Pagina 1 van 6 Certificatieschema BEI-VOPt Voldoend Onderricht Persoon toeganghebbend Laagspanning Stichting Persoonscertificatie Elektrotechniek p/a ing. R. Bijvoets Schokkerlaan 18, 1503 JP ZAANDAM 075 6354236 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van STIPEL
Pagina 2 van 6 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. TOEPASSINGSGEBIED... 3 3. PROFIEL... 3 4. TOELATINGSEISEN... 3 5. PERSOONSKENMERKEN... 4 6. EINDTERMEN... 4 7. TOETSMETHODE... 5
Pagina 3 van 6 BEI-Voldoend Onderricht Persoon toeganghebbend VOPt () 1. Inleiding Het zwaartepunt van het persoonscertificaat is gelegen in de preventie van risico s, welke personen lopen bij de uitvoering van werkzaamheden aan elektrotechnische installaties met lage spanning, een en ander zoals aangegeven in de Branche BEI. Het persoonscertificaat waarborgt een onafhankelijke toetsing van een aantal aspecten uit de veiligheidsregelgeving, nodig om de genoemde risico s op de juiste wijze te voorkomen. Het persoonscertificaat is echter geen vervanging voor een aanwijzing zoals in de Branche BEI vermeld. Deze aanwijzing en de voorgeschreven voorafgaande toetsing blijven de verantwoordelijkheid van de werkgever. 2. Toepassingsgebied Dit schema heeft betrekking op de veiligheidsaspecten ten aanzien stations, netten en aansluitingen in laagspannings-infrastructuren. 3. Profiel Een voldoend onderricht persoon toeganghebbend (VOPT) is een persoon die is aangewezen voor het openen van stations, netkasten en terreinafsluitingen en het betreden van die stations en terreinen. 4. Toelatingseisen Een aanmelding voor het examen wordt door de exameninstelling in behandeling genomen nadat een bekwaamheidsverklaring is overlegd. In deze bekwaamheidsverklaring zijn de ter zake doende certificaten, getuigschriften, diploma s en/of verklaringen aangegeven. Op basis hiervan stelt de Certificerende Instelling, of namens deze de Exameninstelling, vast of de kandidaat over de juiste vaktechnische en veiligheidstechnische bekwaamheden beschikt en daarmee voldoet aan de eisen om tot het examen te worden toegelaten (screening). Deze screening gebeurt aan de hand van de Opleidingseisen BEI zoals vermeld in of verbonden met het BEI Branche Supplement, alsmede de door Netbeheer Nederland uitgegeven richtlijnen op dit gebied (inclusief gedoog- en overgangsconstructies en alternatieve opleidingstrajecten). Aan de vereiste opleidingseisen is ook voldaan indien een relevant EVC-traject met een diploma is afgerond. De kandidaat dient ook te beschikken over: VCA-certificaat Een kandidaat die niet slaagt voor een theorietoets mag niet eerder dan na 1 week opnieuw examen afleggen.
Pagina 4 van 6 5. Persoonskenmerken o rustig, weloverwogen, o eigen grenzen kennend, weten wanneer terugkoppeling naar VP, AVP of WV nodig is, 6. Eindtermen Een Voldoend Onderricht Persoon toeganghebbend dient te voldoen aan onderstaande eisen met betrekking tot persoonskenmerken, algemene vak- en normkennis, kennis van en inzicht in relevante regelgeving, en praktische vaardigheid. 6.1 Theoretische kennis van en inzicht in de regelgeving in het vakgebied: de Branche BEI- (NEN EN 50110-1, de NEN 3140 en het Branche supplement), de bijbehorende veiligheidswerkinstructies 1. toepassingsgebied, ARBO verplichtingen (werkgever / werknemer), relatie met aannemingsbedrijven (BEI-BS artikel 1, 2.2, 4.1 en 5) 2. aanwijzingstructuur met bijbehorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden (BEI- BS artikel 2.1 en 3) 3. veilige bedrijfsvoering (basisprincipes, opdrachtverstrekking, werk- en bedieningsplan, raamopdracht, processchema s, taalgebruik) (BEI-BS artikel 4.2, 4.3, 4,5, 4.8 t/m 4.10, 9) 4. werkzaamheden (BEI-BS artikel 2.11 t/m 2.15, 4.7 en 8 5. risico s, toepassing van gereedschappen, hulpmiddelen, veiligheidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen (BEI-BS artikel 2.3 t/m 2.7, 4.4 en 6)
Pagina 5 van 6 7. Toetsmethode Examenvorm en tijdsduur van de theorietoets Het examen bestaat uit een theorietoets. o De theorietoets bestaat uit vragen in meerkeuzevorm waarbij elke vraag vier antwoordmogelijkheden heeft. De theorietoets duurt maximaal 60 minuten; o De theorie wordt online getoetst; De theorievragen worden willekeurig gekozen uit een centrale itembank; het aantal en de verdeling daarvan over de eindtermen is aangegeven in de toetsmatrijs; ook het aantal praktijkopdrachten is daar aangegeven. Er is geen praktijktoets. Toetsmatrijs THEORIE ONDERDEEL EINDTERM NR. AANTALVRAGEN basis / (min-max) mc vragen Toepassingsgebied, ARBO verplichtingen (werkgever / werknemer), relatie met aannemingsbedrijven 6.1.1 2 Aanwijzingstructuur met bijbehorende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 6.1.2 4 Veilige bedrijfsvoering (basisprincipes, opdrachtverstrekking, werk- en bedieningsplan, 6.1.3 4 raamopdracht, processchema s, taalgebruik) Werkzaamheden 6.1.4 1 Risico s, toepassing van gereedschappen, hulpmiddelen, veiligheidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen 6.1.5 1 totaal 12
Pagina 6 van 6 De wijze van beoordeling van de theorie- en de praktijktoets. o De theorietoets wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingsprotocollen. o Een meerkeuzevraag is goed beantwoord indien de kandidaat het juiste antwoord heeft gekozen. o Bij de theorieopdracht behoort een op schrift gesteld beoordelingsprotocol op grond waarvan 1 punt per vraag kan worden behaald. De normering en de cesuur De theorietoets wordt als voldoende beoordeeld indien: o bij de theorietoets minimaal 70 % van het maximum aantal punten van de meerkeuze-vragen is behaald. Ten behoeve van het certificaat dient men de theorietoets met voldoende resultaat te hebben afgelegd.