Technisch handboek
Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Productinformatie... 4 1.1 Firestone PondGard membraan... 4 1.2 Toebehoren en gereedschap voor Firestone PondGard... 5 1.3 Producttoepassingen... 9 2. Voorbereiding van de werken... 10 2.1 Gereedschapslijst voor de installatie van PondGard... 10 2.2 Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen... 11 2.3 Vereisten voor de grond en ondergrond... 11 3. Installatie... 13 3.1 Algemene aanbevelingen... 13 3.2 Weersomstandigheden... 13 3.3 Plaatsing van Firestone PondGard... 14 3.4 Naadverbinding met QuickSeam Splice tape... 15 3.5 Verlijming op wanden... 19 3.6 Binnenhoek... 20 3.7 Buitenhoek... 22 3.8 Buisafdichting... 24 3.9 Doorvoeren... 27 3.10 Gebogen wanden... 28 3.11 Trappen... 29 3.12 Aansluiting van PondGard... 30 3.13 Membraanbedekking... 33 3.14 Membraanbescherming... 33 4. Inspectie... 34 4.1 Algemeen... 34 4.2 Naadverbinding met QuickSeam Splice Tape... 34 4.3 Hoeken... 34 4.4 Buisafdichting... 35 1
4.5 Doorvoeren...35 4.6 Aansluiting aan de wand...35. 5. Herstellingen...36 5.1 Herstelling van PondGard...36 5.2 Herstelling van naadverbindingen...37 Notities38 Inleiding Dit handboek over Firestone PondGard werd opgemaakt om de installateur te voorzien van basisinformatie voor snelle raadpleging tijdens de installatie van een Firestone PondGard systeem in kleine sier- en landschapsvijvers. Voor grote sier- en landschapsvijvers raden we aan het Algemeen technisch handboek voor waterreservoirs van Firestone te raadplegen. Dit handboek bevat informatie die gebruikt kan worden bij de voorbereiding van uw project, evenals elementaire installatietips en de meest voorkomende verwerkingsdetails voor Firestone EPDM. Wenst u volledigere product- en detailinformatie, dan raden we u aan het Algemeen technisch handboek voor waterreservoirs van Firestone te raadplegen. De meest recente informatie over de producten en details vindt u op de website van Firestone op www.firestonebpe.com. Indien u nog verdere ondersteuning en/of uitleg wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met de technische afdeling van Firestone of een technisch vertegenwoordiger van Firestone. Ten slotte ontvangt Firestone graag alle opmerkingen die kunnen helpen om dit document te verbeteren. Firestone Building Products, 2013. Alle rechten voorbehouden. Deze brochure dient alleen om nader in te gaan op de producten en specificaties van Firestone. De informatie is onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Alle producten en specificaties worden opgegeven in benaderende gewichten en maten. Voor volledige product- en detailinformatie verwijzen we u naar de technische informatie op www. firestonebpe.com. Firestone is verantwoordelijk voor het leveren van kwaliteitsmaterialen, die beantwoorden aan de gepubliceerde productspecificaties van Firestone. Aangezien noch Firestone zelf noch haar vertegenwoordigers het vak architectuur uitoefenen, geeft Firestone geen opinie over en wijst ze uitdrukkelijk alle verantwoordelijkheid af betreffende de degelijkheid van een structuur, waar haar producten op aangebracht kunnen worden. Indien er vragen zijn betreffende de degelijkheid van een structuur of de capaciteit om een geplande installatie goed te dragen, moet de bouwheer de opinie inwinnen van deskundige bouwkundig ingenieurs vooraleer verder te gaan. Firestone aanvaardt geen aansprakelijkheid voor constructiefouten of daaruit voortvloeiende schade en geen enkele vertegenwoordiger van Firestone mag deze disclaimer wijzigen. 2 3
1. Productinformatie 1.1 Firestone PondGard membraan Firestone PondGard is een 1,0 mm dik, gevulkaniseerd EPDM membraan, ontwikkeld om betrouwbare prestaties te leveren voor sier- en landschapsvijvers: Uitzonderlijke duurzaamheid Grote flexibiliteit voor creatief ontwerp Hoge elasticiteit voor grote perforatieweerstand Veilig voor vissen en planten Te verkrijgen in grote panelen (tot 930 m²) Eenvoudig te installeren en te herstellen Weinig onderhoud Firestone PondGard wordt al sinds 1990 over de hele wereld met succes gebruikt voor diverse sier- en landschapsvijvers: Tuinvijvers Koivijvers Natuurlijke zwemvijvers Spiegelvijvers Watervallen Stromen Fonteinen Meren* Golfvijvers* * Toepassing niet behandeld in dit handboek Het Firestone PondGard membraan is in de fabriek geassembleerd tot grote, volledig gevulkaniseerde, naadloze membranen. Het wordt geleverd in de volgende afmetingen: Lengte (m) 30,5; 45,75; 61,00 Breedte (m) 3,05; 6,10; 7,62; 9,15; 12,20; 15,25 Opm.: Niet alle rolbreedtes zijn te verkrijgen in alle rollengtes. Opmerking: Alle substanties die in contact zullen komen met de Firestone PondGard moeten compatibel zijn met de folie in termen van chemische samenstelling, ph, temperatuur, Contacteer de technische dienst van Firestone in geval van twijfel. 1.2 Toebehoren en gereedschap voor Firestone PondGard QuickPrime Plus Firestone QuickPrime Plus dient om de Firestone PondGard in naadzones te reinigen en voor te behandelen vooraleer een QuickSeam-product aan te brengen. De primer activeert het membraanoppervlak en verbetert de naadkwaliteit. Firestone QuickPrime Plus moet aangebracht worden met de QuickScrubber. Verwerking: Breng QuickPrime Plus aan op de oppervlakken van de Firestone PondGard met de QuickScrubber in lange heen- en weergaande bewegingen met een middelmatige tot grote druk over de lengte van de zone tot de oppervlakken een donkergrijze kleur krijgen zonder strepen of vochtige plekken. Laat de voorbehandelde oppervlakken volledig drogen (meestal minder dan 10 minuten) vooraleer het QuickSeam product aan te brengen. QuickScrubber (schuursponsje + houder) De QuickScrubber (schuursponsje + houder) dient om QuickPrime Plus aan te brengen op het PondGard membraan. Hierdoor wordt het membraan grondig gereinigd en wordt de primer constant verwerkt. Silicone Rubber Roller De 50 mm Firestone Silicone Rubber Roller dient om het membraan en het QuickSeam toebehoren aan te rollen om goed contact te maken met de QuickPrime Plus. QuickSeam Splice Tape Firestone QuickSeam Splice Tape is een 76 mm (3 ) brede zelfklevende tape voor naadverbindingen van Firestone PondGard panelen. 4 5
QuickSeam FormFlash QuickSeam FormFlash is een zelfvulkaniserende, EPDM strip, die zich aan onregelmatige vormen kan aanpassen en die dient om systeemdetails (binnen- en buitenhoeken, buizen,...) af te dichten volgens de specificaties van Firestone. De FormFlash laag wordt in de fabriek gelamineerd op QuickSeam Tape. QuickSeam FormFlash is niet bedoeld om veel kracht te verduren. Het product is te verkrijgen in de volgende afmetingen: QuickSeam FormFlash 9 : een 229 mm brede strip QuickSeam FormFlash 12 : een 305 mm brede strip QuickSeam Corner Flashing QuickSeam Corner Flashing is een zelfvulkaniserend, rond, EPDM stuk met een diameter van 216 mm, dat zich aan onregelmatige vormen kan aanpassen en dat dient om systeemdetails (binnen- en buitenhoeken,...) af te dichten volgens de specificaties van Firestone. De FormFlash laag wordt in de fabriek gelamineerd op QuickSeam Tape. QuickSeam SA Flashing QuickSeam SA Flashing is een 457 mm (18 ) breed, gevulkaniseerd EPDM membraan, volledig gelamineerd op QuickSeam. SA Flashing kan gebruikt worden voor afdichtingen op het vlak van de buis wanneer de buisdiameter dat toelaat. Het kan ook gebruikt worden om insnijdingen en perforaties in het Firestone PondGard membraan te herstellen. Bonding Adhesive (E) Firestone Bonding Adhesive (E) is een contactlijm op basis van oplosmiddelen, die dient om het Firestone PondGard membraan te verlijmen op hout, metaal, metselwerk en andere aanvaardbare nietrubber ondergronden. Verwerking: Breng een gelijkmatige en gladde laag lijm aan op de beide oppervlakken met een oplosmiddelbestendige verfroller en vermijd proppen en vochtige plekken. Breng de lijm eerst aan op de ondergrond, omdat de droogtijd hier langer zal zijn dan voor het zwart EPDM membraan. Laat de lijm drogen tot hij kleverig is (duur afhankelijk van de omgevingsfactoren). Controleer of de lijm droog is met de vingertest. Wanneer de lijm droog is, breng dan de twee oppervlakken tegen elkaar. Druk aan met een borstel, door de EPDM folie te laten terugrollen op zijn plaats. Lap Sealant HS Firestone Lap Sealant HS dient om de blootgestelde, gesneden randen van QuickSeam Flashing producten te verzegelen en mechanisch te beschermen. Verwerking: Breng met een kitspuit een strook Lap Sealant HS aan langs de goed gereinigde, blootgestelde naadrand. Onmiddellijk na het aanbrengen moet de strook pasta afgeschuind worden met een voorgevormde spatel. Water Block Seal Firestone Water Block Seal is een pasta die dient om een waterdichte verzegeling te bereiken bij de uitvoering van details. Verwerking: Breng een strook aan op de ondergrond. Rol of druk het membraan stevig tegen de verzegeling en ondergrond. Vermijd plooien om een volledige verzegeling te bereiken. Installeer het gepaste detail van Firestone volgens de specificaties van Firestone. Splice Wash Firestone Splice Wash dient om een sterk verontreinigd Firestone PondGard membraan te reinigen en voor te bereiden vooraleer QuickPrime Plus aan te brengen. Verwijder vóór het aanbrengen overtollig vuil met een borstel (en eventueel met water). Verwerking: Breng Splice Wash aan op de naadverbindingszone met propere katoenen doeken in een schuurbeweging tot het naadverbindingsoppervlak een matzwarte kleur krijgt. Laat de gereinigde oppervlakken drogen vooraleer QuickPrime Plus aan te brengen. 6 7
Termination Bar Firestone Termination Bar is een profiel dat dient om afdichtingsdetails te bevestigen en te verzegelen volgens deze specificaties van Firestone. Voorbereiding: De ondergrond moet zuiver, droog en vrij zijn van losse en vreemde materialen, olie en vet. De ondergrond moet voldoende uittrekweerstand hebben. Wanneer het profiel op het terrein bijgesneden moet worden, moeten alle scherpe randen bijgevijld worden en moeten de vijlresten opgeruimd worden. Verwerking: Breng Water Block Seal aan achter de afdichting. Veranker het profiel via de voorgeboorde gaten, zodat een constante samendrukking op de wand tegen het Water Block Seal behouden blijft. Verwijder overtollig afdichtingsmateriaal bovenaan en breng Lap Sealant aan op het profiel. Bewaar 6 mm afstand tussen twee aangrenzende Batten Strips en snij het profiel af aan binnen- en buitenhoeken. Algemene informatie Breng de PondGard toebehoren vóór gebruik op kamertemperatuur, wanneer het lange tijd blootgesteld werd aan temperaturen onder 15 ºC. Vooraleer de QuickSeam toebehoren te gebruiken, moet het PondGard oppervlak voorbereid worden met QuickPrime Plus, met behulp van de QuickScrubber. Het gebruik van andere producten is niet toegelaten. Oppervlakken die bewerkt zullen worden met een primer, lijm of verzegelingspasta, moeten zuiver, glad, droog en vrij zijn van scherpe randen, losse materialen, olie, vet en andere verontreinigende stoffen. Het contactoppervlak van de PondGard moet gereinigd worden met een borstel of propere doek. Roer de primer en lijm vóór en tijdens gebruik om, zodat een homogeen mengsel zonder bodembezinksel en zonder gemarmerd uitzicht bekomen wordt. 1.3 Producttoepassingen en verbruik Toepassing Verbruik Eenheid (1 gallon = 3,8 l) QuickPrime Plus 3 Standard Seam (76 mm) 60 lm/gallon 15,25 lm/liter 9 QuickSeam FormFlash (229 mm) 65 lm/gallon 17 lm/liter 12 QuickSeam FormFlash (305 mm) 55 lm/gallon 14,5 lm/liter Splice Wash Alleen op een zeer vervuild en verontreinigd membraan - - Lijmen Toepassing (altijd aan beide zijden) Verbruik Eenheid Bonding Adhesive Manueel aanbrengen 5 m²/gallon Bonding Adhesive E Manueel aanbrengen 2 m²/liter Reinigingsproducten Verzegelingspasta s Toepassing Verbruik Eenheid Lap Sealant Bescherming van de naadrand 7 lm/tube Water Block Seal Doorvoeren met klemsysteem 3 lm/tube Aansluitingsprofiel 3 lm/tube 8 9
2 Voorbereiding van de werken 2.1 Gereedschapslijst voor de installatie van PondGard Voorbereiding van de werken Meetlint (50 m en 5 m) Smetkoord Schaar Harde borstels Wisser Reiniging van PondGard Propere katoenen doeken Reinigingsmiddel Splice Wash Naadverbindingen/details QuickScrubber (schuursponsje + houder) Kleine plastic emmer Markeerstift (wit) Roller 50 mm breed (siliconenrubber) Kitspuit Verlijming van het PondGard membraan Verfrollers (oplosmiddelbestendig, kort haar en 225 mm breed) Harde borstel Mechanische bevestiging Boormachine met sleutel Boorkoppen Schroevendraaier Metaaltang Zaag 2.2 Voorzorgsmaatregelen en aanbevelingen Breng het Firestone PondGard membraan naar het terrein met de gepaste uitrusting en sla het op een zuivere, vlakke en droge plaats op om het membraan niet te beschadigen. Controleer de verpakking op beschadiging. Breng het toebehoren van Firestone naar het terrein in de originele, ongeopende verpakking en sla het koel en droog op, buiten het bereik van de zon. Houd alle lijmen, verzegelingspasta s en reinigingsproducten uit de buurt van ontstekingsbronnen zoals branders, vlammen, vuur, vonken, enz. Rook niet in de buurt van deze producten. Bewaar en gebruik deze producten in goed verluchte ruimtes. Roer de lijmen en QuickPrime Plus vóór en tijdens gebruik om. Breng de lijmen, QuickPrime Plus en verzegelingspasta s vóór gebruik op kamertemperatuur, indien ze blootgesteld werden aan temperaturen lager dan 10 C. Bescherm alle rubber materialen tegen afvalproducten zoals petroleumproducten, vetten, minerale en plantaardige oliën, organische oplosmiddelen en vers bitumen (minder dan 4 weken oud). Gebruik geen materialen die zodanig beschadigd zijn dat ze niet goed zullen functioneren. Bescherm het PondGard systeem tegen direct contact met stoom of warmtebronnen met een temperatuur van meer dan 65 C. 2.3 Vereisten voor de grond en ondergrond Om de maximale levensduur van Firestone PondGard te garanderen, is het altijd aangewezen om een beschermend geotextiel te installeren (minimum gewicht 300 g/m², in functie van de soort ondergrond). Extra gereedschap Menger Verlengsnoeren Rubber handschoenen Gereedschapskist 10 11
12 Vereiste Specifieke omschrijving Gladheid Zuiver, glad, verdicht, vrij van grote hoekveranderingen, stenen (geen losse stenen met een diameter van meer dan 5 mm) en kleine holtes. Vegetatie Verdichting Vóór de verdichting moet alle plantengroei van de bodem verwijderd worden om gasvorming en samendrukking van de bodem te vermijden. Optimaal verdicht (aanbevolen minimum waarde 95 % van de normale Proctor Optimum waarde). OPM.: De verdichting van de bodem rond betonstructuren moet zeer zorgvuldig uitgevoerd worden om de zetting te beperken. De aangevoerde grond moet verdicht worden tot 95 % van de Proctor Optimum waarde. De bodem van de vijver moet hoger zijn dan het hoogste grondwaterpeil. De bodem van de vijver moet een verval van min. 2 % hebben. In functie van de diepte van de grondwaterstand wordt een gasdrainagesysteem geïnstalleerd om onderdruk te vermijden. Een waterdrainagesysteem kan ook geïnstalleerd worden als lekdetectiesysteem. 3 Installatie 3.1 Algemene aanbevelingen De Firestone PondGard membranen worden zodanig geplaatst dat horizontale naadverbindingen op de taluds vermeden worden. Sporen van primer op het membraan kunnen witte vlekken veroorzaken bij contact met water. Voor niet-bedekte decoratieve toepassingen is het dan ook aangewezen om niet te veel primer te gebruiken en de naadrand te beschermen met Lap Sealant. 3.2 Weersomstandigheden De Firestone PondGard mag niet geplaatst worden in geval van neerslag (regen, sneeuw, hagel) en mist. Het aanbevolen temperatuurbereik voor de assemblage van de Firestone PondGard en het waterdicht maken van details is tussen 5 C en 30 C. Buiten dit temperatuurbereik is een specifiek installatieproces van toepassing. Er werden al Firestone PondGard membranen aangebracht bij extreme temperaturen van -40 C en +50 C zonder gebruik van speciale uitrusting. Maar bij zeer lage of hoge temperaturen moeten bepaalde punten in acht genomen worden om een goede installatie te bereiken: De Firestone PondGard panelen ontspannen zich meestal binnen 30 minuten na de plaatsing. Het aanbrengen bij koud weer verlengt deze wachttijd. Er moeten voorzorgsmaatregelen getroffen worden bij het gebruik van lijmen, verzegelingspasta s of QuickPrime Plus in koude weersomstandigheden (onder 10 C): - Vang het verwerken van verzegelingspasta s, lijmen en QuickPrime Plus aan bij kamertemperatuur (15-25 C). Het gebruik van verwarmde isoboxen kan nuttig zijn. - Voer een test uit om de droogtijd te bepalen. - Stop de verwerking of vervang het materiaal, wanneer het product te hard wordt. - Bepaalde temperatuur- en vochtigheidscombinaties kunnen condensatievorming op het oppervlak van het product veroorzaken. Stop in dit geval met de verwerking 13
14 en wacht op betere omgevingsvoorwaarden, vooraleer het oppervlak te drogen en opnieuw een dunne extra laag lijm aan te brengen. - Gebruik nooit branders of warmeluchtpistolen om het droogproces van lijmen of QuickPrime Plus te versnellen. Laat alleen in de lucht drogen. In warme weersomstandigheden (> 25 C) moet de installatietechniek als volgt aangepast worden: - Bewaar QuickPrime Plus niet rechtstreeks op het verwarmd membraan en/of blootgesteld aan de zon. - Laat geen primerbussen open, omdat de oplosmiddelen snel zullen verdampen. - Naargelang de temperatuur verhoogt, wordt de droogtijd van QuickPrime Plus korter. Verkort de lengte van het naadverbindingsgedeelte tot 10 lm. Breng de primer eerst op het onderste membraan aan, breng dan QuickSeam Splice Tape aan vooraleer het bovenste membraan voor te behandelen. De plaatsing en naadverbinding van grote PondGard panelen kunnen moeilijk zijn bij winderige weersomstandigheden. Zorg dat er geen wind onder de folie komt tijdens de installatie. Gebruik tijdelijke ballast om de PondGard panelen op hun plaats te houden tot ze definitief bevestigd zijn op de ondergrond. Zet de installatie stop in geval van storm. Gebruik nooit bronnen met open vlam (propaanbranders, enz.) om de primer, lijmen, verzegelingspasta s, enz. sneller te laten drogen. Laat alleen in de lucht drogen. 3.3 Plaatsing van de Firestone PondGard Controleer ondergrond op steentjes of scherpe voorwerpen. Controleer de verpakking en rol op beschadiging vóór en tijdens de installatie. Plaats de rol PondGard zo dicht mogelijk bij haar eindpositie. De richting voor het afrollen is aangeduid op de verpakking. Vermijd horizontale naadverbindingen op de taluds. De panelen worden afgerold van de sleuf naar de onderkant van het talud toe en worden tijdelijk bevestigd om afglijden te voorkomen. Plaats de PondGard zonder spanning. De panelen kunnen zijdelings verplaatst worden door ze op te tillen en er lucht onder te laten. Voorzie voldoende materiaal voor de naadverbindingen en verankering. Gedeeltelijke ballast kan onmiddellijk voorzien worden in de sleuf of buiten de vijver. De definitieve verankering wordt later uitgevoerd. Laat elk paneel minstens 30 minuten ontspannen vooraleer naadverbindingen te maken. In koude weersomstandigheden kan extra ontspanningstijd nodig zijn. Gebruik voorlopige ballast indien nodig (zandzakjes, banden of houten planken). De folie moet recht afgesneden worden; gebruik hiervoor de markeerstift, het smetkoord en de schaar. Hierdoor verloopt de verwerking eenvoudig en netjes. De PondGard wordt zonder spanning geplaatst en met zo weinig mogelijk plooien. Om esthetische redenen kunnen plooien gevouwen, met primer gehecht en bedekt worden met een strook membraan of QuickSeam SA Flashing. 3.4 Naadverbinding met QuickSeam Splice Tape Installatievoorschriften: Indien de naadzone verontreinigd is (bv. met modder), reinig dan de folie met Splice Wash (met een propere katoenen doek) vooraleer QuickPrime Plus aan te brengen. Roer de QuickPrime Plus om en giet het product in een kleine plastic emmer. Zet het schuursponsje stevig vast op de QuickScrubber-houder. Breng de QuickPrime Plus gelijkmatig aan en vermijd vochtige plekken. Stop de voorbehandeling in geval van condensatie of regen. Sluit de naad niet, maar wacht op betere weersomstandigheden en breng dan een dunne laag QuickPrime Plus aan. In geval van verkeerde uitlijning dient u de tape bij te knippen en een overlap van minstens 25 mm met het uiteinde van de aangebrachte tape te maken. Alle eventuele visbekken of plooien moeten weggesneden en hersteld worden met een stuk QuickSeam FormFlash (zie 5.2). 15
1. Plaatsen en verbinden van aangrenzende panelen 5. Controleren of de primer droog is (vingertest) Min. 150 mm 2. Markeren van de positie van de tape op de onderste folie 6. Aanbengen van de tape en aanrollen met de rubber roller 3. Omvouwen en tijdelijk vastmaken van de overlap met QuickPrime Plus 7. Controleren van de uitlijning van de tape en eventueel bijknippen 4. Aanbrengen van QuickPrime Plus 8. Verwijderen van het beschermpapier 9. Aanrollen van de naad 16 17
10. Specifieke details (met een stuk QuickSeam FormFlash) Uiteinde van de tape T-verbindingen min. 150 mm min. 75 mm min. 25 mm min. 75 mm min. 75 mm min. 75 mm min. 150 mm min. 75 mm min. 150 mm 3.5 Verlijming op wanden Installatievoorschriften De grond rond beton- of metselstructuren moet verdicht zijn. De aansluitoppervlakken moeten glad, zuiver, droog en vrij zijn van scherpe uitsteeksels. Breng de folie in haar eindpositie en vouw ze gelijkmatig om. Roer de Bonding Adhesive vóór en tijdens gebruik goed om. Breng de lijm aan met een verfroller met oplosmiddelbestendig, kort haar op de ondergrond en het PondGard membraan op hetzelfde moment. Breng de Bonding Adhesive eerst aan op de ondergrond, omdat hiervoor een langere droogtijd nodig is. Laat de lijm drogen tot hij kleverig is (vingertest). Bevestig de PondGard langzaam op de ingestreken ondergrond, vertrek in het midden van de wand en houd het membraan recht. Druk ten slotte de folie lichtjes aan met een borstel of roller. min. 75 mm min. 75 mm Hoekverbindingen min. 7 5 min. 7 5 min. 75 min. 7 5 18 19
3.6 Binnenhoek Bij lage opkanten kan het EPDM membraan in een driehoekige flap gevouwen worden, die vervolgens gehecht wordt op het onderliggende membraan met QuickPrime Plus. Bij hogere opkanten wordt het EPDM membraan zodanig uitgesneden dat een verticale naad gemaakt kan worden. Stukken QuickSeam FormFlash worden dan aangebracht in de hoek om de kleine opening te bedekken. Installatievoorschriften: Gebruik 2 identieke stukken QuickSeam FormFlash van 229 mm x 300 mm (afgeronde hoeken) om de kleine opening te bedekken. Indien de opening wat groter is, moet eerst een stuk SA Flashing aangebracht worden. Breng QuickPrime Plus aan op de aangeduide zone op het PondGard membraan. Zorg dat de primer droog is vóór het aanbrengen van het stuk QuickSeam FormFlash. Plaats het eerste stuk op 10 mm van de opkant en werk het stevig in de hoekverandering in. Breng QuickPrime Plus aan op de zone die door de flap bedekt zal worden. Gebruik het tweede stuk om de flap te bedekken na opnieuw aanbrengen van primer op de aangeduide zone. Verzegel alle blootgestelde randen met Lap Sealant. 20 21
3.7 Buitenhoek Installatievoorschriften: Alle opkanten moeten afgedicht worden met PondGard membraan en QuickSeam Splice Tape. De kleine opening onderaan de buitenhoek moet waterdicht gemaakt worden met een vierkant stuk QuickSeam FormFlash van 229 mm breed, dat aan één eind rond afgesneden wordt. Rond de afgesneden hoeken af aan de tegenoverliggende zijde. Breng QuickPrime Plus aan op de aangeduide zone op het PondGard membraan. Zorg dat de QuickPrime Plus droog is vooraleer het stuk QuickSeam FormFlash aan te brengen. Werk het stuk voorzichtig in, zonder grote spanning. Rol het stuk QuickSeam FormFlash goed aan met een kleine, 50 mm brede rubber roller. Verzegel alle blootgestelde randen met Lap Sealant. 22 23
3.8 Buisafdichting 3.8.1. Installatie van het PondGard membraan Maak een ronde uitsnijding in het PondGard paneel met een diameter van ongeveer 50 % van de buisdiameter. Trek het membraan over de buis. 3.8.2.2 Afdichting op het vlak met QuickSeam FormFlash 2 stukken 3.8.2. Aanbrengen van de afdichting op het vlak Deze afdichting zal de zone rond de uitsnijding in het PondGard membraan verstevigen. Het is aangewezen om QuickSeam SA Flashing altijd te gebruiken wanneer dit mogelijk is. Snij twee identieke stukken QuickSeam FormFlash uit volgens de tekening hieronder. Breng QuickPrime Plus aan op de aangeduide zone op het PondGard membraan en de buis. Laat de primer drogen en breng het eerste stuk aan. Breng primer aan op de overlappende zone (100 mm) en herhaal de procedure. 3.8.2.1 Afdichting op het vlak met SA Flashing Snij een stuk SA Flashing uit, dat minstens 100 mm in alle richtingen op het PondGard membraan zal overlappen en snij een gat uit, dat 20 mm kleiner is dan het vlak van de buis (D - 20 mm en d - 20 mm). Breng QuickPrime Plus aan op de aangeduide zone op het PondGard membraan en de buis. Laat de primer drogen en breng het stuk SA Flashing aan. 24 25
3.8.3. Aanbrengen van de buisomwikkeling Het buisomwikkelstuk is gemaakt van QuickSeam FormFlash. Breng primer aan op de aangeduide zone op de afdichting op het vlak en de buis. Laat de primer drogen. Breng het buisomwikkelstuk aan vanaf de onderzijde van de buis. Vergeet niet primer aan te brengen op de overlappende zones. Verzegel alle blootgestelde randen met Lap Sealant. Afmetingen: Naadverbinding bovenaan 3.9 Doorvoeren Gebruik bij voorkeur een klemsysteem voor het waterdicht maken van lichten, kabels, waterinlaat/-uitlaat,... BETON GEOTEXTIEL PONDGARD MEMBRAAN WATER BLOCK (onder het PondGard membraan) KLEMRING * π = 3.14 Tips: Maak de folie mechanisch vast met een klemring over een beschermend stuk PondGard. Breng een klemflens aan wanneer mogelijk (zie 3.9). Tips: Vergeet Water Block niet. 26 27
3.10 Gebogen wanden Firestone PondGard is een zeer flexibel materiaal waarmee zeer complexe vormen waterdicht gemaakt kunnen worden. 3.11 Trappen Installatievoorschriften: Horizontale en verticale oppervlakken worden bekleed met afzonderlijke stukken PondGard. Snij de PondGard op maat: - Horizontaal: voorzie 100 mm voor de naadverbinding op de wand. - Verticaal: voorzie voldoende materiaal voor de verankering. Verlijm het PondGard membraan op de wand (zie 3.5). Verbind de verticale en horizontale panelen met QuickSeam Tape aangebracht op het verticaal oppervlak (zie 3.4). Snij het PondGard membraan af om alle plooien te verwijderen en span het op in de naadzone. Deze afsnijdingen zullen hersteld worden met QuickSeam FormFlash. Installatievoorschriften: Trappen en zijwanden worden bekleed met afzonderlijke stukken PondGard. Snij de stukken PondGard op maat: - Zijwanden: voorzie 100 mm voor de naadverbinding op de trappen. Verlijm deze stukken PondGard op de trappen en zijwanden (zie 3.5). Verbind de trappen en zijwanden met QuickSeam Tape aangebracht op de trappen (zie 3.4). Werk het trapdetail uit door de binnen- en buitenhoeken af te werken met QuickSeam FormFlash (zie 3.6 en 3.7). 28 29
3.12 Aansluiting van PondGard Verankering bovenaan voor volledig bedekt PondGard membraan Vul de vijver met water vóór de definitieve verankering van het PondGard membraan. 3.12.1. Verankeringssleuven De sleuf moet opgevuld en verdicht worden zonder de PondGard onder spanning te brengen of te doorboren. De afmetingen van de sleuf zijn afhankelijk van de verwachte spanning (lengte tussen verankeringspunten, afstand tussen waterpeil en ankerpunt, windsnelheid, enz.). Verankering bovenaan voor blootgesteld PondGard membraan Verankering bovenaan met flexibele omtrekprofielen (type Ecolat) Verankering bovenaan voor gedeeltelijk bedekt PondGard membraan 30 31
3.12.2 Aansluiting aan de wand Aansluiting aan de buitenwand Installatievoorschriften: Breng in geval van mechanische verankering Water Block aan tussen het membraan en de wand. Het aansluitingsprofiel wordt: - Bevestigd 200 mm h.o.h. max.; - Niet gebogen rond hoeken; - Met een onderlinge afstand van 5 mm aangebracht en max. 25 mm van elk uiteinde bevestigd. Voeg hoog performante kit toe 3.13 Membraanbedekking Het Firestone PondGard membraan kan bedekt worden met zand, grind, beton, stortsteen, om esthetische of beschermende redenen. De aanwezigheid van een beschermend geotextiel (min. 300 g/m²) is vereist (zie tekening hieronder). 3.14 Membraanbescherming Het Firestone PondGard membraan heeft een goede wortelbestendigheid. Nochtans kunnen sommige planten zeer sterke wortels (bv. rizomen) ontwikkelen, die de folie en de naden zouden kunnen beschadigen. Indien sterke wortels in of buiten de vijver verwacht worden, zal een wortelvaste folie aangebracht worden om het PondGard membraan te beschermen, respectievelijk op of onder het membraan. De wortelvaste folie kan een PE-geïnduceerd thermisch gelast polypropyleen geotextiel zijn. Bij het aanbrengen van de wortelvaste folie moeten plooien vermeden worden en moeten de verschillende panelen zeer zorgvuldig verbonden worden. 32 33
4 Inspectie De volgende controlelijst werd opgesteld om u te helpen bij het bereiken van een goede installatie. Hoewel het niet de bedoeling is alle punten op te sommen, bevat de controlelijst toch de gebruikelijke inspectiepunten (zie volgend hoofdstuk) die belangrijk zijn voor de goede werking van het waterdichtingssysteem Firestone PondGard. Bij het uitvoeren van uw inspectie raadt Firestone aan om alle elementen die hersteld moeten worden, te noteren op een schets als verdere referentie en te markeren op de PondGard met een witte markeerstift. Alle herstellingen moeten zo snel mogelijk uitgevoerd te worden (zie volgend hoofdstuk). 4.1 Algemeen Controleer of er geen lekken zijn. Controleer en herstel schade veroorzaakt door derden. Alle afval moet uit de vijver verwijderd worden. Verwijder gemorste lijm, QuickPrime Plus of verzegelingspasta. 4.2 Naadverbinding met QuickSeam Splice Tape Geen visbekken of plooien aanwezig in de naad. De tape komt 5 tot 15 mm uit het naadeinde. Minimale overlapping van 100 mm. QuickPrime Plus is correct aangebracht. De overlapping tussen twee aansluitende tapes is minstens 25 mm. QuickSeam FormFlash werd aangebracht over alle overlapranden tussen twee aansluitende tapes en ter hoogte van alle driedubbele punten en verticale naadverbindingen. 4.3 Hoeken De flap is waterdicht afgewerkt. Geen brugvorming of visbekken aanwezig. Geen openstaande hoeken. QuickSeam FormFlash is zonder spanning aangebracht, vertoont geen perforaties of insnijdingen. Alle blootgestelde randen zijn verzegeld met Lap Sealant. 4.4 Buisafdichting Er is geen brugvorming van QuickSeam FormFlash onderaan de buis. De beide stukken op het vlak overlappen 100 mm en sluiten rond de buis aan over een hoogte van 25 mm. Het omwikkelstuk overlapt 50 mm op het vlak. Alle blootgestelde randen zijn verzegeld met Lap Sealant. 4.5 Doorvoeren Geen naden onder de klemring. Water Block tussen PondGard en flens. De schroeven zijn goed aangedraaid. De PondGard is goed uitgesneden aan de binnenzijde van de buis. 4.6 Aansluiting aan de wand Mechanische verankering Water Block achter het profiel tussen ondergrond en PondGard en verder afgekit met een hoog performante kit. Het aansluitingsprofiel is: - Bevestigd 200 mm h.o.h. max.; - Niet gebogen rond hoeken; - Met een onderlinge afstand van 5 mm aangebracht en max. 25 mm van elk uiteinde bevestigd. 34 35
5 Herstellingen 5.1 Herstelling van PondGard Toepassing Herstelling van insnijdingen en perforaties in de Firestone PondGard. Verontreiniging van het PondGard membraan met gevaarlijke producten. Herstellingsvoorschriften Markeer de beschadigde zone met een voor rubber geschikte, witte markeerstift, van zodra de beschadiging tijdens de plaatsing vastgesteld wordt. Insnijdingen en perforaties in het PondGard membraan moeten hersteld worden met gevulkaniseerd membraan of SA Flashing. De herstelling moet de omtrek van de beschadigde zone in alle richtingen met minimum 75 mm overlappen. Rond alle hoeken van het reparatiestuk af. Gebruik van Splice Tape als enig reparatiemateriaal is niet toegelaten. Bij de herstelling van een PondGard membraan dat al enige tijd in gebruik is, moet het oppervlak grondig voorbereid worden vooraleer met de naadverbinding te starten. Schuur het oppervlak eerst met een schuurborstel en warm zeepwater, reinig het dan met zuiver water en droog het oppervlak met propere katoenen doeken. Schuur dan de zone met QuickPrime Plus. Bijkomende reiniging kan vereist zijn bij sterk verontreinigde zones. PondGard membraan dat in contact gekomen is met gevaarlijke chemische afvalproducten, zoals vers bitumen, petroleum- producten, vetten, oliën, dierlijke vetten, op koolteer gebaseerde of kunststof dakmortel, moeten gecontroleerd worden op beschadiging. Verwijder onmiddellijk alle overtollige verontreinigende materialen en vervang de beschadigde zone door een nieuw stuk PondGard membraan. 5.2 Herstelling van naadverbindingen Gebruik een schaar om de plooien tot vlak tegen de folie weg te snijden. Hecht de losse delen van het PondGard membraan met QuickPrime Plus en gebruik een kleine roller van siliconenrubber om de randen vlak te rollen. Trek de losse randen van de naadverbinding open (indien van toepassing), breng QuickPrime Plus aan en breng de twee zones tegen elkaar. Reinig de te herstellen zone van het PondGard membraan tot voorbij de breedte van de aan te brengen strip. Als het PondGard membraan zeer bevuild is, verwijder dan de verontreinigende stoffen door te schuren met een schuurborstel en zeepwater vooraleer te reinigen met Splice Wash. Breng primer aan op de beschadigde zone. Herstel met een stuk QuickSeam FormFlash. Zorg dat het stuk 75 mm uitsteekt boven de naadverbinding aan beide zijden. Verzegel alle blootgestelde randen met Lap Sealant. 36 37
Notities 38 39
Notities 40
Firestone Building Products Ikaroslaan 75 I 1930 Zaventem I België Tel. +32(0)2 711 44 50 I Fax +32(0)2 721 27 18 info@fbpe.be I www.firestonebpe.com Gelieve voor verdere informatie contact op te nemen met uw verdeler van Firestone PondGard: Firestone Building Products, 2013. All Rights Reserved. PG_LIT_POG_06_2013_NL_00013