Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vergelijkbare documenten
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /RP/si

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /RP/bd

Besluit van de Deputatie

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/lydr.

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLVER/ /PAG/sdv

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV KANEKA BELGIUM MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2260 WESTERLO, NIJVERHEIDSSTRAAT 16.

MLAV1/ /RTH/vive

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /MV/pn.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725, SCHELDELAAN 600.

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLVER/ /RTH/AG/sdv

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV AURUBIS BELGIUM MET BETREKKING TOT EEN METALLURGISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2250 OLEN, WATERTORENSTRAAT 35.

MLAV1/ /FL/DL

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /LDS-HS/lh

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Dossiernummer 7C/31005/80/3/M/3

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

ADVERTENTIE BESLISSING MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

MLAV1/ /LDS/lh

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990 en 12 december 1990;

Besluit van de Deputatie

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 januari 2015

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

::7 :.~~~ AMV/ /1027

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Transcriptie:

Besluit MLAV1/09-563/jdn. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV TOTAL PETROCHEMICALS ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING VOOR DE PRODUCTIE VAN POLYETHYLEEN, GELEGEN TE 2030 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 4 - HAVEN 343. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 22 januari 2010 ingediend door de nv Total Petrochemicals Antwerpen, gevestigd Scheldelaan 4 te 2030 Antwerpen, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting voor de productie van polyethyleen, gelegen te 2030 Antwerpen, Scheldelaan 4 - Haven 343, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 14-C-33h, 14-C-11k, 14-C-65m, 14-C-65l, te veranderen, door wijziging en uitbreiding, omvattend: het vervangen van een stoomketel met een waterinhoud van 39.920 liter (39.1.3) en een warmtevermogen van 22.325 kw (43.1.3-43.4) door een stoomketel met een waterinhoud van 61.000 liter (39.1.3), een warmtevermogen 21,02 MW (43.1.3-43.4). Tevens wordt toelating tot emissie van CO 2 gevraagd. De totale waterinhoud aan stoomketels breidt uit tot 117.920 liter (39.1.3), het totale warmtevermogen van stookinstallaties tot 118.020 kw (43.1.3) en het totale thermisch ingangsvermogen van de verbrandingsinstallaties tot 136,25 MW (43.4); uitbreiding met een nieuwe warmtewisselaar met een waterinhoud van de secundaire ruimte van 50 l tot een totaal waterinhoud van de secundaire ruimte voor warmtewisselaars van 5.174 l (39.4.2); VLAREM-rubricering volgens aanvrager: 39.1.3 39.4.2 43.1.3 43.4 Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: Besluit nr. MLAV1/97-239 d.d. 12 februari 1998 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren na verandering door uitbreiding van een chemisch bedrijf, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Besluit nr. MLAV1/00-111 d.d. 29 juni 2000 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren na verandering door uitbreiding en toevoeging van een chemisch bedrijf, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen 1 T 03 240 50 11 F 03 240 57 79

2 / 10 Aktename nr. MLVER/00-24 d.d. 6 juli 2000 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door wijziging van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/00-74 d.d. 5 oktober 2000 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/00-106 d.d. 5 oktober 2000 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door uitbreiding en wijziging van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/00-81 d.d. 30 november 2000 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Besluit nr. MLWV/00-30 d.d. 1 februari 2001 van de deputatie houdende wijziging van de bijzondere voorwaarden van besluit nr. MLAV1/97-239 d.d. 12 februari 1998, op naam van nv Fina Chemicals Antwerpen; Besluit nr. MLAV1/00-427 d.d. 15 februari 2001 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door uitbreiding en wijziging van een chemisch bedrijf, op naam van nv Atofina Antwerpen, voor een termijn verstrijkend op 31 december 2003 voor de lozing van bedrijfsafvalwater en op 12 februari 2018 voor het overige; Ontvangstmelding nr. MLOV/01-35 d.d. 16 februari 2001 door de deputatie van Antwerpen, van de melding van naamswijziging van nv Fina Chemicals Antwerpen in nv Atofina Antwerpen; Ontvangstmelding nr. MLOV/02-79 d.d. 28 november 2002 door de deputatie van Antwerpen, van de melding van gedeeltelijke overname van de nv Atofina Antwerpen door de nv Atofina Elastomers; Besluit nr. MLAV1/03-286 d.d. 26 februari 2004 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het veranderen door opsplitsing van een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/05-111 d.d. 16 maart 2006 door de deputatie van Antwerpen m.b.t. de emissie van broeikasgassen van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/06-48 d.d. 20 september 2007 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door wijziging van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Total Petrochemicals Elastomers, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Ontvangstmelding nr. MLOV/07-91 d.d. 28 september 2007 door de deputatie van een melding van gedeeltelijke overname van een chemisch bedrijf voorheen vergund op naam van nv Total Petrochemicals Elastomers door ; Aktename nr. MLVER/08-36 d.d. 12 juni 2008 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Total Petrochemicals Elastomers, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/08-52 d.d. 2 oktober 2008 door de deputatie van Antwerpen, m.b.t. de toelating tot de emissie van CO 2, geldend als vergunning, op naam van nv Total Petrochemicals Elastomers, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Aktename nr. MLVER/08-108 d.d. 19 februari 2009 door de deputatie van Antwerpen, mbt. het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf, geldend als vergunning, op naam van nv Total Petrochemicals Elastomers, voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; Besluit nr. MLWV/09-14 d.d. 9 juli 2009 van de deputatie houdende wijziging lozingsvoorwaarden opgelegd bij besluit nr. MLAV1/03-286 d.d. 26 februari 2004 van de deputatie; Besluit nr. MLVER/09-60 d.d. 10 september 2009 houdende aktename van een kleine verandering van een petrochemisch bedrijf (uitbreiding met de opslag van 19 ton hexeen/hexaan), geldend als vergunning voor een termijn eindigend 12 februari 2018;

3 / 10 Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 23 december 2009 en werd vervolledigd op 22 januari 2010; op het feit dat op datum van 5 februari 2010 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het VLAREM; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek d.d. 15 maart 2010 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies d.d. 22 maart 2010 van het college van burgemeester en schepenen van Antwerpen (kenmerk AN2010/55/IB); op volgende elementen uit dit advies : 1. In deze polyetheenfabriek wordt polyethyleen met hoge dichtheid gemaakt in een continu proces. De grondstoffen zijn etheen, hexeen, isobutaan, katalysator, antistatisch additief en waterstof. Etheen, isobutaan en waterstof worden aangevoerd via pijpleiding. Er is een opslag van hexeen en isobutaan. Al deze grondstoffen ondergaan een voorbehandeling. De polymerisatie (in isobutaan als solvent) van etheen tot polyetheen gebeurt in zes buisvormige kringloopreactoren. Nadien wordt het solvent afgescheiden van het poedervormige polyetheen samen met andere koolwaterstoffen. Het grootste gedeelte van het poedervormige polymeer wordt in de eindafwerking geëxtrudeerd tot korrels die naar een tussenopslag wordt gebracht en daarna als bulk afgevoerd. Het andere deel wordt in poedervorm verpakt of als bulk afgevoerd. 2. De milieuvergunningsaanvraag betreft het uitbreiden van de inrichting door het vervangen van stoomketel en de plaatsing van een nieuwe warmtewisselaar. Door deze verandering en uitbreiding zal het warmtevermogen verminderen en de waterinhoud van de ketels verhogen. 3. De betreffende stoomketel is vergund onder de rubrieken 39.1.3, 43.1.3 en 43.4. 4. Het type stoomketel is een drietreksvlampijpketel met gescheiden dubbele vuurhaard. Deze heeft een nominale capaciteit van 30 ton/per uur verzadigde stoom bij 10,5 bar, een thermisch ingangsvermogen van 20,02 MW. De branders zijn van het type low-no x en geschikt voor het verbranden van gasvormige en vloeibare brandstoffen. 5. De ketel is voorzien van een economiser en heeft een gegarandeerd rendement van 95 % bij elke belasting. 6. De hoofdbrandstof voor deze ketel is aardgas. Daarnaast zal deze geschikt zijn om ook twee grondstoffen van de productie-eenheden (ERU-gas en hexeen fuel oil) te verbranden. Dit ERUgas is een restproduct na de zuivering van de grondstof ethyleen in de ethyleen recovery -unit (ERU). De hexeen fuel oil is een bodemfractie van een fractioneerkolom. Dit is een kleine fractie van gemiddeld 42 kg/per uur (circa 30 000 GJ/jaar) die ongeveer 3 % van de stoom kan leveren. 7. Deze twee grondstoffen zullen nooit alleen op de ketel verbrand worden, maar steeds samen met de hoofdbrandstof aardgas. 8. De exploitatie van de nieuwe stoomketel betekent een vermindering van de voortgebrachte afvalstoffen, het nuttig toepassen van huidige afvalstromen, het terugwinnen van nevenproducten uit het productieproces en een vermindering van de gebruikte grondstoffen (aardgas). 9. Het advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar is gunstig, gelet op volgende elementen: a) Het eigendom is volgens het gewestplan Antwerpen gelegen in industriegebied. b) Op 5 februari 2010 werd door het schepencollege van de stad Antwerpen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een stoomketel. c) Gezien het perceel gelegen is in industriezone voor de haven, is er theoretisch geen bezwaar tegen de aanvraag. d) De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften en bestemming van het gewestplan. e) De exploitatie gebeurt in een vergunde constructie;

4 / 10 Gelet op het gunstig advies d.d. 6 april 2010 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Milieuvergunningen (AMV) (kenmerk AMV/A/10/5864); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het voorwerp van onderhavige aanvraag betreft de verandering van een inrichting voor de productie van polyethyleen. Op de inrichting wordt een van de vier stoomketels vervangen. De betreffende stoomketel was vergund onder de rubrieken 39.1.3 (39.920 liter), 43.1.3 (22.325 kw) en 43.4 (22,325 MW). Er is ook een extra warmtewisselaar van 50 l voorzien. 2. De nieuwe stoomketel is een drietreksvlampijpketel met gescheiden dubbele vuurhaard. De inhoud van de stoomketel is 61.000 l, het warmtevermogen is 21,02 MW. Dit betekent een kleine daling van het totale vermogen van de stookinstallaties. 3. Omwille van de betrouwbaarheid dient de stoomvraag door minimaal twee stoomketels te worden geleverd. De nieuwe ketel zal ongeveer 50% van de stoomvraag leveren. De stoomketel van 24,8 MW het overige deel. De twee stoomketels van 41,8 MW zullen minder gebruikt worden en vooral als back-up dienen. 4. De branders zijn van het type low-no x en zijn geschikt voor het verbranden van gasvormige en vloeibare brandstoffen. De ketel is voorzien van een economiser en heeft een gegarandeerd rendement van 95% bij elke belasting (dit is 89% voor de bestaande ketel). De hoofdbrandstof is aardgas. Daarnaast zal de ketel ook geschikt zijn om twee restproducten van de productieeenheden te verbranden, m.n. ERU-gas en hexeen fuel oil. a) Het ERU-gas is een restproduct na zuivering van de grondstof ethyleen in de ethyleen recovery -unit. Er is ca. 83.500 GJ/jaar van dit gas beschikbaar, dat momenteel via de fakkel verbrand wordt. b) De hexeen fuel oil is een bodemfractie van een fractioneerkolom. Hiervan is ca. 30.000 GJ/jaar voor handen, wat momenteel afgevoerd wordt voor externe verbranding. Andere restproducten die momenteel naar de flare worden gezonden zijn te verdund om in de ketel verbrand te worden ofwel slechts zeer sporadisch beschikbaar. Deze twee grondstoffen zullen nooit alleen op de ketel verbrand worden, maar steeds samen met de hoofdbrandstof aardgas. De andere drie aanwezige stoomketels werken enkel op aardgas. 5. Aangezien het een BKG-inrichting betreft werd een door het verificatiebureau geverifieerd en door de afdeling bevoegd voor luchtverontreiniging goedgekeurde wijziging aan het monitoringplan toegevoegd. De totale CO 2-emissie zal niet vermeerderen aangezien er geen verhoging van de stoomvraag of productie wordt voorzien. Er is eveneens een energiestudie gemaakt voor de nieuwe stoomketel. Door de nieuwe stoomketel zal er een verlaging van het energieverbruik zijn. Door het betere rendement van de ketel wordt ca. 16.829 GJ/jaar primaire energie bespaard. Het gebruik van de alternatieve brandstoffen (de restproducten ERU-gas en hexeen) levert een bijkomende winst op van 113.500 GJ/jaar primaire energie. Het verwachte jaarlijkse energieverbruik van de ketel wordt op 331.128 GJ geschat. Daarbovenop zijn er in dit project nog diverse energiebesparende voorstellen opgenomen. Ten eerste wordt er overgeschakeld van oververhitte naar verzadigde stoom. Dit reduceert de stoomtemperatuur aan de uitlaat van 230 C naar 189 C. Verder wordt een bijkomende warmtewisselaar geplaatst om warmte uit het ketelvoedingswater te halen om daarmee het deaeratorvoedingswater op te warmen. Het afgekoelde ketelvoedingswater zorgt ervoor dat de economiser meer warmte uit de uitlaatgassen kan halen. Dit zorgt voor een gegarandeerde rendementsstijging tot 95,6 % (+0,6 %). Er worden eveneens frequentiesturingen op de twee luchtventilatoren geplaatst om elektriciteit te besparen. Een aparte studie heeft aangetoond dat een WKK niet economisch haalbaar was en ook niet de gewenste betrouwbaarheid kon leveren. Ook frequentiesturing van de waterpompen is economisch niet interessant gelet op het IRR van 5%. 6. De verwachtte emissies van de nieuwe stoomketel zullen ruim lager liggen dan de emissiegrenswaarden voor middelgrote stookinstallaties uit VLAREM II. Voor elke

5 / 10 brandstofcombinatie zal de NO x-concentratie lager liggen dan de huidige concentraties van de stoomketels van 41,8 MW. Er wordt een NO x-reductie van 10% (ca. 1,2 ton) verwacht. 7. Tijdens de realisatie van dit project worden van in de ontwerpfase geluidseisen geïntegreerd zodat aan de VLAREM-geluidsnormen kan worden voldaan. 8. De inrichting ligt binnen een straal van 700 m van het habitatrichtlijngebied: Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent. Er is geen subadvies door het Agentschap voor Natuur en Bos uitgebracht. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos wordt geacht gunstig te zijn; Gelet op het gunstig advies d.d. 30 maart 2010 van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) (kenmerk AB/OA/KVE/wh/10-209); op volgende elementen uit dit advies : 1. In de milieuvergunningsaanvraag geeft de nv Total Petrochemicals aan dat er een stoomketel met een vermogen van 22.325 kw (vergund onder rubriek 43.1.3) vervangen zal worden door een stoomketel van 21,02 MW. Tot nu toe werd er in deze stoomketel enkel aardgas verbrand. De bedoeling is in de nieuwe ketel ook twee grondstoffen van de productie-eenheden, namelijk hexeen fuel oil en ERU-gas (sic, restproducten) te verbranden. Uit het milieuvergunningsdossier blijkt dat hexeen fuel oil een bodemfractie van een fractioneerkolom is. Het gaat om een beperkte fractie die wanneer ze verbrand wordt, ongeveer 3% van de stoomvraag van Total Petrochemicals kan leveren. Momenteel wordt deze stroom als afvalstof afgevoerd ter verbranding bij een extern bedrijf. In 2006 diende Total Petrochemicals een verzoek in tot erkenning van deze stroom als brandstof. Het besluit van de OVAM was toen: hexeen fuel oil is een afvalstof aangezien het niet verbrand wordt in de eigen stoomketels van de PE-installatie. De huidige aanvraag geeft aan dat in de toekomst de hexeen-fuel oil wel in de (nieuwe) stoomketel zal verbrand worden. Het residu en zijn (nieuwe) verwerkingswijze moeten getoetst worden aan de volgende arresten van het Europees Hof van Justitie: a) Arrest d.d. 15.06.2000, ARCO Chemie Nederland, zaaknrs. C-418/97 en C-419/97: De hexeen fuel oil is onomstotelijk een productieresidu. Dit kan dus wijzen op het bestaan van een afvalstof. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met de doelstelling van de kaderrichtlijn afval (75/442). Gelet op het lage gehalte aan verontreinigende componenten, lijkt het aannemelijk dat er geen speciale beschermingsmaatregelen ter bescherming van het leefmilieu moeten worden genomen. Het residu leent zich ook goed voor het gebruik als brandstof gelet op zijn samenstelling. b) Arrest d.d. 18.04.2002, Palin Granit Oy, zaaknr. C-9/00: Het feit dat de petroleumcokes automatisch vrijkomen bij de productie van andere petroleumderivaten wil niet zeggen dat het om een afvalstof gaat. Het gebruik van de cokes is immers zeker door inzet als brandstof. Dezelfde redenering kan worden gevolgd voor de hexeen fuel oil. In tegenstelling tot het arrest Arco Chemie zegt dit arrest dat het al dan niet mogelijk zijn van een ander gebruik van het residu irrelevant is bij de beoordeling van het statuut van een stof. c) Arrest d.d. 15.01.2004, M.A. Saetti, zaaknr. C-235/02: Er is een gegarandeerde afzet van de hexeen fuel oil aangezien er een constante energievraag is in het productieproces. Er is geen voorafgaande bewerking nodig en het gebruik als brandstof is gegarandeerd in het productieproces. Op basis van onze toetsing aan deze arresten kan worden besloten dat het residu niet als een afvalstof moet worden beschouwd in hogervermeld scenario. Hexeen fuel oil kan dus als een normale vloeibare brandstof worden gebruikt in de stoomketel van de nv Total Petrochemicals onder de rubriek 43 van de indelingslijst van VLAREM I. 2. Het ERU-gas is een restproduct na zuivering van de grondstof ethyleen in de ethyleen recovery -unit. Met het gas dat beschikbaar is kan 25% van de stoomvraag geproduceerd worden. Momenteel wordt het ERU-gas afgefakkeld. Door het gas mee te verbranden in de verbrandingsinstallatie kan er een hoeveelheid fossiele brandstof uitgespaard worden.

6 / 10 3. De TOM-werkgroep heeft in zijn advies A22 opgenomen dat gasvormige effluenten die bij de producent worden gebruikt als energiebron of vervangende brandstof geen afvalstof zijn. Dit advies werd d.d. 27 juni 2007 door de toenmalige minister gevolgd. De OVAM is dan ook van mening dat het verbranden van het ERU-gas niet als het verbranden van een afvalstof moet worden bekeken. 4. We wensen er wel de aandacht op te vestigen dat dit standpunt enkel geldt voor deze specifieke stoffen in dit specifieke verwerkingstraject. Dit standpunt kan steeds worden herbekeken naar aanleiding van een gewijzigd productieproces, nieuwe evoluties in de afvalstoffenwetgeving of uitspraken van administratiefrechtelijke organen; Gelet op het gunstig advies d.d. 31 maart 2010 van de afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij, bevoegd voor het lozen van afvalwater en de emissie van afvalgassen in de atmosfeer (VMM) (kenmerk JR/ME/AELT/AMO/3381/10/105); op volgende elementen uit dit advies : 1. De aanvraag betreft een inrichting voor het vervaardigen van polyethyleen. De geplande verandering houdt de vervanging van een bestaande stoomketel in. Op heden beschikt het bedrijf over vier stoomketels HF 901 A/B: 2 x 41,8 MW, HF 1240: 24,8 MW en HF 901C: 22,3 MW gestookt met aardgas. De ketel HF 901C wordt vervangen door een nieuwe ketel HF 901D van 21 MW. 2. De nieuwe ketel is uitgerust met een economiser en voorzien van low NO x- branders, geschikt voor het verbranden van gasvormige brandstoffen en ook gedeeltelijk vloeibare brandstoffen. 3. Naast aardgas zullen twee grondstoffen (sic, restproducten) van de productie-eenheden nl. ERU-restgas en hexeen fuel oil worden verbrand. Het ERU-restgas zal instaan voor 25% van de stoomvraag, hexeen fuel oil voor ongeveer 3%; de twee grondstoffen zullen altijd samen met aardgas worden verstookt. Op heden wordt het ERU-gas naar de fakkel afgeleid. Door het verbranden van dit gas in de nieuwe stoomketel kan de geproduceerde energie nuttig aangewend en geschiedt een meer gecontroleerde verbranding via low-no x-branders. Hexeen fuel oil werd afgevoerd voor externe verbranding en zal nu in de eigen stoomketel kunnen wordt benut. 4. De voor middelgrote stookinstallaties van toepassing zijnde emissiegrenswaarden zullen worden gerespecteerd. Het bedrijf verwacht gelet op de low-no x-branders en het nieuwe concept van de ketel dat een reductie van de NO x-emissie zal kunnen gerealiseerd. 5. Door het verbranden van ERU-gas en hexeen fuel oil in de nieuwe installatie kan de geproduceerde energie nuttig worden aangewend voor stoomproductie. Een gecontroleerde verbranding zal optreden en een minimale NO x-emissie (low NO x-branders) mag worden verwacht. Hieruit kan besloten dat de beste beschikbare technieken zullen worden toegepast om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen te beperken en de huidige impact op de heersende luchtkwaliteit en de hinder in de omgeving niet te verhogen; Gelet op het gunstig advies d.d. 8 februari 2010 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Luchtverontreiniging (ALHRMG) (kenmerk LNE/LHRMG/JDS/ 473); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het bedrijf wil via de ingediende vergunningsaanvraag o.a. een aanpassing doorvoeren aan rubriek 43.4. 2. Overeenkomstig artikel 5, 9 van Titel I van het VLAREM heeft de exploitant bij de vergunningsaanvraag een door het Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen (VBBV) geverifieerd en door de afdeling bevoegd voor luchtverontreiniging (in concreto betekent dit onze afdeling) op 17 december 2009 goedgekeurd monitoringplan 2010 gevoegd, waarin de te vergunnen installaties zijn opgenomen; Gelet op het gunstig advies d.d. 10 maart 2010 van het Vlaams Energieagentschap (VEA); op volgende elementen uit dit advies :

7 / 10 1. Nv Total Petrochemicals valt onder het toepassingsgebied van het Besluit Energieplanning, dat de omzetting inhoudt van de bepalingen van de Europese IPPC-richtlijn m.b.t. de energieefficiëntie. Wij gaan er dan ook van uit dat nv Total Petrochemicals op doelmatige wijze energie gebruikt indien het voldoet aan de bepalingen van het Besluit Energieplanning. 2. Art. 9 van het Besluit Energieplanning voegt aan Vlarem I, Hoofdstuk 3, Art. 5 een paragraaf 8 toe die voor nv Total Petrochemicals de verplichting met zich meebrengt om bij de milieuvergunningsaanvraag voor de verandering van een inrichting een energiestudie te voegen. Er werd door Total Petrochemicals Research een energiestudie opgesteld voor de nieuwe installatie. De hogervermelde studie behelst de installatie van een nieuwe stoomketel met een minimaal rendement van 95% ter vervanging van een bestaande ketel met een rendement van 89%. De nieuwe ketel kan beschouwd worden als zeer energie-efficiënt: hij wordt voorzien van frequentiesturing op de fans, geavanceerde branders, een economizer en een warmtewisselaar op het deaeratorvoedingswater. Het total project heeft een IRR van 22%; Gelet op het gunstig advies d.d. 4 mei 2010 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies : 1. Omschrijving en rubrieken De OVAM bezorgde een standpunt dat hexeen-fuel oil en ERU-gas in hogervermeld scenario voor gebruik in de stoomketel als een normale vloeibare brandstof kunnen worden beschouwd (en niet als afvalstof dienen beschouwd). Hierbij is voor de aangevraagde stookinstallatie rubriek 43 van toepassing (en niet rubriek 2.3.4). De omschrijving en rubrieken kunnen behouden blijven zoals aangevraagd. 2. Stedenbouwkundige verenigbaarheid De inrichting is gelegen in industriegebied, grenzend aan natuurgebied. Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar is gunstig. 3. Openbaar onderzoek bezwaren Er werden geen bezwaren ingediend. 4. Milieutechnische evaluatie De PMVC volgt de gunstige adviezen. 5. Watertoets Uit de toepassing van de beoordelingsschema s m.b.t. de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft de invloed op het watersysteem, zodanig dat geen bijkomend wateradvies vereist is, en dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid. 6. Termijn De vergunning kan worden verleend voor een termijn eindigend 12 februari 2018 en met een termijn voor ingebruikname van 3 jaar. 7. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Lucht: hoofdstukken 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) en 4.10 (emissies van broeikasgassen) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) b. Sectorale voorwaarden Stoomtoestellen: hoofdstuk 5.39 Niet in rubriek 2 en 28 begrepen verbrandingsinrichtingen algemene bepalingen en immissiecontroleprocedures: afdelingen 5.43.1 en 5.43.4 Middelgrote stookinstallaties: subafdeling 5.43.2.2 c. Bijzondere voorwaarden: /. Gelet op de ligging van de inrichting in industriegebied van het gewestplan Antwerpen;

8 / 10 Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 12 februari 2018; ARTIKEL 1 - Voorwerp B E S L U I T : 1. Aan de, gevestigd Scheldelaan 4 te 2030 Antwerpen wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een inrichting voor de productie van polyethyleen, gelegen te 2030 Antwerpen, Scheldelaan 4 - Haven 343, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 14-C-33h, 14-C-11k, 14-C-65m, 14-C-65l te veranderen door wijziging en uitbreiding, omvattend: het vervangen van een stoomketel met een waterinhoud van 39.920 liter (39.1.3) en een warmtevermogen van 22.325 kw (43.1.3-43.4) door een stoomketel met een waterinhoud van 61.000 liter (39.1.3), een warmtevermogen 21,02 MW (43.1.3-43.4). De totale waterinhoud aan stoomketels breidt uit tot 117.920 liter (39.1.3), het totale warmtevermogen van stookinstallaties tot 118.020 kw (43.1.3) en het totale thermisch ingangsvermogen van de verbrandingsinstallaties tot 136,25 MW (43.4); uitbreiding met een nieuwe warmtewisselaar met een waterinhoud van de secundaire ruimte van 50 l tot een totaal waterinhoud van de secundaire ruimte voor warmtewisselaars van 5.174 l (39.4.2). Vlaremrubricering: 39.1.3 39.4.2 43.1.3 43.4 2. Toelating wordt verleend voor de emissie van CO 2. ARTIKEL 2 Koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning 1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning als bedoeld in art. 4.2.1 e.v. van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd

9 / 10 in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. 2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. 3 De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. 4 Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. ARTIKEL 3 Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : 1. Algemene: Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning) Lucht: hoofdstukken 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) en 4.10 (emissies van broeikasgassen) Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder) 2. Sectorale: Stoomtoestellen: hoofdstuk 5.39 Niet in rubriek 2 en 28 begrepen verbrandingsinrichtingen algemene bepalingen en immissiecontroleprocedures: afdelingen 5.43.1 en 5.43.4 Middelgrote stookinstallaties: subafdeling 5.43.2.2 De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website van de provincie Antwerpen, via onderstaande link : http://www.provant.be/leefomgeving/milieu/milieuvergunningen/reglementering/milieuvergunninge nde/recente_wijzigingen ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de stedenbouwkundige vergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, 2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan.

10 / 10 2. die eindigt op 12 februari 2018, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning d.d. 12 februari 1998. ARTIKEL 6 - Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 7-1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8 - Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 20 mei 2010. Aanwezig: mevrouw Cathy Berx, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen en K. Helsen, mevrouw I. Verhaert, de heer B. De Nijn, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Rik Röttger In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen Cathy Berx