Bekendmaking van een beslissing over een milieuvergunningsaanvraag Door de stad Herentals Gegevens over de bevoegde overheid College van Burgemeester en Schepenen Gegevens over de aanvrager/exploitant: Dijk en Duin Construct bvba Augustijnenlaan 20 2200 Herentals Gegevens over de inrichting Adres waarop de exploitatie plaatsvindt of plaats zal vinden: Poelstraatje z/n, 2200 Herentals Kadastrale gegevens: 2e afdeling, sectie C, perceel 302E Soort inrichting: de exploitatie van grondwaterwinningsputten voor koude- en warmtepomp Klasse 2 Gegevens over de beslissing Datum van het besluit 3 november 2015 Inhoud De vergunning werd verleend voor wat de volgende onderdelen betreft tot 3 november 2035 het lozen van bedrijfsafvalwater (spuiwater) met een debiet van maximaal 8 m³/u en 96 m³/jaar in oppervlaktewater (een gracht) (3.4.2 ); warmtepompen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 107,2 kw (16.3.1.1 ); grondwaterwinning voor thermische opslag met een debiet van 29.000 m³/jaar (53.6.1 ); Rubrieknummer(s): 3.4.2-16.3.1.1-53.6.1 Gegevens met betrekking tot de inzagemogelijkheden Meer informatie over dit besluit bij de hierna genoemde dienst van de gemeente: Milieu, Augustijnenlaan 30 2200 Herentals, tel. 014-28 50 50, e-mailadres: milieu@herentals.be Het besluit ligt gedurende de volgende periode ter inzage van het publiek bij de hierboven genoemde dienst van 13 november 2015 tot en met 12 december 2015. Dit onverminderd de regelgeving over de openbaarheid van bestuur. Gegevens met betrekking tot de beroepsmogelijkheden Tegen deze beslissing kan beroep worden ingediend bij de bestendige deputatie van de provincieraad De procedure wordt bepaald door het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning Het beroep kan worden ingediend door elke natuurlijke of rechtspersoon die tengevolge van de vestiging en de exploitatie van de inrichting rechtstreeks hinder kan ondervinden elke rechtspersoon die zich de bescherming van het leefmilieu statutair tot doel heeft gesteld, ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezit en in zijn statuten het grondgebied omschreven heeft tot waar zijn bedrijvigheid zich uitstrekt De uiterste datum voor indienen van het beroep is Voor diegene die louter aangewezen is op de kennisname via dit bericht en de inzage bij het gemeentebestuur: op 12 december 2015. De volgende stavingsstukken dienen bij het beroep te worden gevoegd
een door het gemeentebestuur af te leveren attest waaruit de datum van de bekendmaking van de beslissing blijkt een bewijs van de betaling van de dossiertaks (rekeninguittreksel, door gemachtigde van de bank getekende verklaring, ) Te Herentals, 13 november 2015 voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de milieuambtenaar de burgemeester Koen Dierckx Jan Peeters
Provincie ANTWERPEN Stad HERENTALS dossiernr. 2015/033 Besluit van het college van burgemeester en schepenen, houdende vergunning aan Dijk en Duin Construct bvba voor het exploiteren van een inrichting gelegen te Poelstraatje z/n te 2200 Herentals voor een warmtepomp. Het College van burgemeester en schepenen, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij latere decreten (Milieuvergunningsdecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij latere besluiten (Vlarem I); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals gewijzigd bij latere besluiten (Vlarem II); Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, voor de eerste maal bij het college van burgemeester en schepenen van Herentals ingediend op 21 mei 2015 door Dijk en Duin Construct bvba, gevestigd Augustijnenlaan 20 te 2200 Herentals, strekkende tot het verkrijgen van een milieuvergunning om een inrichting voor een warmtepomp, gelegen in Poelstraatje z/n te 2200 Herentals, kadastrale percelen, 2e afdeling, sectie C, perceel 302E te exploiteren, met als voorwerp: spuien van maximaal 8 m³/u spuiwater afkomstig van de warmtepomp met een maximum van 1 x maand en 99 m³/jaar (3.4.2 ); grondwaterwinning voor thermische opslag met een debiet van 29.000 m³/jaar (53.6.1 ); grondwaterwinning met een debiet van 96 m³/jaar (53.8.1 ); Vlarem-rubricering: 3.4.2-53.6.1-53.8.1 Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: geen Gelet op het feit dat op datum van 16 juni 2015 de milieuvergunningsaanvraag onvolledig werd verklaard;
Gelet op het feit dat op datum van 7 juli 2015 de milieuvergunningsaanvraag opnieuw werd ingediend; Gelet op het feit dat op datum van 3 augustus 2015 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaamse reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen van 4 september 2015 waaruit blijkt dat er geen schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen werden ingediend; Gelet op het advies van Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van 2 september 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: Omschrijving voorwerp van de aanvraag: Gelet op de milieuvergunningsaanvraag ingediend door Dijk en Duin Construct bvba, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning voor de exploitatie van een inrichting gelegen te2200 Herentals, Poelstraatje z/n, (kadastrale percelen, afdeling 2, sectie C, perceelnummer 0302/E)met als voorwerp: De exploitatie van grondwaterwinningsputten voor koude- warmtepompen, omvattend: - Het lozen van bedrijfsafvalwater (spuiwater) met een debiet van maximaal 8m3/u en 96 m3/jaar in oppervlaktewater (een gracht) (3.4.2 ); - Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinningen die gebruikt worden voor thermische energieopslag in watervoerende lagen, met inbegrip van terugpompingen, met een opgepompt debiet van 29.900 m3/jaar (53.6.1 ); Verslag onderzoek: Overwegende dat het voorwerp van onderhavige aanvraag in hoofdzaak de exploitatie betreft van een grondwaterwinning voor koude- warmteopslag ten behoeve van de verwarming van diverse wooneenheden (54 passief appartementen) gelegen Poelstraatjez/n te Herentals. Conform de voorschriften van art. 20 2.2 van VLAREM I wordt door onze afdeling voor inrichtingen die in klasse 2 zijn ingedeeld enkel advies uitgebracht betreffende de inrichtingen welke aangeduid zijn met de letter A in de vierde kolom Bemerkingen van de indelingslijst uit bijlage I van Vlarem I. De grondwaterwinning zal bestaan uit 2 geboorde putten. Op een diepte van 50 m tot 70 m (onttrekkingsfilter) onder het maaiveld wordt grondwater onttrokken en op een diepte van 30m tot 50 m onder het maaiveld (infiltratiefilter) wordt grondwater teruggepompt. Het totaal opgepompte en terug ingebrachte debiet bedraagt maximaal 360 m3/dag en 29.000 m3/jaar. De onttrekkingsfilters en infiltratiefilters bevinden zich in dezelfde watervoerende laag. Deze inrichting is ingedeeld in rubriek 53.6.1 van de indelingslijst van Vlarem I. Rubriek 53.6.1 is niet gemerkt met de letter A in de indelingslijst. Aangezien dit de enige rubriek is die op het aanvraagformulier vermeld is onder punt C.4 de aangevraagde onderdelen van de inrichting, gaat de AMV ervan uit dat geen advies moet worden uitgebracht in het kader van deze vergunningsaanvraag. In de bijlage De Tuinen van Herentals, toegevoegd achteraan het aanvraagdossier, wordt echter vermeld dat vergunning wordt gevraagd voor rubrieken 3.4.2, 53.6.1 en 53.8.1.Bij de milieudienst van de stad Herentals werd telefonisch vernomen dat deze rubrieken het voorwerp hebben uitgemaakt van het openbaar onderzoek. Rubriek 3.4.2 is gemerkt met de letter A en zal door AMV dan ook geadviseerd worden.
Onder rubriek 3.4.2 wordt vergunning gevraagd voor het lozen van bedrijfsafvalwater met een debiet van maximaal 8m3/u en 96 m3/jaar in een gracht. Het bedrijfsafvalwater is het spuiwater van de infiltratieput. In voormelde bijlage aan het aanvraagdossier trekt de exploitant zelf in twijfel of het lozen van spuiwater in de gracht moet worden beschouwd als een lozing van bedrijfsafvalwater waarop rubriek 3.4.2 zou van toepassing is. Ook al is deze gracht verder niet aangesloten op een beek of riolering is de AMV van oordeel (na overleg met de VMM) dat de lozing van de spui dient beschouwd als een lozing van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater. Aangezien deze afvalwaterstroom weinig verontreinigd is, mag aangenomen worden dat de normen voor lozing in oppervlaktewater kunnen gerespecteerd worden. Rubriek 53.8.1 is niet gemerkt met de letter A. Het advies van AMV is bijgevolg niet vereist. AMV is bovendien van oordeel dat rubriek 53.8 niet van toepassing is. Rubriek 53.8 wordt omschreven als Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan vermeld in rubriek 53.1. tot en met 53.7. en 53.12.. Aangezien de grondwaterwinning reeds ingedeeld is in rubriek 53.6 is de dubbele rubricering overbodig. Er wordt een gunstig advies verleend voor wat betreft het lozen van bedrijfsafvalwater (spuiwater) met een debiet van maximaal 8m3/u en 96 m3/jaar in oppervlaktewater (een gracht) (3.4.2 ). Aangezien AMV enkel advies geeft over rubriek 3.4.2, wordt door AMV enkel dit item vermeld in het voorwerp van de vergunning Advies: Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits naleving van aangepaste milieuvergunningsvoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat ten einde de exploitatie van de inrichting bestaanbaar te maken met de omgeving, zowel op het vlak van de risico's voor de externe veiligheid als op het vlak van de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, het evenwel noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die met de toepassing van een beste beschikbare schone technologie die geen overmatige hoge kosten meebrengt, technisch haalbaar zijn; dat op basis van de vanuit dit uitgangspunt gehanteerde technische criteria en de van toepassing zijnde normen, deze noodzakelijke voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in het voorstel in het beschikkende gedeelte; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning mits het opleggen van de noodzakelijk geachte vergunningsvoorwaarden toe te staan voor een termijn van 20 jaar; Voorstel: Aan Dijk en Duin Construct bvba, de milieuvergunning voor de exploitatie van een inrichting gelegen te 2200 Herentals, Poelstraatje z/n, (kadastrale percelen, afdeling 2, sectie C, perceelnummer 0302/E) met als voorwerp: De exploitatie van grondwaterwinningsputten voor koude- warmtepompen, omvattend: - Het lozen van bedrijfsafvalwater (spuiwater) met een debiet van maximaal 8 m3/u en 96 m3/jaar in oppervlaktewater (een gracht) (3.4.2 ); te verlenen - voor een vergunningstermijn van 20 jaar die aanvangt op de datum van ondertekening van de vergunning; - de inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van drie jaar; - onder de volgende vergunningsvoorwaarden: A. De algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II
De voorwaarden vervat in de volgende bijlagen waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn: Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (beheersing van hinder door licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) Gelet op het advies van VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer van 8 september 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: Onderzoek van de aanvraag: Aard en activiteit van de inrichting: Verwarming gebouwen Aangevraagde m³/dag en m³:jaar: 29.000 m³/jaar, 96 m³/dag Advies Advies over het rationeel watergebruik en het effect op het beheer van de watervoerende laag (overeenstemming van de aangevraagde hoeveelheid met de werkelijke behoeften, rekening houdend met recuperatiemogelijkheden, alternatieve bevoorradingsbronnen : De aanvraag betreft de vergunning voor de aanleg van een nieuwe grondwaterwinning klasse 2 voor een koudewarmtepomp. De koude-warmte opslag zal bestaan uit een winnings- en een retourput met een diepte van respectievelijk 71 meter en 51 meter (en bijhorende filterdiepte van 55 tot 70 meter en van 30 tot 50 meter. Alle filters bevinden zich in hetzelfde watervoerend pakket (Zand van Diest; HCOV 0252), hetgeen een absolute voorwaarde is voor dergelijke installatie. Het grondwaterlichaam waarin grondwater wordt onttrokken en geïnfiltreerd is CKS_0200_GWL_1. Het aangevraagde systeem maakt gebruik van de relatieve warmte van de watervoerende laag voor de verwarming tijdens koude periodes en van koude voor koeling in warme periodes. De minimale temperatuur in de injectiefilter bedraagt 4 C, de maximale injectietemperatuur bedraagt 25 C. De temperatuur van het grondwater zal hierdoor slechts een beperkte daling/stijging ondervinden. De grondwaterwinning is niet gelegen in de nabijheid van een speciale beschermingszone. De aanvraag bevat een project-m.e.r.-screeningsnota. Er werd beoordeeld dat er geen aanzienlijk effect t.o.v. speciale beschermingszones en andere kwetsbare gebieden te verwachten is. Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid werd voor deze aanvraag onderzocht of er een schadelijk effect door de grondwaterwinning wordt veroorzaakt. Er werd geoordeeld dat het schadelijk effect op het grondwatersysteem bestaande is. Besluit: Gelet op het voorgaande wordt er een gunstig advies verleend voor een grondwaterwinning klasse 2 die gebruikt wordt voor een warmtepomp, bestaande uit een winnings- en een retourput met een diepte van respectievelijk 71 meter en 51 meter (en bijhorende filterdiepte van 55 tot 70 meter en van 30 tot 50 meter) in het Zand van Diest (HCOV 0252) en grondwaterlichaam CKS_0200_GWL_1, voor een debiet van maximaal 29000 m³/jaar en 96 m³/dag. Er wordt gunstig geadviseerd voor een termijn van 20 jaar, mits naleving van de algemene en de sectorale voorwaarden van VLAREM II. Gelet op het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar van 29 oktober 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: Bouwvergunningen: - BV 2015/00006 dd. 20/04/2015 bouwen van appartementen (54 woongelegenheden) - Stedenbouwkundige vergunningsaanvraag 2015/00203 ingediend op 01/10/2015 voor het uitbreiden en de regularisatie van een kelder en het aanplanten van bomen Argumentatie: Voor de bouw van het appartementsgebouw werd voormelde stedenbouwkundige vergunning verleend.
Naar aanleiding van deze vergunning verleende Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen ongunstig advies voor de winning van grondwater om de toiletten van de hogere verdiepingen te spijzen om reden dat voldoende hemelwateropvang mogelijk is. Voorliggende aanvraag omvat het voorzien van een warmtepomp met open bron voor de verwarming van 54 passief -appartementen. Advies: Gunstig onder voorwaarde dat alle voorwaarden opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning worden nageleefd. Gelet op het advies van de intercommunale milieudienst IOK van 7 september 2015 en op de volgende elementen uit dit advies: Bemerkingen 1. Voorliggend advies heeft betrekking op een milieuvergunningsaanvraag die op 7/6/2015 volledig en ontvankelijk werd verklaard door het CBS of de hiervoor gemachtigd ambtenaar. 2. De exploitant neemt in bijlage E9 van de milieuvergunningsaanvraag op er 2 warmtepompen met een totaal vermogen van 107,2 kw met cop van 5,5 zullen geïnstalleerd worden. De exploitant dient er op gewezen te worden dat voor warmtepompen vanaf een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 5 kw rubriek 16.3.1.x (x nog aan te vullen op basis van de totaal geïnstalleerde drijfkracht) van toepassing is. 3. In voorliggend dossier wordt gesteld dat geen stedenbouwkundige vergunning vereist is. Conform artikel 2.1 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, zijn gebruikelijke ondergrondse constructies vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning indien ze niet voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook liggen. 4. In de milieuvergunningsaanvraag is geen informatie opgenomen over de koelvloeistof in de koudewarmte pomp. De exploitant dient erop gewezen te worden dat hij bij voorkeur gebruik maakt van een niet-gevaarlijk koelmiddel. Watertoets Volgens artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. Het perceel is grotendeels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Na het doorlopen van het watertoetsinstrument wordt aanbevolen om advies te vragen aan de Provincie m.b.t. het begroten van het effect van het gewijzigde overstromingsregime. Advies 1. Stedenbouwkundig A. Stedenbouwkundige ligging De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied waardoor gesteld kan worden dat de ligging van de inrichting in overeenstemming is met de bestemming volgens het gewestplan. B. Stedenbouwkundige vergunning Volgens art. 4.1.1 van de VCRO lijkt een grondwaterwinningsput voor de koude-warmtepomp als een (ondergrondse) constructie beschouwd te worden. Het optrekken of plaatsen van een constructie en het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat, is volgens art. 4.2.1, 1 van de VCRO stedenbouwkundig vergunningsplichtig. Het uitvoeringsbesluit van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, voorziet een vrijstelling van stedenbouwkundige
vergunningsplicht te voor gebruikelijke ondergrondse constructies die nabij (binnen een straal van 30 meter van) een hoofdzakelijk vergund of vergunbaar geacht gebouw gelegen zijn. Vermits de grondwaterwinningsput voor de koude-warmtepomp zal gelegen zijn binnen een straal van 30 meter van een gebouw en ervan uitgaande dat dit gebouw hoofdzakelijk vergund of vergunbaar geacht wordt, lijkt de vrijstelling voor een stedenbouwkundige vergunning van toepassing. 2. Water De grondwaterwinning voor de koude-warmtepomp is niet gelegen in waterwingebied of beschermingszones. De exploitant meldt op p. 44 van de milieuvergunningsaanvraag dat het water in het grondwater- en gebouwcircuit van elkaar zal gescheiden worden door middel van een warmtewisselaar. Continue drukmetingen in het gebouwcircuit zullen zorgen voor het snel opsporen en verhelpen van eventuele lekkages in de warmtewisselaar. Het grondwatercircuit zal luchtdicht en in overdruk gehouden worden t.o.v. de atmosfeer. De registratie zal gebeuren via monitoring-online zodat de verantwoordelijke steeds toezicht heeft op het systeem en/of eventuele foutmeldingen. De exploitant meldt op p. 48 van de milieuvergunningsaanvraag dat de filters van de onttrekkings- en infiltratiebron zich in eenzelfde watervoerende laag (freatisch) bevinden. In de boorstaat in bijlage F5 is opgenomen dat de scheidende lagen afgedicht zullen worden met kleikorrels (Mikolit ). De spui bij de regeneratie van de putten blijft beperkt tot max. 96 m³/jaar. Uit de milieuvergunningsaanvraag kan niet afgeleid worden of er peilbuizen zullen geplaatst worden in de boorgaten, conform artikel 5.53.2.2. van Vlarem II, noch of er een debietmeter aanwezig zal zijn, conform 5.53.3.1 van Vlarem II, noch of er een aftapkraantje zal geplaatst worden na elke debietmeter, conform artikel 5.53.3.1 van Vlarem II. Het is aangewezen om hierover bijkomende informatie op te vragen bij de exploitant. De exploitant dient er op gewezen te worden dat er ook op de spuileiding een debietmeter en een tapkraantje moet geïnstalleerd worden, conform artikel 5.53.6.2.4 van Vlarem II. De putten dienen geregenereerd te worden op mechanische wijze, conform artikel 5.53.6.2.7 van Vlarem II. Gezien de aard en de omvang van de exploitatie moet VMM, Afdeling Water advies verlenen omtrent de gevraagde grondwaterwinningen. We adviseren dan ook het standpunt van deze administratie m.b.t. de gevraagde hoeveelheden en het al dan niet gewenst zijn van de voorgestelde inrichting te volgen daar IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de grondwaterwinning voor de bodem en de watervoerende lagen. Indien VMM, Afdeling Water een gunstig advies verleent, dient de exploitant erop gewezen te worden dat: - de bewerkingen die verband houden met koelinstallaties en waarbij de mogelijkheid tot het ontsnappen van koelmiddel bestaat, moeten worden uitgevoerd door bevoegde koeltechnici, conform artikel 5.16.3.3 3 van Vlarem II; - hij, conform de milieuvoorschriften uit Vlarem II (artikel 5.16.3.3), de nodige voorzorgen moet treffen opdat bij een herstelling, een lek e.d., het ontsnappende koelmiddel de buurt niet kan hinderen, noch het milieu kan bezoedelen. Om de eventuele lekken tot het strikte minimum te beperken worden de koelinstallaties en toebehoren onderhouden volgens een code van goede praktijk en afhankelijk van de gebruikswijze, regelmatig onderzocht door een bevoegd koeltechnicus. Bij vaststellen van lekkage moeten onmiddellijk de nodige herstellingen worden uitgevoerd om die lekkage te verhelpen en moet een nieuwe controle op lekdichtheid worden uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken worden ingeschreven in een register dat ter inzage is van de toezichthouder;
- de binnendiameter van de peilbuis ten minste 18 mm moet bedragen (artikel 5.53.2.2 van Vlarem II); - conform artikel 5.53.6.2.1 van Vlarem II, de grondwaterwinning minimaal vijfjaarlijks dient nagekeken en onderhouden te worden door een deskundige ter zake. De exploitant houdt hiervan een verslag ter inzage van de toezichthouders; - Hij ervoor dient te zorgen dat het grondwater in een leidingsysteem rondgepompt wordt dat fysiek afgesloten is van het water in het gebouwsysteem, conform artikel 5.53.6.2.3 van Vlarem II; - het leidingsysteem met grondwater, conform artikel 5.53.6.2.3 van Vlarem II, moet voorzien worden van een automatische monitoring van de druk. Er moet een beveiliging aanwezig zijn dat het systeem stil legt bij een te hoge of een te lage druk; - als de herinjectie van het opgepompte grondwater, al dan niet tijdelijk, niet mogelijk is, het oppompen van het grondwater dient stopgezet te worden (artikel 5.53.6.2.8); - een eventuele latere buitendienststelling van de grondwaterwinning, het boorgat of een ander onderdeel hiervan, dient te gebeuren conform artikel 5.53.5.1 en artikel 5.53.5.2; - bij een eventuele latere buitendienststelling van de koude-warmtepomp, de exploitant ervoor dient te zorgen dat het koelmiddel binnen de maand wordt verwijderd door bevoegde koeltechnici conform de bepalingen in artikel 5.16.3.3 4 van Vlarem II. Gelet op de ligging nabij VEN-gebied wordt geadviseerd om als bijkomende voorwaarde in de eventuele milieuvergunning op te nemen dat de koude-warmte pomp jaarlijks dient onderzocht te worden door een bevoegd koeltechnicus, waarbij o.a. gecontroleerd wordt op lekdichtheid. 3. Natuur MER-screeningsnota Omwille van de grondwaterwinning m.i.v. terugpomping t.b.v. energieopslag dient de exploitant een MER-screeningsnota bij de milieuvergunningsaanvraag te voegen. Hierin stelt de exploitant dat, rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de analyse in de MERscreeningsnota, de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. VEN-toets (verscherpte natuurtoets) en Voortoets/passende beoordeling De gevraagde inrichting is gelegen op minder dan 500 m van het VEN-gebied De Vallei van de Kleine Nete benedenstrooms en op ongeveer 1 km van het habitatrichtlijngebied Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden. Conform artikel 26bis van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu mag de overheid geen vergunning verlenen voor een activiteit die onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. Conform artikel 36ter van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu mag een overheid een vergunning slechts toestaan indien de uitvoering van de activiteit geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken. Indien een vergunningsplichtige activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, dient deze onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het opstellen van de passende beoordeling. Op basis van de elementen in het voorliggend dossier lijkt het aanneembaar te stellen dat de inrichting geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan het VEN-gebied of betekenisvolle aantasting van het Habitatrichtlijngebied zal veroorzaken bij naleving van de relevante wetgeving en voor zover de exploitant zich gedraagt naar de code voor goede natuurpraktijk. Besluit: Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor de aangevraagde rubrieken te worden geadviseerd als voorwaardelijk gunstig
- op voorwaarde dat uit het advies van VMM, Afdeling Water, blijkt dat de inrichting geen ontoelaatbare schade veroorzaakt aan bodem en grondwaterlagen; - op voorwaarde dat uit het advies van de provincie i.v.m. de watertoets blijkt dat het effect van het gewijzigde overstromingsregime aanvaardbaar is; - op voorwaarde dat de exploitant zich, indien van toepassing, in regel stelt met rubriek 16.3.1.x (x nog aan te vullen op basis van de totaal geïnstalleerde drijfkracht) uit de indelingslijst van Vlarem I en de bijhorende voorschriften uit Vlarem II; - op voorwaarde dat uit bijkomende informatie blijkt dat de koude-warmtepomp voldoet aan de bepalingen in hoofdstuk 5.53 van Vlarem II; - als eventueel bijkomende voorwaarde wordt opgenomen dat de exploitant de koude-warmte pomp jaarlijks laat onderzoeken door een bevoegd koeltechnicus, waarbij o.a. gecontroleerd wordt op lekdichtheid. in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Gelet op het stilzwijgend advies van VMM, Afdeling Ecologisch Toezicht Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn: woongebied Overwegende dat de inrichting niet gelegen is in een beschermingszone of een waterwingebied; De inrichting ligt volgens het definitieve zoneringsplan van Herentals in de zuiveringszone het centrale gebied. Overwegende dat de adviezen van Departement Leefmilieu, Natuur en Energie afdeling Milieuvergunningen, VMM afdeling Operationeel Waterbeheer, de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en de intercommunale milieudienst IOK in aanmerking wordt genomen; Overwegende dat: Voor de motivatie en verantwoording wordt verwezen naar de adviezen van Departement Leefmilieu, Natuur en Energie afdeling Milieuvergunningen, VMM afdeling Operationeel Waterbeheer en de intercommunale milieudienst IOK. De inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, is verenigbaar met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften. Mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden kunnen de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt mits het opleggen van volgende bijzondere voorwaarden: - de exploitant laat jaarlijks de koude-warmte pomp onderzoeken door een bevoegd koeltechnicus, waarbij o.a. gecontroleerd wordt op lekdichtheid. De keuringsattesten worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid; - de grondwaterwinning mag enkel gebruikt worden voor de warmtepomp, bestaande uit een winnings- en een retourput met een diepte van respectievelijk 71 meter en 51 meter (en bijhorende filterdiepte van 55 tot 70 meter en van 30 tot 50 meter) in het Zand van Diest (HCOV 0252) en grondwaterlichaam CKS_0200_GWL_1, voor een debiet van maximaal 29000 m³/jaar en 96 m³/dag.
Op basis van alle gegevens opgenomen of verkregen in het kader van de milieuvergunningsaanvraag bestaat er aanleiding toe de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn van 20 jaar. Besluit: Artikel 1 1: Aan Dijk en Duin Construct bvba, gevestigd te Augustijnenlaan 20 te 2200 Herentals, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit de vergunning verleend voor de exploitatie van grondwaterwinningsputten voor koude- en warmtepomp, gelegen te Poelstraatje z/n te 2200 Herentals, op de kadastrale percelen, 2e afdeling, sectie C, perceel 302E met als voorwerp: te exploiteren, zodat deze voortaan omvat: het lozen van bedrijfsafvalwater (spuiwater) met een debiet van maximaal 8 m³/u en 96 m³/jaar in oppervlaktewater (een gracht) (3.4.2 ); warmtepompen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 107,2 kw (16.3.1.1 ) grondwaterwinning voor thermische opslag met een debiet van 29.000 m³/jaar (53.6.1 ); Vlarem-rubricering: 3.4.2-16.3.1.1-53.6.1 Artikel 2: Termijn voor ingebruikname 1 De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting dient in gebruik genomen te worden binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf datum bepaald in artikel 3.1, dus uiterlijk op 3 november 2018, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. 2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een bouwvergunning nodig is; wordt onderhavige milieuvergunning geschorst zolang de bouwvergunning niet is verleend. In afwachting van het bepaalde in 1 wordt de aanvangsdatum van de milieuvergunning in dat geval verdaagd tot de dag dat deze bouwvergunning definitief is verworven. 3.- Wordt de in 2 bedoelde bouwvergunning geweigerd dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de bouw vergunning in laatste aanleg. Artikel 3: Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1 Die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: deze milieuvergunning is geschorst omdat de bouwvergunning op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de bouwvergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan het college van burgemeester en schepenen; onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan; 2 Die eindigt op 3 november 2035 Artikel 4: De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden
overeenkomstig Vlarem II : Algemene voorwaarden: Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften) 4.6 (licht) 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Oppervlaktewater: hoofdstuk 4.2 (beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging) Bodem: hoofdstuk 4.3 (beheersing van bodem- en grondwaterverontreiniging) Lucht: hoofdstukken 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) en 4.10 (emissies van broeikasgassen) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) 2. Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.3. Hoofdstuk 5.53. Hoofdstuk 5.53. 3. Bijzondere voorwaarden: 1. De exploitant laat jaarlijks de koude-warmte pomp onderzoeken door een bevoegde koeltechnicus, waarbij o.a. gecontroleerd wordt op lekdichtheid. De keuringsattesten worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid. 2. De grondwaterwinning mag enkel gebruikt worden voor de warmtepomp, bestaande uit een winningsen een retourput met een diepte van respectievelijk 71 meter en 51 meter (en bijhorende filterdiepte van 55 tot 70 meter en van 30 tot 50 meter) in het Zand van Diest (HCOV 0252) en grondwaterlichaam CKS_0200_GWL_1, voor een debiet van maximaal 29000 m³/jaar en 96 m³/dag. De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. Artikel 5. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6. 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Herentals, 4 november 2015 Namens het college van burgemeester en schepenen voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de burgemeester
de milieuambtenaar (w.g.) Koen Dierckx Voor eensluidende kopie, (w.g.) Jan Peeters voor de secretaris Tanja Mattheus bij delegatiebesluit van 3 december 2012 de milieuambtenaar de burgemeester Koen Dierckx Jan Peeters Aandacht! Ingevolge de koppeling van de bouw - aan de milieuvergunning vervalt de krachtens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verleende bouwvergunning in geval onderhavige milieuvergunning in beroep zou worden geweigerd, op de dag van de definitieve weigering van de milieuvergunning. Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Bestendige Deputatie van de provincieraad, K. Elisabethlei 22-2018 Antwerpen 1. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks te worden gevoegd.