Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die als ongeschikt, onbewoonbaar of verwaarloosd worden beschouwd

Vergelijkbare documenten
Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die als ongeschikt, onbewoonbaar of verwaarloosd worden beschouwd

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

GEMEENTEBELASTING OP DE LEEGSTAND EN DE VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN 2011 T/M GOEDKEURING

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

Belastingreglement op verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen ( (1)

Artikel 1: Algemene bepalingen

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 28 november 2013

BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD

Verwaarloosde woningen en gebouwen registratie en belasting ( )

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

Belasting op leegstand van woningen en gebouwen,

Voor de toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het register van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt verstaan onder:

Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

GEMEENTERAAD

REGLEMENT EN BELASTING OP VERWAARLOZING VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE BELASTING OP ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN VOOR DE PERIODE

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE INVENTARISATIE VAN EN BELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE

REGLEMENT VAN INVENTARISATIE EN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS VERWAARLOOSD

Provincie Arrondissement Gemeente Vlaams Brabant Halle Vilvoorde 1760 Roosdaal UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

BELASTING OP WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR GECOÖRDINEERD REGLEMENT NA GOEDKEURING GR 30 maart 2017

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

Punt 7: Goedkeuren belastingreglement op leegstand

2 beveiligde zending: een van de hiernavolgende betekeningwijzen, hetzij een aangetekend schrijven, hetzij een afgifte tegen ontvangstbewijs

STEDELIJK REGLEMENT OP GEBOUWEN EN WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS LEEGSTAND EN/OF ONAFGEWERKT

BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD OF LEEGSTAAND

Gelet op de Grondwet, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 170, 4;

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in vordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen;

1. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: o een aangetekend schrijven, o een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Belastingreglement op leegstaande woningen voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december Titel I - Algemene bepalingen

Heffing op leegstand.

Heffingsreglement op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. Goedgekeurd door de gemeenteraad van 14 december 2015.

UITTREKSEL NOTULEN GEMEENTERAAD

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR

GEMEENTEBELASTING OP LEEGSTAANDE GEBOUWEN, WONINGEN, KAMERS EN OVERIGE WOONGELEGENHEDEN GESTEMD IN DE GEMEENTERAAD VAN 30 DECEMBER 2013

GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Dorp 61 Provincie Oost-Vlaanderen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE

REGLEMENT INZAKE INVENTARISATIE VAN EN BELASTING OP TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond-en pandenbeleid, hierna DGP genoemd;

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD 18 MAART 2013

Belastingsreglement voor het leegstandsregister

Procedure van opname in de inventaris

BELASTINGREGLEMENT OP ONGESCHIKT EN/OF ONBEWOONBAAR VERKLAARDE WONINGEN

UITTREKSEL UIT HET REGISTER VAN DE BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD.

Belastingreglement op ongeschikt- en onbewoonbaar verklaarde woningen

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

Reglement leegstandsheffing Haaltert

besluit gemeenteraad maandag 26 juni 2017

Leegstandsheffing op leegstaande gebouwen en woningen Aanslagjaar

Procedure van opname in de inventaris

Gemeentebelasting op leegstand van woningen en gebouwen

GEMEENTE Overzichtslijst overgemaakt op 4 APRIL 2017 KNOKKE-HEIST

Goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 maart 2017 (treedt in werking op 1 april 2017) Bekendgemaakt op 22 maart 2017

143.4 Directe belastingen. Financiële dienst Ellen Moonen. besluit GEMEENTERAAD. vergadering 19/03/2019

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren ( )

Gemeentelijk reglement voor de bestrijding van verwaarloosde woningen en gebouwen

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE LEEGSTAND EN LEEGSTANDHEFFING

-Artikel 7, 3. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning : besluit GEMEENTERAAD. Tom Verheijen

Verwaarloosde woningen en gebouwen

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN EN/OF KAMERS DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/207

Belastingreglement op tweede verblijven en leegstaande gebouwen voor de periode van 1 januari 2016 tot en 31 december 2019

Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris;

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 12 november 2013

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

1. Model van gemeentereglement inzake de leegstand van gebouwen en woningen, met indicaties van leegstand.

Inventaris van verwaarloosde woningen en gebouwen

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

Belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen aanslagjaar 2019.

Gelet op het voorstel van het Schepencollege om de huidige tarieven te indexeren;

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 20/12/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/226

REGLEMENT OPMAAK INVENTARIS VAN ONGESCHIKT EN/OF ONBEWOONBAARVERKLAARDE WONINGEN

. Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstand of onafgewerkt Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 22 april 2014

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN EN/OF KAMERS DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONBEWOONBAAR, ONGESCHIKT, VERWAARLOOSD.

reglementen vast Regelt de heffing van de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

VERORDENING VAN BELASTING OP GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN

Reglement: belasting op de leegstand van gebouwen en woningen

BELASTING TER BESTRIJDING VAN LEEGSTAND EN VERKROTTING VAN BEDRIJFSRUIMTEN, GEBOUWEN EN WONINGEN

Belasting op leegstand van gebouwen en/of woningen voor de aanslagjaren

REGLEMENT EN BELASTING OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

Reglement betreffende leegstandsregister.

^ffi GEMEENïE ENEDE. o De beslissing van de gemeenteraad van 30 novembe r 2077 houdende het goedkeuren van het. Gemeenteraadszitti ng van

GEMEENTERAAD 7 MAART 2017 BELASTINGREGLEMENT INZAKE LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.

Goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 december 2013 Bekendgemaakt op 19 december 2013

Belastingreglement op woningen en/of gebouwen die worden beschouwd als leegstaand of onafgewerkt voor de aanslagjaren

GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR DE OPMAAK EN HET BEHEER VAN EEN REGISTER VOOR LEEGSTAANDE GEBOUWEN EN WONINGEN

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN.

Belastingreglement op woningen die worden beschouwd als onbewoonbaar of ongeschikt voor de aanslagjaren

Belastingreglement leegstaande woningen en gebouwen

Deel I. Leegstand. Gemeenten hebben de mogelijkheid een leegstandsheffing in te voeren. Het Decreet stelt de minimumaanslag vast.

Transcriptie:

Belastingverordening op woningen en/of gebouwen die als ongeschikt, onbewoonbaar of verwaarloosd worden beschouwd Datum vaststelling gemeenteraad : 26/02/2013 Wijzigingen : - Geldigheidsduur : 01/01/2013 31/12/2013 De Gemeenteraad, Gelet op artikelen 41, 162 en 170 4 van de Grondwet; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012; Gelet op artikel 42 3, 43 2 en 253 1 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, artikel 24 tot en met artikel 44bis, laatst gewijzigd bij decreet van 8 juli 2011, hierna genoemd het Heffingsdecreet; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, laatst gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, hierna genoemd het Kamerdecreet; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, laatst gewijzigd bij decreet van 23 maart 2012, hierna genoemd de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen, laatst gewijzigd bij besluit van 20 mei 2011, hierna genoemd het Heffingsbesluit; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht, zoals nadien gewijzigd, hierna genoemd het Kwaliteitsbesluit; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, zoals nadien gewijzigd, hierna genoemd het Kamerbesluit; Overwegende dat de lokale besturen ingevolge artikel 28 2 van het decreet van 22 december 1995 gemachtigd zijn om een uittreksel te ontvangen van de in de gewestelijke inventaris geregistreerde woningen en/of gebouwen met betrekking tot ongeschiktheid, onbewoonbaarheid en/of verwaarlozing, en dat deze inventaris bijgevolg als basis kan dienen voor de opmaak van een gemeentelijk belastingskohier; Pagina 1 van 8

Overwegende dat de heffing van gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van verwaarlozing van woningen en gebouwen niet meer toegelaten is ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 24 mei 2012 dat gemeentelijke opcentiemen op een belasting die het KI als berekeningsgrondslag neemt, strijdig acht met artikel 464, 1 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Gelet op de instructies van de omzendbrief BB/2012/1 voor het opstellen van de meerjarenplannen en de budgetten 2013 van de gemeenten de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest, waarbij men de lokale besturen waarschuwt dat de rechtszekerheid in het gedrang komt bij vestiging van opcentiemen op een gewestelijke heffing die het kadastraal inkomen als grondslag heeft en dat het bijgevolg aangewezen is om een eigen gemeentelijke belasting te vestigen; Overwegende dat verkrotting en verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de stad voorkomen en bestreden moet worden; Overwegende dat ongeschikte en onbewoonbare woningen op het grondgebied van de stad voorkomen en bestreden moet worden; Overwegende dat artikel 28 van het Heffingsdecreet de opmaak van een gewestelijke inventaris regelt, bestaande uit twee afzonderlijke lijsten van enerzijds de verwaarloosde gebouwen en/of woningen en anderzijds van de ongeschikte en/of onbewoonbare woningen; Overwegende dat de gemeente overeenkomstig artikel 28, 2 van het Heffingsdecreet een uittreksel ontvangt van de in de gewestelijke inventaris geregistreerde gebouwen en/of woningen; Overwegende dat artikel 29 van het Heffingsdecreet omschrijft wanneer een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd, dat de criteria voor beoordeling zijn bepaald in artikel 5 van het uitvoeringsbesluit; Overwegende dat verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen in de gewestelijke inventaris overeenkomstig artikel 32 van het Heffingsdecreet; Overwegende dat ongeschikte en onbewoonbare verklaarde woningen worden opgenomen in de gewestelijke inventaris overeenkomstig artikel 34 van het Heffingsdecreet; Overwegende dat artikel 34bis van het Heffingsdecreet de procedure regelt die de houder van het zakelijk recht dient te volgen indien hij beroep wenst in te stellen tegen de opname van een woning of gebouw in de gewestelijke inventaris; Overwegende dat de vaststelling van ongeschikte en/of onbewoonbare zelfstandige en niet-zelfstandige woningen degelijk en omvattend is geregeld in de Vlaamse Wooncode, het Kwaliteitsbesluit, het Kamerdecreet en het Kamerbesluit; Overwegende dat de vaststelling van verwaarlozing van woningen en gebouwen geregeld is in het Heffingsdecreet en het Heffingsbesluit, en dat de inventaris van verwaarloosde gebouwen en woningen en ongeschikte en onbewoonbare woningen tot stand komt met medewerking van de gemeenten; Overwegende dat de gewestelijke reglementering voorziet in uitgewerkte beroepsprocedures tegen zowel de vaststelling van ongeschikte, onbewoonbare of verwaarloosde woningen en/of gebouwen, als tegen de opname in de gewestelijke inventaris; Overwegende dat het derhalve verantwoord is dat de gemeente gebruik maakt van de bestaande gewestelijke inventaris van ongeschikte, onbewoonbare en verwaarloosde woningen en/of gebouwen voor de vestiging van een eigen gemeentebelasting; Pagina 2 van 8

Overwegende dat een langdurige ongeschiktheid, onbewoonbaarheid of verwaarlozing van woningen en/of gebouwen een voorbode is van verloedering van de woonomgeving met een negatieve impact op de leefbaarheid van de stad en dat dit daarom voorkomen en bestreden moet worden; Overwegende de algemene noodzaak om de verslechtering van de kwaliteit van woningen en/of gebouwen te voorkomen en te bestrijden; Overwegende dat de strijd tegen de ongeschikte, onbewoonbare en verwaarloosde woningen en/of gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een inventarislijst ook daadwerkelijk belast worden; Overwegende dat de Vlaamse Wooncode de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid; Overwegende dat het woonbeleid van de Stad Brugge er naar streeft om enerzijds de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving te verhogen en anderzijds het aanbod van woningen en gebouwen wenst te verhogen met het oog op de betaalbaarheid hiervan en dit als doelstelling binnen het woonbeleid heeft vooropgesteld; Overwegende dat, naast het fiscale hoofddoel van de belasting, het doel tevens is om woningen en gebouwen van goede woonkwaliteit te hebben zodat de huur- en koopprijzen van het woonpatrimonium niet onder druk komen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen; BESLUIT: Artikel 1: Definities Woondienst: de gemeentelijke administratieve dienst die door het stadsbestuur wordt belast om, in samenspraak met de Vlaamse overheid, in te staan voor de lokale bewaking van de kwaliteit van de woongelegenheden conform de Vlaamse Wooncode en de Nieuwe Gemeentewet en mee te werken met de Vlaamse overheid om voor de opmaak van de gewestelijke inventaris inzake ongeschikte, onbewoonbare en/of verwaarloosde woningen van het grondgebied van de stad Brugge. Vlaamse overheid: het agentschap Wonen-Vlaanderen. Dienst fiscaliteit: de gemeentelijke administratieve dienst die door het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om in te staan voor de vestiging, de inning en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting op ongeschikte, onbewoonbare en/of verwaarloosde woningen. Beveiligde zending: een aangetekend schrijven of afgifte tegen ontvangstbewijs. College: het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Brugge. Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, met inbegrip van niet-zelfstandige woningen (=kamers). Kamers: een niet-zelfstandige woning, vergund volgens de stedelijke bouwvergunning, waarvan één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: toilet, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. Pagina 3 van 8

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, en dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals hiervoor vermeld omschreven, en dat niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Gewestelijke inventaris: een register van geïnventariseerde woningen en/of gebouwen die door de Vlaamse overheid geregistreerd zijn als ongeschikt, onbewoonbaar en/of verwaarlozing. Inventarisatiedatum: de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste maal in de gewestelijke inventaris wordt opgenomen. Ongeschikt verklaarde woning: een woning die niet beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995, en die door de bevoegde instantie als ongeschikt werden verklaard. Onbewoonbaar verklaarde woning: een woning die op grond van veiligheids- en/of gezondheidsaspecten niet meer mag bewoond worden en die door de bevoegde instantie als dusdaning onbewoonbaar werden verklaard conform de artikelen 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet of het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en het decreet van 22 december 1995 ter bestrijding van leegstand en verkrotting. Verwaarloosde woning en/of gebouw: een woning of een gebouw met zichtbare en storende gebreken of tekenen van ernstig verval aan de buitenkant van de woning, zoals bijvoorbeeld de buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijsten, dakgoten of beglazing. Onafgewerkte woning en/of gebouw: een woning of een gebouw waarvan de werken zijn aangevat en die niet winddicht is binnen de drie jaar na aanvang van de werken en waardoor de stedenbouwkundige vergunning ervan is te komen vervallen. Een onafgewerkte woning en/of gebouw wordt gelijkgesteld met een verwaarloosde woning. Artikel 2: Heffingstermijn en belastbare grondslag 1. Er wordt voor het aanslagjaar 2013 een gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die minstens 12 maanden geïnventariseerd zijn in de gewestelijke inventarislijst van de Vlaamse overheid conform artikel 28 van het Heffingsdecreet. Het betreft de inventarisatie van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en de verwaarloosde woningen en/of gebouwen gelegen op het grondgebied van de stad Brugge. 2. De belasting is voor het aanslagjaar 2013 verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw minstens twaalf opeenvolgende maanden in de gewestelijke inventaris werd opgenomen. 3. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de gewestelijke inventaris, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt. 4. Wanneer een pand op meerdere lijsten van de gewestelijke inventaris voorkomt wordt er slechts één belasting gevestigd, evenwel betrekking hebbend op de opname op die inventaris die de hoogste heffing omvat zoals vermeld in artikel 7 van de belastingverordening. Artikel 3: Belastingplichtige Pagina 4 van 8

1. De belastingplichtige is de natuurlijke- of rechtspersoon die als zakelijk gerechtigde werd opgenomen in de gewestelijke inventaris. Met zakelijk gerechtigde wordt bedoeld de houder van : a) de volle eigendom, b) het recht van opstal of van erfpacht, c) het vruchtgebruik. 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van een zakelijk recht voor de woning of het gebouw zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van dit zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de woning of dit gebouw in de gewestelijke inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. 4. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending, de gemeentelijke administratie op de hoogte te brengen door middel van een volledige kopie van de notariële akte. Bij ontstentenis blijft degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, de belastingplichtige. Artikel 4: Opname en betwistingen tot opname in de gewestelijke inventaris betreffende ongeschikte en/of onbewoonbare woningen. 1. De opname van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen gebeurt volgens het besluit van de Burgemeester. De termijn van 12 maanden, vermeld in artikel 2, begint te lopen vanaf de datum van het besluit van de burgemeester. 2. De woondienst van de stad Brugge stelt de Vlaamse overheid hiervan in kennis zodat de woning als ongeschikt en/of onbewoonbaar kan geïnventariseerd worden. De administratie van de Vlaamse overheid geeft de houder van het zakelijk recht hiervan kennis door middel van een registratieattest waarin de opname wordt bevestigd. 3. De betwisting tot opname in de gewestelijke inventaris met betrekking tot ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en/of gebouwen kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden aangezien de beroepsprocedure tegen een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister of door de bevoegde rechtbank. Artikel 5: Opname en betwistingen tot opname in de gewestelijke inventaris betreffende verwaarloosde woningen en/of gebouwen. 1. De woondienst van de stad Brugge stuurt aan de Vlaamse overheid, conform artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996, een recente lijst van de woningen en/of gebouwen die volgens het College verwaarloosd zijn. Door deze mededelingsplicht kunnen de woningen en/of gebouwen als verwaarloosd geïnventariseerd worden. 2. De administratie van de Vlaamse overheid stelt de verwaarlozing vast in een gemotiveerde akte en geeft de houder van het zakelijk recht bij aangetekend schrijven kennis van deze vaststelling alsook van de gevolgen van de opname in de gewestelijke inventaris. Pagina 5 van 8

3. De houder van het zakelijk recht kan de vaststelling van verwaarlozing betwisten binnen een termijn van 4 maanden vanaf de betekening van de administratieve akte. De betwisting dient te gebeuren via aangetekend schrijven bij de Vlaamse overheid en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, waarbij de houder van zakelijk recht het bewijs levert dat de woning of het gebouw geen ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont. Wanneer de vaststelling niet wordt betwist of het bezwaar wordt niet ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw opgenomen in de gewestelijke inventaris betreffende verwaarloosde woningen en/of gebouwen. Artikel 6: Schrapping uit de gewestelijke inventaris 1. De ongeschikte en/of onbewoonbare verklaarde woningen worden uit de inventaris geschrapt op datum van het besluit van de Burgemeester tot opheffing van de onbewoonbaar- en/of ongeschiktverklaring. Het controleonderzoek tot schrapping gebeurt op schriftelijk verzoek door de houder van het zakelijk recht aan de woondienst van de stad Brugge. 2. De verwaarloosde verklaarde woningen en/of gebouwen worden uit de inventaris geschrapt op datum van de vaststelling door de administratie van de Vlaamse overheid dat het goed niet meer voldoet aan de criteria om als verwaarlozing in aanmerking te komen. Het controleonderzoek tot schrapping gebeurt op schriftelijk verzoek door de houder van het zakelijk recht aan de administratie van de Vlaamse overheid. Artikel 7: Berekening en tarief van de belasting Het bedrag van de belasting wordt voor het aanslagjaar 2013 vastgesteld op: - 3.000 euro per woning en/of kamer die als ongeschikt en/of onbewoonbaar in de gewestelijke inventaris werd opgenomen, - 1.250 euro per woning en/of gebouw die als verwaarloosd in de gewestelijke inventaris werd opgenomen. Artikel 8: Vrijstellingen 1. Vrijstelling voor woningen waarbij de woning het enige bezit is: 1 de houder van het zakelijk recht indien hij het zakelijk recht heeft van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning, en waarbij hij als houder van het recht de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats. De verklaring van hoofdverblijf wordt enkel aanvaard wanneer er tijdens de geïnventariseerde periode een effectieve inschrijving in de bevolkingsregisters van de stad Brugge is. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum van inventarisatie. 2 de houder van het zakelijk recht, indien deze houder de laatste bewoner is van een woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte en waarvan de woning de enige woning in zijn bezit is, tijdelijk of permanent in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurige verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal drie jaar vanaf de datum van inventarisatie. 2. Vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht: 1 de houder van het zakelijk recht die minder dan twee jaar, voorafgaand aan de datum van opname in de gewestelijke inventaris, houder is van dat zakelijk recht van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van maximaal twee jaar vanaf de datum van inventarisatie. Pagina 6 van 8

2 de houder van het zakelijk recht die het zakelijk recht verkrijgt na de datum van opname in de gewestelijke inventaris wordt van de belasting vrijgesteld gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum waarop het zakelijk recht werd verkregen via notariële akte. Deze vrijstelling geldt niet voor: - overdrachten aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechte of in feite gecontroleerd worden, - indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel, - overdrachten aan echtgenoot, bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. Voor de toepassing van deze bepaling worden de wettelijk samenwonenden gelijkgesteld met de echtgenoten. 3. Vrijstelling indien de woning en/of het gebouw: 1 gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. 2 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 3 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de ramp of beschadiging. 4 het voorwerp uitmaakt van een renovatie blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van twee jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. 5 het voorwerp uitmaakt van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning met architect. De vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar na indieningsdatum en volledig- en ontvankelijkheidsverklaring daarvan en kan slechts éénmaal worden toegekend aan de houder van het zakelijk recht. 6 het voorwerp uitmaakt van een verzegeling in het kader van een gerechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. De vrijstelling wordt verleend zolang de verzegeling aanhoudt. 7 beschermd is als een monument krachtens het decreet tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten en wanneer er bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier werd ingediend. Indien er een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier werd ingediend, wordt een vrijstelling toegekend voor een periode van 2 jaar na de ontvankelijkheidsverklaring van het dossier. Artikel 9: Reeds geïnventariseerde woningen en/of gebouwen De woningen en/of gebouwen die voorafgaand het aanslagjaar 2013 reeds op de gewestelijke inventaris werden opgenomen, hetzij als ongeschikt en/of onbewoonbaar, hetzij als verwaarloosd, blijven met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum belastingplichtig voor de toepassing van deze belastingverordening. De belasting wordt gevestigd conform artikel 2 van deze belastingverordening. Artikel 10: Algemene bepalingen betreffende de inkohiering, vestiging, invordering en de bezwaarprocedure van de belasting Pagina 7 van 8

1. De belasting zal geschieden bij wijze van een kohier overeenkomstig de bepalingen en voorschriften van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd door de decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. 2. De belasting moet worden betaald binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet. De bepalingen inzake de verwijl- en moratoriuminteresten zijn op deze belasting van toepassing zoals betreffende de Rijksbelastingen op de inkomsten. 3. De belastingschuldige kan een bezwaar indienen conform de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008. Het bezwaarschrift moet gemotiveerd en met redenen omkleed zijn en schriftelijk worden ingediend bij het College. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. 4. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en zijn latere wijzigingen, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 11: Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking vanaf 1 januari 2013 en is geldig tot en met 31 december 2013. Pagina 8 van 8