Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Vergelijkbare documenten
Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

b) Hoeveel kinderen slaagden voor deze test? Graag een opdeling per provincie met inbegrip van

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.1 - Oktober

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

Verslag aan de Provincieraad

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 8 : Onderwijs niet-confessionele zedenleer en godsdienst Basis- en secundair onderwijs

VR DOC.1318/1BIS

Gelet op het overleg gehouden op 4 juli 2017 in het Beheerscomité van FAMIFED;

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 4 ;

VR DOC.0051/1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

nr. 344 van VALERIE TAELDEMAN datum: 1 februari 2017 aan LIESBETH HOMANS Sociale woonleningen - Stand van zaken

Vertaling Geschiedenis De Belgische staatshervorming

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 197 van 4 december 2013 van GOEDELE VERMEIREN

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Vraag nr. 211 van 9 januari 2013 van GOEDELE VERMEIREN

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD. Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Individuele beroepsopleiding (in een onderneming) (IBO) - Aanwervingen en stopzettingen tweede kwartaal 2017

nr. 455 van MATTHIAS DIEPENDAELE datum: 3 april 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Ecologiepremie+ - Aanvragen 2017

1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond?

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vraag nr. 904 van 28 juni 2013 van LODE VEREECK

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

MEMORIE VAN TOELICHTING

VR DOC.1652/1BIS

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

1. Kan de minister een overzicht geven van alle organisatoren van time-outbegeleiding per arrondissement?

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Anderzijds. VTAAMS FONDS VOOR SOCIATE INTEGRATIE VAN PERSONEN MET EEN HANDtCAp TNZAKE DE CENTRALE WACHTLUSTWERKTNG VOOR PERSONEN MET

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0430/1

ONTWERP VAN DECREET. tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VERKIEZINGEN VAN 25 MEI 2014 VOOR HET EUROPEES PARLEMENT, DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN DE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTPARLEMENTEN

nr. 905 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 15 september 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE Hoeveproducten - Ondersteuning

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

Besluit van de Deputatie

Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2019

VR DOC.1224/2

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

VR DOC.0797/1

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Agentschap Inspectie RWO - Toezicht Afdeling Toezicht team Administratief Beheer Koning Albert II-laan 19 bus 22, 1210 Brussel. 1.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Bijlage nr. 3

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2014 INZAKE VASTSTELLING, BEREKENING EN

ONTWERP VAN DECREET. houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten. Stuk 1070 ( ) Nr.

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Katrien Schryvers en Lorin Parys

nr. 631 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 6 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Springplank naar zelfstandige - Resultaten

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 40 van 9 oktober 2013 van IRINA DE KNOP

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

VR DOC.0490/2BIS

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

17 De specifieke stelsels van loobaanonderbreking toegekend met toepassing van het bericht nr. 28 HR/2003 van de NMBS Holding van 14 april 2003 ;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, 2, 3, 4 en 5 ;

VR DOC.0085/1

219 ( ) Nr oktober 2009 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

Transcriptie:

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7 oktober 2009 van DANIELLE GODDERIS-T JONCK Provinciale studiebeurzenstichtingen - Werking De Provinciale Commissies voor Studiebeurzenstichtingen beheren voor hun provincie de roerende en onroerende goederen afkomstig uit erfenissen. De commissies staan in voor de uitreiking van studiebeurzen aan studenten of bloedverwanten die aan één of meer van de door de stichters vooropgestelde voorwaarden voldoen. De werking van deze Commissies wordt geregeld door de wet van 19 december 1854 betreffende de stichtingen ten voordele van het openbaar onderwijs of ten bate van bursalen, gewijzigd bij de wet van 14 februari 1986. De Raad van State oordeelde (Advies L. 19.566/2 d.d. 10 mei 1990) dat zowel het administratieve toezicht als de uitvoering van de wet van december 1864 een gemeenschapsaangelegenheid regelt, meer bepaald een onderwijsmaterie. Vandaag moeten we vaststellen dat de bestaande regelgeving omtrent deze commissies hopeloos verouderd is. Sinds enkele jaren worden ook geregeld problemen vastgesteld inzake de werking van en de controle op deze commissies. Vooral de ondoorzichtige werking, de hoge werkingskosten en het gebrek aan openbaarheid van bestuur blijken problematisch. In Vlaams- en Waals-Brabant zou het bovendien nog steeds om één Commissie voor Studiebeurzenstichtingen van Brabant gaan. Vorige legislatuur kwam dit dossier al enkele keren aan bod. Toenmalig minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke erkende de problematiek en verklaarde dat er een onderzoek was gestart naar de herziening van de regelgeving en de volledige integratie van de stichtingen bij de onderwijsmaterie. Gezien de complexiteit van het dossier vroeg de minister in 2006 de nodige tijd om de juridische implicaties nauwgezet te bekijken. Vandaag moeten we vaststellen dat er ter zake nog altijd weinig vooruitgang is geboekt. 1. Hoever staat het met het bovenvermelde onderzoek naar de werking van en de controle op de Provinciale Commissies voor Studiebeurzenstichtingen? Welke zijn de bevindingen en conclusies? Wat zal de minister ter zake verder ondernemen? 2. Wat is de status van de Commissies in Vlaams- en Waals-Brabant? Klopt het dat de situatie in Vlaams- en Waals-Brabant nog altijd niet in overeenstemming is met de staatkundige realiteit? Welke stappen zal de minister zetten? En op welke termijn?

-822- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009 3. Kan de minister voor de laatste vijf jaar een overzicht geven van de uitgereikte beurzen, graag met een opdeling per provincie? 4. In welke mate slagen de Commissies vandaag in hun kernopdracht, zijnde het uitoefenen van de wens van de erflater? 5. Hoe verloopt de controle op deze Commissies vandaag in het Vlaamse gewest, onder meer wat betreft het beheer van het geld, het beheer van de onroerende goederen, de presentiegelden enzovoort? 6. Zijn er eventuele problemen, incidenten of conflicten met of inzake de werking van en controle op de Provinciale Commissies? Zo ja, kan de minister deze kort toelichten en de oplossingen aangeven waarmee hij denkt ze te verhelpen?

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-823- PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL ANTWOORD op vraag nr. 33 van 7 oktober 2009 van DANIELLE GODDERIS - T'JONCK 1.2. Het klopt dat er tijdens de vorige legislatuur een onderzoek werd opgestart over de materie van de studiebeurzenstichtingen. Bij dat onderzoek werd uitgezocht om hetzij het administratief toezicht op de werking van de Provinciale Commissies voor Studiebeurzenstichtingen onder mijn bevoegdheid te brengen, hetzij het beheer van de stichtingen en de toekenning van de beurzen zelf te organiseren. Dat onderzoek heeft het juridisch kader uitgeklaard waarbinnen de studiebeurzenstichtingen zich staatkundig gezien situeren. Het door de vraagsteller aangehaalde advies van de Raad van State (L.19/566/2 van 10 mei 1990) maakte duidelijk dat de materie van de studiebeurzenstichtingen - net zoals de studiefinanciering van de Gemeenschappen - een gemeenschapsbevoegdheid is. Het betreft immers een onderwijsaangelegenheid, bedoeld in artikel 127, 1, 2 van de Grondwet. In het Vlaamse Gewest beschikt de Vlaamse Gemeenschap over de volledige bevoegdheid: ze kan maatregelen opleggen ten aanzien van personen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is haar bevoegdheid beperkter: de Vlaamse Gemeenschap kan enkel maatregelen opleggen ten aanzien van de instellingen, die wegens hun activiteiten uitsluitend geacht worden te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap. De kernvraag is dus of een studiebeurzenstichting waarvan de erflater woonde in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geacht kan worden een instelling te zijn die uitsluitend behoort tot de Vlaamse Gemeenschap. In vele gevallen zal het niet mogelijk zijn om die Brusselse stichtingen exclusief toe te wijzen aan de ene, of de andere gemeenschap. Als de Brusselse stichting met name zowel aan studenten van Vlaamse onderwijsinstellingen als aan studenten van Franse onderwijsinstellingen studiebeurzen toekent, stelt zich de vraag wie dan wel bevoegd is voor deze stichtingen. De gemeenschappelijke gemeenschapscommissie is evenmin bevoegd: zij heeft geen bevoegdheden op het vlak van onderwijs, aangezien artikel 135 van de Grondwet haar enkel de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 128, 1 van de Grondwet, toewijst. Rekening houdend met artikel 35 van de Grondwet, dat de residuaire bevoegdheid vooralsnog toekent aan de federale overheid, komt het dus toe aan federale overheid om regelgevend op te treden ten aanzien van de bicommunautaire Brusselse studiebeurzenstichtingen. Het is correct dat de situatie van de studiebeurzenstichtingen in Vlaams- en Waals-Brabant vandaag bijzonder is: deze stichtingen worden - samen met deze van het Brusselse Gewest - beheerd door één Provinciale Commissie Brabant. Totdat de gemeenschappen de wet van 19 december 1854 betreffende de stichtingen ten voordele van het openbaar onderwijs of ten bate van bursalen wijzigen, blijft de Provinciale Commissie Brabant bevoegd voor de stichtingen waarvan de erflater woonde in wat nu Vlaamsen Waals-Brabant is. Rekening houdend met het juridische kader dat hierboven geschetst werd, wordt een eventuele beslissing van de Vlaamse Gemeenschap om de wet van 19 december 1854 te wijzigen best voorafgegaan door een overleg met alle betrokken partijen. Regelgeving moet immers niet alleen juridisch correct en in overeenstemming met de bevoegdheidsverdelende regels zijn, maar ook in de praktijk een meerwaarde bieden en uitvoerbaar zijn. Die zaken moeten dus nog verder bekeken worden. Dat zal ik tijdens mijn legislatuur zeker doen en daar koppel ik op een later tijdstip graag over terug.

-824- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009 3. Het overzicht van de uitgereikte beurzen is in de onderstaande tabellen terug te vinden. Tabel 1. Provinciale commissie Antwerpen 2004-2005 66 41.175,00 2005-2006 41 24.000,00 2006-2007 50 39.250,00 2007-2008 69 57.750,00 2008-2009 28 23.000,00 Tabel 2. Provinciale commissie Oost-Vlaanderen 2004-2005 36 6.507,00 2005-2006 33 5.993,00 2006-2007 32 5.804,00 2007-2008 29 5.533,00 2008-2009 30 5.739,00 Tabel 3. Provinciale commissie Brabant 2004-2005 133 71.869,98 2005-2006 102 55.175,00 2006-2007 118 62.870,00 2007-2008 126 65.625,00 2008-2009 119 60.895,00 Tabel 4. Provinciale commissie Limburg 2004-2005 173 39.864 2005-2006 168 35.639 2006-2007 166 34.492 2007-2008 194 52.681 2008-2009 176 Resultaat pas bekend in januari 2010 Over de Provinciale commissie West-Vlaanderen konden omwille van omstandigheden binnen het voorziene tijdsbestek geen precieze cijfers verzameld worden. Het aantal stichtingen in beheer door die commissie - en dus ook het aantal toekenningen - is echter relatief beperkt. Indicatief kan gesteld worden dat het om een zestiental toekenningen per schooljaar gaat, voor een totaalbedrag van om en bij de 1.600 euro. In het laatste jaar heeft er zich een dalende tendens voorgedaan, zowel wat betreft het aantal toegekende beurzen als de totale toegekende bedragen. De reden hiervan ligt in de financiële crisis: door de lagere rentevoeten, daalden de opbrengsten van de stichtingen waardoor minder beurzen konden worden toegekend. 4. Het toezicht op de Commissies wordt uitgeoefend zoals bepaald door de wet van 19 december 1854: de bestendige deputatie en de provinciegouverneurs controleren de werking van de

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-825- Commissies. Zij kunnen de boekhouding van de Commissies inkijken, en moeten de begroting goedkeuren. Op basis daarvan kunnen zij allerlei controles uitoefenen, zoals de controle van de omvang van de presentiegelden, die maximaal 20% mogen bedragen van de opbrengsten van de stichtingen. 5. De taak die vandaag op de schouders van de commissies rust, is dubbel: enerzijds moeten ze het patrimonium van de stichtingen in stand houden en als een goede huisvader beheren. Zowel het beheer van roerende goederen als van onroerende goederen vormen bijzondere uitdagingen. Roerende vermogens moeten gevrijwaard worden van inflatie; onroerende goederen worden te gelde gemaakt via verhuring, en vragen soms ook investeringen en onderhoud. Anderzijds hebben de Commissies als opdracht om maximaal uitvoering te geven aan de wens van de erflater. Ook dit blijkt een moeilijke opdracht, wanneer de erflater specifieke wensen had op het vlak van de te volgen studies of familiale verwantschap. Er werden geen signalen ontvangen waaruit zou blijken dat de Commissies zich niet met ernst en toewijding zouden wijden aan de uitvoering van deze twee taken. 6. Er werd wel één klacht ontvangen van een burger over de werking van een provinciale commissie. Deze klacht wordt grondig onderzocht. Het bereik van dat onderzoek wordt overigens niet beperkt tot die ene klacht, maar wil een algemeen beeld vormen over het beheer van alle stichtingen. De resultaten van deze evaluatie zullen gebruikt kunnen worden voor de bepaling van de beleidsintenties op het vlak van de studiebeurzenstichtingen.