Regeling Stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2001 (VISIEbeursregeling).

Vergelijkbare documenten
Regeling Stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 2000 (VISIEbeursregeling)

Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige hoger onderwijsopleidingen 1999 (VISIE-beursregeling)

Regeling normen studiefinanciering 2008

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Verordening toelage uitwonende studerenden

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling normen studiefinanciering 2006

REGELING FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP GROND VAN OVERMACHT

Regeling Profileringsfonds RUG

Regeling studiefinanciering 2000

Regeling normen studiefinanciering 2007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

Regeling Financiële ondersteuning bij studievertraging door overmacht, RUG

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

REGELING PROFILERINGSFONDS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

Hierbij bieden wij u het raadsvoorstel wijzigen verordening toelage uitwonende studerenden aan. Wij stellen u voor:

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Participatiewet;

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Verordening individuele studietoeslag gemeente Westland 2017

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente.

Regeling Profileringsfonds Protestantse Theologische Universiteit

Beleidsregel vergoeding eigen bijdrage kosten kinderopvang Hilversum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Korendijk. 1

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

besluit vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Beuningen 2015.

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet Breda 2015

Beleidsregels tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang Gemeente Súdwest-Fryslân

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d..., nummer:.. ;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul; nr. verordening en beleidsregel Kinderopvang,

Sector : I Nr. : 07/15 Onderwerp : Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Raadsbesluit Jaar 2015/09/24/06. Besluit:

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs

Gemeente Sint Anthonis

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet BMWE 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015 gemeente Midden-Drenthe 1

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2014; b e s l u i t :

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Regeling studiefinanciering 2000

Verordening individuele studietoeslag Brummen 2015

Beleidsregels tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie Gemeente Súdwest-Fryslân

Tweede Kamer der Staten-Generaal

*Z F6* Verordening individuele studietoeslag gemeente Goeree-Overflakkee

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Het Hogeland 2019

b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang Boxtel 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

Regeling tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Verordening individuele studietoeslag gemeente Westland 2015

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Uitvoeringsregeling gemeentetoeslag voor peuteropvang gemeente Montfoort

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Transcriptie:

Regeling Stimulering internationale mobiliteit volledige 2001 (VISIEbeursregeling). OCenW-Regelingen Bestemd voor: Instellingen voor hoger onderwijs nieuwe studenten in het hoger onderwijs (niet langer dan 5 maanden ingeschreven in het hoger onderwijs) Gelet op: artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies; Besluit Algemeen verbindend voorschrift Datum: 21 november 2001 Kenmerk: SFB-2001-42517 Datum inwerkingtreding: zie artikel 20 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies Relatie tot eerdere mededelingen: hangt samen met OCenW-Regeling SFB-2000-41192 van 3 november 2000 (Gele katern 2000, 27) Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/BVH, 079-3232.666 De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Overwegende, dat het van belang is dat Nederlandse studenten een volledige hoger onderwijsopleiding in één van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte buiten Nederland kunnen volgen; dat de regeling hiervoor gebaseerd dient te worden op de Wet overige OCenW-subsidies; Artikel 1 Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder: a minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen; b. lijst: de lijst bedoeld in artikel 4; c. Nuffic: stichting Nuffic, Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs; d. schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daarop volgende jaar; e. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar; f. onderwijswet: 1. de Wet op de expertisecentra, of de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs; 2. de Wet op het voortgezet onderwijs; 3. de Wet educatie en beroepsonderwijs; 4. de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs; 5. de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; 6. de Experimentenwet onderwijs; g. financiële ondersteuning: de financiële ondersteuning die op grond van deze regeling wordt toegekend; NUMMER 29 23 5 december 2001

Regeling Stimulering internationale h. WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000; i. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; Artikel 2. Doelstelling Doel van de regeling is meer nieuwe studenten in het hoger onderwijs in de gelegenheid te stellen een volledige hoger onderwijsopleiding te volgen in één van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte waarvoor geen recht op studiefinanciering bestaat op grond van de regels gegeven bij of krachtens de WSF 2000. 1. op grond van een onderwijswet is bekostigd, 2. op grond van een onderwijswet is aangewezen, of 3. is erkend op grond van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen en de gevolgde opleiding binnen de reikwijdte van die wet valt, en c. voor 1 september van het eerste studiejaar waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, niet langer dan 5 maanden in het hoger onderwijs als student ingeschreven is geweest, noch in Nederland, noch in het buitenland. 2. De Nuffic kan afwijken van de termijnen genoemd in het eerste lid, onder b en c, indien, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 3. Reikwijdte 1. Deze regeling heeft betrekking op studenten die voor het eerst in het studiejaar 2002-2003 financiële ondersteuning genieten. 2. Het eerste lid is niet van toepassing zolang het recht op financiële ondersteuning is opgeschort op grond van artikel 12, dan wel voorwaardelijk is geëindigd op grond van artikel 13. Artikel 4. Lijst De lijst van hoger onderwijsinstellingen in de lidstaten van de Europese Economische Ruimte en van aan die instellingen te behalen diploma s die gelijkwaardig worden geacht aan een Nederlands hoger onderwijsdiploma, is vastgesteld op grond van de Regeling stimulering internationale mobiliteit volledige 1999. Deze lijst is van toepassing. Artikel 5. Voorwaarden om recht te hebben op financiële ondersteuning 1. De financiële ondersteuning wordt slechts verleend aan de student die: a. op 1 september van het studiejaar waarin hij de opleiding aanvangt waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, nog niet de leeftijd van 30 jaren heeft bereikt, en b. gedurende de periode van 1 augustus van het vijfde jaar voorafgaand aan het studiejaar waarin hij de opleiding aanvangt waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, tot de datum van de aanvraag, in Nederland ten minste 1 schooljaar voor het volgen van onderwijs was ingeschreven aan een school of instelling die: Artikel 6. Aanvraagprocedure 1. Een student kan ter verkrijging van financiële ondersteuning een aanvraag indienen. De aanvraag voor het studiejaar 2002-2003 wordt ingediend bij de Nuffic in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 1 november 2002. Indiening vindt uitsluitend plaats via: Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag. 2. Voor het indienen van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de Nuffic en bij decanen van scholen voor voortgezet onderwijs, scholen voor voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en instellingen voor beroepsonderwijs. Tevens kan men het formulier downloaden via www.nuffic.nl/visiebeurzen. 3. De student verstrekt aan de Nuffic een kopie van het toelatingsbewijs tot de opleiding waarvoor financiële ondersteuning wordt aangevraagd, of, als men nog niet over dit bewijs beschikt, een kopie van correspondentie met de instelling in het buitenland waar men een studie wil volgen. 4. De student voegt bij zijn aanvraag een gewaarmerkte kopie van een diploma dat toegang geeft tot een opleiding in het hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Indien de student op het tijdstip van het indienen van de aanvraag nog niet beschikt over het diploma, bedoeld in de vorige volzin, zendt hij een gewaarmerkte kopie van het diploma zodra het diploma in zijn bezit is. Tevens verstrekt de student een kopie van paspoort of identiteitskaart aan de Nuffic. 5. Een aanvraagformulier dat niet volledig is ingevuld, dat niet is ondertekend, of waaraan de bijlagen ontbreken, wordt niet in behandeling genomen, maar aan de aanvrager teruggezonden. 6. De Nuffic kent aan de aanvragen in volgorde van ontvangst een volgnummer toe, met dien verstande dat NUMMER 29 24 5 december 2001

wanneer de student krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen of te verbeteren, de dag waarop de Nuffic de aangevulde of verbeterde aanvraag ontvangt, geldt als datum van ontvangst. 7. Indien een student na het inzenden van zijn aanvraag deze intrekt, deelt hij dit zo spoedig mogelijk aan de Nuffic mee. 8. De Nuffic zendt de aanvragen voor het studiejaar 2002-2003 die vóór 1 oktober 2001 of na 1 november 2002 worden ingediend terug aan de afzender onder vermelding van het feit dat zij niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn ingediend. Artikel 7. Maximaal aantal gerechtigden Voor het studiejaar 2002-2003 zijn maximaal 500 beurzen beschikbaar voor studenten die voldoen aan de gestelde voorwaarden. Artikel 8. Datum van bekendmaking aan studenten 1. De Nuffic kent de financiële ondersteuning aan een student toe uiterlijk 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 6, ingeval de student: a. behoort tot het maximaal aantal gerechtigden, bedoeld in artikel 7, b. voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5 en c. beschikt over een diploma dat toegang geeft tot een opleiding in het hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2. De Nuffic kent de financiële ondersteuning aan een student voorwaardelijk toe uiterlijk 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 6, ingeval de student: a. behoort tot het maximaal aantal gerechtigden, bedoeld in artikel 7, b. voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5, en c. nog niet beschikt over een diploma dat toegang geeft tot een opleiding in het hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 3. De Nuffic vervangt de voorwaardelijke toekenning, bedoeld in het tweede lid, door een definitieve toekenning uiterlijk 6 weken na datum van ontvangst van de gewaarmerkte kopie van een diploma dat toegang geeft tot een opleiding in het hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 4. Indien een student niet behoort tot het maximaal aantal gerechtigden, bedoeld in artikel 7, deelt de Nuffic dit aan hem mee uiterlijk 6 weken na datum van ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 6, onder vermelding van het aan hem toegekende volgnummer. Voorts deelt de Nuffic hem mee of hij voor het overige voldoet aan de voorwaarden voor het in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. Artikel 9. Ondersteuningsbedrag 1. De financiële ondersteuning bedraagt naar de maatstaf van 1 september 2001 f 694,- per kalendermaand. Per 1 januari 2002 wordt dat bedrag door indexering vastgesteld op 323 (ca. ƒ 711,-). 2. Het ondersteuningsbedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks per 1 januari van ieder kalenderjaar door de minister aangepast met de procentuele wijziging die het indexcijfer van de consumentenprijs over het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar heeft ondergaan. Een eerste indexering vindt plaats per 1 januari 2003. 3. Als indexcijfer van de consumentenprijs wordt gehanteerd de reeks werknemersgezinnen met een laag inkomen, zoals dat wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en bekendgemaakt in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Artikel 10. Verplichtingen van de ontvanger van de financiële ondersteuning 1. De student zendt jaarlijks uiterlijk in de maand november aan de Nuffic een kopie van het bewijs waaruit blijkt voor welke maanden van het dan lopende studiejaar hij is ingeschreven voor de opleiding waarvoor hij financiële ondersteuning heeft aangevraagd. 2. De student zendt met ingang van het studiejaar volgend op het studiejaar waarin hij de opleiding aanving waarvoor hij financiële ondersteuning vroeg, jaarlijks uiterlijk in de maand november aan de Nuffic een kopie van een overzicht van in het voorafgaande studiejaar behaalde studieresultaten. 3. Indien bij de door de student gevolgde opleiding geldt dat deze in onderdelen is verdeeld waarvoor per onderdeel een bepaalde studieprestatie is vastgesteld en dat een student die niet binnen die tijd voldoet aan deze studieprestatie, niet tot een volgende fase van de opleiding wordt toegelaten, zendt de student aan de Nuffic een gewaarmerkte kopie van een verklaring van de instelling dat hij al dan niet binnen die tijd aan deze studieprestatie heeft voldaan, binnen een maand na de dagtekening van die verklaring. Regeling Stimulering internationale NUMMER 29 25 5 december 2001

Regeling Stimulering internationale 4. De student is verplicht tot 5 jaren nadat zijn recht op de financiële ondersteuning is geëindigd, aan de Nuffic zijn adresgegevens te verstrekken. 5. De student is verplicht desgevraagd alle overige inlichtingen en bewijsstukken aan de Nuffic te verstrekken die ten behoeve van de uitvoering van deze regeling noodzakelijk zijn. Artikel 11. Uitbetaling van het ondersteuningsbedrag 1. De ondersteuningsbedragen over een kalenderkwartaal worden uitbetaald in de loop van de eerste maand van dat kalenderkwartaal op een door de student aangewezen bank- of postbankrekening in Nederland. 2. In afwijking van het eerste lid wordt het ondersteuningsbedrag over de maand september van het jaar waarin de student de opleiding aanvangt waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, uitbetaald in de maand september van dat jaar. 3. In afwijking van het eerste en het tweede lid worden de ondersteuningsbedragen niet eerder uitbetaald dan in de maand volgend op de maand waarin de student bij de Nuffic een gewaarmerkte kopie van een diploma dat toegang geeft tot het hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en kopie van het toelatingsbewijs tot de opleiding waarvoor financiële ondersteuning wordt aangevraagd, heeft ingediend. 4. Indien de toekenning van de financiële ondersteuning over een maand geschiedt in de loop van die maand of later, wordt het bedrag van de toekenning over die maand uitbetaald in de maand volgend op de maand van de toekenning. Artikel 12. Opschorting van de uitbetaling van de financiële ondersteuning 1. De uitbetaling van de financiële ondersteuning wordt opgeschort indien de student gedurende een ononderbroken periode van 1 maand niet voldoet aan één of meer voorwaarden, genoemd in artikel 10, eerste tot en met derde lid, dan wel 2 maanden niet voldoet aan één of meer voorwaarden, genoemd in artikel 10, vierde en vijfde lid. De uitbetaling van de financiële ondersteuning wordt hervat, en de bedragen waar de opschorting betrekking op heeft, worden alsnog uitbetaald zonder vergoeding voor het renteverlies, zodra de student alsnog aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 10, voldoet. 2. De student kan in geval van bijzondere omstandigheid bij de Nuffic een met redenen omklede aanvraag indienen om de aanspraak op een VISIE-beurs tijdelijk op te schorten. De student kan bij de Nuffic een aanvraag indienen om een opgeschorte aanspraak te laten herleven. Artikel 13. Voorwaardelijk einde van het recht op de financiële ondersteuning 1. Indien bij de door de student gevolgde opleiding geldt dat deze in onderdelen is verdeeld waarvoor een bepaalde studieprestatie is vastgesteld en dat een student die niet binnen die tijd voldoet aan deze studieprestatie, niet tot een volgende fase van de opleiding wordt toegelaten, en de student niet voldoet aan deze studieprestatie, eindigt het recht op de financiële ondersteuning met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de laatste dag van de fase waarin de student niet voldoet aan deze studieprestatie. 2. Het recht van de student op de financiële ondersteuning herleeft met ingang van de eerste dag van de maand waarin de student alsnog tot de volgende fase van de opleiding waarvoor hij financiële ondersteuning heeft aangevraagd wordt toegelaten. In de tussenliggende periode wordt geen recht verbruikt in de zin van het eerste lid. Artikel 14. Einde van het recht op de financiële ondersteuning 1. Het recht op de financiële ondersteuning eindigt: a. met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de nominale studieduur van de opleiding van de student is verbruikt dan wel de student: 1. de opleiding beëindigt zonder het afsluitend examen met succes te hebben afgelegd. 2. het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd, 3. studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS ontvangt, of 4. zich inschrijft voor een opleiding waarvoor recht op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS bestaat, b. met ingang van de zesde maand nadat de uitbetaling van de financiële ondersteuning op grond van artikel 12 is opgeschort en de student nog steeds niet heeft voldaan aan één van de voorwaarden genoemd in artikel 10, met dien verstande dat de reeds verstrekte financiële ondersteuning vanaf de aanvang van het betreffende studiejaar als onverschuldigd betaald wordt aangemerkt, of c. 10 jaar nadat het recht is ontstaan. 2. In geval toepassing van lid 1, onder 2, 1, dient een gedateerd bewijs van uitschrijving binnen twee maan- NUMMER 29 26 5 december 2001

den na beëindiging in het bezit te zijn van de Nuffic. Indien dit niet het geval is zal de reeds verstrekte financiële ondersteuning vanaf de aanvang van het betreffende studiejaar als onverschuldigd betaald worden aangemerkt. Artikel 15. Terugvordering van de financiële ondersteuning Indien het recht op de financiële ondersteuning eindigt, wordt het teveel betaalde teruggevorderd. Artikel 16. Uitvoering De Nuffic voert deze regeling namens de minister uit. Artikel 17. Bekendmaking Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 18. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na plaatsing van deze regeling in Uitleg OCenW-regelingen en werkt terug tot 1 oktober 2001. Artikel 19. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimulering internationale 2001. Toelichting Algemeen Met de Regeling stimulering internationale is in 1998 een aanvang gemaakt verdere mobiliteit van studenten te bevorderen. Deze regeling kent een zogenaamd subsidieplafond. Dit plafond is echter niet bereikt in de afgelopen jaren. Daarom wordt door thans de regeling weer met één jaar verlengd. Het totaal aantal beschikbare beurzen blijft 1000. Ongeveer 500 beurzen zullen beschikbaar zijn voor aanvragen voor studies die starten in het studiejaar 2002/2003. Voorgeschiedenis In de nota Onbegrensd talent De internationalisering van het onderwijs (aan de Kamer aangeboden op 2 april 1997) is de wenselijkheid benadrukt de internationale mobiliteit van onder andere studenten verder te vergroten. In het kader van het in deze nota door mijn ambtsvoorganger geformuleerde beleidsvoornemen wordt daarom aan ten hoogste 1000 studenten verspreid over 5 cohorten een financiële ondersteuning verstrekt om hen in staat te stellen een volledige hoger onderwijsopleiding te volgen in één van de landen van de Europese Economische Ruimte waarvoor geen recht op studiefinanciering bestaat op grond van de regels gegeven bij of krachtens de WSF 2000. Deze landen zijn: België, Bondsrepubliek Duitsland, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Liech-tenstein, Luxem-burg, Noorwegen, Oosten-rijk, Portugal, Spanje, Verenigd Konink-rijk, IJsland en Zweden. De stichting Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs (Nuffic) voert deze regeling uit. Regeling Stimulering internationale De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs L.M.L.H.A. Hermans Artikelen Artikel 1 Begripsbepaling Van de term student is geen definitie opgenomen omdat deze term voor zichzelf spreekt. Het gaat in deze regeling om degenen die op het moment van de aanvraag geen onderwijs volgen, en dus in die zin niet studerend zijn. Artikel 2 Doelstelling In de doelstelling is geëxpliciteerd dat de regeling betrekking heeft op nieuwe studenten in het hoger onderwijs. Dit vloeide reeds voort uit artikel 5, aanhef en onder c. NUMMER 29 27 5 december 2001

Regeling Stimulering internationale Artikel 3 Reikwijdte Deze regeling geldt voor het studiejaar 2002-2003. De oude aanspraken blijven gehandhaafd op basis van de Regeling stimulering internationale hoger onderwijsopleidingen dd. 17-2-1998, de Regeling stimulering internationale 1999 en de Regeling stimulering internationale 2000. Het totaal van de regelingen geeft derhalve aan 5 cohorten studenten de mogelijkheid een volledige opleiding in het buitenland te volgen. Het vereiste dat men ononderbroken moet studeren, geldt ook voor studenten die starten in het studiejaar 2002-2003. Artikel 4 Lijst De in deze regeling genoemde financiële ondersteuning staat ter beschikking van studenten die een volledige hoger onderwijsopleiding in één van de Lidstaten van de EER buiten Nederland beginnen. Dergelijke opleidingen dienen een niveau te hebben dat vergelijkbaar is met dat van de opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs. De Nuffic adviseert vanuit haar expertise met diploma-waardering of diploma s die door buitenlandse instellingen worden afgegeven gelijkwaardig zijn aan Nederlandse hoger onderwijsdiploma s. Op basis van dat advies is op grond van de Regeling stimulering internationale 1999 een limitatieve lijst vastgesteld. Het recht op financiële ondersteuning op grond van deze regeling bestaat voor studenten aan die die opleiden tot een op de lijst voorkomend diploma dat wordt afgegeven door een op de lijst voorkomende instelling. Deze lijst blijft ook voor het studiejaar 2002-2003 van kracht. In de lijst zijn slechts opgenomen buitenlandse hoger onderwijsdiploma s die worden afgegeven na een opleiding die leidt tot een kwalificatie die ten minste gelijk is aan die van een Nederlands hoger onderwijsopleiding met een studielast van 168 studiepunten. In de lijst zijn niet opgenomen: hoger onderwijsinstellingen in de Lidstaten van de Europese Economische Ruimte en de aan die instellingen te behalen diploma s waarvoor recht op studiefinanciering bestaat op grond van de regels gegeven bij of krachtens de WSF 2000, en hoger onderwijsdiploma s die worden afgegeven na een opleiding die een cursusduur hebben van minder dan drie jaar. Artikel 5 Voorwaarden om recht te hebben op financiële ondersteuning Artikel 5, eerste lid, bevat de voorwaarden waaraan een student moet voldoen om recht te hebben op de ondersteuning: a. De student mag op 1 september van het eerste studiejaar waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, nog geen 30 jaar zijn. b. De student moet gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het eerste studiejaar waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, minstens één jaar ingeschreven zijn geweest aan een in onderdeel b. aangegeven school of instelling. Het is uiteraard niet de bedoeling dat deze regeling studenten zou ondersteunen die geen of een beperkte relatie met Nederland hebben en in hun eigen land met Nederlandse ondersteuning een studie volgen. Daarom is ervoor gekozen de eis te stellen dat ten minste één schooljaar in Nederland onderwijs is gevolgd aan de in onderdeel b aangegeven instellingen. Daarmee is de regeling beperkt tot Nederlandse scholen. c. De student mag vóór 1 september van het eerste studiejaar waarvoor hij financiële ondersteuning vraagt, niet langer dan vijf maanden in het hoger onderwijs als student ingeschreven zijn geweest. De student hoeft niet het bewijs te leveren dat hij niet of niet langer dan 5 maanden voor dergelijk onderwijs ingeschreven is geweest. Indien achteraf blijkt dat zij onjuist was, wordt het recht op deze ondersteuning beëindigd en wordt het betaalde teruggevorderd. Het tweede lid van artikel 5 bevat een hardheidclausule. Het is gebleken dat een aantal aanvragers weliswaar langer dan vijf maanden studeerde in het hoger onderwijs, maar als gevolg van bijzondere omstandigheden hier goede redenen voor had. Doordat de Regeling stimulering internationale 1999 echter alleen harde grenzen bevatte, was het niet mogelijk deze aanvragen te honoreren. Door nu een hardheidsclausule in te voegen voor de termijnen dat men binnen een bepaalde periode tenminste één schooljaar in Nederland voor het volgen van onderwijs moet zijn ingeschreven, of de periode dat reeds hoger onderwijs is gevolgd, heeft de Nuffic de mogelijkheid deze gevallen in de toekomst wel te honoreren. Overigens moet het hierbij wel gaan om zeer uitzonderlijke gevallen. De termijnoverschrijding moet daarnaast van kortdurende aard zijn. De lijst ligt ter inzage bij de Nuffic en de bibliotheek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en is te raadplegen via Internet (www.nuffic.nl/visiebeurzen). NUMMER 29 28 5 december 2001

Artikel 6 Aanvraagprocedure In dit artikel is verduidelijkt wat de aanvrager mee dient te sturen bij de aanvraag. Er is opgenomen dat een aanvrager een kopie van paspoort of identiteitskaart aan de Nuffic moet sturen, en een kopie van het toelatingsbewijs tot de opleiding waarvoor ondersteuning wordt aangevraagd (of, indien men dit nog niet heeft, de correspondentie met de instelling). Omdat het aantal studenten dat recht heeft op de financiële ondersteuning beperkt maximaal 1000 tot en met het studiejaar 2002-2003, geldt het wie het eerst komt, het eerst maalt -principe. Het moment van ontvangst van de aanvraag door de Nuffic is daarbij doorslaggevend. De aanvragen zullen daarom in volgorde van ontvangst worden genummerd. Echter, het volgnummer van een onvolledig ingevuld aanvraagformulier of een formulier waarbij noodzakelijke bijlagen ontbreken, wordt doorgehaald: deze aanvraag wordt aan de student teruggezonden. Pas na ontvangst van de verbeterde en aan de voorwaarden voldoende aanvraag, wordt een nieuw - dus hoger - volgnummer toegekend. Dus de student die geen haast maakt met het insturen van een verbeterde aanvraag, benadeelt zichzelf. Artikel 7 Maximaal aantal gerechtigden Tot en met het studiejaar 2001-2002 zijn inmiddels 500 beurzen toegekend. De aanvraagtermijn voor het studiejaar is nog niet gesloten. Het totaal aantal beschikbare beurzen is 1000. Dit betekent dat er maximaal 500 beurzen beschikbaar zijn voor diegenen die in het studiejaar 2002-2003 hun studie aanvangen en aan de voorwaarden voldoen. Artikel 8 Datum van bekendmaking aan studenten Er zijn drie groepen studenten te onderscheiden: 1. De studenten die aan alle eisen voldoen, en op het moment van de aanvraag over een diploma beschikken dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, en die tot de eerste 1000 behoren. 2. De studenten die aan alle eisen voldoen, maar op het moment van de aanvraag nog niet beschikken over een diploma dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, en die tot de eerste 1000 behoren. 3. De studenten die al dan niet aan alle eisen voldoen, ongeacht of zij op het moment van de aanvraag beschikken over een diploma dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, maar die niet tot de eerste 1000 behoren. De Nuffic kent binnen 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag de financiële ondersteuning aan de eerste groep toe. De Nuffic kent binnen 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag de financiële ondersteuning aan de tweede groep voorwaardelijk toe; op het moment dat zij een kopie van het diploma toezenden, wordt de voorwaardelijke toekenning omgezet in een definitieve. De Nuffic kent binnen 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag geen financiële ondersteuning aan de derde groep toe, maar deelt wel het volgnummer mee - zodat de student enig beeld heeft van zijn kans om alsnog toegekend te krijgen - en deelt mee of de student aan de overige voorwaarden voor toekenning voldoet. Artikel 9 Ondersteuningsbedrag De student die recht heeft op financiële ondersteuning ontvangt naar de maatstaf van 1 september 2001 een bedrag van f 694,- per maand. De wijze van indexering is aangepast aan die gebruikt wordt bij de WSF 2000. De financiële ondersteuning is in beginsel voor de student fiscaal belast. Per 1 januari 2002 is dat bedrag door indexering vastgesteld op 323 (ca. ƒ 711,-). Artikel 10 Verplichtingen van de ontvanger van de financiële ondersteuning Artikel 5 bevat de voorwaarden om voor de financiële ondersteuning in aanmerking te komen. Artikel 10 geeft de verplichtingen waaraan de student moet voldoen om deze ondersteuning te ontvangen: 1. De student moet jaarlijks aan de Nuffic uiterlijk in november een kopie zenden dat hij is ingeschreven voor de opleiding waarvoor hij de ondersteuning ontvangt. Aan de hand daarvan controleert de Nuffic of de student zich inderdaad aan de instelling heeft ingeschreven. 2. De student moet jaarlijks aan de Nuffic uiterlijk in november de studieresultaten van het voorafgaande studiejaar zenden. De toezending van deze gegevens heeft slechts tot doel minimaal te kunnen controleren of de student studeert. Immers, de ondersteuning heeft tot doel een studie in het buitenland mogelijk te maken. Daar staan voor de studenten in het algemeen geen eisen tegenover wat de studieprestaties betreft. Een minimale controle op het ingeschreven zijn en het afleggen van tentamens is dan ook gerechtvaardigd. Ten opzichte van de Regeling stimulering internationale 1999 is de bepaling gewijzigd dat er een gewaarmerkte Regeling Stimulering internationale NUMMER 29 29 5 december 2001

Regeling Stimulering internationale kopie van het bewijs van inschrijving of overzicht van studieresultaten verstrekt dient te worden. Men hoeft nog slechts een gewone kopie te verstrekken. De bepaling is gewijzigd omdat in de praktijk is gebleken dat het voor studenten in het buitenland moeilijk is om gewaarmerkte documenten te verkrijgen. 3. Prestatie-eisen worden in het algemeen niet gesteld, maar het kan zijn dat er opleidingen zijn die in fasen worden verdeeld, en dat pas aan een volgende fase mag worden deelgenomen als de vorige fase binnen een bepaalde termijn met succes is afgerond. Als dat het geval is, moet de student aan de Nuffic binnen een maand na de dagtekening ervan, een gewaarmerkte kopie zenden van de verklaring omtrent het al dan niet tijdig hebben voldaan aan de studieprestatie. 4. De student moet aan de Nuffic tot 5 jaar na het eindigen van het recht op de ondersteuning zijn adresgegevens verstrekken. Dat hangt samen met de eventuele noodzaak om achteraf de ondersteuning terug te kunnen vorderen. 5. De student moet desgevraagd aan de Nuffic alle overige noodzakelijke inlichtingen en bewijsstukken verstrekken. Daarbij kan worden gedacht aan: bank- of postbankrekeningnummer, het ouderlijk adres en kopieën van diploma s van reeds gevolgd onderwijs. vereiste documenten en gegevens toezendt, wordt de uitbetaling hervat, en wordt ook voor de tussenliggende periode betaald. De student komt niet voor vergoeding van het opgetreden renteverlies in aanmerking, aangezien hij (tijdelijk) in gebreke is gebleven. Buiten twijfel is gesteld dat de student aan iedere voorwaarde gesteld in artikel 10 moet voldoen om voor zijn ondersteuning in aanmerking te (blijven) komen. Een student kan de VISIE-beurs niet stop zetten en vervolgens één of meerdere jaren later weer opnemen, zoals dit bijvoorbeeld wel kan bij de studiefinanciering volgens de WSF 2000. Dit komt omdat de student bij een hernieuwde aanvraag niet meer aan de voorwaarde uit artikel 5, onder c voldoet. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die het voor de student noodzakelijk maken zijn of haar studie tijdelijk te onderbreken. Daarom is artikel 12, lid 2 toegevoegd om de student in dergelijke situaties de gelegenheid te geven de financiële uitbetaling tijdelijk op te schorten. Het is aan de Nuffic te bepalen of het verzoek daartoe gehonoreerd kan worden. Artikel 13 Voorwaardelijk einde van het recht op de financiële ondersteuning Artikel 11 Uitbetaling van het ondersteuningsbedrag De eerste betaling van het ondersteuningsbedrag vindt plaats in de eerste maand van het eerste studiejaar van de studie waarvoor de student financiële ondersteuning vraagt. Vanaf oktober van dat studiejaar zal de betaling per kwartaal plaatsvinden. Studenten kunnen echter nog na 1 september bericht krijgen van de Nuffic dat zij alsnog recht hebben op financiële ondersteuning, bijvoorbeeld omdat openvallende plaatsen worden opgevuld. Deze studenten krijgen het ondersteuningsbedrag uitgekeerd met ingang van de maand volgend op de maand waarin zij bericht van de Nuffic ontvangen. De studieprestatie kan per opleiding verschillen. Een voorbeeld van een studieprestatie is dat de opleiding de student verplicht eerst een tussenkwalificatie te behalen voordat hij aan de volgende fase van de opleiding mag beginnen zoals in het Verenigd Koninkrijk waar de student eerst zijn bachelor moet afsluiten voordat hij mag deelnemen aan de master. Een ander voorbeeld is Denemarken waar de student minimaal een 6 moet behalen voor het examen dat het eerste jaar afsluit om deel te mogen nemen aan de volgende fase van de opleiding. Als er sprake is van een dergelijke opleiding, dan wordt het recht op de ondersteuning beëindigd indien de student niet aan de studieprestatie-eisen voldoet. Zodra dat wel het geval is, herleeft het recht op de ondersteuning. Voor de tussenliggende periode is er echter geen recht op de ondersteuning. De totale aanspraken op ondersteuning blijven gelijk. Artikel 12 Opschorting van de uitbetaling van de financiële ondersteuning Artikel 14 Einde van het recht op de financiële ondersteuning Als de student de documenten en gegevens, bedoeld in artikel 10, niet binnen een of twee maanden na het vereiste tijdstip inzendt, dan is het gevolg dat de uitbetaling wordt opgeschort. Het kan immers zijn dat de student zich helemaal niet heeft ingeschreven voor een volgend studiejaar, maar de ondersteuning wel wordt doorbetaald. Door de meldingsplicht van de student heeft de Nuffic een controle-instrument in handen. Zodra de student alsnog de Artikel 14 bepaalt in welke gevallen het recht op de ondersteuning eindigt. Toegevoegd is de bepaling dat de student die zonder einddiploma stopt met de opleiding, binnen twee maanden een gedateerd bewijs van uitschrijving bij de Nuffic dient in te leveren. Indien de student dit niet kan, wordt het recht op ondersteuning met terugwerkende kracht tot aan het begin van het studiejaar beëindigd. Deze bepaling is toegevoegd om de Nuffic de mogelijkheid NUMMER 29 30 5 december 2001

te geven te controleren wanneer iemand met de studie is gestopt- en dus geen aanspraak meer kan maken op een VISIE-beurs. In onderdeel b is geregeld dat wanneer een student zes maanden nadat de betaling is opgeschort omdat hij bepaalde documenten of gegevens niet tijdig inzond (artikel 12), nog steeds niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, de maat vol is: de ondersteuning wordt dan (definitief) beëindigd. Buiten twijfel is gesteld dat in dat geval de verstrekte ondersteuning over het betreffende studiejaar in zijn geheel wordt teruggevorderd, wegens het niet voldoen aan de voorwaarden. Onderdeel c ziet op de situatie dat het recht op de financiële ondersteuning voorwaardelijk is geëindigd. Omdat het niet de bedoeling is dat de student na een kwart eeuw alsnog aan de studieprestatie-eisen voldoet en daarom de herleving van het recht op de ondersteuning wenst, stelt dit onderdeel dat de maximale duur van het recht 10 jaar is. Onder normale omstandigheden is dat ruim voldoende om de gehele studie te doorlopen. Er is een extra lid twee toegevoegd, waarin de plicht voor de student is opgenomen om de Nuffic binnen twee maanden op de hoogte te stellen van de uitschrijving. Dit lid is toegevoegd, omdat in de praktijk bleek, dat studenten de Nuffic niet of te laat informeerden over de uitschrijving. Regeling Stimulering internationale Artikel 16 Uitvoering De Nuffic is aangewezen als uitvoerder van deze regeling. De Nuffic beslist, namens de minister. Daarom staan ook de normale regels van bezwaar en beroep open tegen beslissingen van de Nuffic. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs L.M.L.H.A. Hermans NUMMER 29 31 5 december 2001