1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Onderwerp Beantwoording kamervragen over toenemende en onbeheersbare georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Zuid-Nederland In antwoord op uw brieven van 16 juli 2014 deel ik u mee dat de schriftelijke vragen van de leden Recourt, Rebel en Fokke (allen PvdA) en van de leden Bontes en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) over de toenemende georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland en over de onbeheersbare georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief. Uw kenmerk 2014Z13466 / 2014Z13469 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten Pagina 1 van 8
2014Z13466 Vragen van de leden Recourt, Rebel en Fokke (allen PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de toenemende georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland (ingezonden 16 juli 2014) 1 Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de bijna onbeheersbare georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland en de reactie van de politievakbond hierop? 1) Antwoord 1 Ja. 2 In hoeverre bent u ervan op de hoogte dat meerdere burgemeesters worden bedreigd? Welke acties heeft u ondernomen teneinde deze burgemeesters bij te staan? Weet u wat de aard van de bedreigingen zijn en van wie ze afkomstig zijn? Antwoord 2 Het Openbaar Ministerie (OM) heeft mij bericht dat het geen mededelingen doet over eventuele bedreigingen van openbaar bestuurders. Het bedreigen van openbaar bestuurders is volstrekt onaanvaardbaar en kan altijd rekenen op een stevige aanpak. Indien sprake is van bedreiging van openbaar bestuurders wordt opgetreden conform de Aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten van het College van Procureurs-generaal. Dat betekent dat er een dreigingsinschatting wordt gemaakt en dat eventueel beveiligingsmaatregelen worden getroffen, onder verantwoordelijkheid van de hoofdofficier van justitie. Daarnaast wordt onder leiding van het OM een strafrechtelijk opsporingsonderzoek ingesteld naar de herkomst van de bedreiging. 3 Is het waar dat de grootste zorg met betrekking tot de georganiseerde criminaliteit, de drugsgerelateerde criminaliteit betreft? Zo nee, welke criminaliteit betreft het nog meer? Antwoord 3 Eén van de prioritaire aandachtsgebieden bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit betreft de handel in en de productie van drugs. Tevens krijgen mensenhandel, witwassen, zware milieucriminaliteit en financieeleconomische criminaliteit meer dan bijzondere aandacht van OM en politie en van andere organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit, zoals gemeenten en de Belastingdienst. De noodzaak om deze thema s met prioriteit aan te pakken wordt bevestigd door het meest recente Nationaal Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit 2012 (verder te noemen: NDB). Ik berichtte uw Kamer hier eerder over per brief d.d. 13 maart 2013. 1 In deze brief heb ik tevens aangegeven dat er geen enkele twijfel over bestaat dat de illegale drugsmarkten onverminderd prioriteit moeten krijgen, ook na 2014. 1 Kamerstukken II, 2012/13, 29 911, nr. 79. Pagina 2 van 8
Het wordt bovendien steeds duidelijker dat veel criminele samenwerkingsverbanden niet statisch zijn, maar bestaan uit individuen die flexibel opereren en dat de verbanden van samenstelling, rolverdeling én van werkterrein veranderen. Zij houden zich vaak bezig met diverse soorten van (georganiseerde) criminaliteit, waaronder de handel in of productie van drugs. 4 Deelt u de constatering van de burgemeesters dat de georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland (Noord-Brabant en Limburg) onbeheersbaar dreigt te worden? Zo ja, was het u bekend voordat de berichten hierover in de media kwamen en wat heeft u vervolgens gedaan met deze kennis? 5 Wat is uw mening over deze constatering van de burgemeesters? Deelt u de mening dat er snel actie ondernomen moet worden? Antwoord 4 en 5 De problematiek ten aanzien van de ondermijnende en georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland is hardnekkig en zorgwekkend. Het OM en de politie hebben verontrustende signalen over de (ontwikkeling van de) ondermijnende en georganiseerde criminaliteit aldaar. Ook vanuit het openbaar bestuur uit die regio's zijn hierover grote zorgen. Het bevoegd gezag in Zuid- Nederland heeft dan ook besloten om per 1 oktober 2014, binnen de bestaande sterkte, meer politiecapaciteit in te gaan zetten op de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Voor een nadere uitwerking van de intensivering verwijs ik graag naar mijn brief van over dit onderwerp. 6 Heeft u kennisgenomen van de wensen van de burgemeesters, politie en het Openbaar Ministerie (OM) dat zij meer geld nodig hebben voor opsporing, meer mogelijkheden voor de aanpak van eigenaren van panden waarin drugslaboratoria zijn aangetroffen en een nationaal coördinator misdaadbestrijding? Zo ja, in hoeverre gaat u tegemoetkomen aan deze wensen? 7 Als u hieraan niet kunt tegemoetkomen: wat is daarvan dan de reden? Antwoord 6 en 7 Ik verwijs naar mijn antwoord op de vragen 4 en 5 voor wat betreft de intensivering van de aanpak van ondermijning in Zuid-Nederland. Zoals ik in mijn brief van aan uw Kamer aangeef, wordt voor deze intensivering aangesloten op de regionale structuur en strategie bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Dat betekent dat de intensivering in Brabant en Zeeland vorm krijgt via de TaskForce BZ en in Limburg via het RIEC. De keuze voor een regionale structuur voor de aanpak is een hele bewuste: op die manier kan het beste worden aangesloten bij de regionale en lokale problematiek. De problematiek is immers niet in iedere regio hetzelfde en is het leveren van maatwerk een voorwaarde voor een effectieve aanpak. Sturing op die samenwerking door het (lokale) gezag is daarbij cruciaal. In aanvulling hierop is de landelijke aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit (die regio Pagina 3 van 8
overstijgend is) belegd bij het Landelijk Parket, het Functioneel Parket en de Landelijk Eenheid van de Nationale Politie. Deze werken ook nauw samen met andere partners zoals gemeenten en de Belastingdienst. Ik kan, gelet op het vorenstaande, niet anders dan concluderen dat bovenop hetgeen al is ingericht en plaatsvindt, de suggestie van een nationaal coördinator misdaadbestrijding geen toegevoegde waarde heeft. Voor de aanpak van eigenaren van panden waarin drugslaboratoria zijn aangetroffen bestaan diverse wettelijke instrumenten waar gemeenten gebruik van kunnen maken. Voor een uiteenzetting hierover verwijs ik naar de brief die ik uw Kamer op 20 mei 2014 stuurde. 2 8 Op welke manier moeten betrokken overheidsdiensten beter gaan samenwerken, daar waar dat nu nog niet gebeurt? Hoe gaat u deze samenwerking bevorderen? Antwoord 8 Het optreden als één overheid bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit wordt ook de komende jaren met kracht voortgezet via de RIEC s en in Brabant en Zeeland met de inzet van de TaskForce BZ. Hierbij kijken alle betrokken partners en ik continue naar mogelijkheden voor verdere verbetering en aanscherping. Een sprekend voorbeeld hiervan is de aangekondigde intensivering van de aanpak in Zuid-Nederland. 9 Heeft u de overtuiging dat, door deze verbeterde samenwerking, de bedreigingen richting de burgemeesters zullen afnemen en dat tevens de georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland zal afnemen? Waar baseert u deze overtuiging op? Antwoord 9 Dat is uitdrukkelijk de bedoeling. Het optreden als één overheid, hetgeen extra kracht wordt bijgezet door de intensivering van de aanpak in Zuid-Nederland door meer inzet van OM en politie, kan van invloed zijn op het gedrag van de criminelen jegens individuele personen, waaronder burgemeesters. Immers, de crimineel zal zich realiseren dat het niet van één persoon afhankelijk is dat hij of zij wordt aangepakt: deze bijzondere aandacht krijgt hij namelijk van alle overheidsdiensten die hij of zij op zijn (criminele) pad tegenkomt. De huidige ervaringen en cijfers leren ons dat samenwerking bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit loont. Dit blijkt uit mijn brief aan uw Kamer van 16 juli jl., waarin ik uw Kamer het Jaarverslag RIEC-LIEC 2013 en de Verantwoordingsrapportage georganiseerde criminaliteit 2013 heb aangeboden. 3 10 Heeft u kennisgenomen van de opmerkingen van de voorzitter van de politievakbond ACP? 2) Antwoord 10 2 Kamerstukken II, vergaderjaar 2013-2014, 29911, nr. 91. 3 Kamerstukken II, 2013/14, 29 911, nr. 92. Pagina 4 van 8
Ja. 11 Deelt u zijn mening dat er te veel opsporingsdiensten zijn waardoor er veel tijd en energie verloren gaan aan afstemming tussen de diensten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent dat voor het vervolg van uw beleid? Antwoord 11 Ik deel die mening niet. We kennen in Nederland vier bijzondere opsporingsdiensten. Deze diensten hebben allen een eigen takenpakket en verantwoordelijkheid. Over de afbakening zijn duidelijke afspraken gemaakt. Zoals aangegeven is samenwerking en afstemming bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit cruciaal. Dit geldt ook voor de betrokken opsporingsdiensten. De Nationale Politie, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn om die reden aangesloten bij de samenwerking in de RIEC s. 12 Wat moet er nog meer gebeuren alvorens u constateert dat de huidige aanpak met betrekking tot de georganiseerde criminaliteit en met name de druggerelateerde criminaliteit in Zuid-Nederland niet werkt? Antwoord 12 Ik verwijs naar mijn antwoord op de vragen 4, 5 en 9. 1) http://nos.nl/artikel/675078-acp-meer-geld-aanpak-criminaliteit.html 2) http://nos.nl/artikel/674869-misdaad-piekt-in-brabant-limburg.html Pagina 5 van 8
2014Z13469 Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de onbeheersbare georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg (ingezonden 16 juli 2014) 1 Kent u het bericht Misdaad piekt in Brabant, Limburg? 1) Antwoord 1 Ja. 2 Klopt het dat in Noord-Brabant en Limburg enkele van de grootste wietproducenten en producenten van synthetische drugs ter wereld zich bevinden? Antwoord 2 In Noord-Brabant en Limburg bevinden zich grote producenten van wiet en synthetische drugs. Kijkende naar een aantal rapporten dat onder meer de ontwikkelingen in productie van verschillende soorten drugs in de wereld beschrijft 4, kan niet gezegd worden dat Nederland de grootste producent ter wereld van beide soorten drugs is. 3 Klopt het dat er in Noord-Brabant en Limburg met de georganiseerde criminaliteit miljarden worden verdiend? Klopt het dat er alleen al in de regio Tilburg dagelijks liefst 2.500 mensen actief zijn in de wietteelt? Klopt het dat enkele topcriminelen in Noord-Brabant en Limburg de status van miljardair hebben bereikt? Antwoord 3 In de ondermijnende en georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg gaat zeer veel geld om. Het gaat om een illegale markt, hetgeen per definitie met zich meebrengt dat precieze gegevens met betrekking tot de verdiensten niet te geven zijn; hooguit beredeneerde schattingen. Van een dergelijke beredeneerde schatting wordt tevens melding gemaakt in het NOS-bericht 'Misdaad piekt in Brabant, Limburg'. In dit bericht wordt verwezen naar een onderzoek dat is uitgevoerd door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zeeland- West-Brabant en Oost-Brabant, het Integraal Afpakteam Brabant en Tilburg University. 4 Klopt het dat een oud-wethouder als adviseur optreedt voor de betrokkenen bij de xtc-productie? Klopt het dat een broer van een huidige wethouder nauwe banden onderhoudt met deze criminelen? Klopt het dat politieagenten worden omgekocht? Klopt het dat burgemeesters door criminelen worden bedreigd? Klopt het dat in steeds grotere mate onderwereldfiguren via stromannen, soms oudpolitici, greep proberen te krijgen op de bovenwereld? Kunt u cijfers 4 O.a. World Drug Report 2014, UNODC en Global Synthetic Drugs Assessment, Amphetamine-type stimulants and new pysochoactive substances, UNODC 2014 Pagina 6 van 8
verstrekken aangaande het aantal omgekochte agenten en corrupte (oud-)politici? Antwoord 4 Het Openbaar Ministerie heeft mij bericht dat het geen mededelingen doet over eventuele bedreigingen van openbaar bestuurders. Het bedreigen van openbaar bestuurders is volstrekt onaanvaardbaar en kan altijd rekenen op een stevige aanpak. Het OM kan niet ingaan op concrete gevallen, noch informatie geven over geruchten ter zake vermeend strafbaar handelen van (oud)wethouders, familieleden hiervan, politici of politieagenten. 5 Klopt het dat recent de top van het Openbaar Ministerie en de politie bijeen zijn geweest in het kader van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg? Wat zijn de uitkomsten van die ontmoeting? Op welk wijze gaat u de georganiseerde misdaad bestrijden? Deelt u de mening dat het de hoogste tijd is voor een Nationaal Coordinator Bestrijding Georganiseerde Misdaad? Zo nee, waarom niet? Antwoord 5 Er is een bijeenkomst geweest over de aanpak van georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland. Het OM en de politie hebben verontrustende signalen over de (ontwikkeling van de) ondermijnende en georganiseerde criminaliteit aldaar. Ook vanuit het openbaar bestuur uit die regio's zijn hierover grote zorgen. Het bevoegd gezag in Zuid-Nederland heeft dan ook besloten om per 1 oktober 2014, binnen de bestaande sterkte, meer politiecapaciteit in te gaan zetten op de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Zoals ik in mijn brief van aan uw Kamer aangeef, wordt bij deze intensivering aangesloten op de regionale structuur en strategie bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Dat betekent dat de intensivering in Brabant en Zeeland vorm krijgt via de TaskForce BZ en in Limburg via het RIEC. De keuze voor een regionale structuur voor de aanpak is een hele bewuste: op die manier kan het beste worden aangesloten bij de regionale en lokale problematiek. De problematiek is immers niet in iedere regio hetzelfde en is het leveren van maatwerk een voorwaarde voor een effectieve aanpak. Sturing op die samenwerking door het (lokale) gezag is daarbij cruciaal. In aanvulling hierop is de landelijke aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit (die regio overstijgend is) belegd bij het Landelijk Parket, het Functioneel Parket en de Landelijk Eenheid van de Nationale Politie. Deze werken ook nauw samen met andere partners zoals gemeenten en de Belastingdienst. Ik kan, gelet op het vorenstaande, niet anders dan concluderen dat bovenop hetgeen al is ingericht en plaatsvindt, de suggestie van een nationaal coördinator misdaadbestrijding geen toegevoegde waarde heeft. 1) Nos.nl, 14 juli 2014 Pagina 7 van 8
Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Recourt, Rebel en Fokke (allen PvdA), ingezonden 16 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13466) Pagina 8 van 8