Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Vergelijkbare documenten
Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Toelichting. Artikel 2

MEMO van college aan de raad

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Wmo. Toelichting Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade Afdeling Zorg

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

1.3 Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, en douchebrancards.

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Versie d.d. 16 oktober 2006

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint-Oedenrode 2015, versie 3

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Artikel 1. Begripsbepalingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek

Besluit Voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning Gemeente Werkendam

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Toelichting op het Besluit Wmo (2008)

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

GEMEENTE OOSTZAAN 2014

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Financieel Besluit Wmo. Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Sittard-Geleen Artikelsgewijze toelichting

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2016 gemeente Geertruidenberg

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2012

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

Besluit Nadere Regelen Voorzieningen Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemeente Moerdijk

Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb).

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

GEMEENTEBLAD. gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

Transcriptie:

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 2 Regels rond verstrekking 3 Artikel 3 Verantwoording 3 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden Artikel 4 Vaststelling PGB hulp bij het huishouden 4 Artikel 5 Uitbetaling PGB hulp bij het huishouden 4 Artikel 6 Vrij besteedbaar bedrag 4 Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen Artikel 7 Kostensoorten woningaanpassingen 4 Artikel 8 Hoogte van de financiële tegemoetkoming 4 Artikel 9 Kosten van tijdelijke huisvesting 4 Artikel 10 Kosten van huurderving 4 Artikel 11 Niet toepassen primaat verhuizing 4 Artikel 12 Maximaal aanpassingsbedrag voor bezoekbaar maken woning 5 Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 13 Wijze van bepaling persoonsgebonden budget 5 Artikel 14 Hoogte van de financiële tegemoetkoming 5 Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning per vervoermiddel Artikel 15 Rolstoel 5 Artikel 16 Sportrolstoel 5 Hoofdstuk 7 Advisering en samenhangende afstemming Artikel 17 Samenhangende afstemming 5 Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 18 Inwerkingtreding 6 Artikel 19 Citeertitel 6 2

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In dit artikel wordt een aantal begripsbepalingen omschreven. In het eerste lid wordt aangegeven dat de in dit besluit gebruikte begrippen dezelfde betekenis hebben als in de Verordening. In het tweede lid worden de begrippen omschreven waarvan de omschrijving niet in de verordening is geregeld of het voor de bruikbaarheid van dit besluit wenselijk is deze hier nogmaals te herhalen. Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 2 Regels rond verstrekking Lid 1 In het eerste lid is bepaald dat verstrekking van een persoonsgebonden budget plaatsvindt op verzoek van de aanvrager. Dit kan bij voorkeur tegelijk met de aanvraag, indien op dat moment al duidelijk is dat de aanvrager dit wenst. Een aanvrager komt in eerste instantie in aanmerking voor een algemene voorziening. Is die niet passend, dan kan de aanvrager al dan niet een individuele voorziening ontvangen. Daarna kan op verzoek van de aanvrager verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget plaatsvinden. Lid 2 Het tweede lid bepaalt dat het niet in alle situaties mogelijk is een persoonsgebonden budget te ontvangen. Het gaat hierbij om situaties waarbij er door de omstandigheden van de cliënt onvoldoende zekerheid bestaat over de rechtmatige besteding van de PGB-gelden. Onder a is geregeld dat er geen PGB wordt verstrekt als uit onderzoek naar voren is gekomen dat het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met zijn persoonsgebonden budget. Hierbij valt te denken aan situaties waarbij de cliënt door psychische problemen niet met geld kan omgaan of er sprake is van verslavingsproblematiek. Wanneer er in dergelijke gevallen sprake is van een bewindvoerder die de financiële zaken regelt dan blijft er wel een mogelijkheid om een persoonsgebonden budget wordt verstrekt als er voldoende waarborgen zijn voor een rechtmatige besteding. Onder b is geregeld dat geen persoonsgebonden budget wordt verstrekt als er sprake is van een sanering op grond van de WSNP. In een dergelijke situatie is er overigens ook sprake van een bewindvoerder, maar dit is in dit geval geen reden om toch een persoonsgebonden budget te vestrekken, omdat in een dergelijke situatie de bewindvoerder een andere rol heeft dan bij de onder a genoemde situatie. Lid 3 Het derde lid bepaalt dat een aantal voorzieningen worden aangemerkt als algemeen gebruikelijk en daarmee niet voor verstrekking in aanmerking komen. Het niet verstrekken van een als algemeen gebruikelijke voorziening is geregeld in Hoofdstuk 1 artikel 2 lid a en b van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Stein. De opsomming in dit artikel is gebaseerd op de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, zoals in het kader van de WVG en haar opvolger WMO, tot nu toe zijn gedaan. Met het criterium algemeen gebruikelijk werd volgens de CRvB beoogd te voorkomen dat het college een voorziening verstrekt waarvan, gelet op de omstandigheden van betrokken gehandicapte, aannemelijk is te achten dat deze daarover, ook als hij of zij niet gehandicapt was, de beschikking (zou) kunnen hebben. Een dergelijke weigeringsgrond valt binnen de grenzen van de gemeentelijke compensatieplicht. Lid4 Dit artikellid bepaalt dat bepaalde roerende woonvoorzieningen uitsluitend in natura worden aangeboden, om te voorkomen dat er sprake zal zijn van kapitaalvernietiging. Artikel 3 Verantwoording In het artikel wordt geregeld op welke wijze de ontvanger van een persoonsgebonden budget verantwoording aflegt over de besteding hiervan. Op basis hiervan kan de gemeente beoordelen of er sprake is van een rechtmatige besteding van middelen. In het eerste lid is bepaald dat iedere cliënt over de besteding van het persoonsgebonden budget verantwoording dient af te leggen via een verantwoordingsformulier en het bijvoegen van de daarop vermelde bewijsstukken. In het tweede lid is opgenomen dat de besteding van de PGB s voor hulp bij het huishouden (gelet op de omvang) steeksproefgewijs wordt gecontroleerd. In het derde lid is aangegeven dat de verantwoording bij de verstrekking van een individueel hulpmiddel (rolstoel, scootmobiel etc.) in ieder geval binnen 3 maanden na aanschaf bij de gemeente ingediend moet zijn, zodat de gemeente kan controleren of een rechtmatige besteding van het PGB heeft plaatsgevonden en een adequaat hulpmiddel is aangeschaft. 3

Voor de besteding van de PGB s geldt in zijn algemeenheid dat de bewijsstukken gedurende een periode van 3 jaar bewaard dienen te worden. Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden Artikel 4 Vaststelling PGB hulp bij het huishouden In dit artikel wordt aangegeven hoe het persoonsgebonden budget voor de hulp bij het huishouden wordt vastgesteld. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op basis van de klasse waarin de cliënt wordt ingedeeld. Het bedrag is gebaseerd op de bij het midden van de klasse behorende aantal uren, vermenigvuldigt met 75% van het uurbedrag zorg in natura. Dat betekent dat in klasse 1 het bedrag gebaseerd is op 1 uur hulp bij het huishouden, in klasse 2 op 3 uur, in klasse 3 op 5,5 uur, in klasse 4 op 8,5 uur, in klasse 5 op 11,5 uur en in klasse 6 op 14,5 uur. In lid 2 zijn de tabellen opgenomen met de bedragen zoals die in 2009 gelden. Artikel 5 uitbetaling PGB hulp bij het huishouden Het PGB wordt 4-wekelijks bevoorschot aan de klant. Dit maakt het ook mogelijk om adequaat te reageren op wijzigingen in de situatie van de klant, bijv. bij overlijden. Artikel 6 Vrij besteedbaar bedrag Ontvangers van een PGB mogen een bedrag van 1.000,- naar eigen inzicht besteden danwel door het organiseren van goedkopere hulp bij het huishouden zelf houden. Dit bedrag hoeft dus niet verantwoord te worden. Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen Artikel 7 Kostensoorten woningaanpassingen Dit artikel bepaalt welke kosten in het kader van een woningaanpassing voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van een aantal kosten is tevens de maximale vergoeding genoemd. Dit is tevens de basis voor de vaststelling van een eventueel PGB voor woningaanpassingen. Artikel 8 Hoogte van de financiële tegemoetkoming Dit artikel bepaalt de hoogte van financiële tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing en verhuiskosten. Voor wat betreft de verhuiskostenvergoeding geldt een onderscheid tussen gehandicapten die naar een aangepaste woning verhuizen en personen die door middel van verhuizing een woning vrijmaken: bij de gehandicapten geldt namelijk een onderscheid naar de hoogte van het inkomen. Het onderscheid tussen gehandicapten die naar een aangepaste woning verhuizen en personen die door middel van verhuizing een woning vrijmaken wordt gerechtvaardigd door het gegeven dat de financiële tegemoetkoming voor de laatstgenoemde groep is bedoeld als een stimuleringsmiddel om de woning vrij te maken. Zoals vermeld, geldt er voor de gehandicapte een onderscheid naar de hoogte van het inkomen. De inkomensgrens ligt op 1,5 maal het norminkomen. Het betreft een financiële tegemoetkoming dus een hogere vergoeding is in individuele gevallen alleen mogelijk op grond van de hardheidsclausule van de verordening. Artikel 9. Kosten van tijdelijke huisvesting Dit artikel bepaalt de hoogte van de financiële tegemoetkoming indien de gehandicapte zich als gevolg van een woningaanpassing tijdelijke elders moet huisvesten. De maximale vergoeding is gelijk aan de maximum huurgrens van de Wet huurtoeslag. De maximale duur is 6 maanden. Artikel 10. Kosten van huurderving Dit artikel bepaalt de hoogte van een financiële tegemoetkoming die aan een verhuurder kan worden verstrekt wegens huurderving. Lid 1 bevat vereisten waaraan de woningaanpassing, in verband waarmee huurderving is opgetreden, moet voldoen. Lid 2 bepaalt de maximale vergoeding is gelijk aan de maximum huurgrens van de Wet huurtoeslag. Lid 3 bepaalt de maximale duur van de vergoeding. Artikel 11 Niet toepassen van primaat verhuizing Dit artikel somt een aantal omstandigheden op die ertoe leiden dat het primaat van de verhuizing niet kan worden toegepast. Er zal in dat geval veelal een woonvoorziening in de vorm van (een financiële tegemoetkoming in de kosten van) een woningaanpassing moeten worden toegekend. Afwijken van 4

het primaat van de verhuizing is overigens ook mogelijk op grond van andere redenen dan welke genoemd worden in dit artikel. Artikel 12. Maximaal aanpassingsbedrag voor bezoekbaar maken woning Artikel 21 lid 3 van de verordening geeft B&W de bevoegdheid om de hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning te maximeren. Van deze bevoegdheid is door middel van dit artikel gebruik gemaakt. Gelet op de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep valt onder het begrip bezoekbaar maken het toegankelijk maken van de woning en de gehandicapte de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van de woonkamer en de toiletvoorziening. Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 13 Wijze van bepaling persoonsgebonden budget Dit artikel regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan, conform de verordening, van de goedkoopst-adequate voorziening. Als daar sprake van is kan verhoging plaatsvinden met een bedrag noodzakelijk voor 1 jaar onderhoud/reparatie en verzekering. Elke scootmobiel die enige aanpassing behoeft zal uitkomen op een ander bedrag. Daarom vindt vaststelling van het persoonsgebonden budget vaak per aanvraag plaats. Artikel 14 Hoogte van de financiële tegemoetkoming Lid 1 van dit artikel legt een aantal bedragen vast voor de autokostenvergoeding, de taxikostenvergoeding en de vergoeding van de rolstoeltaxi. In de leden 2 tot en met 4 wordt geregeld dat in enkele specifieke situaties een aanpassing van het in lid 1 genoemde bedrag plaatsvindt. Lid 5 De financiële tegemoetkoming voor de kosten van training voor een elektrische rolstoel, scootmobiel e.d. wordt bepaald op de werkelijke kosten. Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning per vervoermiddel Artikel 15 Rolstoel Er wordt uitgegaan van de goedkoopst-adequate voorziening (zoals in de verordening bepaald) welk bedrag verhoogd wordt met de kosten van 1 jaar onderhoud/reparatie en verzekering. Elke rolstoel die enige aanpassing behoeft zal uitkomen op een ander bedrag. Daarom vindt vaststelling van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen vaak per rolstoel plaats. Artikel 16 Sportrolstoel De sportrolstoel is een voorziening die meegenomen wordt vanuit de Wvg zonder dat deze sportrolstoel in de Wmo wordt genoemd. De sportrolstoel is een bovenwettelijke voorziening, in de Wvg opgenomen naar aanleiding van een verzoek van de Tweede Kamer. Daarom wordt de verstrekkingswijze, zoals bij de Wvg gewoon voortgezet, hetgeen betekent dat een sportrolstoel alleen verstrekt wordt als een persoonsgebonden budget. Dit persoonsgebonden budget is niet kostendekkend en dient beschouwd te worden als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud voor een periode van drie jaar. Na drie jaar kan opnieuw een persoonsgebonden budget worden toegekend. Hoofdstuk 7 Advisering en samenhangende afstemming Artikel 17 Samenhangende afstemming De Verordening bepaalt in artikel 41 dat in dit Besluit bepaald moet worden op welke wijze de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager. Bij deze eisen is aangesloten bij de eisen die het Zorgindicatiebesluit stelt ten aanzien van het onderzoek inzake de AWBZ. Hierdoor is enerzijds de samenhang met de AWBZ gewaarborgd, maar wordt anderzijds ook een ruime hoeveelheid informatie vergaard waarmee het college een zorgvuldig, op de individuele situatie af te stemmen besluit kan nemen. 5

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 18 Dit besluit treedt inwerking op het moment van inwerkingtreding van de Verordening individuele verstrekkingen wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Stein 2009 Artikel 19 Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. 6