Jaloezieactor 1-voudig UP Gebruiksaanwijzing

Vergelijkbare documenten
Universele dimmer inzetmoduul Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding Schakelactor 4-, 6-, 8-voudig Schakelactor 4-, 8-voudig C-last

Jaloezieactor 4-voudig 230 V Gebruiksaanwijzing

Elektronische transformatoren Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding Drukcontactinterface 2-voudig Drukcontactinterface 4-voudig

KNX/EIB Schakelaktor enkelvoudig 16A / tweevoudig 6A. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Bedieningshandleiding. Schakelactor / Jalouzieactor

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Bedieningshandleiding. Jaloezieactor 4-fach. Jaloezieactor 4-fach 230V hand Rolluikactor 4-fach 230V hand Jaloezieactor 4-fach 24V DC hand

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Bedieningshandleiding. Tijdschakelklok-inzetmoduul voor. tijdschakelklok-displays

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

Universeel-dimmer 2, Basiselement voor parallelaansluiting 2

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Universele dimmer

KNX/EIB Universele dimactor inbouw 210 W. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Elektronische transformatoren voor LVhalogeenlamoen

Gloeilampen-dimmer-basiselement met druk-wisselschakelaar

Systeem 2000 Impuls-moduul Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

Draadloze universele dimmer (inbouw) Gebruiksaanwijzing. Draadloze universele dimmer (inbouw) Art. Nr.:

1 Veiligheidsinstructies

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Standard

Automatic-schakelaaropzetstuk Standard Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding. Dimmactor `Universal` 4-voudig

Bedieningshandleiding. Bereik-/Lijnkoppeling

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-dimmerbasiselement Komfort 2-voudig

1 Veiligheidsinstructies

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Tronic-draaidimmer met soft-klik. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Draadloze universele snoerdimmer Art. Nr.: Functie

1 Veiligheidsinstructies

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

Bedieningshandleiding. Analoge ingang 4-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universele leddimmer DIN-rail

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Draaidimmer Universeel led

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies

Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Conventionele dimmer, inbouwmodule Universele zelflerende dimmer, inbouwmodule,1-voudig/2-voudig Bestelnr.: / /

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic-draaidimmer voor Tronictransformator. Art.-Nr.: 225 TDE Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. LB Management. Elektronische schakeleenheid 1-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000

1 Veiligheidsinstructies

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

KNX inbouwverwarmingsactor 1-voudig met neventoestel-aansluiting Art.-Nr.: 2501 HZUP

KNX inbouwactor jaloezie 1-voudig met neventoestel-aansluiting

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Universele draadloze zender 2 Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Besturingseenheid 1-10 V drievoudig. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-draaidimmer-basiselement Komfort

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel LV. Best. nr. : Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding. Analoog uitgang 4-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

Combisensor Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel gloeilamp. SW opbouw dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem Universele led-dimmer. Universele led-dimmer Best. nr.

Bedieningshandleiding DALI Power Potentiometer

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Dimmer mini Universeel led

KNX/EIB Binaire ingang. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Instabus Automatic-schakelaar Gebruiksaanwijzing

Bedieningshandleiding. Schakelactor

KNX/EIB Schakelactoren. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Bedieningshandleiding. Universele draadloze zender

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Bedieningshandleiding

Systeem Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-dimmerbasiselement. LED-dimmerbasiselement. Best. nr.

KNX/EIB Verwarmingsactor zesvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. : Bedieningshandleiding

KNX/EIB Voedingseenheid. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid 640 ma. Best.nr. : Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Stuureenheid 1-10 V, 3-voudig. Art.-Nr.: 2193 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer. Draaidimmer. Best.nr. : Draaidimmer. Best.nr. :

Draadloze bussysteem Draadloze universele dimactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Transcriptie:

Schakelactor 2-voudig 6A Universele dimactor 1-voudig 210 W Schakelactor 1-voudig 16A UP Art. nr.: 1047 00 Art. nr.: 1057 00 Art. nr.: 1058 00 Art. nr.: 1059 00 Systeeminformatie Dit apparaat is een product van het Instabus-KNX/ EIB-systeem en voldoet aan de KNX-richtlijnen. Voor een goed begrip is gedetailleerde vakkennis door Instabus-scholing een eerste vereiste. De werking van het apparaat is van de gebruikte software afhankelijk. Gedetailleerde informatie over de software die kan worden geladen en de functies die hiermee mogelijk zijn, alsmede informatie over de software zelf, vindt u in de productdatabase van de fabrikant. Planning, installatie en inbedrijfsstelling van het apparaat geschieden met behulp van door de KNX-gecertificeerde software. De productdatabase en de technische beschrijvingen vindt u steeds actueel op internet onder www.gira.de. Veiligheidsinstructies vor universele dimactor Attentie! Het apparaat is niet geschikt voor spanningvrij schakelen. Bij uitgeschakelde dimactor is de last niet galvanisch van het net gescheiden. Bij gebruik met conventionele trafo s moet iedere trafo overeenkomstig de fabrikantgegevens aan de ingangszijde beveiligd zijn. Uitsluitend veiligheidstransformatoren conform EN 61558-2-6 gebruiken. Vernielingsgevaar! Capacitieve lasten (elektronische trafo s) en inductieve lasten (b.v. conventionele trafo s) niet samen op de dimuitgang aansluiten. Veiligheidsinstructies Attentie! Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend door een landelijk erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd! Daarbij de geldende ongevallenpreventievoorschriften naleven. Ter vermijding van elektrische schok het toestel voorafgaand aan de werkzaamheden altijd eerst spanningsvrij schakelen (veiligheidsautomaat uitschakelen). Bij veronachtzaming van de installatie-instructies kunnen brand of andere gevaren optreden. Vernielingsgevaar! Op de impulsgever-ingangen mag in geen geval netspanning 230 V worden aangesloten! Hierdoor wordt de veiligheid van het gehele EIB-systeem in gevaar gebracht! Apparaten en inrichtingen kunnen vernield raken! 3/06 Blz: 1 van 8

Functie De schakelactoren schakelen elektrische verbruikers via de Instabus EIB. Schakelcommando s geschieden met behulp van b.v. toetssensors of binaire ingangen van het Instabus KNX/EIB-systeem. Twee impulsgever-ingangen dienen voor lokale bediening via conventionele (toets-)schakelaars of kunnen als binaire ingangen voor potentiaal-vrije contacten naar keuze gebruikt worden (alleen bij aangesloten busspanning). De apparaten worden door de Instabus EIB gevoed en benodigen geen extra voeding. De universele dimactor kalibreert zich na aansluiting op de aangesloten last en kiest het bijpassende dimprincipe (faseaan- of -afsnijding). Aanwijzingen voor schakelactoren UP 1- en 2 voudig De relaisuitgangen van de schakelactor 2-voudig schakelen bij aansturing via een centraal radiogram met een geringe vertraging. Er mogen geen verschillende buitenleiders op de schakelactor 2-voudig worden aangesloten. Aanwijzingen voor jaloezieactor UP Geen draaistroommotoren op jaloezieactoren aansluiten. De uitgangen van de jaloezieactor zijn onderling mechanisch vergrendeld. Indien motoren parallel geschakeld moeten worden, dan beslist de gegevens van de motorfabrikanten in acht nemen. De motoren kunnen anders vernield raken. Uitsluitend jaloezieën of rolluiken met eindschakelaar (mechanisch of elektronisch) gebruiken. De eindschakelaars van de aangesloten motoren op correcte afstelling controleren. Aanwijzingen voor universele dimactor inbouw Na installatie en inschakeling van het net kalibreert de universele dimactor zich automatisch op de last en kiest het bijpassende dimprincipe (faseaan- of afsnijding). Het kalibreren manifesteert zich eventueel door kortstondig flakkeren en duurt, afhankelijk van de netsituatie, tussen 1-10 s.tijdens het kalibreren ontvangen commando s worden na beëindiging van de kalibrering uitgevoerd. Bij netstoringen langer dan 0,7 s schakelt de dimactor uit. Bij terugkeer van de netspanning wordt de aangesloten last opnieuw gekalibreerd. Al naar gelang de belasting van de dimmer kunnen voor vermogensuitbreiding vermogensopvoereenheden worden aangesloten. Kies een bij de dimmer en de last passende vermogensopvoereenheid. Verdere informatie leest u in de handleiding van de desbetreffende vermogensopvoereenheid. Lasttypen voor universele dimactor UP 230 V-gloeilampen, 230 V-halogeenlampen LV-halogeenlampen met elektronische trafo s LV-halogeenlampen met conventionele trafo s menglasten van de gespecificeerde lasttypen Attentie! Capacitieve lasten (elektronische trafo s) en inductieve lasten (b.v. conventionele trafo s) niet samen op de dimuitgang aansluiten. De aangesloten last, inclusief het trafo-vermogensverlies, mag de toegestane totale last niet overschrijden. Conventionele trafo s voor min. 85 % van de nominale last belasten. Bij menglasten met conventionele trafo s 50 % aandeel ohmse last niet overschrijden. 3/06 Blz: 2 van 8

Kortsluitbeveiliging (alleen universele dimactor UP) Bij kortsluiting wordt de uitgang blijvend uitgeschakeld. Na opheffing van de kortsluiting moet de dimactor eerst uitgeschakeld (of van het net gekoppeld) worden, voordat deze weer ingeschakeld kan worden. Overtemperatuurbeveiliging (alleen universele dimactor UP) De uitgang schakelt uit bij te hoge omgevingstemperatuur. Na afkoeling kalibreert de dimactor zich opnieuw en schakelt in op de door de KNX/EIB gedefinieerde helderheid. Bedieningselementen en aansluiting lastleidingen (1) Stuurleiding (busaansluiting en binaire ingangen) (2) Programmeertoets en -LED (3) Lastleidingen (4) Opening voor plafondbaldakijn (alleen schakelactor 1-voudig) Schakelactor 1-voudig inbouw 16 A (afb. A): L, L bruin (BN) Schakelactor 2-voudig inbouw 6 A (afb. B): L zwart (BK) L 1 pink (PK) L 2 grijs (GY) Lengte van de lastleiding: ca. 20 cm. Bedieningselementen en aansluiting lastleidingen (1) Stuurleiding (busaansluiting en binaire ingangen) (2) Programmeertoets en -LED (3) Lastleidingen Jaloezieactor 1-voudig inbouw (afb. C): L zwart (BK) bruin (BN) pink (PK) Universele dimactor 1-voudig UP (afb. D): L zwart (BK) bruin (BN) Lengte van de lastleiding: ca. 20 cm. 3/06 Blz: 3 van 8

Aansluitschema stuurleiding De stuurleiding dient ter aansluiting van bus- en impulsgeveringangen. Niet gebruikte draden van de stuurleidingen onderling isoleren. Aansluiting stuurleiding (afb. E): EIB+ rood (RD) EIB- zwart (BK) Binaire ingang 1 groen (GN) COM wit (WH) Binaire ingang 2 geel (YE) COM bruin (BN) Lengte van de lastleiding: ca. 33 cm. De aansluitleiding voor de binaire ingangen mag met max. 5 m verlengd worden. Functie impulsgever-/binaire ingangen Veiligheidsaanwijzing Op de impulsgever-ingangen mag in geen geval netspanning 230 V worden aangesloten! Hierdoor wordt de veiligheid van het gehele KNX/ EIB-systeem en van personen in gevaar gebracht! Apparaten en inrichtingen kunnen vernield raken! Twee impulsgever-ingangen dienen ter aansluiting van potentiaalvrije contacten voor lokale bediening of als binaire ingangen (afb. F). Belangrijk: Op de impulsgever-ingangen mogen geen externe spanningen worden aangesloten! Impulsgever-ingangen en COM van verschillende apparaten mogen niet met elkaar verbonden worden. Anders is de functionaliteit niet gewaarborgd. 3/06 Blz: 4 van 8

Installatie Bij het installeren op voldoende isolatie tussen 230 V en bus resp. impulsgevers letten! Minimumafstand tussen bus-/impulsgeverdraden en 230-V-draden: 4 mm (afb. G). Advies (afbeelding H): Voor installatie van de UP-actor samen met b.v. een serieschakelaar (3) een speciale elektronicadoos (1) gebruiken. Om de 230-V-stroomkringen van de bus- en impulsgeveraansluiting van elkaar te scheiden, plaatst u het bijbehorende tussenschotje (2) en leidt u de stuurleiding (4) door de doorvoer in het schotje. Leveringstoestand schakelactoren Bij levering is de schakeltoestand van de uitgangen niet gedefinieerd. Bij aansluiting van de busspanning schakelen de relais uit. Bij aangesloten busspanning sturen de impulsgever-ingangen de relais van de schakelactoren als volgt aan: Ing. Contact Schakelactor 1-voudig Schakelactor 2-voudig 1 sluiten omschakelen relais 1 omsch. openen ---- ---- 2 sluiten omschakelen relais 2 omsch. openen ---- ---- Leveringstoestand jaloezieactor Bij levering is de schakeltoestand van de uitgangen niet gedefinieerd. Bij aansluiting van de busspanning schakelen de relais uit. Bij aangesloten busspanning sturen de impulsgever-ingangen de relais van de jaloezieactor als volgt aan: Ing. Contact (maakcontact) Jaloezieactor 1-voudig 1 kort indrukken Lamellenverstelling Omh. / Stop lang indrukken Ophalen 2 kort indrukken Lamellenverstelling Oml. / Stop lang indrukken Neerlaten Gelijktijdige bediening van 1 en 2 is niet mogelijk. 3/06 Blz: 5 van 8

Leveringstoestand universele dimactor Bij levering is de dimactor uitgeschakeld (geen galvanische scheiding!). Bij aansluiting van de busspanning schakelt de uitgang uit. Bij aangesloten busspanning sturen de impulsgever-ingangen de dimuitgang als volgt aan: Ing. Contact Universele dimactor (maakcontact) 1 kort indrukken licht Aan 100% lang indrukken helderder dimmen 2 kort indrukken licht Uit lang indrukken omlaag dimmen Gelijktijdige bediening van 1 en 2 is niet mogelijk. Technische gegevens Algemeen Voeding Instabus EIB: 21...32 V DC Schakelactor 1-voudig 16A UP Maximum stroom 230 V: 16 A bij 230 V AC Vermogensopname Instabus EIB: typ. 150 mw Aansluiting Instabus EIB: geconfectioneerde aansluitleid. Aansluiting net: geconfectioneerde aansluitleid. Omgevingstemperatuur: -5 C tot +45 C Opslagtemperatuur: -25 C tot +70 C Afmetingen: Stuurleiding: Ø 53 mm, hoogte 28 mm YY6x0,6, lengte ca. 33 cm Impulsgeveraansluiting: drukcontacten/schakelaars of potentiaalvrije contacten Busaansluiting: via klem 0,6...0,8 mm Schakelvermogen gloeilampen: 2500 W HV-halogeenlampen: 2200 W Capacitieve last: AC 230 V, 10 A, max. 105 µf conventionele trafo s: 1000 VA Tronic trafo s: 1000 W Inschakelstroom: Contacttype uitgangen: 400 A / 20 ms potentiaalvrije maakcontacten (µ-contact) spanning impulsgeveringang: approx. -19V (U COM ) Opening voor plafondbaldakijn: Aansluiting lastleiding: Ø ca. 7 mm met bijgeleverde insteekveerklem Beveiligingsgraad (EN 60529): IP20 3/06 Blz: 6 van 8

Schakelactor 2-voudig 6A maakcontact Universele dimactor 1-voudig 210 W/VA Up Maximale stroom 230 V: 2 x 6 A / 230 V AC Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 / 60 Hz Schakelvermogen Gloeilampen: 1200 W HV-halogeenlampen: 1200 W Capacitieve last: AC 230 V, 6 A, max. 14 µf conventionele trafo s: 500 VA Tronic trafo s: 500 W Inschakelstroom: Contacttype uitgangen: 120 A / 20 ms potentiaalvrije maakcontacten (µ-contact) spanning impulsgeveringang: approx. -19V (U COM ) Aansluiting lastleiding: Jaloezieactor 1-voudig 6A UP Schakelspanning: met bijgeleverde insteekveerklem 230 V AC Maximale stroom 230 V: max. 1 motor 1.000 VA Contacttype uitgangen: potentiaalvrije maakcontacten (µ-contact) Totale vermogensverlies: max. 2 W Aansluitvermogen: Schakelelement: 50...210 W/VA halfgeleider, Dimbare lasten 230 V gloeilampen: faseafsnijding HV-halogeenlampen: faseafsnijding LV-lampen met Tronic-trafo s: faseafsnijding LV-lampen met conv. trafo s: faseaansnijding) Menglasten van de gespecificeerde lasttypen (Geen capacitieve met inductieve lasten mengen!) Bij menglast met conventionele trafo s 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. Spanning impulsgevering.: ca. + 5 V (U COM ) Aansluiting lastleiding: met bijgeleverde insteekveerklem spanning impulsgeveringang: approx. -19V (U COM ) Aansluiting lastleiding: met bijgeleverde insteekveerklem 3/06 Blz: 7 van 8

Garantie Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. U gelieve het apparaat franco met een beschrijving van de fout/storing aan onze centrale serviceafdeling te zenden: Voor Nederland: Voor Belgie: Technische Unie B.V. Gira Bovenkerkerweg 10-12 Postfach 1220 1185 AX Amstelveen 42461 Radevormwald Tel. 020 / 5450345 Tel. +49 21 95 / 602-0 Fax 020 / 6437092 Fax +49 21 95 / 602-339 Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Postfach 1220 42461 Radevormwald Bondsrepubliek Duitsland Telefon: +49 / 21 95 / 602-0 Telefax: +49 / 21 95 / 602-339 Internet: www.gira.de 3/06 Blz: 8 van 8