Samen werken aan een goede bodemkwaliteit!

Vergelijkbare documenten
Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem

Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. Samen maken we morgen mooier.

Deel I. Wetgevend kader bodemsanering Bodemdecreet en het VLAREBO... 13

1. Toelichting van de krachtlijnen van de Vlaamse bodemregelgeving: Bodemdecreet en VLAREBO 2. Toekomstige ontwikkelingen voor het Vlaamse

1.1. Notaris Vastgoedkantoren en makelaars Overdrager Verwerver OVAM Bodemsaneringsdeskundige 12

Auteur. Onderwerp. Datum

3.3 Overgangsbepaling Verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek Bodemsanering Algemeen Inhoud

Eenmalige onderzoeksplicht bij gedwongen mede-eigendommen op risicogrond

VVOR 20 jaar Bodemdecreet Evolutie van de Vlaamse bodemregelgeving in de afgelopen 20 jaar

Auteur. Onderwerp. Datum

RISICOGRONDEN ONDERZOEKEN

Samen werken aan een goede bodemkwaliteit

TITEL I. Juridische gevolgen van het bodemdecreet op de overdracht van gronden. 1

De impact van het Bodemdecreet. op scholen

SITES OP PARTICULIERE GRONDEN

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Wervik als site 'Woonzone wervik'.

Belgisch Staatsblad dd

Wat zijn de algemene verplichtingen

Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk ll. Uitvoering van het siteonderzoek door de OVAM

INLEIDING 11 HOOFDSTUK I OVERZICHT VAN DE REGELING BODEMSANERING 13

Belgisch Staatsblad dd

OVAM een siteonderzoek uitvoert; dat het siteonderzoek wordt uitgevoerd binnen de termijn die in het besluit is bepaald;

!~\ ?c is materiaalbewust. i " Vlaanderen

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Heuvelland' 1/6

Hoofdstuk I. Vaststelling site

SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER

op de persoon die aansprakelijk is conform artikel 16 of 25, als de OVAM van rechtswege of ambtshalve optreedt;

?/i SVEHUlßU~J; plaats 13bis in Lier' - DS-PAR-SP DE OVAM,

Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Roosdaal' 1/6

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Gavere' 1/6

Belgisch Staatsblad dd

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst.

Overwegende dat de locatie 65 percelen telt;

mensen, planten en dieren en grond- en oppervlaktewateren over de prognose van de spontane evolutie van de bodemverontreiniging in de toekomst;

Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van gronden gelegen in Puurs als site 'Woonzone Puurs'.

Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Nijlen' 1/7

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Belgisch Staatsblad dd

VLAAMSE OVERHEID. Omgeving

Belgisch Staatsblad dd

DE OVAM, Site 'particuliere gronden met historische activiteiten in Bornem' 1/6

Overwegende dat de andere percelen van de voormalige textielfabriek nog niet werden opgenomen in een bodemonderzoek en bewoond zijn;

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd

Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Belgisch Staatsblad dd

geïnformeerd worden over de verschillende fasen van het onderzoek en over de ernst van de verontreiniging;

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk ll. Uitvoering van het siteonderzoek door de OVAM

Art. 1bis. Dit decreet wordt aangehaald als: Bodemdecreet van 27 oktober 2006.

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, BESLUIT:

Sitebesluit Woonzone verkaveling Dennenlaan-Kalmthout 2/6

Brussel, 16 oktober Mijnheer de minister-president,

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site

BESLUIT: Artikel1. De site 'Voormalige stortplaats, Beekstraat te Lokeren' wordt vastgesteld. De gronden zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1.

Bodemdecreet Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Hoe weet u of uw onderneming een. periodieke onderzoeksplicht

Briefadvies. een. wat betreft de. Datum

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site...,

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3

DE OPENBARE VLAAMSE AFVALSTOFFENMAATSCHAPPIJ,

DE OVAM, één overkoepelend bodemonderzoek voor elke locatie; dat het derhalve aanqewezen is om een site vast te stellen voor deze gronden;

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

Cofinanciering voor bodemsanering?

Belgisch Staatsblad dd

Inhoudsopgave. Eindejaarsregeling. Algemene informatie. Opgelet: Wijzigingen bij digitale aanlevering van afgekeurde opdrachten!

Schadegeval met bodemverontreiniging. Wat zijn de taken van steden en gemeenten?

Bodemsanering, grondverzet en bestekken: enkele juridische topics

VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING.

Overwegende dat de OVAM ook in het bezit is van een oriënterend bodemonderzoek en

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Code van goede praktijk Schrappen van risicogrond

MEMORIE VAN TOELICHTING

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Omgeving

DE OVAM, Sitebesluit Woonzone Sint-Baafskeuter 1/5

Environmental & Safety Services # 4 22/02/2017-1

Advies. Aanpassingen Bodemdecreet. Minaraad, Brussel, 12 september 2013 ( ) SERV, Brussel, 16 september 2013

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Omgeving

TUSSEN: partij enerzijds

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM

Handleiding. Overdrachten

1. Gegevens van het advies. 1.1 Gegevens van de regelgeving. 1.2 Gegevens van de aanvrager. 2. Titel en fase

AANVRAAG VOOR VRIJWILLIGE TOETREDING TOT VLABOTEX (Toelichting bij het indienen van een aanvraag)

Gemotiveerd standpunt voor de vrijstelling van de saneringsplicht voor een verontreinigd terrein: aanvraag door de eigenaar

Handleiding. Overdrachten

OVERDRACHT DELEN VAN KADASTRALE PERCELEN VOORBEELDFIGUREN

Sitebesluit voor de site 'Industrieweg in Wondelgem'

Handleiding Overdrachten

Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming 1

Hof van Cassatie van België

BODEM INHOUDSOPGAVE. 1. Vlaams Gewest Brusselse Wetgeving Waals Gewest Vlaams Gewest

Titel I. Definities. Titel II. Doelstellingen en algemene bepalingen. HOOFDSTUK I. Doelstellingen. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen

Transcriptie:

Samen werken aan een goede bodemkwaliteit! OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem

Vlaanderen is op de goede weg. 10 jaar bodemsaneringsdecreet: een verjaardag waar Vlaanderen best trots mag op zijn. Het decreet is het afgelopen decennium uitgegroeid tot een positief werkinstrument om de kwaliteit van de Vlaamse bodems te garanderen. Geen wonder dat het wereldwijd beschouwd wordt als een voorbeeld voor een efficiënt bodembeleid. Toch willen we allerminst op onze lauweren rusten. De wijzigingen die we hier zullen schetsen, tonen aan dat onze wetgeving verder evolueert. Het nieuwe decreet bouwt voort op de inmiddels opgedane ervaring en houdt rekening met de constructieve inbreng van talrijke betrokken actoren. Deze publicatie is een eerste wegwijzer voor iedereen die beroepshalve in aanraking komt met bodemverontreiniging en sanering. Voor verdere uitleg bent u uiteraard steeds welkom bij de OVAM. De volledige tekst van het bodemsaneringsdecreet vindt u alvast op www.bodemsaneringsdecreet.be Meer informatie: Belangrijk om weten: het gaat om de goedkeuring van een decreet. Het bevat de krachtlijnen van de nieuwe regeling. De concrete uitvoering ervan volgt later via een uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering, een nieuwe VLAREBO.

Inhoud 1 De wijzigingen: meer eenvoud, duidelijkheid en efficiëntie. * Voorbeeld 1: een appartementsgebouw * Voorbeeld 2 : een bedrijf * Verdere verfijningen 2 De kern van de zaak blijft gelijk: een kwaliteitsvol bodembeleid. 1 Wanneer heb ik een bodemattest nodig? 2 Wat omschrijft het bodemattest? 3 Ik wil mijn grond verkopen, wat moet ik doen? 4 Uit een bodemonderzoek is gebleven dat mijn grond verontreinigd is en volgens de OVAM moet ik verdere bodemonderzoeken of bodemsanering laten uitvoeren. Ik heb de verontreiniging echter niet zelf veroorzaakt. Wat moet ik doen? 5 Wie betaalt wat? 6 Hoe vraag ik een bodemattest aan? 7 Wat moet ik doen als er op mijn grond plots een bodemverontreiniging ontstaat? 8 Wat is een oriënterend bodemonderzoek, een beschrijvend bodemonderzoek en een bodemsaneringsproject; en hoelang duren ze? 9 Wat is het verschil tussen een saneringsplichtige en een saneringsaansprakelijke? 10 Heb ik recht op een schadevergoeding als in mijn buurt verontreiniging wordt aangetroffen? 11 Ben ik wettelijk verplicht om vóór de aankoop van een grond zelf inlichtingen over die grond te vragen? 12 Hoe verzamelt de OVAM gegevens? n i e u w bodemsaneringsdecreet

1 De wijzigingen: meer eenvoud, duidelijkheid en efficiëntie. Het nieuwe decreet is een gevoelige verfijning van het vorige. Met name rond de saneringsplicht, de overdrachten en de procedures waren de voorbije jaren geregeld knelpunten opgedoken, waarvoor het nieuwe decreet oplossingen aanreikt. De voorziene wijzigingen zorgen voor een opvallende vereenvoudiging en zijn meer afgestemd op de realiteit. Dit alles heeft concrete positieve gevolgen voor alle betrokkenen: particulieren, bedrijven, ondernemingen, overheden, deskundigen... Denken we maar aan het invoeren van het Grondeninformatieregister (GIR), het mogelijk maken van alternatieve financiering, het stimuleren van sectorgebonden bodemsanering via bodemsaneringsorganisaties, enzovoort. Op de volgende pagina s lichten we een groot aantal van deze wijzigingen toe, aan de hand van twee voorbeelden: 1) een particuliere eigenaar van een appartement en 2) een bedrijf.

p r a k t i j k v o o r b e e l d e n

Voorbeeld 1: een appartementsgebouw Situatieschets: * in het verleden was er een risicoinrichting aanwezig op de grond waarop het appartementsgebouw is opgericht * het perceel is opgenomen in het register van verontreinigde gronden na het oriënterend bodemonderzoek * beschrijvend bodemonderzoek en bodemsanering waren niet noodzakelijk, omdat er geen risico uitging van de vastgestelde bodemverontreiniging Inhoudelijke bijsturing van de bestaande krachtlijn Register van verontreinigde gronden. Wie een flat in dit appartementsgebouw wil kopen, en hij leest in de verkoopakte dat de grond is opgenomen in dit register, schrikt misschien wel even. Vandaar deze eerste belangrijke verandering: de stigmatiserende benaming van het register van verontreinigde gronden verdwijnt, en vanaf nu spreken we van Grondeninformatieregister. In de praktijk is er immers vaak een foutieve perceptie: men denkt dat de opname van een grond in het register inhoudt dat er ook daadwerkelijk een sanering nodig is. Dit is niet zo. Bovendien veranderen we niet alleen de naam van dit register, maar bouwen we het nu uit tot een volledige databank. Daarin kunnen we de gegevens opnemen van elke grond die de OVAM heeft geïdentificeerd, of die grond nu verontreinigd is of niet. De OVAM beschikt immers over veel meer informatie dan enkel over verontreinigde gronden. Zo wordt het bodemattest een volwaardig en kwaliteitsvol informatieinstrument met betrekking tot alle gronden in het Vlaamse Gewest.

Overdrachten Het vorige decreet beschouwde het aangaan en het afsluiten van een huurovereenkomst van meer dan 1 jaar voor een risicogrond als een overdracht. Daaraan was ook een onderzoeksplicht gekoppeld. Bij een appartementsgebouw was er bijgevolg vaak sprake van overdrachten. Eén van de wijzigingen in het nieuwe decreet is dat de meeste persoonlijke gebruiksrechten (huur, handelshuur, pacht ) niet langer onder het toepassingsgebied van de bijzondere overdrachtsprocedure vallen. Hierdoor beperken we het aantal transacties die als overdracht van grond worden gekwalificeerd. De Vlaamse Regering krijgt een rechtsgrond om voor de overdracht van appartementen op risicogronden een aangepaste regeling uit te werken. Het opzet is om te komen tot een regeling die billijker is dan de algemene regeling uit het vorige decreet. In de nieuwe regeling zal de individuele medeeigenaar niet langer zelf op eigen kosten een oriënterend bodemonderzoek moeten uitvoeren voor de overdracht van een individueel appartement. Die vrijstelling geldt in 3 gevallen. Ten eerste wanneer er nog risicoinrichtingen zijn in de gemeenschappelijke delen van de appartementsmede-eigendom (bijvoorbeeld als het appartementsgebouw wordt verwarmd met stookolie en er op het terrein meer dan 20.000 liter opgeslagen is). Ten tweede wanneer er in het verleden risicoinrichtingen waren in de gemeenschappelijke delen van de appartementsmede-eigendom. En ten derde wanneer er sprake is van de vestiging van de appartementsmede-eigendom (bijvoorbeeld een appartementsgebouw opgericht op het terrein van een vroegere gasfabriek). In de laatste twee gevallen is slechts eenmalig een bodemonderzoek nodig, en dit op initiatief en op kosten van de vereniging van mede-eigenaars. p r a k t i j k v o o r b e e l d e n

Vereenvoudiging van de procedures Zoals reeds gezegd: bij appartementsgebouwen vinden momenteel veel overdrachten plaats. Daarom vereiste het vorige bodemsaneringsdecreet bij de meeste van die overdrachten nieuwe oriënterende bodemonderzoeken, minstens om de twee jaar. Het nieuwe decreet voorziet een rechtsgrond voor de Vlaamse Regering om deze verplichting bij te sturen. Zo zal men de geldigheidsduur van het oriënterend bodemonderzoek - als in het verleden op de grond risicoinrichtingen geëxploiteerd werden - kunnen uitbreiden van twee tot vijf jaar. Verder kan de uit te werken regeling de onderzoeksplicht opheffen wanneer blijkt dat dit onderzoek geen meerwaarde heeft. In ons voorbeeld zal dus geen oriënterend bodemonderzoek meer nodig zijn, aangezien er ook geen beschrijvend bodemonderzoek nodig was, zolang er geen risicoinrichtingen meer geëxploiteerd worden. Er komt een snellere en meer rechtszekere procedure voor de behandeling van bodemverontreiniging bij schadegevallen. Zo wordt het voor de saneringsplichtige mogelijk snel, adequaat en kostenefficiënt op te treden met een minimum aan administratieve formaliteiten. Die verbeterde procedure komt bijvoorbeeld goed van pas bij een overvulling van de mazouttank van het appartementsgebouw. Er is een nieuwe aanpak bij schadegevallen waarin behandeling van bodemverontreiniging mogelijk is door saneringswerken van maximaal honderdtachtig dagen: er komt een rechtsgrond die een soepelere toepassing van de technische procedures zal bepalen, afhankelijk van de specifieke situatie.

Voorbeeld 2 : een bedrijf Situatieschets * twee verontreinigingsvlekken waren aanwezig op het perceel: 1) een gemengde verontreiniging, veroorzaakt door de exploitatie van het bedrijf zelf en 2) een historische verontreiniging, ontstaan door een ophooglaag, aangebracht vóór het bedrijf de grond in gebruik nam. Vereenvoudiging van de procedures: Het vorige bodemsaneringsdecreet vereiste een voorstel van een beschrijvend bodemonderzoek, alsook tussentijdse rapporten over dit onderzoek. Het nieuwe decreet verandert de procedure voor de opmaak van een beschrijvend bodemonderzoek: het schrapt de verplichting tot de opmaak van het voorstel van beschrijvend bodemonderzoek en de tussentijdse rapporten. Het vorige bodemsaneringsdecreet hield het oriënterend bodemonderzoek en het beschrijvend bodemonderzoek strikt gescheiden. De nieuwe versie voorziet de mogelijkheid om een oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek in één beweging uit te voeren en één rapport in te dienen bij de OVAM. Dit levert duidelijk tijd- en geldwinst op. p r a k t i j k v o o r b e e l d e n

Saneringsplicht Hoe wordt de saneringsplichtige aangeduid? In het nieuwe decreet komt er een getrapt systeem. In eerste instantie is de exploitant verplicht om over te gaan tot beschrijvend bodemonderzoek en bodemsanering. Bij afwezigheid van een exploitant of als deze vrijstelling van saneringsplicht heeft gekregen, wordt de gebruiker aangesproken (huurder, vruchtgebruiker, opstalhouder ). Als er ook geen gebruiker is of als deze voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarden, komt de saneringsplicht finaal bij de eigenaar. Toont de eigenaar aan dat hij aan de voorwaarden voor de vrijstelling van de saneringsplicht voldoet, dan kan de OVAM ambtshalve optreden en de kosten terugvorderen van de aansprakelijke. En wat als de saneringsplichtige persoon in gebreke blijft om zijn saneringsplicht na te komen? In dat geval wendt de OVAM zich in principe niet tot de volgende plichtige in het getrapte systeem. De OVAM treedt dan in beginsel ambtshalve op en verhaalt de kosten op de ingebrekeblijvende plichtige en de saneringsaansprakelijke. Volgens het vorige decreet moest de exploitant van het bedrijf opdraaien voor de kosten van beide verontreinigingen. De exploitant kon trachten de vrijstelling van saneringsplicht te krijgen voor de historische verontreiniging. Het was soms moeilijk voor de exploitant om aan te tonen dat hij niet op de hoogte was of behoorde te zijn van de verontreiniging. De regeling voor vrijstelling van de saneringsplicht voor de exploitant en de gebruiker is om billijkheidsredenen versoepeld. De personen in kwestie krijgen vanaf nu vrijstelling van de saneringsplicht als ze kunnen aantonen dat ze de verontreiniging niet zelf hebben veroorzaakt en dat deze niet is ontstaan tijdens de periode dat zij de grond in gebruik hadden.

p r a k t i j k v o o r b e e l d e n

Wanneer de exploitant van het bedrijf vrijstelling van de saneringsplicht voor de historische verontreiniging krijgt, zal de eigenaar moeten instaan voor de aanpak van deze verontreiniging. Maar het is dus best mogelijk dat de eigenaar niet op de hoogte is of behoorde te zijn, zodat hij vrijgesteld is van sanering. In het uitvoeringsbesluit bij het nieuwe decreet zal de Vlaamse Regering objectieve factoren opnemen (bijvoorbeeld het tijdstip waarop de eigenaar de grond heeft verworven, het tijdstip waarop de verontreiniging is ontstaan ). Met die factoren zal men rekening moeten houden bij de beoordeling of de eigenaar voldoet aan die voorwaarde. Hierdoor krijgt iedereen meer duidelijkheid over het beoordelingskader. Het nieuwe decreet geeft de OVAM de mogelijkheid om met de vereiste zorgvuldigheid te beslissen dat de exploitant, gebruiker of eigenaar voldoet aan de decretale vrijstellingsvoorwaarden. Dit kan op basis van het dossier van de verontreinigde grond. Hierdoor vervalt de administratieve last van het samenstellen en indienen van een uitvoerig gemotiveerd bewijsdossier voor deze personen. Het bedrijf, in dit voorbeeld, zal zelf geen bewijsdossier moeten samenstellen indien uit het bodemonderzoek duidelijk blijkt dat de historische verontreiniging is ontstaan vóór de aanvang van zijn exploitatie. Verder krijgt de saneringsplichtige vanaf nu ook de kans om nog nà het beschrijvend bodemonderzoek een aanvraag in te dienen rond de vrijstelling van saneringsplicht. Wat met een eigenaar die een historische verontreiniging moet saneren, maar dit niet kan betalen op zo n korte termijn? Tot nu toe was hier geen duidelijke regeling voor. In het nieuwe decreet is een rechtsgrond opgenomen die de Vlaamse Regering toelaat om een regeling uit te werken. De saneringsplichtige, die onvoldoende vermogen heeft om de bodemsanering

te prefinancieren, kan op gemotiveerd verzoek een draagkrachtregeling krijgen. Deze draagkrachtregeling moet budgetneutraal zijn en is geen vorm van overheidssubsidie. Het decreet geeft ook een juridische kapstok om een cofinancieringsregeling uit te werken. Met het nieuwe decreet kan een derde (fonds of koepelorganisatie) nu ook de onderzoeks- en bodemsaneringsverplichtingen van de saneringsplichtige overnemen, en dit zelfs buiten de overdrachtsprocedure. Zo kan bijvoorbeeld een bedrijfsfederatie een fonds of een overkoepelende organisatie voor bodemsanering oprichten. Het bedrijf in kwestie kan daarop een beroep doen voor de sanering van de gemengde verontreiniging. BOFAS was hierbij de inspiratiebron. Overdracht Als de verwerver de nodige garanties stelt, kan men risicogronden vanaf nu via een versnelde procedure overdragen. Denk maar aan de overdracht van verschillende gronden bij een grote fusieoperatie van verschillende bedrijven. Gaat het om risicogronden die in verschillende fasen van bodemonderzoek of sanering zitten, dan is deze fusieoperatie dankzij het nieuwe decreet eenvoudiger te realiseren. Uiteraard op voorwaarde dat er voldoende garanties gesteld worden. Tot op heden kon men beter geen verontreinigde grond kopen van een saneringsplichtige die failliet was. Met het nieuwe decreet krijgt de Vlaamse Regering rechtsgrond om een regeling te treffen met een derde persoon. Die persoon kan dan cofinanciering krijgen bij de overname van de saneringsplicht van een gefailleerde vennootschap of handelaar die een risicoinrichting exploiteerde. p r a k t i j k v o o r b e e l d e n

Verdere verfijningen De bovenstaande voorbeelden lichten de wijzigingen tegenover het vorige decreet toe. Maar het nieuwe bodemsaneringsdecreet formaliseert en verfijnt ook een aantal bestaande procedures en begrippen, zoals het grondverzet en de procedures in standaardsituaties. Grondverzet Het gebruik van uitgegraven bodem kan leiden tot verspreiding van verontreinigde grond. De vorige regeling steunde op een zeer beperkte decretale basis. Het nieuwe decreet geeft een rechtszeker kader voor deze regeling. De principes van het gebruik van uitgegraven bodem en van de traceerbaarheid liggen nu duidelijk vast. De taken van de bodembeheerorganisaties, de opslagplaatsen en de grondreinigingscentra zijn nauwkeurig omschreven. Standaardprocedures In welbepaalde standaardsituaties willen we een meer gerichte en doelmatige aanpak. Daarom voorziet het nieuwe decreet uitdrukkelijk in standaardprocedures voor onder meer bodemonderzoeken, bodemsaneringsprojecten en bodemsaneringswerken. Er komen ook nieuwe krachtlijnen rond bijvoorbeeld bodembescherming, waterbodems, saneringsdoel en risicobeheer. Saneringsdoel In het oorspronkelijke bodemsaneringsdecreet van 1995 wilde men met bodemsanering de achtergrondwaarden voor de bodemkwaliteit realiseren. In de praktijk bleek dit slechts zelden haalbaar.

Vanaf nu is sanering van nieuwe bodemverontreiniging gericht op het realiseren van de richtwaarden. Voor historische bodemverontreiniging vertrekken we vanuit het risico. De bodemkwaliteit mag na sanering zeker geen onaanvaardbare risico s meer opleveren. Het toetsingkader om te evalueren welke techniek gebruikt moet worden, blijft BBT (de best beschikbare techniek die geen onredelijk hoge kost met zich meebrengt). Risicobeheer De saneringsplichtige zal bij (duidelijke aanwijzingen van) een ernstige historische bodemverontreiniging kunnen overgaan tot risicobeheer in afwachting van bodemsanering. Sanering van waterbodems De bodems van de waterlopen zijn in de meeste gevallen verontreinigd door afvalwaters die afkomstig zijn van meerdere lozingspunten. Om een duidelijk aanspreekpunt te hebben wie de sanering gaat uitvoeren, bepaalt het decreet dat de beheerder van de waterloop deze bodemsanering uitvoert. Die zal natuurlijk wel kosten kunnen terugvorderen van personen die mogelijk aansprakelijk zijn voor een deel van de verontreiniging. Om te voorkomen dat de beheerders plots geconfronteerd worden met onbetaalbare saneringen, voorziet het decreet dat de regering een programmatie kan opstellen op basis van milieuprioriteiten. Bodembescherming Met deze wijziging is er vanaf nu een decretaal kader opgenomen ter bescherming van de bodem. v e r d e r e verfijningen

2 De kern van de zaak blijft gelijk Een kwaliteitsvol bodembeleid. Nieuwe verontreiniging voorkomen, historische verontreiniging saneren: dat blijft ook in het nieuwe decreet de essentie en de ultieme doelstelling. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de verwerver van een grond bescherming krijgt. Hieronder schetsen we aan de hand van vragen wat de kern van de zaak precies inhoudt. 1 Wanneer heb ik een bodemattest nodig? Bij elke overeenkomst tot overdracht van een grond hebt u een bodemattest nodig. Voor particulieren betekent overdracht meestal het kopen, verkopen, ruilen en schenken van gronden onder levenden. De inbreng van een grond in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen beschouwt men niet als een overdracht van grond. Ook de aankoop van een appartement geldt niet als overdracht van grond, voor zover op het kadastrale perceel geen risicoinrichting 1 aanwezig was of is. Bij overdracht van een risicogrond 2 hebt u naast een bodemattest ook een oriënterend bodemonderzoek nodig (zie vraag 8). 2 2 Wat omschrijft het bodemattest? Het bodemattest geeft weer welke informatie over een grond beschikbaar is in het Grondeninformatieregister en vermeldt daarbij de informatiebronnen. Als er nog geen gegevens beschikbaar zijn, staat dit letterlijk op het bodemattest. Het bodemattest bevat geen informatie over de omliggende percelen.

( 1 ) Risicoinrichtingen: inrichtingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden. De Vlaamse Regering heeft een lijst samengesteld met dergelijke inrichtingen. ( 2 ) Risicogrond: een grond waarop risicoinrichtingen aanwezig zijn of waren. c o u r a n t e vragen

3 Ik wil mijn grond verkopen, wat moet ik doen? Vóór het sluiten van een overeenkomst tot overdracht van grond bent u verplicht een bodemattest aan te vragen. Voor een gewone grond (niet-risicogrond) is een bodemattest voldoende. Bij een overdracht van een risicogrond 2 moet de overdrager dit melden aan de OVAM. Dit doet u via het meldingsformulier dat u op www.ovam.be terugvindt. Bovendien moet u voor de overdracht van een risicogrond ook een door de OVAM goedgekeurd oriënterend bodemonderzoek (zie vraag 8) hebben. 4 Uit een bodemonderzoek is gebleken dat mijn grond verontreinigd is en volgens de OVAM moet ik verdere bodemonderzoeken of bodemsanering laten uitvoeren. Ik heb de verontreiniging niet zelf veroorzaakt. Wat moet ik doen? Stel: op een grond kwam bodemverontreiniging tot stand. U bent beheerder van die grond. Dan bent u verplicht om, indien dat noodzakelijk is, de grond te saneren. Ook het nieuwe decreet voorziet evenwel in de mogelijkheid om in dat geval een vrijstelling van die saneringsverplichting te bekomen. Hiervoor moet u als exploitant of gebruiker (huurder, vruchtgebruiker, opstalhouder ) aantonen dat u de verontreiniging niet zelf hebt veroorzaakt en dat de verontreiniging dateert van voor u de grond in beheer kreeg. Als u eigenaar van de grond bent, zal u bijkomend moeten aantonen dat u niet op de hoogte was of behoorde te zijn van de verontreiniging op het moment dat u de grond kocht. Bovendien geldt voor nieuwe bodemverontreiniging als bijkomende voorwaarde dat er sedert 1 januari 1993 geen risico-inrichting op uw grond gevestigd was.

De OVAM zal uw aanvraag tot vrijstelling van de saneringsplicht beoordelen en u hierop schriftelijk antwoorden. Als de OVAM akkoord gaat met uw argumentatie, bent u niet meer verplicht om de verdere bodemonderzoeken of sanering uit te voeren. 5 Wie betaalt wat? Bij elke overeenkomst tot overdracht van grond moet de overdrager een bodemattest aanvragen. Hij moet het in principe dan ook betalen. De partijen kunnen ook overeenkomen dat de verwerver die kosten draagt. Bij overdracht van een risicogrond moet de overdrager een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren. Wanneer sanering van een grond vereist is, bepaalt het decreet wie de saneringsplichtige is. Deze persoon is verplicht te saneren, tenzij hij voldoet aan de voorwaarden om een vrijstelling te krijgen (zie vraag 4). De saneringsplichtige is echter niet steeds de saneringsaansprakelijke (zie vraag 9). Bijvoorbeeld bij een overvulling van een mazouttank is de exploitant van het bedrijf saneringsplichtig, maar kan de leverancier van de mazout saneringsaansprakelijk zijn. De saneringsplichtige kan de kosten in verband met de bodemverontreiniging terugvorderen van de saneringsaansprakelijke. In bepaalde gevallen kunt u als saneringsplichtige een beroep doen op een bodemsaneringsorganisatie, die (deels) de kosten in verband met de bodemverontreiniging op zich kan nemen. Bijvoorbeeld de uitbaters van tankstations kunnen onder bepaalde voorwaarden voor de bodemsanering een beroep doen op BOFAS. c o u r a n t e vragen

6 Hoe vraag ik een bodemattest aan? U vraagt een bodemattest aan door de kadastrale gegevens van de grond in te vullen op het aanvraagformulier en dit samen met het betalingsbewijs aan de OVAM te bezorgen. Het aanvraagformulier vindt u terug op www.ovam.be of bij de gemeente, de meeste notarissen en de makelaars in vastgoed. U kunt het bodemattest ook laten aanvragen door uw notaris. De OVAM stuurt binnen maximaal één maand het bodemattest op, tenzij de aanvraag een risicogrond betreft. Hiervoor is de maximale afleveringstermijn twee maanden. In de praktijk behandelt de OVAM gemiddeld binnen de acht dagen de attestaanvragen van gronden waar geen bodemonderzoek nodig is. 7 Wat moet ik doen als er op mijn grond plots een bodemverontreiniging ontstaat? In deze situatie spreken we van een schadegeval. Bij een schadegeval is het aan te raden om een bodemsaneringsdeskundige te contacteren. Doe dit zo snel mogelijk, want dan vermindert u de kans op bijkomende verspreiding van de vervuiling en op onnodige kosten. De bodemsaneringsdeskundige zal dan nagaan of onmiddellijke maatregelen noodzakelijk zijn. U bent verplicht om een schadegeval binnen de 14 dagen bij de bevoegde overheid te melden. Die bevoegde overheid is in de meeste gevallen de burgemeester van de gemeente waar het schadegeval gebeurt. De OVAM is bevoegd als het schadegeval gebeurt op een grond van de gemeente of op een grond waarop een klasse 1-inrichting gevestigd is of op de grond waarop reeds een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering wordt uitgevoerd. Bij zeer complexe schadegevallen (als bv. de bron van vervuiling niet gekend is) kan de OVAM ook advies geven, deskundigen sturen en ter plaatse vaststellingen maken.

Wanneer u een schadegeval meldt, geef dan ook aan welke maatregelen u reeds hebt genomen ter uitvoering van uw zorgvuldigheidsplicht. De bevoegde overheid doet dan na de melding een uitspraak over de aanpak en legt maatregelen op tot behandeling van de bodemverontreiniging. 8 Wat is een oriënterend bodemonderzoek, een beschrijvend bodemonderzoek en een bodemsaneringsproject, en hoelang duren ze? Een oriënterend bodemonderzoek is een eerste, verkennend bodemonderzoek dat nagaat of op de risicolocaties bodemverontreiniging aanwezig is. Het probeert om een eerste zicht te krijgen op de ernst van die verontreiniging. Daarbij neemt men een aantal monsters. Het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek neemt al snel een maand in beslag voor een klein terrein. Bij de overdracht van een risicogrond heeft de OVAM maximaal twee maanden de tijd om het dossier te beoordelen. Als blijkt dat de bodemverontreiniging mogelijk ernstig is, moet de saneringsplichtige (zie vraag 9) overgaan tot een beschrijvend bodemonderzoek. Het beschrijvend bodemonderzoek onderzoekt diepgaand de probleemplaatsen. Deskundigen gaan na wat de omvang van de verontreiniging is en welk risico ze vormt voor mens en milieu. Pas na dit beschrijvend bodemonderzoek krijgen we een precies beeld van de verontreiniging en weten we of saneringswerken noodzakelijk zijn. De duur van dit onderzoek hangt af van de omvang van de verontreiniging. De OVAM beoordeelt het dossier uiterlijk binnen de twee maanden. Men kan het oriënterend bodemonderzoek en het beschrijvend bodemonderzoek ook in 1 beweging uitvoeren. c o u r a n t e vragen

Zodra dit beschrijvend bodemonderzoek is goedgekeurd, kan men het bodemsaneringsproject opmaken, als dit nodig is. Dat bepaalt welke technieken het probleem kunnen oplossen. De vergelijking van verschillende technieken in het project laat toe de meest rendabele oplossing voor te stellen. Dat kan een flinke besparing bij de saneringswerken opleveren. Bovendien stelt het bodemsaneringsdossier dat de conformverklaring door de OVAM van het project geldt als vergunning. Dit is conform het milieuvergunningsdecreet en de wetgeving op de stedenbouw. Daarom moet het bodemsaneringsproject alle informatie bevatten die in dergelijke vergunningsaanvragen opgenomen zou moeten worden. Om een dergelijke aanvraag degelijk te kunnen beoordelen, moeten de adviesverlenende administraties over alle nuttige informatie beschikken. De OVAM moet zich uitspreken binnen de 90 dagen. Die termijn is zo lang omdat advies nodig is van administraties en instanties die normaal betrokken worden bij de vergunningsaanvragen. Bij een beperkt bodemsaneringsproject 3 is de beoordelingstermijn korter. Zeker wie een risicogrond wil overdragen, doet er goed aan tijdig naar een bodemsaneringsdeskundige te stappen. 9 Wat is het verschil tussen een saneringsplichtige en een saneringsaansprakelijke? Het bodemsaneringsdecreet maakt een duidelijk verschil tussen wie verplicht is om een bodemsanering uit te voeren (de saneringsplichtige) en wie aansprakelijk is voor de verontreiniging (de aansprakelijke).

( 3 ) Beperkt bodemsaneringsproject: een bodemsaneringsproject dat handelt over een bodemverontreiniging die binnen de 180 dagen kan behandeld worden. c o u r a n t e vragen

De saneringsplichtige is volgens het decreet de beheerder van de grond waarop de verontreiniging tot stand kwam. Dit kan de exploitant, gebruiker of eigenaar van het perceel zijn. Indien de persoon, aangeduid volgens het decreet, kan aantonen dat hij voldoet aan een aantal voorwaarden opgesomd in het decreet (zie vraag 4), is hij niet meer saneringsplichtig. De aansprakelijke kan iemand anders zijn dan de saneringsplichtige, doorgaans de veroorzaker van de verontreiniging. Dit is de partij die door een of andere wettelijke bepaling als aansprakelijke wordt aangeduid. Voor nieuwe bodemverontreiniging 4 is de veroorzaker van de verontreiniging de aansprakelijke. Voor historische bodemverontreiniging 4 gelden de klassieke aansprakelijkheidsregels die van kracht waren vóór de invoering van het bodemsaneringsdecreet. Daarbij denken we aan de foutaansprakelijkheid, waarbij men moet kunnen bewijzen dat iemand een bepaalde fout heeft begaan en daardoor de verontreiniging heeft veroorzaakt. Dit onderscheid heeft wel zijn belang: wie de sanering uitvoert, kan immers de kosten terugvorderen en zelfs voorschotten eisen van de aansprakelijke. 10 Heb ik recht op een schadevergoeding als in mijn buurt verontreiniging wordt aangetroffen? Stel: er is op uw terrein bodemverontreiniging, die ergens anders tot stand is gekomen. Dit betekent dat de beheerder van de grond waar deze verontreiniging tot stand kwam, altijd verplicht is om te saneren, dus ook op uw terrein. Los van het bodemsaneringsdecreet blijft ook de andere wetgeving van toepassing, ( 4 ) Nieuwe bodemverontreiniging: verontreiniging die tot stand kwam na 28 oktober 1995. Historische bodemverontreiniging : verontreiniging die tot stand kwam vóór 29 oktober 1995.

zoals die van het Burgerlijk Wetboek. Dat bevat tal van bepalingen waarop u een beroep kunt doen indien u schade lijdt door toedoen van de fout van een ander, of door de bodemverontreiniging op een nabijgelegen terrein. 11 Ben ik wettelijk verplicht om vóór de aankoop van een grond zelf inlichtingen over die grond te vragen? Puur wettelijk gezien hebt u als koper geen enkele verplichting om vóór de aankoop van een grond inlichtingen te zoeken over vroegere activiteiten op die grond. Het is de zelfstandige verplichting van de verkoper om te weten of op zijn grond vroeger risicoinrichtingen waren. Indien dit zo was, moet de verkoper een bodemonderzoek laten uitvoeren vooraleer de koop te sluiten. Als de verkoper dit niet heeft gedaan, kunt u als koper de nietigheid van de overdracht vorderen. Met andere woorden, u kunt naar de rechtbank stappen, eisen dat de koop wordt tenietgedaan, en een schadevergoeding afdwingen van de verkoper. Het vervelende is natuurlijk precies dat u naar de rechter moet stappen. Om dit te vermijden, kunt u best altijd informatie over vroegere activiteiten op de grond opvragen bij de gemeente. De meeste notarissen doen dit trouwens standaard. 12 Hoe verzamelt de OVAM gegevens? Potentiële verontreiniging inventariseren In de jaren 90 inventariseerde de OVAM in samenwerking met de provincies hoofdzakelijk oude stortplaatsen en industriële sites. Daarvoor baseerden we ons op oude archiefgegevens zoals vergunningen en kaartmateriaal. De inventaris wordt nu continu aangevuld met gronden die de gemeenten hebben opgenomen in de gemeentelijke inventaris. De basis hiervan zijn ondermeer de afgeleverde milieuvergunningen en de beschikbare kennis over potentiële risicogronden. c o u r a n t e vragen

We benadrukken dat de inventaris een verzameling is van archiefgegevens en enkel aangeeft dat op een bepaalde grond een bepaalde activiteit werd uitgeoefend. In vele gevallen zijn deze gronden nog niet onderzocht. We weten dus niet of ze zijn verontreinigd, enkel dat er een kans bestaat. Deze inventaris kan ook maar even goed zijn als de informatie in de archieven. Als op een terrein risicoactiviteiten werden uitgevoerd zonder vergunning, is daar vaak niets van terug te vinden op papier. Dit neemt niet weg dat op het terrein wel degelijk een risicoinrichting gevestigd was en bijgevolg de mogelijkheid bestaat dat op het terrein bodemverontreiniging aanwezig is. Verontreiniging identificeren Gegevens over de bodemverontreiniging zelf verzamelt de OVAM via oriënterende bodemonderzoeken. De OVAM voert zelf diverse bodemonderzoeken uit op verdachte locaties. De meeste informatie krijgen we echter van bodemonderzoeken, uitgevoerd in opdracht van personen die daartoe verplicht zijn door het bodemsaneringsdecreet. Daarin is namelijk opgenomen dat de overdrager een oriënterend bodemonderzoek moet laten uitvoeren vooraleer hij een risicogrond mag overdragen. Het decreet bepaalt ook dat voor een aantal inrichtingen op een grond die een hoger risico van bodemverontreiniging betekenen, een regelmatig bodemonderzoek verplicht is. Een derde reden om over te gaan tot een oriënterend bodemonderzoek is het sluiten van een risicoinrichting. 14

c o u r a n t e vragen

meer informatie www.ovam.be V.U. Henny De Baets, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen D/2006/5024/53