TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL GASSELTERNIJVEEN. Tfö PROTESTANTSE KERK. Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING VRIJDAG 10 DECEMBER 2009 / \:

Vergelijkbare documenten
RESTAURATIE VAN OECKELENORGEL in de DORPSKERK te VRIES in 2007 Enkele technische gegevens. Geschiedenis

ORGEL in de ned. herv. kerk te Grijpskerke

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM

HERVORMDE WESTERKERK VAN EEKEN ORGELMAKER TE ERMELO TE HERWIJNEN

Van Dam Orgel te Oosterhesselen. wetenswaardigheden van een boeiend instrument

Restauratie van. Het Proper-Orgel. van Me Hervormde kerk van Zweeloo

Orgel Evangelisch-Lutherse Kerk Nijmegen

ZATERDAG 1 JUNI 2013 OM UUR

HET ORGEL, EEN KENNISMAKING

van Oud naar Historisch EEN NIEUW ORGEL VOOR DE OUDE KERK TE SOEST

Zaterdag 14 april 2018 Boxtel. Uitnodiging tot het maken van nieuwe composities voor. stem en orgel

Informatie over het grote orgel en het koor positief in de Oude kerk van de Hervormde Gemeente te Barneveld.

Het orgel in de kerk van Berghuizen, een Rijksmonument.

Haagse Orgel Kring Opgericht 10 November 1951

Het Meere-orgel in Epe tot 1994

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

aa NI lao^o nanvhnaxswo X3H NVA

Orgelexcursie SOGK zaterdag 13 oktober 2012

Eindverslag orgelrestauratie. Kogerkerk Koog aan de Zaan. Utrecht, december 2008 Peter van Dijk

Het nieuwe orgel in de Hersteld Hervormde Eben Haëzerkerk te Ouddorp. Een stadsorgel voor een (oud)dorp

Rolder orgel respectvol gerestaureerd

Een Zwitsers orgel in Het Zwitserse Huis te Groningen

H E T O R G E L I N D E R E M I G I U S K E R K T E H E N G E L O ( G L D )

RAPPORT ORGEL IN DE KERK VAN DE H. NAAM JEZUS TE BROEKHUIZENVORST

van de overdracht en presentatie van het Vollebregt-orgel in de Ned. Herv. Kerk te Sleen op vrijdag 8 mei 1992.

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

Vijf Hardorff-orgels gerestaureerd

Het Amoor orgel in de kerk van Berghuizen, een Rijksmonument.

Jubileumconcert van Jan Kobus

Kleurenonderzoek naar de historie van het schilderwerk.

Eindverslag Restauratie Orgel. Lutherse Kerk Amersfoort

Timpe-orgel Nieuwe Kerk te Groningen gerestaureerd

Stichting Orgelfonds. Oude Kerk te Soest. Contactadres: Dhr. P. M Kwantes, Kolonieweg 2 E, 3768 EX Soest

Het Van Oeckelen-orgel in de Dorpskerk van Vierhuizen Rapport ter voorbereiding van de restauratie in 2007

HET INDE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE SLEEN

Instandhoudingsplan. Lohman-orgel Protestantse Gemeente Warmond

Lijst deelnemende orgels Orgeldag Noord-Nederland 10 Mei 2014

De Nicolaaskerk te Wiuwert

Het orgel in de Grote of Sint Janskerk te Montfoort.

Het Orgel in de. St. Martinuskerk te Groningen. thans in de. St. Martinkirche te Beckum, Duitsland

GELUIDSONDERZOEK JULIANAKERK DORDRECHT T.B.V. ORGELVOLUME ONDER DE ACHTERGALERIJ

Boogaard Orgel in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Meerkerk

Het Orgel in de. Onze Lieve Vrouwe Geboortekerk te Bodegraafse Meije

FLENTROP ORGELBOUW B.V. ZAANDAM ORGELS TE KOOP FOR SALE / ZU VERKAUFEN. Hieronder presenteren wij enkele orgels die voor verkoop beschikbaar zijn.

Abraham Meere in Daarlerveen?!

De Hervormde of Protestantse KERK.

Van Hirtum-orgel in Hilvarenbeek kreeg geslaagde klankrestauratie

ENGELS KOORORGEL GROTE KERK ELST

VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS

Zoeterwoude Irnsum 2012

OOSTKAMP_DORPSGEZICHT KERK WAARDAMME BIJLAGE 8_INVENTARIS ORGEL

De protestantse kerk van Rinsumageest

Een drietal interessante orgels in de hanzestad Zutphen

Nieuw Witte-orgel voor Catharinakerk in Zoutelande

Een echte Johannus voor elke huiskamer!

Eindverslag. Restauratie van het Proper-orgel in de Sint Annakapel te Kampen

Hinsz-orgel nóg dichter bij zijn oorspronkelijkheid

Het orgel in de Mozeskerk te Biezelinge. Instandhoudingsplan

HET HERBOREN ORGEL VAN ROLDE

EEN ZEER FRAAI VAN DAM-ORGEL

DE GESCHIEDENIS VAN DE ORGELS IN DE GROTE OF SINT-MAARTENSKERK TE ELST

Bet orgel in de O.L. Vrouwe- of Buitenkerk door Hans van der Harst, adviseur bij de restauratie van het orgel.

Eindverslag. restauratie en plaatsing. N.A.G. Lohman-orgel. in de Protestantse Kerk van Termunten

R A P P O R T. betreffende het orgel van de. Remonstrantse Kerk Arminius te R O T T E R D A M

Quint** 1 1/2 (Q) Dulciaan 8 (D8) ** = gereserveerd. Dispositie van het Edskes-orgel

Het orgel. van de Hersteld HervormdeGemeente te Harskamp

Beleidsplan Stichting Reconstructie Schnitger-orgel Lutherse Kerk Groningen. Introductie

De Mariakerk te Blessum

jaaaiq HJaH apiaauiiojaiao

Het Onderhorst Kabinetorgel te Bennekom

Blaasinstrument of toetsinstrument?

A. Het project. 1. Beschrijving van het project

VERMEULEN-ORGEL OOSTEREND - Texel

Restauratie De Crane-orgel in de Hervormde Kerk te Waspik (1)

KLEINE ORGELGESCHIEDENIS van de LAARKERK aan de Stationsweg te ZUIDLAREN

Drie studie-/contactdagen voor organisten 2017

De Orgelbouwer: Ik spreek de wens uit dat dit instrument nog vele jaren de gemeente mag laten zingen. Soli Deo Gloria. René Nijsse.

Het orgel is beschermd als monument, KB 14.X Auteur instrument : Corneille Cacheux (F Arras) Bouwjaar : 1736

De orgels van de Grote- of Sint Jacobskerk

Herstelplan voor het orgel van de Immanuelkerk in Bunschoten-Spakenburg

LESBRIEF MAARSCHALKERWEERDORGEL Dierendagproject 4 oktober 2012

De renovatie van het orgel in de Marekerk te Leiden

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange

Grote- of Onze Lieve Vrouwe Kerk, Breda

Ontwerp Bankenplan - Hervormde kerk te Bovensmilde

Herstelplan Van Oeckelen-orgel. Hervormde Kerk te Dorkwerd

De beginselen van het registreren

ZATERDAG 3 OKTOBER EN ZONDAG 4 OKTOBER 2015 ER WORDEN VANDAAG HEEL WAT NOTEN GEKRAAKT...

DE HERVORMDE KERK SCHERPENZEEL

Eindverslag orgelproject. Gasthuiskapel te Zaltbommel. Utrecht, oktober 2014 Peter van Dijk

Orgeladviseur Peter van Dijk stelde plan op voor barok concertzaalorgel

Administratieve entiteit ANZEGEM Gemeente VICHTE Parochiekerk Sint-Stephanus & Theodoricus (Oudenaardestraat, z.nr.)

Kerkenexcursie 17 maart uur

Het Flentrop-orgel in de Dorpskerk van Engelbert Eindverslag na de restauratie in Hans Fidom * januari 2014

Over de kerk van Marum

Eindrapport. Naar aanleiding van de restauratie van het orgel in de Gereformeerde Mariakerk te Vollenhove. Kampen, april 2013 drs. H. G.

Voorgeschiedenis Over het al dan niet aanwezig zijn van een orgel, en zijn historiek, in de oude kerk (dus vóór 1840) zijn geen gegevens voorhanden.

Technisch eindverslag restauratie Hess-kabinetorgel Jacobikerk Utrecht

Een uitbreiding met een Trompet 8 op het hoofdwerk en wijziging van de Octaaf 2 op het bovenwerk in

Transcriptie:

I I ',.. TITRATIE FREYTAG- VAN OECKELEN ORGEL PROTESTANTSE KERK GASSELTERNIJVEEN Tfö Ter gelegenheid van de INGEBRUIKNEMING / \: op VRIJDAG 10 DECEMBER 2009

PROTESTANTSE KERK GASSELTERNIJVEEN Vrijdag 11 december 2009 Aanvang 16.00 uur. INGEBRUIKNEMING van het gerestaureerde FREYTAG/VAN OECKELENORGEL (1852/1900) 1. Opening 2. Verslag van de kerk- en orgelrestauratie 3. Uitleg over de restauratie en klankdemonstratie door orgelmaker Ingrid Noack (namens Mense Ruiter Orgelmakers BV en Orgelmakerij Van der Putten) en StefTuinstra (adviseur). Aansluitend de overdracht van het gerestaureerde orgel aan het College van Kerkrentmeesters. 4. Korte orgelbespeling door StefTuinstra a. Voluntary XII in F - Georg Friedrich Ha'ndel b. Improvisatie - koraal met variaties 5. Gelegenheid voor sprekers. 6. Slotwoord. 7. Informeel samenzijn. Zaterdag 12 december. 10.00-16.00 uur: Open Dag - gelegenheid voor organisten uit de buurt of van verder weg om met het orgel kennis te maken en er zelf op te spelen. Zondag 13 december 10.00 uur: Feestelijke kerkdienst van de Protestantse gemeente Gasselternijveen. b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b#b De bijna barokke klank van het Freytagorgel heeft Van Oeckelen omgebogen naar een klassieke klank met een ietwat romantische inslag. Ondanks het kleine aantal stemmen is het klankvolume verrassend ruimtevullend. Muziekstilistisch klinkt orgelmuziek uit diverse eeuwen uitstekend op dit zeer karaktervolle instrument. De verdeling van de registers zoals deze op de windlade staan (de dispositie) is sinds de verbouw en plaatsing in 1900 niet veranderd. Deze staat vermeld op de achterpagina. DE RESTAURATIE van het FREYTAG-VAN OECKELEN orgel in de PROTESTANTSE KERK te GASSELTERNIJVEEN Geschiedenis De huidige kerk, in 1858 in Waterstaatsstijl gebouwd, verving de tweede kerk uit 1707 in Gasselter-Nieuwveen dat in 1662 speciaal voor de turfwinning werd gesticht. Het eerste kerkje stortte tijdens de bouw ervan in 1697 in. In het jaar van de Afscheiding in 1865 werd de toren toegevoegd. Pas in 1900 kreeg het gebouw haar eerste orgel. Voor die tijd was er een voorzanger, die ook onderwijzer en koster was. Nadat enkele binnengekomen offerte's waren bestudeerd, leek het kerkbestuur de aanbieding van de fa. Petrus van Oeckelen & Zn. te Harenermolen/Glimmen van een gebruikt orgel de beste keuze. In de kerkvoogdijnotulen van mei en juni 1900 staan enkele verslagen waaruit dit blijkt. Dit orgel stond gerestaureerd en wel in de werkplaats van de orgelmakers opgesteld en de Kerkvoogden hebben het orgel aldaar bezichtigd. Mede op advies van ds. G. Straling en H. Smit en van de president-kerkvoogd J.W. Salomons, wordt het orgel gekocht voor/1.500,-. Het instrument werd vanuit Glimmen naar Gasselternijveen overgebracht en op een nieuw orgelbalkon geplaatst. De inwijdingsdienst werd al op 15 juli 1900 gehouden, waar ds. Straling een feestrede hield. Men was intussen naarstig op zoek naar een bekwame organist voor het orgel. Dat duurde echter een tijd, zodat voor de tussentijd dhr. Somer uit Asssen het orgel bespeelde. Als balgtreder werd benoemd dhr. J.N. Reiling. Het orgel werd in een donkere imitatie eikenkleur geschilderd door de heren Wiegman en Ockels. Het bladgoud op de pijplabia en het snijwerk werd ook vernieuwd. De bladmotieven van de nieuwe snijwerkstukken aan de zijkanten werden met bladgoud aan de randen 'opgehoogd'. De eerste grote beurt kreeg het orgel in 1953 na de restauratie en drastische modernisering van de kerk. Het orgel moest geheel uit de kerk worden genomen en werd daarna schoongemaakt en herplaatst door Lucas Rinkema uit Aduard, de opvolger van Harmannus Thijs. Vader en zoon Thijs waren de voortzetters van de fa. Van Oeckelen en hadden vele jaren bij Van Oeckelen gewerkt. Het onderhoud van het orgel zal na de beëindiging van het bedrijfin 1918 zeker door Thijs en later door Rinkema zijn voortgezet. In de jaren zestig van de vorige eeuw is het orgel onderhouden door een amateur uit Stadskanaal. De voorslagen van de ventielkasten voorzag hij van nieuw leer. Jammer was echter dat de loden conducten naar de

frontpijpen werden vervangen door leidingen van plastic stroomleidingbuis. Koster Jan Mennen en organist Gerrit Bekkering hebben zich zeer beijverd voor het orgel toen het in de jaren negentig steeds slechter werd. In 1997 werd de Stichting Orgelfonds Gasselternijveen opgericht om de restauratie in goede banen te leiden. In 1997 werd ook een Voorlopig Rapport van de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk door gecommitteerde Aart van Beek uitgebracht en in datzelfde jaar werd ondergetekende benoemd als orgeladviseur om de restauratie voor te bereiden en te begeleiden. De SGKGD te Veendam verzorgde de algehele financiële- en subsidietechnische begeleiding. Nadat de kerk en het orgel in het kader van het MIP (Monumenten Inventarisatie Programma) en MSP (Monumenten Selectie Programma) tot monument waren verklaard konden de restauratieplannen worden doorgezet, waarvoor de adviseur in 1999 een uitgebreid orgelrapport en een restauratieplan met directiebegroting maakte. Uit dit bouwkundig- en historisch vooronderzoek bleek dat het 'gebruikte' orgel een bijzonder verleden had en van grote klasse was (zie onder). Er was pas enig zicht op restauratie in 2002. De Orgelmakerij Reil te Heerde en Mense Ruiter Orgelmakers te Zuidwolde (Gn.) werden toen om offerte verzocht. De gunstigste was die van Mense Ruiter en dit bedrijf werd met de toekomstige restauratie belast. Met doelmatig onderhoud werd het orgel nog redelijk speelbaar gehouden. De verdeling van de restauratiesubsidiestromen vanuit de BRRM-regeling was dusdanig dat orgels pas later aan bod kwamen. In tussentijd werd echter ook de kerk drastisch gerenoveerd nadat in 2005 de Protestantse Gemeente Gasselternijveen als samenvoeging van de Hervormde Gemeente en de Gereformeerde Kerk een feit was en de gefuseerde gemeente een nieuw huis vond in de oude dorpskerk. De rijkssubsidie voor de orgelrestauratie werd toegekend in 2006, de bedragen zouden worden uitgekeerd in 2010 en 2011. Al met al zou het daarom pas tot dit jaar duren voordat het werk kon worden uitgevoerd. Een tweede leven Onderzoek van het orgel toonde aan dat het instrument het Rugpositief is van het voormalige orgel van Arp Schnitger (1699), Rudolph Garrels en Johannes Radeker (1718). De fa. Van Oeckelen kreeg in 1896 opdracht een geheel nieuw orgel voor de Lutherse Kerk te maken. Van het oude orgel werd het Rugpositief gerestaureerd en vervolgens weer te koop aangeboden. Eén van de drie klavieren van het oude orgel nam Van Oeckelen er daarbij over. Het oude orgel stond bijna op dezelfde plaats in de kerk opgesteld dan het huidige Van Oeckelenorgel. Maar wel ho- ger, namelijk op een tweede balkon boven achter de huidige galerij met balustrade. Van dit oude orgelbalkon resteren aan de zijkanten van het huidige orgel o.a. nog de imitatiebalustrades. De Lutherse Schnitger had dit orgel als een geschenk voor 'zijn' Lutherse Gemeente gemaakt en had er volgens een 19de eeuws geschrift pijpwerk uit de 16* en 17de eeuw uit het Martiniorgel in verwerkt: Schnitger had dat orgel in 1691 omgebouwd, waarbij oud pijpwerk was vrijgekomen. De fundering en het kastwerk (door Allert Meijer) werd wel betaald. Schnitger kreeg echter toch geld en maakte daar vervolgens een 'sterk Borstwerk' voor en breidde de windvoorziening uit tot drie balgen. Het was toen een tweeklaviers werk op 4 voets basis. Het orgel was echter te klein en te zacht voor de begeleiding van de gemeentezang, zodat in 1711 Schnitger al een voorstel deed voor een vrij pedaal in twee bastorens. Dit plan werd niet uitgevoerd. Een nieuw vergelijkbaar plan uit 1717 van de Schnitgergezellen Johannes Radeker en Rudolph Garrels kwam wel ten uitvoer en werd in 1719 voltooid. Het had waarschijnlijk al een vol octaaf. In 1726 werkte Frans Gaspar Schnitger aan het orgel. Later kerkte ook Albertus Anthoni Hinsz in deze kerk. Zijn graf is nog aanwezig. Hinsz restaureerde het orgel in 1783 voor een groot bedrag, nl. 458 Gulden, terwijl hij anders alle onderhoudswerk gratis deed voor zijn gemeente. Mogelijk maakte hij een nieuwe windlade voor het Hoofdwerk met vol octaaf, verbond het het kort octaaf van het Borstwerk een octaaf hoger en paste de oude klaviatuur daarvoor aan. In 1812 werd het instrument schoongemaakt door een knecht van de weduwe H.H. Freytag. De zoon van Hinsz'opvolger Heinrich Hermann Freytag (1759-1811), Herman Eberhard (1796-1869) kreeg het orgel vanaf 1816 in onderhoud. Hij vergrootte de windkanalisatie in 1819 en vernieuwde bij een grootonderhoudsbeurt in 1838 de complete klaviatuur en voegde een pedaalkoppel toe. Tot 1852 bezat het 23 registers, 2 klavieren (Hoofdwerk, Borstwerk en vrij Pedaal). In 1852 was het instrument opnieuw aan restauratie toe. Herman Eberhard Freytag bouwde bij die gelegenheid samen met zijn zoon Wülem Frederik (1825-1861) een nieuw groot Rugpositief voor het oude kastwerk. De fraaie windlade maakte Freytag op klassieke manier als één complete lade. Hij breidde de windvoorziening met een extra balg uit tot vijf balgen en paste de windkanalisatie opnieuw aan. Freytag restaureerde het oude werk en breidde zijn klaviatuur van 1838 (met schuifkoppel) uit met een derde klavier en maakte er een nieuwe koppeling voor dit klavier bij. De klavieromvang van het nieuwe werk was van C - fl met vol octaaf. Die van het oude orgel was wellicht C - c3. De twee klavieren van 1838 zijn in 1852 waarschijnlijk ook naar ö uitgebreid als voorschot op de toekomst. Freytag deed iets UK m

dergelijks wel vaker. In Eexta maakte hij in 1862 alvast een geheel nieuw tweede klavier terwijl het plan voor een Rugpositief daar niet door ging. Van de twee tremulanten bleef er één over. Het complete orgel werd in 1852 geschilderd in de kleur die het orgel in Gasselternijveen nu weer heeft herkregen. Het verbouwde en vergrote orgel werd op 18 april 1852 feestelijk ingespeeld door Jr. Mr. S.W. Trip die zeer enthousiast was over het resultaat. Achter en onder dit orgel was een houten wand aanwezig die geheel in mamer-imitatie was geschilderd. Diverse planken daarvan zijn door Van Oeckelen benut voor het uitbreiden van de orgelkast in Gasselternijveen. Herman Eberhard Freytag was de laatste vertegenwoordiger van de Schnitgerschool in Nederland en hij was daar trots op. Net als zijn vader behandelde hij het werk van zijn voorgangers dan ook met groot respect en bouwde en restaureerde geheel in bijpassende stijl, zodat het oude werk haar glans van weleer slechts licht veranderd terug kreeg. Die werkwijze is ook duidelijk te zien in het orgel in Gasselternijveen. De kast van het Schnitgerorgel van Allert Meijer was van fijnzinnig en gedetailleerd profïelwerk voorzien. Freytag maakte zijn nieuwe kast in een nieuwere hoofdvorm (nl. die van het Hoofdwerk van Zuidbroek, een orgel van zijn vader uit 1795), maar nam de profileringen van Schnitger over. Ook het snijwerk (zeer waarschijnlijk van een leerling van Antonie Walles) wijkt weinig af van dat van Jan de Rijk die het snijwerk voor het Schnitgerorgel had gesneden. De huidige dispositie in Gasselternijveen wijkt slechts weinig af van die van Rugpositief in de Groningse situatie. De Quintadena 8 voet van Freytag (een zeer archaïsch register in die tijd dat zelfs het Schnitgerorgel niet had) is door Van Oeckelen vervangen door een Viola di Gamba 8 voet discant uit 1852, die Freytag op het voormalige Borstwerk had gemaakt. De Mixtuur van Freytag is in 1900 door Van Oeckelen gereduceerd en van lagere samenstelling voorzien en de Trompet is, op de kelen na, nieuw gemaakt in meer romantische stijl. De toonhoogte van het Schnitgerorgel is door het orgel in Gasselternijveen bekend geworden, nl. 3/4 toon boven normaal. In de huidige niet sprekende bovenste tussenvelden staan oude voorheen sprekende pijpen die de oude toonhoogte nog hebben en zijn ook nog van een vrijwel originele intonatie voorzien. De stemmingsresten van deze pijpen duiden op een 1/6 komma stemming, bij de familie Freytag gebruikelijk. Bij de overplaatsing naar Gasselternijveen heeft Van Oeckelen een nieuwe borstwering gemaakt met twee opvallende panelen met ruitwerk van gietijzer. De oude kast werd daar bovenop gezet. Voorheen stond de kast dus lager in de balustrade. Dat is ook nog te zien aan de luiken aan de achterkant van de orgelkast. De nog originele stemluiken voor de Trom- (l pet zijn nog aanwezig en waren in de oude situatie direct boven de vloer gesitueerd. Verder verdiepte Van Oeckelen de kast ruim 60 cm. De aansluitnaad is goed te zien. Uiteraard was er in de oude Rugpositiefkast geen ruimte gereserveerd voor een klaviatuur en mechaniek met zijkantbespeling, maar was de situatie voorheen klassiek van opzet met een klaviatuur onder in de hoofdkast van het oude orgel en met een liggend weibord onder de klaviatuurvloer tussen de beide kasten. Daarom breidde Van Oeckelen de onderkast aan beide zijkanten symmetrisch uit en camoufleerde dat enigszins met nieuw snijwerk langszij. Zoals gebruikelijk bij Van Oeckelens dorpsorgels werd in de (nu verhoogde) onderkast de windvoorziening gemonteerd met daarboven een liggend weibord net onder de windlade. Het stevige pijpwerk van Freytag is fraai gemaakt en van sierlijke inscripties voorzien. De wanddikten ervan komen overeen met die van Schnitger en Hinsz. Het is overwegend breed gelabieerd. De fluitregisters zijn opvallend wijd van mensuur en groot van toon. De overwegende spitse labia zijn wel afwijkend van die van Schnitger, maar komen wellicht weer overeen met die van het mogelijk zeer oude pijpwerk dat zich in dit orgel moet hebben bevonden. De klank was geheel in de stijl van Hermans beroemde vader, draagkrachtig en zingend. De winddruk was iets lager dan de huidige. De intonatie was, en is nog steeds, gebaseerd op grote pijpvoetopeningen, zoals ook bij het Schnitgerorgel het geval was. Van Oeckelen heeft op trefzekere wijze het klassieke klankkarakter met heel simpele maar zeer doelmatige middelen naar de mode van zijn tijd omgebogen. Het bracht diepere kernsteken aan, verwijdde de mensuur van de meeste pijprijen met twee halve tonen (dat moest so wie so één halve toon zijn om een lagere toonhoogte te krijgen), voorzag het grotere pijpwerk van expressions en enige baarden en stemde het orgel geheel gelijkzwevend. Door dit pakket maatregelen moest hij de winddruk iets verhogen. De oude opsneden en voetopeningen liet hij echter vrijwel ongemoeid, reden waarom het orgel nog zo klassiek klinkt. Door de lagere Mixtuur en de vrijwel nieuwe Trompet klinkt het plenum bijna helemaal als een échte 'Van Oeckelen'. Bij de kerkrestauratie in 1953 is het orgelbalkon aan de zijkanten nog verder uitgebreid en zijn nieuwe pilaren onder het orgel gemaakt. Deze waren echter niet voorzien van voetstukken (piedestallen), de kapitelen waren stilistisch niet goed van vorm en proportie. Het geheel werd, zoals bij zoveel orgelkasten in die tijd, wit geschilderd. De oude vergulding van 1900 bleef gehandhaafd. De trap van de voormalige preekstoel werd nu de nieuwe toegangstrap naar het orgelbalkon.

De restauratie van 2009 Het onderhoud aan het orgel is door de tijd heen respectvol geweest, behalve in de periode dat de conducten door plasticbuis vervangen waren. Gelukkig was het meeste materiaal in weinig beschadigde staat. Alleen alle leer en draadwerk, de inwendige houtverbindingen en de geboorde gaten voor pen- en draadverbindingen waren totaal versleten. Al dit materiaal is zo terughoudend mogelijk gerestaureerd. Alle leer, messing draadwerk en de ventielveren moesten daarbij wel worden vernieuwd. Ook kreeg het orgel een nieuwe windmachine met régulateur in een moderne, zeer goed dempende kist en turbulentieremmend materiaal. Deze werd geplaatst in de nieuwe ruimte onder het orgel. Ook kan het orgel nu weer als vanouds met handpompbediening zonder motor worden bespeeld. Het licht beschadigde pijpwerk is geheel hersteld, de houten pijpen zijn opnieuw verlijmd. De steminrichtingen en bovenranden van de pijpen zijn weer in goede orde gebracht, zodat ook de toonhoogte weer is zoals in 1900, een fractie lager dan de moderne huidige toonhoogte. De pilaren van 1953 werden van extra profielen voorzien, zodat ze nu in een eenvoudige, maar beter geproportioneerde architectuur het geheel verfraaien. Het orgel was in 1900 in een donkere imitatie-eikenkleur beschilderd. Deze kleur was aangebracht in combinatie met eenzelfde kleurstelling van de preekstoel en het bankenplan. De oude kleurstelling van 1852 daaronder was echter een mahonie-imitatie met enige witte biesjes op een aantal profielen en stijlen. Vanwege de kleurwarmte en vormexpressiviteit van de houtimitatie, alsmede het geheel ontbreken van het oude kerkmeubilair, is er voor gekozen om de oudste kleur weer aan te brengen. Van Oeckelen heeft deze kleur echter ook vaak toegepast bij zijn dorpsorgels. Bovendien is het geheel ook nog eens aangepast in 1953. In de nu geheel gemoderniseerde oude kerk, waarin van alle meubelstukken alleen het orgel nog is overgebleven, is de historie van de drie periodes in de kleurstelling zichtbaar elkaar in harmonie gebracht. Het restauratiewerk is aangenomen door de fa. Mense Ruiter Orgelmakers BV ie Zuidwolde (Gn.). De orgelmakerij Van der Putten te Finsterwolde heeft het werk grotendeels voor en in samenwerking met Mense Ruiter uitgevoerd. Het fraaie schilderwerk werd verricht door de fa. Gebr. Boer te Wildervank. Het snijwerk is hersteld en aangevuld door Tico Top te Kruisweg en de labia zijn opnieuw verguld door Lammert Muller uit Zuidhorn. De electra werd verzorgd door leden van de kerk. Adviseur van het College van Kerkrentmeesters, in samenwerking met de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Groningen Drenthe ((Harry l Hulshof) te Veendam en de Commissie Orgelzaken van de PKN was Stef Tuinstra uit Bedum. Rijkadviseur was drs. Wim Diepenhorst. De totale kosten bedroegen ruim 6 130.000. Stef Tuinstra, adviseur. Het handklavier van de klaviatuur uit 1900 dateert grotendeels van 1852.

Het Van Oeckelenorgel uit 1896 in de Lutherse Kerk te Groningen in avondsfeer. Het voormalige orgel stond op dezelfde plek. De imitatie-balustrades naast het orgel geven nog de vloerhoogte aan waarop het vorige orgel stond. Evenals bij het vorige orgel staat in de ruimte links naast het orgel de windvoorziening opgesteld. Dispositie en technische gegevens De klavieromvang is C- f3. Het pedaal is aangehangen, omvang C-aO. Het pijpwerk van orgelmetaal (ca. 33% tin, ca. 67% lood), overwegend breed gelabieerd en open pijpvoeten. Prestant 8 voet Engels tin; rond opgeworpen vergulde labia in de torens. C-pijp (1852) als D aangesloten, C en C# eiken gedekt, binnen, 1900; D - el in front, n - 13 op de lade, fl-g#2 1900. Onderste tussenvelden: 16 pijpen 1900, 9 p. 1852, tin; grenen frontstok met 7 gedichte gaten. Bovenste tussenvelden sinds 1900 stom, oorspronkelijk 7-8 sprekende p. per veld. Deels expressions, stemkrullen en op lengte. Violon discant 16 voet Oorspronkelijke Prestant 16vt disc. (1852), cl-c#l 1900; geheel met expressions. Bourdon 16 voet C - c#l eiken, afgevoerd, dl- ö metaal, op de lade; C en C# 1900, D-i3 1852,1A toon verschoven. Viola di Gamba 8 voet VanafcO, C - H gecombineerd met Holpijp 8 vt; co-c#l 1900, dl-c3 1852, niet verschoven, c#3-f3 Vi t. verschoven, d3-d#3 1852 overige 1900.16 p. zonder-, overige met baarden (1852). Deels expressions, stemkrullen en op lengte. Holpijp 8 voet 1852; C - c#0 eiken, op de lade; do-o metaal; '/2 toon teruggeschoven. Octaaf 4 voet 1852, metaal; C-C# 1900, D-O 1852, l toon verschoven; enkele p. uit oude Mixtuur; met expressions, stemkrullen en natuurlijke lengte. Octaaf 2 voet 1852, metaal; C-C# 1900, D-O 1852, l toon verschoven; geen baarden; steminrichtingen als Octaaf 4vt. Mixtuur bas 2 sterk 1852, pijpwerk deels van de Open Fluit 4vt uit het vm. hoofdwerk. Was oorspronkelijk 3-4 sterk, rooster en pijpstok nog aanwezig, l koor weggenomen, waarschijnlijk een dubbelkoor; C,C# expr., rest bas meest met stemkrul, enige op lengte. Mixtuur discant 3 sterk 1852/1900; ca. de helft met expr., overige op lengte. Samenstelling: C : 2-1 1/3 cl : 4-22/3-2 Trompet 8 voet 1900; metalen bekers en stevels met messing ringband, loden koppen; messing kelen (overwegend 1852). Rechte volledig open stevelvoeten; 16 bekers los, overige gesoldeerd aan de kop, overige stevels gekuipte voet; geen stevelverlengbuizen. Windlosser. Windvoorziening met dubbele magazijnbalg met ijzeren scharen, alsmede een grote op de zijkant staande schokbalg. Twee schepbalgen met één handpomp voor de balgtreder aan de overzijde van de klaviatuur. Toonhoogte: al = ca. 435 Hz, stemming: evenredig zwevend, winddruk: 72 mm. waterkolom.

De uitvoering van dit project werd mogelijk gemaakt door: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Protestantse Kerk Nederland, bureau steunverlening Prins Bernhard Cultuurfonds Olga Heidring Ronds Stichting Orgelfonds Mooy Stichting tot Behoud van het Nederlanc VSB fonds regio Groninc Stichting 5y van Welstand )r. Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds Stichting W.J.O. de Vries fonds/ars Donandi Insinger Stichting l