Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Vergelijkbare documenten
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de Becker over het bericht: Oxfam Novib: seksrapport ook

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 3 april 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de pretoetredingssteun van de Europese Unie aan Turkije

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 6 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over de Groningse opkoopregeling van huizen die niet eerlijk verlopen is

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 25 juli 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over de cholera-uitbraak in Jemen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 23 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen over onduidelijkheden schadeafhandeling in het Groningen buitengebied

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Rijksrecherche. Rijksrecherche. Voor een integere overheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 19 april 2017 Brief aan de Kamer met beantwoording Kamervragen van het lid Van Dijk (SP) over promotiefraude aan Tilburg University.

Datum 6 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen van het lid Mulder over bloedkolen uit Colombia

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de Voortzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 4 juni 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over Gemeente Venray in gesprek met Marokkaanse overheid over criminele jongeren

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

1 Bent u op de hoogte van de nieuwe berichtgeving over de schadeafhandeling in Groningen?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Ad 1) Capaciteit aanpak mensenhandel en terugloop meldingen (mogelijke) slachtoffers bij CoMensha

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 19 juni 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over Faillissement Thermphos

Datum 3 maart 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Voordewind over het rapport Working on the Right Shoes

Interlandelijke adoptie. Knelpunten in het stelsel

Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG

Datum 16 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht van Europol over minstens 10 duizend vermiste vluchtelingenkinderen

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Datum 22 januari 2019 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Haga over een malversatie in een Nederlands ontwikkelingsprogramma in Tanzania

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Beleidsnota verbonden partijen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

2. Aanleiding voor deze aanvraag is het voornemen van Welkom Energie om elektriciteit te leveren aan kleinverbruikers. 2

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De politiechef van de regionale eenheid Rotterdam Postbus LD ROTTERDAM. Geachte heer Paauw,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 16 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de toename van het aantal afgewezen asielzoekers dat van de radar verdwijnt

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

Transcriptie:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Mauritz Verheijden T 070-3485157 F 070-3485329 mauritz.verheijden@minbuza.nl Datum 12 juli 2013 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de besteding van hulpgelden voor Srebrenica Uw Referentie 2013Z14782 Geachte Voorzitter, Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de besteding van hulpgelden voor Srebrenica. Deze vragen werden ingezonden op 9 juli 2013 met kenmerk 2013Z14782. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen Pagina 1 van 5

en van Lilianne Ploumen, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de besteding van hulpgelden voor Srebrenica. Vraag 1 Bent u bekend met de uitzending van KRO-Brandpunt 7 juli jl.? (1) Ja. Vraag 2 Is het juist dat er nog steeds honderden vluchtelingen in noodwoningen in Tuzla wachten op een huis in Srebrenica? In Tuzla verblijven nog altijd 1367 families (4070 personen) in zogenaamde collective centers en andere alternatieve accommodatie. Volgens het voor vluchtelingenzaken verantwoordelijke Ministerie van de Federatie Bosnië en Herzegovina zijn 398 families afkomstig uit de gemeente Srebrenica. Formeel willen al deze personen terugkeren. Dit is ook een vereiste om in aanmerking te komen voor de status van displaced person, die toegang geeft tot bepaalde (basis-) voorzieningen als medische zorg. In de praktijk echter wil of kan lang niet iedereen terugkeren. De redenen hiervoor zijn onder andere: (i) trauma; (ii) het feit dat oudere vluchtelingen uit afgelegen dorpjes daar niet meer kunnen leven door gebrek aan voorzieningen als winkels; (iii) het feit dat jongere generaties een (school-) leven elders hebben, een gebrek aan arbeidsmogelijkheden hebben of geen rechten op bezittingen waarnaar zij kunnen terugkeren. In 2012 waren er volgens het Ministerie 278 aanvragen voor terugkeer naar Srebrenica, maar geen daarvan uit de collective centers. Vraag 3 Klopt het wat burgemeester Durakovic van Srebrenica beweert, namelijk dat sinds de wederopbouw jaarlijks gemiddeld maar 10 huizen zijn bijgebouwd? Indien ja, kunt u aangeven waarom zo weinig woningen zijn gerealiseerd? De Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw werd vanwege de politieke situatie in Bosnië-Herzegovina pas vanaf 2002 mogelijk en omvatte naast de gemeente Srebrenica ook de aangrenzende gemeenten Bratunac, Milici en Zvornik. Met Nederlandse assistentie zijn sinds 2002 in die gemeenten ruim 2000 woningen gebouwd of hersteld. Vraag 4 Is het juist dat Nederland sinds 1995 120 miljoen euro steun heeft verleend aan Srebrenica? Kunt u aangeven hoeveel daarvan was bedoeld voor wederopbouwactiviteiten? Sinds 1995 heeft Nederland in Bosnië-Herzegovina voor circa 120 miljoen aan projecten uit laten voeren die geheel of gedeeltelijk aan Srebrenica zijn gerelateerd. Deze assistentie valt uiteen in de volgende categorieën: opsporing en identificatie van vermiste personen; institutionele capaciteit op staatsniveau in Bosnië en Herzegovina voor de vervolging van oorlogsmisdadigers; psycho-sociale Pagina 2 van 5

steun voor slachtoffers en nabestaanden; duurzame terugkeer (huisvesting, werkgelegenheid en integratie); economische ontwikkeling en bestuurlijke capaciteit; versterking maatschappelijk middenveld met speciale aandacht voor jongeren; en herdenking en herinnering. Aan wederopbouwprojecten in Srebrenica, Bratunac en Milici (de gemeenten met de grootste aantallen slachtoffers bij de genocide van juli 1995) en in mindere mate in aangrenzende gemeenten als Zvornik, is ongeveer 52 miljoen euro besteed. Het gaat daarbij onder andere om herstel van woningen; infrastructuur (zoals elektriciteitskabels, waterleidingen en wegen); steun voor economische ontwikkeling en het scheppen van banen; en capaciteitsversterking van de gemeenten, private sector en het maatschappelijk middenveld. Vraag 5 Kunt u aangeven waarom de geprojecteerde jaarlijkse uitgaven aan het programma voor de Srebrenica regio, zoals staat in het goedkeuringsmemorandum 2011 Sarajevo algemeen beleidskader, achterblijven bij de beschikbare 5 miljoen euro? Hoe verhoudt deze onderuitputting zich tot het naar voren halen van gelden voor het Srebrenica Regional Recovery Programma voor 2013 naar 2012? In het goedkeuringsmemorandum van begin 2011 ging de departementsleiding akkoord met het verzoek van de Nederlandse ambassade in Sarajevo om in 2012 5 miljoen euro beschikbaar te blijven stellen aan Srebrenica. Jaarplannen en goedkeuringsmemoranda bevatten een meerjarige doorkijk, maar gaan in principe slechts over het komende kalenderjaar. De uitgaven (in euro s) aan Srebrenica in de afgelopen jaren waren als volgt: 2005 8,6 miljoen 2006 7,3 miljoen 2007 6,5 miljoen 2008 7,6 miljoen 2009 5,0 miljoen 2010 5,0 miljoen 2011 4,3 miljoen 2012 5,0 miljoen In sommige jaren zijn de uitgaven aan Srebrenica hoger uitgevallen dan 5 miljoen euro omdat Nederland toen nog een omvangrijk Ontwikkelingssamenwerkingsprogramma had in Bosnië-Herzegovina, dat ook Srebrenica ten goede kwam. Dit programma is in 2011 geheel uitgefaseerd. In 2011 zijn de uitgaven aan Srebrenica lager uitgevallen dan 5 miljoen euro. In dat jaar heeft de Nederlandse ambassade niet genoeg voorstellen voor projecten in Srebrenica ontvangen waarvan de kwaliteit en een efficiënte inzet van middelen gewaarborgd zouden zijn. Vraag 6 Is bekend hoeveel van het beschikbare geld voor Srebrenica daadwerkelijk is besteed aan de beoogde doelen en hoeveel is opgegaan aan vaste lasten van de partnerorganisaties? Pagina 3 van 5

Het beschikbare geld is daadwerkelijk besteed aan de onder antwoord 4 genoemde doelen. Om het geld zo efficiënt mogelijk te besteden en misbruik te voorkomen werkt Nederland uitsluitend samen met betrouwbare partnerorganisaties. Veelal zijn dat buitenlandse c.q. internationale organisaties met een vestiging in Bosnië-Herzegovina. Het toezicht dat Nederland via deze organisaties kan uitoefenen op een correcte besteding van de middelen en de expertise die via deze organisaties kan worden overgedragen wegen ruimschoots op tegen de kosten die gemoeid zijn met de overhead (5 tot 7%) en andere vaste lasten van deze organisaties, zoals personeelskosten van de technische assistentie. Vraag 7 Hoe wordt toegezien op de correcte en effectieve besteding van het geld voor Srebrenica? De ambassade in Sarajevo is verantwoordelijk voor de selectie en monitoring van projecten. Hiervoor hanteert de ambassade dezelfde procedures als andere Nederlandse ambassades die OS-geld in beheer hebben. De ambassadestaf onderhoudt intensief contact met de partnerorganisaties en ziet daarbij nauw toe op de budgetten en financiële rapportages. Bij projectbedragen boven 1 miljoen euro per jaar wordt jaarlijks een externe audit van de partnerorganisatie uitgevoerd. De partnerorganisaties zien op hun beurt toe op eventuele werkzaamheden door derden als onderaannemers. Bij infrastructurele werken worden bijvoorbeeld controles op meerdere niveaus toegepast voor de beoordeling van offertes, om het risico van zowel externe als interne corruptie te beperken. In de door Nederland gefinancierde projecten wordt daarnaast veel aandacht besteed aan de selectie van begunstigden op basis van objectieve criteria. Daar waar de Bosnische autoriteiten op basis van het Dayton-verdrag een leidende rol hebben in dit proces is het externe toezicht zo goed mogelijk vormgegeven. Jarenlang gebeurde dit door plaatselijk gevestigde task forces onder auspiciën van het Kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger. Ook lokale ngo s en nabestaandenorganisaties zijn soms bij deze toetsing betrokken. Ten slotte hebben de ambassadeur en zijn medewerkers geregeld contact met lokale ambtsdragers, projectbegunstigden, nabestaandenorganisaties en de lokale vertegenwoordigers van organisaties als het Kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger en de OVSE. Vraag 8 Heeft de ambassade in Sarajevo signalen ontvangen van corruptie bij de besteding van hulpgelden in Srebrenica? Zo ja, hoe is daarop gereageerd? De ambassade in Sarajevo is bekend met het bestaan van geruchten dat de buitenlandse, inclusief Nederlandse, hulpgelden niet goed worden besteed. In contacten met overheidsinstanties en met de nabestaandenorganisaties wordt aangegeven dat Nederland iedere gespecificeerde fraudemelding zal onderzoeken. Zij worden aangemoedigd eventuele problemen bij de ambassade te melden. Dergelijke specifieke meldingen zijn niet ontvangen. Klachten die wel zijn ontvangen, veelal van Bosniaakse (= Moslim-) organisaties, hadden vrijwel altijd betrekking op de perceptie dat niet de juiste personen of Pagina 4 van 5

bevolkingsgroepen profiteerden van de hulp. De ambassade heeft hier, gezien de politiek gevoelige context, veel aandacht aan besteed. De uitvoerende organisaties hebben er alles aan gedaan om openheid te geven over de toegepaste criteria en hebben in sommige gevallen de klagende organisaties nauwer betrokken bij het proces (uiteraard zonder de criteria te wijzigen). Vraag 9 Is het juist dat de directeur van de lokale CARE International is ontslagen? Zo ja, kunt u aangeven wat de reden was van zijn vertrek en of er een relatie is met vermeende corruptie? Uit informatie die wij kregen van CARE is gebleken dat de directeur van de vestiging van CARE International in Sarajevo niet is ontslagen. Uit navraag is gebleken dat de burgemeester van Srebrenica in de uitzending van Brandpunt verwijst naar een medewerker van CARE die een project in Srebrenica coördineerde. De leiding van CARE heeft de betrokkenheid van deze medewerker bij dat project in 2008 beëindigd. Hieraan lagen geen verdenkingen van corruptie ten grondslag. Het laatste Nederlandse project met CARE in Srebrenica eindigde overigens in 2008. Vraag 10 Wat is uw oordeel over de effectiviteit van de besteding van het geld dat Nederland de afgelopen jaren voor Srebrenica beschikbaar heeft gesteld? Ik ben van mening dat de Nederlandse assistentie aan Srebrenica in de afgelopen jaren overwegend effectief is geweest en heeft bijgedragen aan de vooraf geformuleerde doelstellingen. Dat geldt niet voor alle verstrekte assistentie. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat de activiteiten plaatsvinden in een weerbarstige context, waarin naast de verwoestingen van de oorlog en de verloren afzetmarkt als gevolg van het uiteenvallen van Joegoslavië ook de aanhoudende politieke crisis in Bosnië-Herzegovina een rol speelt. Mede dankzij de Nederlandse assistentie is bijna 90% van de slachtoffers van de genocide van 1995 geïdentificeerd, zijn belangrijke verantwoordelijken vervolgd en veroordeeld voor hun aandeel in de wreedheden van de oorlog, zijn woningen en infrastructurele voorzieningen gebouwd of hersteld, zijn honderden banen gecreëerd en huishoudens aan stabiele inkomens geholpen, is psycho-sociale zorg verleend aan overlevenden, is bijgedragen aan het herdenkingscentrum te Potocari en is de capaciteit versterkt van zowel lokale ngo s, de particuliere sector als de lokale autoriteiten. Met dit alles is de terugkeer van vele ontheemden gefaciliteerd. Om veel redenen, die verband houden met de moeizame lokale context, is dit proces van terugkeer lang niet compleet en is de Srebrenica tot de dag van vandaag een sterk verdeelde gemeente langs etnische lijnen. Toch steekt de economische ontwikkeling in Srebrenica en nabije omgeving, mede dankzij de Nederlandse assistentie, positief af tegen die in sommige naburige steden en dorpen. Pagina 5 van 5