Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid

Vergelijkbare documenten
Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid C1

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid G3

Handhygiëne redt levens. Dienst Ziekenhuishygiëne

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid D3

Onthaalbrochure studenten Pediatrie

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid SP

introductiebrochure voor studenten intern patiëntenvervoer

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid D2

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid I1

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid RX

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid D1

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid I3

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid

AZ VESALIUS. Algemeen ziekenhuis Vesalius Hazelereik Tongeren tel: 012/ tel afdeling: 012/ INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN

Stagemap het preoperatief consult (POC)

Handhygiëne: Waarom, Wie en Wanneer?

THEMA: HANDHYGIËNE: WAAROM, WIE EN WANNEER?

AFDELINGSPROFIEL HLK7 V2

Onthaalbrochure studenten Pediatrie

Handhygiëne bezoekers CWZ

Algemene Procedure. Handhygiëne: handschoengebruik

studenteninformatie Onthaalbrochure Heelkunde 2B5 GezondheidsZorg met een Ziel

Studentenbrochure Materniteit/Verloskamer Neonatologie

1 Strikte naleving van handhygiëne

De afdeling Heelkunde 1

Onthaalbrochure studenten. Chirurgisch daghospitaal

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Handhygiëne

Orthopedie Neurochirurgie INFORMATIE VOOR STUDENTEN

ZIEKENHUISHYGIENE in UZ Leuven: BASISPRINCIPES VOOR ASO s, Coassistenten & Stagiairs

U bent drager van MRSA. Wat nu?

Introductie brochure voor studenten DAGHOSPITAAL TONGEREN E2

STANDAARDVOORZORGSMAATREGELEN

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 1

ONTHAALBROCHURE VERPLEEGKUNDIG STUDENT

AZ VESALIUS. Medisch Centrum a.z.vesalius Bilzen. MCB. Algemeen ziekenhuis Vesalius Hazelereik Tongeren tel: 012/

ALGEMENE EN BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN BIJ ISOLATIE. - Patiëntinformatie -

Deze brochure bevat daarover informatie. Deze informatie kan de mondelinge uitleg van uw arts en verpleegkundige ondersteunen.

ONTHAALBROCHURE ZORGKUNDIG STUDENT

Dienstgebonden informatiebrochure Onthaal & Opname

Inleiding. Algemeen. Blijvende bacteriën

002936, te gebruiken tot 24 uur na , 09:12.

De hospitalisatie-afdeling Heelkunde 2 als stageplaats voor studenten.

Titel: H & I Handhygiëne (V&V 8134) Versie: 2Uitgeprint document is maximaal 24 uur geldig. Printdatum: Huidige datum:

Het niet-chirurgisch dagziekenhuis

Inwendige 1. Infobrochure studenten

Infobrochure voor artsen. Ziekenhuishygiëne. en infectiepreventie

Handhygiëne 1. Handen wassen

Onthaalbrochure studenten Geriatrie 2

Verpleegafdeling Dagkliniek heelkunde / Slaapunit

Het niet-chirurgisch dagziekenhuis

Handhygiëne medewerkers

MRSA. Dienst Ziekenhuishygiëne

Studentenbrochure. Hier komt titel van persbericht

Handhygiëne. 1. Handen wassen. VROEDKUNDE Handhygiëne PROTOCOL. Transiënte flora wordt voor 90 à 95% verwijderd

Patiënteninformatie. Het belang van een goede handhygiëne. Ook u kunt helpen bij het voorkomen van ziekenhuisinfecties!

De afdeling Heelkunde 1

introductiemap stagiairs verpleegkunde Verpleegeenheid Psychiatrie (PAAZ)

Patiënteninformatie. Norovirus

Hoofdstuk 2: Hygiëne, veiligheid en afvalregeling

MRSA. en infectiepreventie. BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen)

Doelstelling van vandaag: Wegwijs maken en kennis laten maken met de werking van het ziekenhuis. Onthaaldag studenten PROGRAMMA

RICHTLIJNEN PATIENTVEILIGE ZORG VOOR STAGIAIRS

INTENSIEVE ZORG. PAZA (Post-Anesthesie Zorg Afdeling)

verpleegeenheid MiCS medium care / hartbewaking / eenheid voor acute beroertezorg

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Handhygiëne

Patiënteninformatie. Het belang van een goede handhygiëne (dialysepatiënten)

AFDELINGSPROFIEL SP LOCO1 BE

AFDELINGSPROFIEL GER3 A2

Praktische info stage AZ Jan Portaels.

Studentenbrochure. Hier komt titel van persbericht. OLV Ziekenhuis Dagziekenhuis Biezenstraat Ninove Tel. 054 /

Dagziekenhuis heelkunde

studenteninformatie Onthaalbrochure A-dienst GezondheidsZorg met een Ziel

Introductiebrochure Pediatrie Tel.: 089/

Introductie brochure voor studenten DAGHOSPITAAL MC BILZEN

INFORMATIEBROCHURE STUDENTEN

Norovirus. Infobrochure voor patiënt en bezoeker. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie juni 2015 (Object-ID )

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Hygiene en infectiepreventie 9

BUIKGRIEP. en infectiepreventie

Transfusie van bloedproducten

Dienst specifieke informatie

De afdeling Heelkunde 2

Introductie brochure voor studenten. Zorgeenheid OK

Naam van de dienst: B7

Inwendige geneeskunde

Onthaalbrochure studenten Pediatrie

Patiënteninformatie. MRSA bacterie

Voorstelling. VE101 Mid-Care

verpleegeenheid geriatrie

Cardiologie CCU INFORMATIE VOOR STUDENTEN

introductiemap stagiairs verpleegkunde Verpleegeenheid Psychiatrie (PAAZ)

Departement Verpleging. Studenteninfo Gipskamer 0P5

Beleidsdocument. Handhygiëne

introductiemap stagiairs verpleegkunde Dagziekenhuis Inwendige geneeskunde

AFDELINGSPROFIEL HLK7 V2

Onthaalbrochure studenten Cardiologie

Hoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen. Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse

Studentenbrochure Polikliniek voor Urologie

Protocol Persoonlijke Hygiëne Pluimveeverwerkende industrie

Transcriptie:

Introductie brochure voor studenten Zorgeenheid C4 Versie 2013-2014

Inhoudsopgave 1. Welkom... 3 2. Voorstelling van de zorgeenheid... 4 2.1. Architectuur... 4 2.1.1. Indeling van de zorgeenheid... 4 2.1.2. Voorstelling van het medische team... 4 2.1.3. Voorstelling van het verpleegkundig team.... 4 2.1.4. Patiëntenpopulatie en de meest voorkomende pathologie:... 5 2.1.5. Zorgeenheden waarmee samengewerkt wordt... 5 3. Zorgeenheid Sp - locomotorische revalidatie; Taakinhoud en verdeling... 6 3.1. Organisatie van de verpleegkundige zorg... 6 3.2. Dagindeling... 6 3.3. Specifieke verpleegkundige handelingen:... 7 3.3.1. Leermomenten... 7 3.3.1.1. Hygiëne... 7 3.3.1.2. Mobiliteit... 8 3.3.1.3. Wondzorg... 8 3.3.1.4. Urogenitaal... 8 3.3.1.5. Spijsvertering... 8 3.3.1.6. Bloedsomloop... 8 3.3.1.7. Ademhaling... 8 3.3.1.8. Metabolisme... 8 3.3.1.9. Medicatie... 9 3.3.1.10. Voedsel- en vochttoediening... 9 3.3.1.11. Fysische beveiliging... 9 3.3.1.12. Verpleegkundige activiteiten i.v.m. het stellen van de diagnose... 9 3.3.1.13. Specifieke aandachtspunten... 9 3.4. Verwachtingen naar de student toe... 9 3.4.1. Algemene verwachtingen ongeacht het opleidingsniveau... 9 4. Specifieke aandachtspunten op de zorgeenheid... 11 4.1. Verwachtingen vanuit de zorgeenheid... 11 1

4.2. Algemene aandachtspunten... 12 4.3. Specifieke stagedoelstellingen... 12 4.3.1. Algemene verwachtingen:... 12 4.4. Doelstellingen van de zorgeenheid... 13 4.4.1. Psychomotorische aspecten... 13 4.4.2. Affectieve aspecten... 13 4.4.3. Cognitieve aspecten... 14 4.5. Beoordeling van een student... 14 5. Bijlagen... 15 5.1. Bijlage 1: Veiligheid op de werkvloer... 15 5.2. Bijlage 2 : Handhygiëne... 17 5.3. Bijlage 3: Prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten... 22 5.4. Bijlage 4: Brandpreventie... 26 5.5. Bijlage 5: Nuttige informatie... 28 2

1. Welkom De personeelsequipe van de zorgeenheid C4 heet je van harte welkom. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kunt raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn. Daarom staan zowel de hoofdverpleegkundige als de verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg. Zo kunnen vergissingen en fouten voorkomen worden. Wij wensen je alvast veel stagevreugde. Namens het ganse team. 3

2. Voorstelling van de zorgeenheid 2.1. Architectuur Zorgeenheid C4 bevindt zich op de tweede verdieping van het ziekenhuis (als je uit de centrale liften komt, aan de linkerkant). 2.1.1. Indeling van de zorgeenheid Er zijn 32 bedden ter beschikking, verdeeld over volgende kamers: - 6 eenpersoonskamers, (kamernummers 286, 287, 288, 289, 290, 291) - 6 tweepersoonskamers, (kamernummers 275, 276, 277, 283, 284, 285) - 3 vierpersoonskamers (kamernummers 279, 280, 281) - 1 tweepersoonskamer voor ambulante pediatrie (kamernummer 278) 2.1.2. Voorstelling van het medische team Algemene heelkunde: o Dr. B. Devos o Dr. J. Vlasselaers Algemene heelkunde & vaatchirurgie: o Dr. M. Philippe Orthopedie & traumatologie: o Dr. G. Arnauw o Dr. D. Laureys o Dr. K. Pierets o Dr. J. Vandenbroucke o Dr. S. Vander Eecken Urologie: o Dr. C. Lahousse o Dr. W. Kerckhaert o Dr. Malikzada Plastische heelkunde: o Dr. I. van Heijningen 2.1.3. Voorstelling van het verpleegkundig team. Verpleegkundig Diensthoofd: Danny Verstraete; Hoofdverpleegkundige: Heidi Claeys; Stagementor: Heidi Willaert, Jolien Van De Keere, Heidi Dewulf, Amélie Gheyle; 4

2.1.4. Patiëntenpopulatie en de meest voorkomende pathologie: Op de zorgeenheid C4 ligt een mix van patiënten met heelkundige ingrepen, gaande van orthopedische, abdominale als urologische operaties. De meest voorkomende ingrepen zijn de volgende: Algemene heelkunde: o Maag- & darmoperaties; o Liesbreuken (laparoscopisch of klassiek); o Littekenbreuk; o Hemorroïdectomie; o Aanleggen en sluiten van stoma s; o Appendectomie; Orthopedie: o Heupprothesen; o Knieprothesen; o Schouderprothesen; o Hallux Valgus; o Osteosynthese na fractuur; o Rotator Cuff; Urologie: o TUR Prostaat; o TUR Blaas; o Nierstenen; o Aanleggen van Bricker urostomie; Plastische chirurgie: o Abdominoplastie; o Borstverkleining; 2.1.5. Zorgeenheden waarmee samengewerkt wordt Apotheek (deze bevindt zich op Campus Blankenberge); Sociale dienst ; Psychologische dienst ; Laboratoria ; Operatiekwartier en ontwaak; Spoedgevallen; Radiologie; Kinesitherapie; Pijnkliniek; 5

3. Taakinhoud en verdeling 3.1. Organisatie van de verpleegkundige zorg De dienstregeling van de studenten wordt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en de mentoren geregeld. Dit wordt op deze manier gedaan zodat de studenten bijna iedere moment gekoppeld zijn aan de mentoren. De verpleegkundigen werken volgens een wisselend uurrooster. Op deze dienst zijn er 5 shiften: Vroegdienst (V): 06.45 tot 11.45 uur en van 12.30 tot 15.30 uur Dagdienst (D): 07.30 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 17.00 uur Laatdienst (L): 12.45 tot 21.15 uur (halfuur pauze) Nachtdienst (N): 21.00 tot 07.00 uur Logistiek: 09.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 17.00 uur Bij de verzorging wordt er per twee gewerkt. Beide teams starten aan de uiteinden van de gang en werken zo naar mekaar toe. 3.2. Dagindeling 06.45 uur: Briefing van nachtdienst naar vroegdienst; 07.00 uur: Verdeling van de medicatie (zowel PO als IV) naar de patiënten; Opnemen van patiënten + installatie in de kamer + voorbereiding op operatie; Start eerste zorgen, vooral patiënten waarbij operatie of onderzoek vroeg in de morgen gepland werd; 07.30 uur: Bloedafnames; Opdienen v/h ontbijt + zo nodig hulp bieden bij patiënten; 08.00 uur: Gezamenlijke briefing. 6

08.15 uur: Vervolg van de verzorging; 11.00 uur: Opruimen van spoelruimte + aanvullen van materiaal en linnen; 11.15 uur: Opdienen van het middagmaal + zo nodig hulp bieden bij patiënten; Verdeling medicatie; 11.45 uur: Afdienen van het middagmaal + in bed helpen van patiënten; 12.45 uur: Overdracht van verantwoordelijke naar laatdienst; 13.30 uur: Verzorging van patiënten + nemen van parameters; Terug halen van patiënten op recovery; Opbergen van medicatie vanuit de apotheek + verdeling medicatie; 17.00 uur: Opdienen van het avondmaal + zonodig hulp bieden bij patiënten, eventueel een korte briefing voor de laatdiensten; 18.00 uur: Afdienen van het avondmaal; 18.30 uur: Verzorging van de patiënten; Zo nodig wondzorg volgens voorschrift; Parameters controleren; Verdeling medicatie; 21.00 uur: Briefing van laatdienst naar nachtdienst; 3.3. Specifieke verpleegkundige handelingen: Studenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. Dit wil zeggen dat de studenten werken onder toezicht van de verpleegkundige. 3.3.1. Leermomenten 3.3.1.1. Hygiëne Totale patiëntenzorg geven van bedbad; Zo nodig hulp bieden bij het wassen (lavabo of bed); Toepassen van isolatiemaatregelen bij een geïsoleerde patiënt; 7

3.3.1.2. Mobiliteit Wisselligging bij een bedlegerige patiënt; Hulp bij het eerste opzetten of opstaan van een patiënt; Hulp bieden bij patiënten met een gips of infuus; Mogelijke symptomen van decubitus opmerken; Correct gebruik van materiaal voor decubituspreventie; 3.3.1.3. Wondzorg Droge aseptische verbanden; Verzorging drains redons wieken; Preoperatief scheren; 3.3.1.4. Urogenitaal Toezicht op en plaatsen van een verblijfsonde; Toezicht spoelsysteem na een TUR prostaat; Toezicht drainage via suprapubische katheter; Eenmalige sondage; Gebruiken van de Bladderscan; 3.3.1.5. Spijsvertering Toezicht op en plaatsen van een maagsonde; Toedienen van een lavement; Verzorging uro- en colostoma s; 3.3.1.6. Bloedsomloop Voorbereiding en toediening van intraveneuze medicatie; Plaatsen van een IV-katheter; Bloedafname; Controle parameters; Controle perifere circulatie na plaatsen gips of drukverband; 3.3.1.7. Ademhaling Zuurstoftoediening via zuurstofbril of masker; Aërosoltherapie; Opvolgen en bemerken van dyspnoe; 3.3.1.8. Metabolisme Controle glycaemie; 8

3.3.1.9. Medicatie Toedienen subcutane inspuitingen; Toedienen intramusculaire inspuitingen; Controle en toediening van medicatie via perifere of centraalveneuze katheter; 3.3.1.10. Voedsel- en vochttoediening Hyperalimentatie ; Controle en toediening van infuusvloeistoffen; Hulp bieden bij de maaltijden; Controle vochtinname per os; 3.3.1.11. Fysische beveiliging Fixeren van drains, infuusleidingen, maagsondes (vooral bij verwarde patiënten); Nazicht van bedspondes; 3.3.1.12. Verpleegkundige activiteiten i.v.m. het stellen van de diagnose Afname van bloedstalen, urinestalen en stoelgangstalen; Afname van wondculturen; Vervoer van patiënten naar onderzoeken; 3.3.1.13. Specifieke aandachtspunten Tijdig de beloproepen beantwoorden van de patiënten; Goede observaties zijn noodzakelijk + rapportage aan de verantwoordelijke verpleegkundige; Afwijkende parameters / waarden onmiddellijke rapporteren aan de verantwoordelijke verpleegkundige; Probeer steeds een hechte groep te vormen met de andere stagiairs op de zorgeenheid; 3.4. Verwachtingen naar de student toe 3.4.1. Algemene verwachtingen ongeacht het opleidingsniveau Na een korte inwerkingsperiode zicht krijgen op de werking van de eenheid; Op eigen niveau verantwoordelijkheid nemen; Betrouwbaar zijn en het beroepsgeheim respecteren; Opmerkzaam zijn juist en volledig rapporteren; Tijdens de briefing wordt zowel inbreng als vraagstelling vanwege de student verwacht; 9

Maak kenbaar wat je eigen doelstellingen en verwachtingen zijn tijdens de stage; 1 0

4. Specifieke aandachtspunten op de zorgeenheid Studenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. Dit wil zeggen dat de studenten werken onder toezicht van de verpleegkundige. Techniek en steriliteit respecteren; Nauwkeurig werken; Patiënt in zijn totaliteit afwerken; Evalueren en observeren van de patiënt; Verslag uitbrengen; Orde; Zelfdiscipline; Verantwoordelijkheidszin; Nemen van eigen initiatief; Ken je eigen grenzen; 4.1. Verwachtingen vanuit de zorgeenheid Elke student is stipt op het aanvangsuur aanwezig. Indien je te laat komt, gelieve te verwittigen; Orde en netheid op de zorgeenheid; Aandacht bij het op- en afdienen van de maaltijden; Na de verzorging helpen opruimen + karren aanvullen met linnen of materiaal; Nazien van de spoelruimte; Relationele vaardigheden: o Contacten met patiënten verzorgen; o Belangstelling en leergierigheid tonen; o In team werken; Voorkomende medische termen begrijpen en uitleg vragen zo nodig; De mappen betreffende ziekenhuishygiëne en procedures mogen ter inzage geraadpleegd worden. Gelieve niets mee te nemen aub.; Initiatief nemen is zeker welkom. Als je bvb een techniek wil oefenen vraag dan aan de verpleegkundige om de zorg voor te behouden of noteer dit in het verpleegdossier of hang een briefje aan labokar of medicatieboek; Zelfevaluatie na een techniek is belangrijk. Vraag feedback en laat het formulier ondertekenen; Invullen van het urgentieblad: nauwkeurig noteren; Indien je een fout maakt, op welk gebied dan ook, wees dan eerlijk en kom het melden; 1 1

Heb je problemen van welke aard dan ook, weet dat er altijd een luisterend oor is; We houden er aan dat de student zich op zijn / haar gemak voelt op de eenheid; Voor studenten uit Nederland: afspraken omtrent intern verblijf : zie bijlage; Indien men ziek is of niet op tijd aanwezig kan zijn gelieve zowel de dienst als de stagecoördinator te verwittigen o Telefoonnr van het ziekenhuis: 050/633 520 o Telefoonnr van ZE C4: 050/434 299 o Stagecoördinator: 050/633 508 4.2. Algemene aandachtspunten Bezoek: o Bezoek van 14.00 tot 20.00 uur; o 's Avonds mag men het bezoek wijzen op het einde van het bezoekuur; Rapportage: o De controle van de medicatie dient door verpleegkundige te worden afgetekend; o Verpleegkundige zorgen: dadelijk te noteren op het dossier dat zich in de kamer bevindt; o Juiste observatie; Belangrijke observatiepunten en afwijkingen: STEEDS DE VERANTWOORDELIJKE VERPLEEGKUNDIGE ONMIDDELLIJK VERWITTIGEN; Infuus: o o Elke infuusvloeistof die uit voorraad wordt genomen, moet op infuusaanvraag worden besteld; Begin- en einduur op vloeistofzak noteren; 4.3. Specifieke stagedoelstellingen 4.3.1. Algemene verwachtingen: Betrouwbaar zijn, het beroepsgeheim respecteren; Vriendelijk en voorkomend zijn; Natuurlijk en spontaan contact hebben met patiënten, personeel en medestudenten; Geduldig luisteren, tactvol contact met de patiënten; Goede observaties en een correcte, volledige mondelinge en schriftelijke rapportage; Verantwoordelijkheid durven nemen volgens niveau; Zelfstandig kunnen werken; Steeds meedenken; Altijd het eigen functioneren in vraag stellen; Goed opmerkzaam zijn; 1 2

Het erkennen van de eigen plaats in de hiërarchische structuur; Correct taalgebruik; Verzorgd uiterlijk; Het aanvaarden van de begeleiding in het algemeen; Begeleiding in vertrouwen nemen,; Kenbaar maken van de eigen leersituaties en eventuele moeilijkheden zo vlug mogelijk meedelen, zodat we samen aan de oplossing kunnen werken; Na de inwerkperiode verwacht men dat de student voldoet aan de specifieke doelstellingen van zijn/haar opleidingsjaar; Wees steeds stipt. Bij ziekte moet de school gewaarschuwd worden alsook de dienst (050/434239) en stagecoördinator (050/63 35 08); 4.4. Doelstellingen van de zorgeenheid De doelstellingen zijn, uiteraard, afhankelijk van het moment van het opleidingsniveau. 4.4.1. Psychomotorische aspecten Bedtechnieken; Lichamelijke opschik van de patiënt; Voeding van de patiënt; Controle van zowel vitale als fysische parameters; Toediening van lavementen; Toedienen van subcutane en intramusculaire inspuitingen; Houdingen en goed installeren van de patiënt in bed of zetel; Pré-operatieve voorbereiding; Wondverzorgingen; Sondages; Klaarmaken van infuzen; Verzorging postoperatieve patiënten (totaalzorg); Venapunctie; 4.4.2. Affectieve aspecten Aanpassingsvermogen bezitten; Luisterbereidheid; Heel goed observatievermogen aankweken; Leren rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk; Nastreven van een open communicatie vriendelijk zijn in omgang; Behulpzaam zijn; Belangstelling en leergierigheid tonen; Dragen van verantwoordelijkheid; Respecteren van het beroepsgeheim; Initiatief nemen; 1 3

Efficiënt werken; Een soepele houding; Uitdrukkingsvaardigheid; 4.4.3. Cognitieve aspecten Theoretische kennis bezitten; Kennis omtrent de diverse ziektebeelden vergroten; 4.5. Beoordeling van een student In de helft van de stageperiode is er een tussentijdse evaluatie gepland die je kan bijsturen indien nodig; Op het einde van de stageperiode gebeurt er een eindevaluatie. Deze wordt samen met de hoofdverpleegkundige, stagebegeleider en stagementoren opgesteld aan de hand van je feedbackformulieren en na bespreking met alle verpleegkundigen op de eenheid; 1 4

5. Bijlagen 5.1. Bijlage 1: Veiligheid op de werkvloer Uit verschillende studies blijkt dat nieuwe werknemers en jonge werknemers in het bijzonder veel meer risico lopen op een arbeidsongeval. De verklaring is een gebrek aan ervaring en onvoldoende kennis van de gevaren op de werkvloer. Daarom is het van belang om stil te staan bij arbeidsveiligheid, en je goed te informeren betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen in een nieuwe werkomgeving. Deze kunnen zeer uiteenlopend zijn: verplicht dragen van veiligheidskledij, verboden toegang voor onbevoegden, (geschikte) handschoenen dragen, Indien je toch slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, meld dit dan steeds aan je leidinggevende en geef dit steeds onmiddellijk aan bij de personeelsdienst. Voor medische verzorging kan je terecht op de dienst spoedgevallen. Prikongevallen vormen een bijzonder risico in de gezondheidszorg. Bij (vermoeden van) contact met lichaamsvochten van een derde persoon (meestal een patiënt) in combinatie met verwonding in of door de huid of contact met slijmvliezen, verwittig dan je leidinggevende en ga onmiddellijk naar de dienst spoedgevallen. Je krijgt er voorrang op andere niet-levensbedreigende spoedgevallen. De formulieren die moeten ingevuld worden bij een prikongeval zijn beschikbaar op de eigen dienst. Opvallend is ook het hoge percentage (60 a 70%) rugklachten in de gezondheidssector bij verpleegkundigen en verzorgenden, waarbij een groot deel zich voordoet bij het optillen van patiënten. Het is dan ook van groot belang om de juiste technieken te gebruiken bij rugbelastende taken. Maak ook steeds gebruik van de tilliften en andere ergonomische hulpmiddelen indien mogelijk. In een ziekenhuis zijn er nog een aantal andere specifieke gezondheidsrisico s. Ioniserende straling, MRSA, aanwezigheid van verdovende middelen om er maar enkele te noemen. Volg steeds de richtlijnen en negeer geen waarschuwingspictogrammen. Tenslotte is het van groot belang de richtlijnen te kennen met betrekking tot brandpreventie. In de eerste plaats denken we aan voor de hand liggende zaken zoals een algemeen rookverbod binnen het ziekenhuis, melden van technische defecten, Een tweede belangrijke stap die al wat vaker wordt vergeten is het beperken van de kans dat een brand kan aangroeien. De compartimenteringsdeuren sluiten automatisch bij een brandalarm om de zuurstoftoevoer te minimaliseren. Daarom is het heel belangrijk dat er niets voor de compartimenteringsdeuren wordt geplaatst, zodat deze steeds automatisch kunnen sluiten. Indien de brand niet te groot is in omvang kan je proberen de brand te blussen. Indien er toch een brand is uitgebroken die je niet op eenvoudige wijze kan blussen, is het belangrijkste de evacuatie. Om vlot te kunnen evacueren is het van 1 5

belang dat je de zone waar je werkt goed kent en dat de vluchtgangen vrij zijn van allerhande materialen. Zorg er dan ook voor dat je de vluchtroutes kent en weet wat je te doen staat indien een brand uitbreekt, informeer naar je taken binnen het rampenplan bij je leidinggevende. En houd de gangen, compartimenteringsdeuren en nooduitgangen steeds vrij. Voor alle vragen betreffende arbeidsveiligheid kan je terecht bij je leidinggevende, die dit zal bespreken met de preventieadviseur. 1 6

5.2. Bijlage 2 : Handhygiëne Versie: #versie# #titel# Code: Versiedatum: #versiedatum# Datum uitgifte: #datum# Ref. Nr. #nummer# Datum evaluatie: #evaluatiedatum# Toepassingsgebied: AZ Gezondheidszorg Oostkust vzw B1 B2 C Beheerder: Contactpersoon: #procedurebeheerder# Indien aan een verpleegkundige gevraagd wordt handelingen te stellen die hij onvoldoende beheerst of niet veilig kan uitvoeren dan dient de verpleegkundige te weigeren en dit onmiddellijk te melden aan zijn hiërarchische overste en aan de opdrachtgevende arts. Men mag van een verpleegkundige verwachten dat hij de courante verstrekkingen en handelingen op zijn dienst of functie correct en veilig kan toepassen. (Ministeriële Omzendbrief 19/07/2007) Doel v/d procedure: Definities: Documenten: Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Werkwijze Doel v/d procedure: De overdracht van besmettingen voorkomen door het nemen van standaard voorzorgmaatregelen ongeacht de diagnose of infectieuze status van de patiënt. Definities: Handhygiëne: een middel ter preventie van de overdracht van infecties. Handhygiëne biedt een goede bescherming aan de verpleegkundigen en verzorgenden. Door het herhaaldelijk wassen en ontsmetten van de handen worden deze zo kiemarm mogelijk gemaakt. Hygiënisch handen wassen: het oppervlakkig vuil samen met de oppervlakkige afgeschilferde huidlagen verwijderen. Hygiënische handontsmetting: deze wordt uitgevoerd om de handen, die door contact met een patiënt met besmette voorwerpen of lichaamsvochten besmet zijn, te ontsmetten en zo vrij van pathogene kiemen te maken. Bij de methode van een correcte desinfectie wordt er naar gestreefd een gevoelige verlaging van het aantal kiemen te bereiken. Het doel hiervan is om: een voldoende verwijdering van de transiënte flora te bereiken; het beletten van een effectieve kiemoverdracht; het beletten van nosocomiale infecties; een vermindering van de kosten eigen aan infecties na te streven. 1 7

Documenten: Powerpoint-presentatie nationale campagne voor handhygiëne 2006 en 2007, ter beschikking op het intranet. Documentatie nationale handhygiënecampagne 2006 en 2007. Handboek ziekenhuishygiëne ACCO 2000. Reg. Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Standaard voorzorgsmaatregelen 2002. Guidelines and Recommendations for the Prevention of Healthcare Hand Hygiene in Healthcare Settings 2002. Affiche hanghygiëne (fout en juist), 2007. Affiche 30 seconden kunnen levens redden, 2007. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden: Alle studenten die stage volgen in het ziekenhuis en in contact komen met patiënten zijn verantwoordelijk om de procedure van handhygiëne te kunnen toepassen. Hiervoor moet hij/zij de instructies, zoals beschreven in de procedure van handhygiëne, kunnen toepassen. De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne heeft een educatieve en sturende functie. Dat houdt in dat de referentieverpleegkundige op zijn/haar zorgeenheid de informatie geeft over de procedure van handhygiëne en het belang ervan promoot. De verantwoordelijke ziekenhuishygiëne heeft een wakende functie, opdat de procedure naar behoren wordt nagestreefd. Werkwijze Indicaties handhygiëne Het hygiënisch handen wassen Hygiënisch handen wassen bij: o o o bevuilde handen; voor aanvang van het werk; na het werk. 1 8

Hygiënische handontsmetting De hygiënische handontsmetting moet elke keer gebruikt worden: Voor en na: o Invasieve ingrepen o Wondverzorging o Contact met toegang tot drains, katheters, o Lichaamsvochten o Contacten met besmette objecten Na het uitdoen van handschoenen. Tussen opeenvolgende onderzoeken en activiteiten van patiëntenzorg, indien overgang van vuil naar proper. Voor manipulatie zuiver materiaal. Voor en na elk patiëntencontact. Voor en na: o Toiletbezoek o Snuiten van neus o Pauzes o Manipulatie medicatie o Bedeling maaltijden Chirurgische handontsmetting Chirurgische handontsmetting wordt aanbevolen voor het uitvoeren van invasieve technieken (bijvoorbeeld het plaatsen van centraal veneuze katheter, bioptname, ). Handschoenen Het dragen van handschoenen is geen vervanging voor het ontsmetten van de handen. Het is geen alternatief voor handhygiëne. Het doel voor het dragen van handschoenen is: o o o Vermijden van oppikken van kiemen bij een patiënt; Voorkomen van bevuiling van de handen; Het is eveneens een beschermende barrière voor de werknemers tegen pathogenen op potentieel besmet materiaal. 1 9

Men moet steeds handschoenen dragen bij direct contact of accidentieel contact met: o o o o o Slijmvliezen Lichaamsvochten en secreties: bloed, sputum, Excreta: urine, faeces, Niet-intacte huid Gecontamineerde voorwerpen en oppervlakken. Techniek handhygiëne Het hygiënisch handen wassen Hoe zien mijn handen eruit? o Kortgeknipte nagels o Zuiver en vrij van nagellak o Geen juwelen: geen ringen, armbanden, polshorloge, Product Dermalex hospital, een vloeibare zeep. De techniek handen wassen: 1. Draai de kraan open, zodanig dat de temperatuur van het water behaaglijk is voor de handen en het water flink stroomt. 2. Maak de handen goed nat en voorzie ze vervolgens van vloeibare zeep door 1x te drukken op de pomp van de zeepdispenser. 3. Wrijf de handen nu gedurende 10 seconden goed over elkaar. Vingertoppen, handrug, duimen, gebieden tussen de vingers en polsen moet grondig worden ingewreven. 4. Spoel goed af onder flink stromend water, waarbij het water van bovenaf naar de vingertoppen toe moet vloeien. 5. Droog de handen goed af met een papieren handdoek, beginnend met handpalm, handrug, polsen en dan de vingers en interdigitale ruimten en duimen. Dep de handen droog; wrijven is overbodig en kan aanleiding geven tot huidbeschadiging. 6. Sluit de kraan met het eerste papieren handdoekje. 7. Zorg dat de handen volledig gedroogd zijn; gebruik desgewenst meerdere handdoekjes. 8. Werp de gebruikte handdoekjes in de daartoe bestemde container. 2 0

Hygiënische handontsmetting Alleen hygiënische handontsmetting kan op voorwaarde dat ze niet bevuild zijn. Product Manugel, een antiseptische en Hydro-alcoholische gel voor de intacte huid. Deze techniek bestaat uit 3 stappen: 1. Voorzie droge handen met handalcohol door 1 druk op de dispenser (een oplossing op basis van alcohol). 2. Wrijf nu de handen gedurende 15 à 30 seconden zorgvuldig over elkaar. Ook de handrug, vingertoppen, duimen, polsen en gebieden tussen de vingers moeten grondig met de alcoholische oplossing worden ingewreven. a. Na deze procedure zullen de handen aan de lucht gedroogd zijn. Handschoenen Handschoenen na gebruik onmiddellijk verwijderen, waarna de handen ontsmetten. Handschoenen dragen tijdens patiëntgebonden handelingen en direct na de behandeling uittrekken en de handen ontsmetten. Handschoenen eenmalig gebruiken en bij dezelfde patiënt. Wanneer de handelingen binnen eenzelfde onderzoek en/of behandeling en/of verzorging en patiënt in volgorde van schoon naar vuil plaatsvinden, is het niet noodzakelijk om de handschoenen tussen de handelingen te vervangen door nieuwe. Handschoenen aantrekken op droge handen. Referenties Visering Opgesteld door: Functie: Datum/Handtekening: Goedgekeurd door: Functie: Datum/Handtekening: 2 1

5.3. Bijlage 3: Prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten Versie: #versie# #titel# Code: Versiedatum: #versiedatum# Datum uitgifte: #datum# Ref. Nr. #nummer# Datum evaluatie: #evaluatiedatum# Toepassingsgebied: AZ Gezondheidszorg Oostkust vzw B1 B2 C Beheerder: Contactpersoon: #procedurebeheerder# Indien aan een verpleegkundige gevraagd wordt handelingen te stellen die hij onvoldoende beheerst of niet veilig kan uitvoeren dan dient de verpleegkundige te weigeren en dit onmiddellijk te melden aan zijn hiërarchische overste en aan de opdrachtgevende arts. Men mag van een verpleegkundige verwachten dat hij de courante verstrekkingen en handelingen op zijn dienst of functie correct en veilig kan toepassen. (Ministeriële Omzendbrief 19/07/2007) Doel v/d procedure: Definities: Documenten: Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Werkwijze Doel v/d procedure: De overdracht tegengaan van virale besmetting vanuit het bloed, afkomstig van patiënten of andere personen naar de ziekenhuiswerker (het slachtoffer) toe. De voornaamste bezorgdheid betreft de overdracht van het Humaan Immuundeficiëntie Virus (HIV), Hepatitis B virus (HBV) en/of het Hepatitis C virus (HCV). De richtlijn verstrekt informatie over de procedure die gevolgd moet worden eenmaal een mogelijke besmetting is opgetreden (= profylaxis). Definities: Preventie van HIV: profylaxis van een besmetting met HIV na een prikongeval is een internationaal, doch zeer omstreden onderwerp. Belangrijke punten in dit debat zijn: o De gevolgen van een HIV-besmetting zijn zeer ernstig; o De kans op besmetting na een prikongeval is zeer klein, maar wisselt erg naargelang de aard van het ongeval en de herkomst van de bron ; o Er bestaat (nog) geen genezende medicatie tegen het HIV; o De chemische producten, gebruikt om het virus tegen te werken, kennen belangrijke nevenwerkingen. Tevens zijn er geen snelwerkende antivirale geneesmiddelen die profylactisch kunnen worden toegediend aan 2 2

o o gezondheidsmedewerkers, die blootgesteld zijn aan het HIV-virus. Nochtans is er een groeiend bewijs dat antiretrovirale geneesmiddelen een rol hebben in de post-blootgestelde profylaxis van een HIV besmetting; De doeltreffendheid en veiligheid van antiretrovirale profylaxis: dit is beperkt omwille van ethische en praktische problemen bij het invoeren van gecontroleerde klinische onderzoeken; Er bestaan geen erkende therapeutische vaccins. Hepatitis B infectie: Hepatitis B blijft een belangrijke ziekte in onze samenleving. Een (klein) aandeel van deze besmettingen doet zich voor onder ziekenhuiswerkers (4% van alle HBV infecties in één Amerikaanse studie), voornamelijk wanneer veel contact bestaat met bloed of bloedproducten of wanneer prikongevallen en kwetsuren veelvuldig voorkomen. Efficiënte bescherming is mogelijk geworden door vaccinatie enerzijds, en anderzijds door het toedienen van specifieke antistoffen bij het vermoeden van besmetting. Hepatitis C infectie: Hepatitis C virusbesmetting is wereldwijd een belangrijke oorzaak van chronisch leverlijden. Minstens 85% van mensen die besmet raken met het HCV, blijven chronisch drager, waarvan ongeveer 70% een chronische leverziekte ontwikkelt met aanhoudend verhoogde leverenzymen. Deze chronische HCV-personen riskeren levercirrose en primair hepatocellualir carcinoma (leverkanker). Daar de overdracht vaak gebeurt door direct percutane blootstelling met bloed, behoren ziekenhuiswerkers tot de risicopopulatie. In tegenstelling met hepatitis B, is tegen hepatitis C geen vaccin beschikbaar en het profylactisch toedienen van immunoglobulines is niet efficiënt. Preventie van het prikongeval is dus van het allergrootste belang. Prik-, spat-, snij-, of bijtaccident als arbeidsongeval. Flowchart (aangifteformulier prik-, spat-, snij- of bijtaccident ). Overzicht administratieve formulieren en aanvragen voor labo-onderzoeken. Taakverdeling. Documenten: Spoedgevallendossier (2-voudig) Aangifteformulier prik-, spat-, snij- of bijtaccident (3-voudig) Aanvraag voor een intern consult Apotheek bestelformulier 2 3

Aanvraag voor laboratorium onderzoek BA 1 (Besmettingsbron) zie procedure prik-, spat-, snij- of bijtaccident richtlijnen voor de spoedgevallen, zie punt 7.1. Aanvraag voor laboratorium onderzoek BA 2 (Werknemer) zie procedure prik-, spat-, snij- of bijtaccident richtlijnen voor de spoedgevallen, zie punt 7.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Alle ziekenhuismedewerkers: alle personen in het ziekenhuis werkende, vrijwilligers en de stagiairs. De verpleegkundige van de spoedgevallen en de dienstdoende internist van wacht zorgt voor de eerste opvang en medische behandeling van personen met een prik-, spat-, snij- of bijtaccident. De personeelsdienst: voor de registratie en de opvolging van het accident op administratief vlak. De preventieadviseur: ter registratie in FONA en melding aan de arbeidsgeneesheer (en opvolging). De arbeidsgeneesheer: ter opvolging van de medische behandeling in samenspraak met de hepatoloog. De aanpak bij mogelijke bloedbesmettingen tussen personeel en patiënten of besmet materiaal moet als primair worden beschouwd, aangezien sommige medicamenteuze behandelingen moeten gestart worden binnen de twee uur na het incident. Wachten in de wachtzaal of terugkomen naar de spoedgevallendienst op een kalmer moment, is niet aangewezen. Hieromtrent kan de spoedarts en de verpleegkundige van de dienst in gebreken gesteld worden. De spoedarts of verpleegkundige van de spoedgevallendienst informeert de werknemer over wat betreft HIV, hepatitis B en hepatitis C. Werkwijze: Ik heb mij zojuist geprikt, gesneden met een voorwerp of werd gebeten door een persoon (patiënt) of ik kreeg spatten materie op de slijmvliezen (oog, neus, mond of open wonde). De wonde grondig spoelen met warm water en wassen met zeep (prikwonden ontsmetten met alcohol 70%). Slijmvliezen grondig spoelen met fysiologische oplossing of water en reinigen met Carrel-oplossing. Indien in de mond de mond spoelen met water of Isobetadine mondwater. 2 4

Neem het 3-voudig formulier Aangifteformulier prik-, spat-, snij- of bijtaccident (beschikbaar in de gele map ziekenhuishygiëne of op spoed) en volg de aanwijzingen die voor jouw van toepassing zijn. Meld u aan (al of niet met dit document) op de dienst spoedgevallen voor verdere medische verstrekkingen. Dit document kan als checklijst afgetekend worden. Ik krijg voorrang op andere niet-levensbedreigende spoedgevallen. Ik doe zelf de aangifte bij de personeelsdienst en de preventieadviseur namelijk een kopie opsturen via de interne post (of in het postvakje van de betrokken dienst) of persoonlijk naar de betrokken diensten gaan. Opmerking: een prik-, spat-, snij-, en bijtaccident wordt ingeschreven als arbeidsongeval. Er worden geen kosten aangerekend aan het slachtoffer. Indien er toch een factuur bezorgd wordt, gelieve dan contact op te nemen met de tarificatie. Referenties Visering Opgesteld door: Functie: Datum/Handtekening: Goedgekeurd door: Functie: Datum/Handtekening: 2 5

5.4. Bijlage 4: Brandpreventie 2 6

2 7

5.5. Bijlage 5: Nuttige informatie 5.5.1. Badge Als medewerker binnen het ziekenhuis krijg je ook een badge, deze kan je afhalen op je eerste werkdag aan de kassa van de campus waar je werkt. Hiervoor zal je 30 waarborg moeten betalen dus is het belangrijk dat je deze niet verliest, indien dit toch zou gebeuren neem je onmiddellijk contact op met de personeelsdienst op het nummer 050/633509. Deze badge heeft verschillende functies, namelijk: tijdsregistratie, betaalmiddel, herkenningsmiddel personeelslid. Tijdsregistratie Met de badge moet je altijd inprikken aan de prikklok. Die prikklok kan je vinden aan de ingang van het ziekenhuis. Er moet geprikt worden bij het binnenkomen van het ziekenhuis ten laatste 5 min voor de aanvang van de dienst en bij het verlaten van ziekenhuis ten vroegste 3 min na het beëindigen van de diensttijd, alsook wanneer je in pauze gaat en terugkomt uit die pauze. Vergeet je al eens te prikken of heb je je badge eens niet mee, neem dan contact op met de personeelsdienst op het nummer 050/633509. Inprikken verloopt als volgt: De badge wordt in het toestel gebracht met de pijl naar beneden en de cijfers van u weg. Als men start met werken: Druk F1 Komen. Als men het werk beëindigd heeft of in pauze gaat: Druk F2 Gaan. Indien het toestel biebt is er een probleempje, neem contact op met de personeelsdienst 050/633509. Betaalmiddel Aan de kassa kan je ook je badge opladen (soort protonsysteem), indien je er geld op zet kan je met deze badge betalen aan de kassa van de cafetaria aan personeelstarief (warme maaltijd 3 i.p.v. 4 ). 2 8

Dagen waarop de badge kan opgeladen worden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 14h00-16h30 10h00-12h30 10h00-12h30 10h00-12h30 14h00-16h30 Personeelslid De badge is ook een vorm van herkenningsmiddel voor mensen van buitenaf, met de badge toon men aan dat men deel uitmaakt van de werking van het ziekenhuis. 5.5.2. Parkeergelegenheid Voor personeelsleden en studenten is het gebruik van de parking gratis. Hiervoor dient men de badge te gebruiken. 5.5.3. Kastje en beroepskledij De student is zelf voorzien van beroepskledij en schoeisel (liefst antislip). Indien noodzakelijk, stelt het ziekenhuis beroepskledij ter beschikking. Deze beroepskledij kan je bekomen via je diensthoofd. Er kan ook een kastje worden bekomen om deze beroepskledij in te hangen. Voor het kastje hoeft de student een waarborg van 5 te betalen. Bij het inleveren van de sleutel op het einde van de stage, wordt het bedrag terugbetaald. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor eventuele diefstallen. 5.5.4. Rookverbod In het ziekenhuis geldt een algemeen rookverbod. Roken buiten het ziekenhuis in beroepskledij is evenmin toegestaan. 5.5.5. Ziektemelding Ingeval van ziekte, dient de stageafdeling alsook de school verwittigd te worden. 2 9

5.5.6. Beroepsgeheim Een van de meest fundamentele principes waarop de gezondheidszorg stoelt, is het beroepsgeheim. De patiënt komt in contact met diverse disciplines en geeft daarbij een deel van zijn privacy prijs. Alles wat men in dit ziekenhuis te zien of te horen krijgt, valt onder het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim wordt hoog in het vandaal gedragen. Studenten mogen patiëntengegevens niet bespreken met medestudenten of familie. Ze mogen geen formulieren ondertekenen of informatie doorspelen aan personen, die niet werkzaam zijn op de zorgeenheid. 5.5.7. Contactpersonen Bij vragen omtrent de afdeling, het rooster en dergelijke, kan men terecht bij de mentor, de praktijkdocent of de hoofdverpleegkundige van de afdeling. Met vragen over de stage kan men steeds contact opnemen met de stagementor of de opleidingsverpleegkundigen. De opleidingsverpleegkundigen staan in voor het onthaal en begeleiding van zowel de nieuwe verpleegkundigen als de vele stagiaires. De algemene stagecoördinator van de ziekenhuizen te Knokke en Blankenberge is Dhr. Koen Calleeuw. Mevr. Lydia Vandermeersch is de opleidingsverpleegkundige te Knokke, Mevr. Hilde Uittenhove te Blankenberge. Dhr. Koen Calleeuw : T: 050/633 508 F: 050/633 519 E-mail: koen.calleeuw@vzwgo.be Mevr. Lydia Vandermeersch: T: 050/633 390 of 050/633 449 (Z1) E-mail: opleidingsvpk.kn@vzwgo.be Mevr. Hilde Uittenhove : T : 050/434 199 (D3) E-mail : opleidingsvpk.bl@vzwgo.be 3 0

3 1