EXAME CLUBLEIDER B (CLB) Spelregelgedeelte Dit gedeelte bestaat uit 17 opgaven. U hebt voor dit onderdeel anderhalf uur de tijd. Op het antwoordformulier dient u uw gegevens zo volledig mogelijk in te vullen. Wij verzoeken u dit met zorg en duidelijk leesbaar te doen. SUCCES 12 september 2015
SPELREGELS Geef zo gespecificeerd mogelijk aan welke artikelen (en artikelleden) van de Spelregels van toepassing zijn en geef kort aan wat de beslissing van de wedstrijdleider is. Op de opgaven 1 t/m 12, 15 en 16 zijn 3 punten te verdienen. Eén punt voor het noemen van de juiste artikelen en twee punten voor de goede beslissing. Opgave 14 levert 2 punten op voor het goede antwoord. Op de opgaven 13 en 17 zijn 4 punten te verdienen (a: 1+1 en b: 1+1). Tenzij expliciet anders vermeld, mag u er bij alle opgaven van uitgaan dat het om een parenwedstrijd op clubniveau gaat en dat de spelers een natuurlijk biedsysteem hanteren. Opgave 1 Wat verstaat men onder uitlegperiode? Opgave 2 1 pas 1 pas 1 WL uid roept de wedstrijdleider na het onvoldoende bod van west. De wedstrijdleider komt aan tafel en oost geeft aan dat zuid niet de aandacht had mogen vestigen op het onvoldoende bod, omdat hij niet aan de beurt is om te bieden. Hoe reageert de wedstrijdleider op deze opmerking van oost? Opgave 3 Op spel 3 opent west voor de beurt 1. De wedstrijdleider wordt geroepen. Wat vertelt deze aan tafel? Opgave 4 pas pas pas WL a de pas van noord komt zuid erachter dat hij nog steeds de kaarten van het vorige spel in handen heeft. ijn kaarten van dit spel zitten nog in het board. uid roept de wedstrijdleider. Wat beslist deze? CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 2 van 7
Opgave 5 uid is leider in een schoppencontract. Slag vier wordt door de leider gewonnen met A. Oost legt zijn gespeelde kaart met de smalle zijde voor zich neer, alsof deze slag door zijn partij is gemaakt. Dummy noord zegt, voordat zuid een nieuwe kaart voorspeelt, dat oost zijn kaart verkeerd heeft neergelegd. Mag dat? Opgave 6 Spel 4 W/allen VB985 106 V85 A98 4 7532 AB102 H652 6 AHB98 W O 643 V743 AH10732 V4 H97 B10 uid is leider in 2. West komt uit met 10. Oost wint de slag met H, speelt daarna A en vervolgt met B. Leider troeft de slag af met 7. West troeft over met 8. Leider denkt dat hij de slag heeft gewonnen en speelt A voor. West legt vlak daarna A op tafel en zegt dat hij de slag ervoor gemaakt heeft. De wedstrijdleider wordt geroepen. Wat beslist de wedstrijdleider over A en A? Opgave 7 Spel 1 /niemand 8 942 - V853 W 10 V87 V53 7 O AB6 AB5 72-74 H63 84 B uid is leider in een schoppencontract en wint de laatste slag in de dummy. Hij vraagt om V, maar de dummy speelt V. Oost speelt 4 en zuid speelt met een zucht 5, waarna west overtroeft met 9. u vraagt de dummy of de leider geen ruiten heeft en merkt zuid dat dummy de verkeerde kaart heeft gespeeld. Hij roept de wedstrijdleider. Wat beslist deze? CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 3 van 7
Opgave 8 1 pas 1SA 2 * pas pas pas oord heeft 2 gealerteerd en desgevraagd uitgelegd als een vijfkaart schoppen met een vierkaart of langer in een lage kleur. Voordat west uitkomt, corrigeert zuid deze uitleg. De correcte uitleg is dat het 2 bod alleen schoppen belooft. De wedstrijdleider wordt geroepen. Wat beslist de wedstrijdleider? Opgave 9 52 10 A W V4 V5 O A8 H10 H6 B B uid is leider in 3SA en is in noord aan slag. Hij heeft op dit moment één slag verloren. Het slagenverloop gaat als volgt: Slag 10 5 (2) V H A Slag 11 10 4 6 8 Slag 12 A 5 B H Slag 13? De vetgedrukte onderstreepte kaart is de kaart waarmee de slag is gewonnen. In slag 13 heeft west geen kaart meer. De geroepen wedstrijdleider stelt vast dat de 2 onder de 5 zat geplakt en in slag 10 is meegekomen. De wedstrijdleider past de regels toe. Wat wordt het resultaat op dit spel? CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 4 van 7
Opgave 10 pas 2SA pas 2 WL adat zuid 2 heeft geboden roept west de wedstrijdleider. De wedstrijdleider neemt zuid mee van tafel om zuid zijn verhaal te laten doen. uid beweert dat hij dacht dat noord 1SA had geboden. 2 is een Jacoby transfer, dus een kunstmatig bod. West accepteert het bod niet. De wedstrijdleider past de spelregels toe. uid biedt nu 3. Dit betekent ook een transfer naar harten. Wat zijn de consequenties voor het verdere biedverloop? Opgave 11 oord is gever. West opent voor de beurt 1 en noord opent daarna 1. Pas dan ziet noord dat west voor de beurt heeft geopend en roept de wedstrijdleider. Wat vertelt de ontboden wedstrijdleider aan tafel? Opgave 12 uid is leider in 4 en wint slag vier in zijn hand. In de dummy ligt nog: AV985 8 V72 - Hij speelt 3 uit zijn hand, west bekent met een kleintje, en zuid zegt tegen de dummy: kies jij maar. De dummy speelt de V. Waarop oost, die geen schoppen heeft, direct 3 speelt. West, in het bezit van H, protesteert en zegt, dat de dummy niet mag beslissen en dat in dit geval oost-west mogen bepalen welke kaart wordt gespeeld. De wedstrijdleider wordt geroepen. Wat beslist de wedstrijdleider? CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 5 van 7
Opgave 13 Geef in onderstaande gevallen aan of de leider recht heeft op de gevraagde informatie en waarom. a. De leider is aan de beurt om uit de hand bij te spelen in de eerste slag. Voordat hij bijspeelt, wil hij een herhaling van het biedverloop horen. b. De leider wil, voordat hij bijspeelt in de achtste slag, weten of het contract gedoubleerd is of niet. Opgave 14 Terwijl zuid zijn kaarten uit het bord pakt, laat hij per ongeluk 7 open op tafel vallen. De wedstrijdleider wordt geroepen. a. Wat legt de wedstrijdleider uit over de consequenties tijdens de biedperiode? b. Wat vertelt de wedstrijdleider aan zuid als de speelperiode begint en oost leider wordt? Beargumenteer uw antwoord en geef aan op welk(e) artikel(en) uw antwoord is gebaseerd. Opgave 15 uid is leider in 4. Hij heeft vier slagen gewonnen en de eerste slag verloren. De situatie is: 85 A92 B73 H 92 V10843 W V A10 B76 98 O HB74 H V93 uid speelt nu 6 uit de hand. Terwijl west nadenkt, speelt oost alvast H. Wat moet de geroepen wedstrijdleider beslissen? CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 6 van 7
Opgave 16 dbl 1SA pas 2 * *2 is een transfer naar harten. oord vraagt aan oost wat het doublet belooft. Oost antwoord dat dit een uitkomstdoublet voor ruiten is. Op dit moment ziet zuid dat hij 2 geboden heeft, terwijl hij dacht 2 geboden te hebben. De wedstrijdleider wordt geroepen. uid heeft: VB10873 54 96 A97 Wat beslist de wedstrijdleider? Opgave 17 De bieding begint als volgt: 2 2 WL uid accepteert 2 niet en de wedstrijdleider past de spelregels correct toe. Geef in onderstaande twee gevallen aan of zuid, op het moment dat hij leider is in een contract, aan west een voorspeelbeperking kan opleggen en zo ja, welke? a. Oost dacht dat noord gepast had. Een 2 opening toont bij oost-west een zwakke hand met een zeskaart schoppen. Het bieden gaat verder: 2 pas 3SA pas pas pas b. Oost dacht dat noord had gepast. Een 2 opening toont bij oost-west volgens afspraak een zwakke opening met beide hoge kleuren. Het bieden gaat verder: 2 pas 3SA pas pas pas CLB examen Spelregels 12 september 2015 Pagina 7 van 7