ook geneigd zijn vuil weg te werpen. Verzameling van zwerfvuil op deze plekken veroorzaakt gunstige omstandigheden voor ratten. Als bestrijding uiteindelijk nodig is, hoe gebeurt dat dan? Het bestrijden van ratten gebeurt over het algemeen met een vergiftigd lokaas. Deze methode is tot nu toe het meest effectief gebleken vanuit bestrijdingstechnisch oogpunt. Nadelen van het op grote schaal en langdurig gebruik van gif is de mogelijkheid op resistentie en ook de dieronvriendelijkheid van de methode. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is het gebruik van gif niet wenselijk. De rat sterft geleidelijk aan inwendige bloedingen. Belangrijk is dus om zo veel mogelijk te werken vanuit het terugdringen van de oorzaken om niet tot deze noodgreep te hoeven komen. Het in kaart brengen van de oorzaken zal vlak voor, gelijkertijd en ook na een bestrijding plaats moeten vinden. De lokaaspunten die gebruikt zijn voor het bestrijden kunnen na afloop met onvergiftigd indicatielokaas of knaagmateriaal (geïmpregneerd hout of papier)onderdeel uitmaken van de monitoring. Resistentie Resistentie verloopt volgens evolutionaire principes. De voor het gif gevoelige exemplaren sterven, terwijl uiteindelijk ongevoelige exemplaren zullen overleven. Vanuit dierenwelzijn is het gebruik van gif niet de meest gunstige methode. Bij het oplossen van rattenplagen in een groter gebied moet gif gecontroleerd en weloverwogen gebeuren. In Amsterdam zijn nog geen resistente ratten gevonden. Alternatieve bestrijdingen zullen minder resistentie veroorzaken. In Twente worden nu fysieke rattenvallen gebruikt. Bij het type dat daar veel gebruikt wordt kunnen achter elkaar ratten gevangen worden. Er zijn nog geen diervriendelijke methodes om bij grote overlast ratten te bestrijden. Het tegengaan van voedselaanbod blijft ook in het kader van diervriendelijkheid een noodzaak. Daarnaast is het te overwegen om een bepaalde overlast niet te bestrijden, Als er geen voedselaanbod is zal de populatie ratten niet tot overlastgevend uitgroeien. Bij een rattenmelding kan eerst uitleg gegeven worden over de leefwijze van ratten en dat die enkele melding nog niet direct een plaag betekend. Daarnaast zullen mensen bij het weten hoe ze ratten kunnen weren en ze geen voedsel beschikbaar moeten stellen een gevoel van controle krijgen. Hiermee verhoog je de mate van acceptatie bij mensen voor ratten. Dit wordt verder ook uitgelegd in het beleidsdeel van de nota: Beleid en Aanpak van overlast en schade door dieren in de openbare ruimte.
Webinformatie en literatuur: Animal Diveristy web, University of Michican: Informatie over eigenschappen van diersoorten. Jaarverslag GGD Amsterdam: Algemene Infectieziekten, v.a. 1996: Meldingen van Leptospirose http://www.rivm.nl/ziekdoordier/ Actuele informatie over mogelijk door ratten overgedragen ziektes http://www.kiza.nl/ Rattenmonitoring in derde wereld stad http://www.nri.org/projects/ecorat/docs/rsa_rodent_management.pdf Monitoring van Ratten in New York: NYC Rat Information Portal (RIP) https://gis.nyc.gov/doh/rip/ Introductie van broodcontainer in stadsdeel Geuzenveld: http://www.geuzenveld.amsterdam.nl/nieuwsartikelen_met/nieuwsartikelen_5/2009/april/broodcontainers?actitmidt=184191 Broodcontainers groot succes 16 april 2009 In december 2008 zijn er in buurt 5 broodcontainers geplaatst. In die buurt was er veel overlast van ratten. Mensen voerden hun oude brood aan de eendjes of aan andere vogels. Niet al het brood werd opgegeten en dat trok ratten aan. Ratten kunnen mensen ziek maken. Daarom was het nodig om maatregelen te nemen.
Methode die de gemeente Amsterdam hanteert bij de aanpak van probleemlocaties De volgende aanpak is leidraad bij advisering en aanpak van rattenoverlast. Fase 1: Wat is de overlast en wat zijn de oorzaken? Vraag Actie Resultaat Waar en hoeveel overlast van ratten is er? Ga kijken op locatie, mogelijk samen met GGD of laat GGD inventariseren en rapporteren Er zijn geen sporen van ratten te zien Er zijn rattengaten te zien Ratten zijn overdag zichtbaar Is de overlast dichtbij plekken waar mensen leven of recreëren? Bekijk het gebruik van het gebied door mensen Er is nu een beeld van de risico van de overlast voor mensen. Zijn er duidelijke oorzaken voor de aanwezigheid van ratten? Inspecteer de omgeving, mogelijk samen met de GGD of laat de GGD inspecteren en rapporteren Er is nu een beeld van de overlast en de oorzaken. Is er ook overlast van andere dieren Bekijk omgeving op aanwezigheid andere overlastsoorten Duiven, ganzen meeuwen, etc Zijn er ecologische zones of in het gebied? Bekijk de ecologische kaart van uw stadsdeel en neem mogelijk contact op met DRO afd. GRW Er zijn mogelijk kansen voor natuurlijke vijanden. Het gebied is niet geschikt voor gebruik bestrijdingsmiddel Welke overlast wordt ervaren door de klagers? Neem contact op met de klager en bespreek de situatie Klager heeft een bepaald beeld over de overlast Wie zijn de eigenaren van de grond? Leg de situatie voor aan de eigenaren Stadsdeel Woningbouwvereniging Particuliere eigenaren Er is nu een beeld van: - De mate van overlast op de locatie - Het risico voor mensen en gebouwen - De oorzaken voor rattenoverlast - Gebieden waar bestrijdingsmiddelen niet gebruikt kunnen worden - Mogelijkheden en aanwezigheid van natuurlijke vijanden - Verantwoordelijke partijen voor overleg en uitvoering Fase 2: Opstellen plan van aanpak In deze fase worden de aanpak, duur, acties en verdeling van de kosten van het project bepaald. Hiervoor is afstemming nodig tussen opdrachtgever, adviseur, uitvoerende partijen en belanghebbenden over: - Probleemanalyse, oorzaak en mogelijke oplossingen. - Bepalen urgentie en te nemen maatregelen. - Mogelijke maatregelen waaronder beïnvloeden van zwerfvuil, voergedrag, onderhoud van openbaar groen, staat van riool en waterwegen.
- Wijze van communicatie met betrokkenen (denk aan buurtbewoners, beheerders, dierenbescherming, portefeuillehouder). - Omvang bepalen van mogelijke curatieve bestrijdingsmaatregelen - Verdeling kosten - Nazorg en preventie (monitoring) Het onderstaande schema geeft inzicht in de stappen met beslispunten Vraag Is de mate van overlast dusdanig dat ingrijpen nodig is? Ja Nee Actie Geef voorlichting en leg uit waarom er niet ingegrepen wordt Voorlichting direct aan bewoners, campagne over zwerfvuil en voeren Is het mogelijk om met het wegenemen van de oorzaken de overlast op te lossen? Ja Verwijder de oorzaak Schoonmaakacties, broodinzameling en campagne over zwerfvuil en voeren Nee Kies de volgende beheersmethode van boven naar beneden (volgend uit beleidplan) 1. Wering Wegnemen van Oorzaken 2. Beheer op holen en broedplekken Bij ratten moeilijk 3. Wegvangen en verplaatsen Bij ratten moeilijk 4. Natuurlijke vijanden Ecologische zones, vossen, reigers en inzetten katten 5. Doden met minste pijn en stress Bestrijding GGD Bij deze stappen worden de volgende criteria gebruikt: 1. Is ingrijpen nodig? Ingrijpen kan nodig wanneer bijvoorbeeld ratten dagactief in woongebieden aanwezig zijn. Dan is het afhankelijk van het gebruik van het gebied en het risico van tot toetreding tot gebouwen welke maatregel nodig is. In een ecologisch gebied zullen maatregelen alleen bestaan uit schoonmaak van mogelijk voedselafval. 2. Wegnemen van oorzaken: De wijze van huisvuilinzameling, voergedrag, de inrichting van het groen, toestand van het riool. Denk aan een alternatieve inzameling van broodafval (Zie container project in Geuzenveld en Amsterdam Noord), raadpleeg daarbij ook de mogelijke knelpunten. Bij voeren is het belangrijk te weten wie er voert en waarom degene voert. Gebruik de gezamenlijke campagne: Overmatig voeren maakt dieren ongezond, afhankelijk en ziek. Het veroorzaakt overlast en dierplagen. Daarnaast kunnen wij er zelf ook ziek van worden. 3. Geven van voorlichting: Algemene campagne Amsterdam, Afdeling voorlichting van het stadsdeel, Natuur en Milieueducatie, GGD, Dierenbescherming, bewonersbrief 4. Inzetten van natuurlijke vijanden: Stadsecoloog van het stadsdeel of afstemming met DRO Stadsecologie 5. Uitvoer van het doden van ratten door GGD met rattengif (bloedverdunner), of recente methode (actief vangen, mogelijke combinatie met gezondheidsonderzoek).
Fase 3: Uitvoer en begeleiding van maatregelen Gedurende de uitvoer is er periodiek overleg over het verloop van de voorlichting en het verloop van de bestrijding. Daarnaast wordt afgestemd met de handhaver of milieupolitie. Aandachtspunt is alternatieve bestemming voor voedsel. Fase 4: Evaluatie Zijn de doelen zichtbaar gehaald? Er worden overdag geen ratten meer gezien. Dichtbij plekken waar mensen leven, werken of recreëren zijn geen sporen te zien van ratten. Het is gelukt om het voedselaanbod weg te nemen. Er zijn geen omstandigheden meer voor mogelijke nieuwe overlastsituatie. Waren er positieve ervaringen die nuttig kunnen zijn voor andere stadsdelen? Deze informatie wordt verwerkt in dit naslagwerk. Email dit naar: mailto:dpb@ggd.amsterdam.nl
Wijigingen 15-07-09 De lijst met mogelijk overdraagbare ziektes is verwijderd, dit vanwege het zeer lage risico van sommige ziektes. De informatie over gezondheidsrisico s van belang voor het publiek moeten vooral gebaseerd zijn op reële risico s. De realiteit wordt bepaald door metingen in Amsterdam, recent wetenschappelijk onderzoek en informatie uit andere steden waar de dieren een risico hebben gevormd. De kernboodschap van de campagne voor het terugdringen van het voedselaanbod is veranderd. Niet voeren is vooralsnog veranderd in overmatig voeren, omdat het verbieden van voeren in sommige situaties niet wenselijk is voor het welzijn van dieren. De campagneboodschap zal in oktober 2009 zijn vaste vorm krijgen.