Bedrijfsafvalstoffen productiejaar (uitgave 2012)

Vergelijkbare documenten
is materiaalbewust Bedrijfsafvalstoffen productiejaar [uitgave 2016] SAMEN MAKEN WE MORGEN MOOIER OVAM

Bedrijfsafvalstoffen productiejaar (uitgave 2018)

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

74% van het Vlaamse bedrijfsafval krijgt tweede leven

Ontwerp Code van goede praktijk betreffende de organisatie van bron- en/of nasortering van bedrijfsafvalstoffen

REGIONS FOR R4R RECYCLING. Janna Vandecruys OVAM 03/06/2014

Ontwerp voor een verordening van de Raad betreffende de statistiek van het afvalbeheer

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

Het Eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten

Gebruikershandleiding Afvalstoffenfiche Toepassing voor handhavers

Gebruikershandleiding Afvalstoffenfiche Toepassing

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/ BIJLAGE I AFVALPRODUCTIE SECTIE 1. Dekking SECTIE 2.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13097/11 E V 626 E T 170

MEER en BETERE selectieve inzameling bij BEDRIJVEN

Inhoudsopgave VOORWOORD 9

sectorplan 2 Procesafhankelijk industrieel afval

VANHEEDE ENVIRONMENT GROUP. VLAREMA sorteerverplichtingen Actie AEEA en TL-lampen Zaubeek 5 juni 2014

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 332/11 BIJLAGE II TERUGWINNING EN VERWIJDERING VAN AFVALSTOFFEN SECTIE 1.

Structurele ondernemingsstatistieken

Sectorplan 2 Procesafhankelijk industrieel afval

Dag1.2 Inleiding en situatie in het BHG

Het Eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten

TOELICHTING BIJ HET DEELFORMULIER AFVALSTOFFENMELDING VOOR PRODUCENTEN

Toelichting afvalcijfers 2018

INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVAL DAT VERGELIJKBAAR IS MET HUISHOUDELIJK AFVAL

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal

fåçáîáçìééä=~ñî~äéêéîéåíáéj=éå ÄÉÜÉÉêéä~å=îççê=~ÑÖÉÇ~åâíÉ ÉäÉâíêáëÅÜÉ=Éå=ÉäÉâíêçåáëÅÜÉ ~éé~ê~íéå

Toelichting afvalcijfers 2017

Code van goede praktijk voor keuringsinstellingen die keuringen uitvoeren van kwaliteitsborgingssystemen

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Bedrijfsafvalstoffen. Cijfers en trends voor productie, verwerking, invoer en uitvoer

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE

IVAREM is de Intergemeentelijke Vereniging voor duurzaam Afvalbeheer in de regio Mechelen.

Structurele ondernemingsstatistieken

7 Afvalbeheerscenario s

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Structurele ondernemingsstatistieken

Minder afval, minder CO2, minder kosten

1 Handleiding voor het invoeren van de afvalstoffenmelding via het IMJVinternetloket

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

INTEGRAAL MILIEUJAARVERSLAG

Waarom wordt ook deze toepassing niet definitief. Vraag nr. 19 van 20 oktober 1999 van de heer JOHAN MALCORPS

Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d Ketenanalyse Sloop

IVAREM is de Intergemeentelijke Vereniging voor duurzaam Afvalbeheer in de regio Mechelen.

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Wat ik thuis sorteer, kan ik in mijn bedrijf evenzeer

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

TOELICHTING AFVALCIJFERS IVAREM IVAREM is de Intergemeentelijke Vereniging voor duurzaam Afvalbeheer in de regio Mechelen.

Afvalconferentie 30 oktober 2014

Rapportering milieuheffingen 2015 eerste kwartaal

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Rapportering milieuheffingen 2014 Derde kwartaal

sectorplan 1 Huishoudelijk restafval

Sectorplan 19 Kunststofafval

Samen maken we morgen mooier.

Milieuprestatie-indicatoren 2006

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Nieuwe IPPC-installaties vanaf januari 2013

AFWIJKING UITLOGING BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK VORMVAST PRODUCT CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Bijlage 4: Berekening van de restafvaldoelstelling

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Kwaliteitsvolle gerecycleerde granulaten - Een stand van zaken

Vergisting toegelaten input organisch biologisch afval (mei 2017)

Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren

OVERZICHT EURALCODES VAN TE ACCEPTEREN AFVALSTOFFEN METABEL B.V.

Implementatie zelfvoorzieningsprincipe in Vlaanderen 1 september 2011

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Omzetindexen (PRODCOM) Juli Indexcijfers van de consumptieprijzen September

Integrale tekst Afvalstoffenlijst

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Rapportering milieuheffingen 2014 Eerste kwartaal

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Rapportering milieuheffingen 2016 tweede kwartaal

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

HOUTAFVAL. Sorteerregels voor containerparken. Studiedag Uit de afval top 10. Nico Vanaken OVAM

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

13 Preventie Inleiding

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

Statistisch Product. Milieu-uitgaven van ondernemingen

emissie broeikasgassen

Fotografische films. Omschrijving

sectorplan 14 Verpakkingsafval

Stroomdiagrammen melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

Implementatie zelfvoorzieningsprincipe in Vlaanderen 1 januari 2014

WIST U DAT U PREMIES KAN KRIJGEN VOOR VERPAKKINGS- AFVAL?

Vier werknemers op tien krijgen opleiding en vorming

Individueel afvalpreventie- en beheerplan voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Voorstel 2: Creëer grondstoffenhubs en recycle bedrijfsafval

De minimumstandaard voor het be- en verwerken van restafval van bedrijven is verbranden als vorm van verwijdering.

Discussienotitie afvalbeleid en circulaire economie

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

OOK BEDRIJVEN MOETEN SORTEREN

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Faillissementen Augustus Waterdistributie Juli

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Transcriptie:

Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 3. Wettelijk Depot nummer D/2012/5024/81 4. Aantal bladzijden 31 5. Aantal tabellen en figuren 8/12 6. Prijs* 7. Datum Publicatie November 2012 8. Trefwoorden Bedrijfsafval, productie, verwerking, statistiek 9. Samenvatting Dit document geeft een overzicht van de hoeveelheden afval die tot en met 2010 geproduceerd werden in Vlaanderen, gegroepeerd per bedrijfssector, per afvalsoort en per verwerkingswijze. De vermelde hoeveelheden zijn het resultaat van een extrapolatie op basis van de afvalstoffengegevens die gerapporteerd worden in het Integraal Milieujaarverslag. 10. Begeleidingsgroep en/of auteur OVAM, Mieke Vervaet 015 284 154, Kristien Huygh 015 284 359, Evi Rossi 015 284 343, Koen Smeets 015 284 304 11. Contactperso(o)n(en) OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen, tel. 015 284 284, fax 015 284 284 12. Andere titels over dit onderwerp Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding. De meeste OVAM-publicaties kunt u raadplegen en/of downloaden op de OVAM-website: http://www.ovam.be

Inhoudstafel 1 Inleiding 7 2 Evolutie van de productie van bedrijfsafvalstoffen in Vlaanderen 9 3 Verwerking van primair en secundair bedrijfsafval in Vlaanderen 13 4 Productie van specifieke afvalstromen in Vlaanderen 19 5 Productie van bedrijfsafvalstoffen door specifieke sectoren in Vlaanderen 23 6 Productie van bedrijfsafvalstoffen volgens bedrijfsgrootte 25 7 Ontkoppeling primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, slib en grond) versus BTW in de industrie 27 8 Ontkoppeling totaal primair bedrijfsafval versus BBP 29 9 Basisstatistieken 31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 5/31

1 Inleiding De productie van bedrijfsafvalstoffen in Vlaanderen wordt geschat op basis van een statistisch onderbouwde steekproef van bedrijven die hun jaarlijkse afvalstoffenproductie melden via het Integraal Milieujaarverslag (IMJV). De populatie van Vlaamse bedrijven wordt daarom verdeeld in een 60-tal sectoren met een vrij homogene afvalstoffenproductie en in 9 grootteklassen op basis van tewerkstelling. Per combinatie van sector en grootteklasse (sector-dimensie) worden de gegevens geschat en nadien gesommeerd tot een totaal voor Vlaanderen of per sector. De OVAM voert deze analyse en schatting uit voor een 60-tal afvalstromen en een 8-tal verwerkingswijzen. Gezien de steekproef is geoptimaliseerd om de totale afvalstoffenproductie in Vlaanderen te schatten zullen de meer gedetailleerde statistieken minder betrouwbaar geschat kunnen worden. Sinds 2007 worden naast de traditionele steekproef ook alle afvalverwerkers en PRTR 1 - bedrijven gevraagd om een IMJV in te dienen. Deze gegevens bieden de mogelijkheid om de hoeveelheid secundair afval betrouwbaarder in te schatten en om de schatting van de hoeveelheid bouw- en sloopafval te verbeteren via het afsplitsen van de puinbreekinstallaties. Bovendien kan op deze wijze de afvalverwerkende sector, die rechtstreeks gevat wordt door het OVAM-beleid, nauwkeuriger in kaart gebracht worden. De gegevens van de PRTR-bedrijven worden gebruikt voor de verplichte rapportering naar het publiek van de emissies en afvaltransfers van bedrijven (http://www.health.belgium.be/aarhus/prtr/index.htm). De aanwezigheid van deze gegevens zorgt ook voor een betrouwbaardere schatting van de afvalstoffenproductie door de zware industriële sectoren. Voor het productiejaar 2010 werden voor een 30-tal sectoren de kleinere bedrijven uitgesloten van rapportering en bijgeschat op basis van gegevens van voorgaande jaren. Een analyse van de gegevens uit het verleden heeft immers aangetoond dat de hoeveelheid afval van deze kleinere bedrijven ten opzichte van de hoeveelheid van bemonsterde grotere bedrijven vrij constant blijft in de tijd. 1 PRTR : Pollutant Release and Transfer Register Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 7/31

2 Evolutie van de productie van bedrijfsafvalstoffen in Vlaanderen Inleiding Bij bedrijfsafvalstoffen kunnen we een onderscheid maken tussen primaire en secundaire bedrijfsafvalstoffen. Primaire bedrijfsafvalstoffen zijn bedrijfsafvalstoffen die ontstaan bij de initiële afvalstoffenproducent. Secundaire bedrijfsafvalstoffen zijn afvalstoffen die ontstaan bij bedrijven die afvalstoffen verwerken (sorteren, recycleren, verbranden, ). Gezien de verwerking van afvalstoffen vaak een hele keten van processen doorloopt (sorteren, verdere opzuivering, recyclage,..) kan eenzelfde primaire afvalstof dus verschillende keren terugkomen in het secundair afval. Dit zijn in feite dubbeltellingen, maar deze kunnen zeer nuttig zijn bij bijvoorbeeld inschatting van nodige verwerkingscapaciteiten. Een voorbeeld: een bedrijf dankt zijn bedrijfsvoertuig af (primair afval). Dit voertuig gaat naar een erkend depollutiecentrum dat de gevaarlijke onderdelen verwijderd en afvoert voor verdere verwerking (secundair afval). De gedepollueerde voertuigen worden geshredderd waarbij het wrak in verschillende fracties (ferro-metalen, non-ferrometalen, kunststoffen,...) wordt gescheiden die afgevoerd worden voor verdere verwerking (secundair afval). Deze fracties, bvb kunststoffen, kunnen in een andere installatie verder gescheiden worden in verschillende types kunststoffen die afgevoerd worden voor recyclage of andere nuttige toepassing (secundair afval). Het is duidelijk dat de hoeveelheid primair bedrijfsafval vooral van belang is voor het beleid dat gericht is op preventie en op producenten van bedrijfsafvalstoffen. Het secundair afval is vooral van belang om te weten hoeveel verwerkingscapaciteit nodig is om alle afvalstoffen te kunnen verwerken. Een voorbeeld: monostromen van primair ferro-metaalafval (bvb uit de automobielindustrie) komen tegelijkertijd vrij met secundair ferro-metaalafval uit de shredderinstallaties. Als je wil weten hoeveel ferro-metaalafval er in een bepaald jaar moet verwerkt worden moet je primair en secundair sommeren. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 9/31

Evolutie van de hoeveelheid bedrijfsafval 45 40 35 miljoen ton 30 25 20 15 primair bedrijfsafval secundair bedrijfsafval totaal bedrijfsafval 10 5 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Figuur 1: Evolutie van de hoeveelheid bedrijfsafval (miljoen ton) Tabel 1: Evolutie van de hoeveelheid bedrijfsafval (kton) (kton) Totaal primair bedrijfsafval Secundair bedrijfsafval Totaal bedrijfsafval 2004 20.273 11.085 31.359 2005 23.324 13.855 37.179 2006 22.984 18.896 41.880 2007 18.908 14.988 33.896 2008 17.435 16.981 34.416 2009 16.582 17.336 33.918 2010 17.259 20.686 37.945 De totale hoeveelheid primair bedrijfsafval vertoont een licht dalende trend van 2004 tot 2009 met terug een lichte stijging in 2010. In de jaren 2005 en 2006 is de hoeveelheid totaal primair bedrijfsafval zeer hoog ten gevolge van enkele bouwbedrijven die grote gebouwen gesloopt hebben en het puin afgevoerd naar een externe breekinstallatie (Als het puin bij grote sloopwerken ter plaatse gebroken wordt en de granulaten ter plaatse weer ingezet worden verschijnt dit niet in de gerapporteerde afvalstoffengegevens). Mogelijks spelen hier lokale markteffecten een rol. Puinbrekers die granulaten moeten leveren voor grote infrastructuurwerken doen de lokale vraag naar bouwafval soms stijgen. Daardoor is het soms economisch voordeliger voor een aannemer om zijn bouw- en sloopafval af te voeren naar een externe breker. Het secundair bedrijfsafval kent een stijging in de laatste 7 jaren. De verwerkers van afval werden meer aangemoedigd om ook hun secundaire grondstoffen te melden. Voornamelijk bij de puinbrekers (gerecycleerde granulaten) en ook de composteringsinstallaties (compost) heeft dit een goede respons gehad. Dit verklaart de stijging van het secundair bedrijfsafval. De zeer hoge waarde van het secundair bedrijfsafval in 2006 is te wijten aan de productie van puingranulaten. Een duidelijke verklaring hiervoor hebben we niet. Het is waarschijnlijk te 10/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

verklaren door de samenstelling van de aselect genomen steekproef die in 2006 enkele zeer grote waarden bevat. Het is dus vooral een betere melding die aan de basis ligt van deze stijging, maar ook op basis van de cijfers van de certificatieinstellingen COPRO en CERTIPRO zien we dat er werkelijk een lichte stijging is van de gerecycleerde granulaten met keuringsattest. Primair bedrijfsafval (exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib) 25 miljoen ton 20 15 10 5 primair bedrijfsafval primair bedrijfsafval excl. bouw- en sloopafval, grond en slib bouw- en sloopafval grond slib 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Figuur 2: Primair bedrijfsafval exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib van (afval)waterzuivering (miljoen ton) De indicator primair bedrijfsafval, exclusief bouw- en sloopafval, waterzuiveringsslib en vervuilde grond is nodig, omdat we met ons beleid niet echt mikken op een vermindering van deze stromen. Er zijn immers vaak verbouwingen nodig om een materiaal- en energie-efficiënter gebouwenpark te bekomen. We sturen naar een verhoogde aansluitingsgraad op rioleringen en naar een doorgedreven bodemsanering. Bovendien gaat het hier om zeer grote afvalstromen (ongeveer 45% van het totaal primair bedrijfsafval) die de evolutie van de stromen waar we wel effectief beleid rond voeren zou kunnen maskeren. In bovenstaande grafiek zien we dat de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval, exclusief de afvalstromen bouw- en sloopafval, slib (van afvalwaterzuivering) en grond, systematisch daalt met een zeer kleine stijging in 2010 (waarschijnlijk door een lichte herleving van de Vlaamse economie). De verklaring van de hoge hoeveelheden bouw- en sloopafval in 2005 en 2006 werd reeds in de vorige paragraaf gegeven. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 11/31

Tabel 2: Primair bedrijfsafval exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib van (afval)waterzuivering (kton) (kton) Bouw- en sloopafval Grond Waterzuiveringsslib Primair bedrijfsafval excl. Totaal primair bouw- en bedrijfsafval sloopafval, grond en slib 2004 4.088 2.163 2.413 11.609 20.273 2005 7.112 1.905 2.408 11.899 23.324 2006 7.429 2.668 2.310 10.577 22.984 2007 2.955 2.613 2.704 10.635 18.908 2008 3.586 1.473 2.556 9.820 17.435 2009 3.798 1.682 1.938 9.164 16.582 2010 3.831 1.829 2.265 9.412 17.259 12/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

3 Verwerking van primair en secundair bedrijfsafval in Vlaanderen Inleiding Qua verwerking van afvalstoffen maken we onderscheid tussen 8 verschillende verwerkingswijzen: Onder 'hergebruik' verstaan we het opnieuw aanwenden van producten en materialen in het afvalstadium voor hetzelfde doel of voor een soortgelijk doel als waarvoor zij oorspronkelijk bestemd waren. De volledige afvalstof kan rechtstreeks opnieuw als product aangewend worden. Onder recyclage wordt materiaalrecyclage verstaan en niet de terugwinning van energie. Het gaat hier om de hoeveelheden die afgevoerd worden voor recyclage (inclusief recyclageresidu s) en niet de hoeveelheden die effectief gerecycleerd zijn. 'Composteren' bevat de hoeveelheden bedrijfsafval die afgevoerd worden voor biologische recyclage, zowel compostering als anaerobe vergisting met nacompostering. Gebruik als 'secundaire grondstof' zoals voorheen gedefinieerd in VLAREA is opgenomen in deze categorie. Verbranden geeft de som van de hoeveelheden die worden verbrand met en zonder energieterugwinning, inclusief de nuttige toepassing van afvalstoffen met het oog op energieterugwinning. 'Storten' geeft de hoeveelheid weer die rechtstreeks afgevoerd wordt naar een stortplaats. 'Sorteren' is een type voorbehandeling waar een complexe of gemengde afvalstroom gescheiden wordt in verschillende afvalstromen. Onder 'andere voorbehandeling' vallen alle verwerkingswijzen waarbij het afval in aard en samenstelling gewijzigd wordt, maar waarbij het eindproduct nog steeds een afvalstof is. Hieronder vallen onder andere biologische voorbehandeling, fysische of fysisch-chemische voorbehandeling (vb. drogen, verharden, shredderen, herverpakken) en gecombineerde voorbehandeling (vb. scheiden/vergisten). Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 13/31

Totaal primair bedrijfsafval per verwerkingswijze 12 10 miljoen ton 8 6 4 2 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 0 composteren recycleren sorteren andere voorbehandeling hergebruik secundaire grondstof storten verbranden Figuur 3: Totaal primair bedrijfsafval per verwerkingswijze (miljoen ton) Tabel 3: Totaal primair bedrijfsafval per verwerkingswijze (kton) Verwerkingswijze (kton) 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 andere voorbehandeling 3.769 9.573 10.140 8.320 7.956 7.473 8.289 composteren 315 239 268 355 401 492 512 hergebruik 175 99 421 313 149 196 165 recycleren 6.144 2.857 2.650 2.678 2.017 1.853 2.059 secundaire grondstof 2.820 2.905 3.597 1.927 2.027 2.125 1.562 sorteren 3.989 5.369 3.992 3.294 2.852 3.058 3.057 storten 1.855 878 886 736 691 239 481 verbranden 1.206 1.405 1.029 1.283 1.342 1.146 1.133 Totaal 20.273 23.324 22.984 18.908 17.435 16.582 17.259 In 2010 werd 25% van de totale hoeveelheid primaire bedrijfsafvalstoffen rechtstreeks afgevoerd voor verschillende vormen van materiaalrecyclage (recyclage, composteren, gebruik als secundaire grondstof, hergebruik), terwijl 65% van het afval een voorbehandeling (sorteren, andere voorbehandeling) ondergaat op weg naar eindverwerking. De hoeveelheid primair bedrijfsafval die zonder voorafgaande sortering of verwerkingsstap naar een stortplaats gaat, is sterk gedaald van 1855 kton in 2004 tot 481 kton in 2010 en bedraagt momenteel iets minder dan 3% van de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval.ten slotte wordt er ongeveer 6% van het afval zonder voorafgaande behandeling verbrand. De switch tussen 'recyclage' en 'andere voorbehandeling' die plaatsvindt tussen 2004 en 2005 is te wijten aan een andere classificatie door de OVAM. Tot 2004 werd de voorbehandeling met het 14/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

oog op recyclage reeds geclassificeerd als 'recyclage', terwijl vanaf 2005 de voorbehandeling wordt geclassificeerd als 'andere voorbehandeling' en er slechts van 'recyclage' sprake is op het moment dat de omslag van afval naar product plaats vindt. De hoge hoeveelheid 'andere voorbehandeling' in 2005 en 2006 is te wijten aan de grote hoeveelheden bouw- en sloopafval die werden afgevoerd naar een externe breker (zie hoofdstuk 2,2 de paragraaf 'Evolutie van de hoeveelheid bedrijfsafval'). Primair bedrijfsafval exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib per verwerkingswijze 3,5 3,0 miljoen ton 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 0,0 composteren recycleren sorteren andere voorbehandeling hergebruik secundaire grondstof storten verbranden Figuur 4: Primair bedrijfsafval exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib per verwerkingswijze (miljoen ton) In 2010 werd 38% van het primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, slib en grond) rechtstreeks afgevoerd voor verschillende vormen van materiaalrecyclage (recyclage, composteren, gebruik als secundaire grondstof, hergebruik), terwijl 50% van het afval een voorbehandeling (sorteren, andere voorbehandeling) ondergaat op weg naar eindverwerking. De hoeveelheid primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, slib en grond) die zonder voorafgaande sortering of verwerkingsstap naar een stortplaats gaat, is sterk gedaald van 990 kton in 2004 tot 300 kton in 2010 en bedraagt momenteel ongeveer 3% van de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, slib en grond). Ten slotte wordt er ongeveer 9% van het afval zonder voorafgaande behandeling verbrand. Voor een verklaring van de switch tussen recyclage en voorbehandeling tussen 2004 en 2005 verwijzen we naar vorige paragraaf. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 15/31

Tabel 4: Primair bedrijfsafval exclusief bouw- en sloopafval, grond en slib per verwerkingswijze (kton) Verwerkingswijze (kton) andere voorbehandeling 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 1.922 2.960 2.804 3.076 2.859 2.974 2.993 composteren 247 176 202 252 302 435 448 hergebruik 126 60 152 49 34 49 46 recycleren 2.783 2.336 2.382 2.489 1.831 1.622 1.871 secundaire grondstof 2.166 1.725 1.356 1.480 1.473 1.339 1.207 sorteren 2.470 2.797 2.296 1.990 2.004 1.830 1.712 storten 990 811 545 503 491 177 300 verbranden 905 1.033 840 795 826 737 841 Totaal 11.609 11.899 10.577 10.635 9.820 9.164 9.418 Secundair bedrijfsafval per verwerkingswijze 10 9 8 miljoen ton 7 6 5 4 3 2 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 1 0 composteren recycleren sorteren andere voorbehandeling hergebruik secundaire grondstof storten verbranden Figuur 5: Secundair bedrijfsafval per verwerkingswijze (ton) Bij het secundair bedrijfsafval zijn de verhoudingen heel anders. Slechts 22% van het secundair afval ondergaat een tweede of verdere voorbehandeling alvorens afgevoerd te worden voor eindverwerking. Terwijl 65% van het secundair afval wordt afgevoerd voor een vorm van materiaalrecyclage. Storten en verbranden nemen de resterende 12% in. Sinds productiejaar 2007 heeft de OVAM meer gedetailleerde gegevens ter beschikking over bedrijven die afvalstoffen verwerken. Ook de bedrijven met installaties die puin breken werden beter afgezonderd en beter bevraagd. In het verleden meldden zij niet altijd de gerecycleerde puingranulaten die ze produceren. Omdat puingranulaten typisch ingezet worden als secundaire grondstof is deze stijgende trend ook hier terug te vinden. 16/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

Tabel 5: Secundair bedrijfsafval per verwerkingswijze (kton) Verwerkingswijze (kton) 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 andere voorbehandeling 1.078 2.311 3.321 3.259 3.200 3.685 3.942 composteren 93 91 182 119 116 113 206 hergebruik 82 223 93 71 48 71 95 recycleren 3.789 2.364 3.187 3.167 2.965 3.027 3.811 secundaire grondstof 3.083 6.080 8.602 5.207 7.646 7.376 9.389 sorteren 1.049 666 711 980 924 884 714 storten 1.609 1.254 1.629 1.248 975 897 986 verbranden 303 866 1.172 937 1.107 1.283 1.543 Totaal 11.085 13.855 18.896 14.988 16.981 17.336 20.686 Afval dat via hergebruik, recyclage, compostering of gebruik als secundaire grondstof een tweede leven krijgt (2007-2010) Het aandeel van het totaal primair bedrijfsafval dat na twee verwerkingsstappen een nieuw leven kreeg via hergebruik, recyclage, compostering of gebruik als secundaire grondstof bedroeg in 2010 68%. Dat is een stijging met 1% ten opzichte van 2009 en met 5% in vergelijking met 2007, het eerste jaar waarvoor deze indicator berekend werd. In 2010 ging na 2 verwerkingsstappen 6% van het totaal primair bedrijfsafval naar storten en 11% naar verbranden. Het overige afval wordt meermaals voorbehandeld voor het terug ingezet (materiaalrecyclage), gestort of verbrand wordt. 68% 66% 64% 66% 67% 68% 62% 63% 60% 2007 2008 2009 2010 Figuur 6: Percentage afval dat een tweede leven krijgt na twee verwerkingsstappen (%) Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 17/31

4 Productie van specifieke afvalstromen in Vlaanderen Inleiding Omdat er te veel EURAL-codes bestaan om individueel te analyseren, worden ze geaggregeerd in 55 verschillende afvalstofcategorieën of afvalstromen. De definitie van de categorieën vindt u op de website van de OVAM. Grootste primaire afvalstromen in 2010 bouw-en sloopafval 22% 20% afval van (afval)waterbehandeling grond 13% 5% 5% afval van plantaardige en/of dierlijke oorsprong gemengd afval assen en slakken 5% 5% 11% 6% 8% Figuur 7: Grootste primaire afvalstromen in 2010 (%) papier- en kartonafval (excl. verpakkingsmateriaal) niet elders in te delen afval metaalafval overig primair bedrijfsafval Bij het totaal primair bedrijfsafval overheersen bouw- en sloopafval (22%), afval uit de waterzuivering (13%) en grond (11%). Verder volgen met 8% het afval van plantaardige en/of dierlijke oorsprong en met 6% het gemengd afval. Deze 6% gemengd afval is het restafval van bedrijven en bedraagt 1.035.000 ton. Dit is meer dan de hoeveelheid restafval van huishoudens (945.000 ton in 2010). Om het sorteren bij bedrijven te verhogen, besteedt de OVAM dit jaar extra aandacht aan de selectieve inzameling bij bedrijven. De categorie overig primair bedrijfsafval bestaat uit de 46 overige afvaltypes die elk minder dan 2% van de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval uitmaken. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 19/31

Grootste secundaire afvalstromen in 2010 43% 12% 3% 3% 3% 4% 5% afval van delfstoffen en mineralen metaalafval afval afkomstig van de verwerking van afval bouw-en sloopafval papier- en kartonafval (excl. verpakkingsmateriaal) niet elders in te delen afval 6% houtafval (excl. verpakkingsmateriaal) 7% assen en slakken 16% Figuur 8: Grootste secundaire afvalstromen in 2010 (%) gemengd afval afval van plantaardige en/of dierlijke oorsprong Zowel bij primair als secundair afval valt op dat een zeer klein aantal afvaltypes het grootste deel van de totale massa aan afvalstoffen uitmaakt. De aard van de afvalstoffen verschilt wel erg tussen primaire en secundaire afvalstoffen. Bij het secundair afval zien we andere stromen in de top 10. Afval van delfstoffen en mineralen (voornamelijk gerecycleerde granulaten geproduceerd door puinbrekers) vertegenwoordigt 43% van het secundair afval. Daarnaast is metaalafval de belangrijkste stroom. Metalen worden typisch uitgesorteerd uit complexe afvalstromen zoals afgedankte voertuigen, AEEA,... waardoor ze minder zichtbaar zijn in het primair afval. Vervolgens treffen we afval afkomstig van de verwerking van afvalstoffen (7%), bouw- en sloopafval (6%) en papier en karton (5%) aan. De categorie overig secundair bedrijfsafval bestaat uit de 46 overige afvaltypes die elk minder dan 2% van de totale hoeveelheid primair bedrijfsafval uitmaken. Niet selectief ingezameld bedrijfsafval (of primair gemengd afval) De hoeveelheid gemengd primair bedrijfsafval kent over de jaren heen een dalend verloop, met een dieptepunt in 2008. In 2009 en 2010 neemt de hoeveelheid weer licht toe. De hoeveelheid niet selectief ingezameld bedrijfsafval (restafval van bedrijven) bedraagt in 2010 meer dan 1 miljoen ton. Dit is meer dan de totale hoeveelheid restafval van alle burgers in Vlaanderen. Daarom zal de OVAM specifieke beleidsmaatregelen nemen met betrekking tot selectieve inzameling van afvalstoffen bij bedrijven. De systematisch grotere hoeveelheid die we zien in 2004 tot en met 2006 zijn methodologisch te verklaren. In die jaren werd een andere statistische berekeningswijze gevolgd waardoor de hoeveelheden systematisch hoger ingeschat werden. In feite is de trendbreuk tussen 2006 en 2007 dus puur aan de schattingsmethode te wijten en moeten de gegevens 2004-2006 en 2007-2010 best als aparte reeksen beschouwd worden. De grootte-orde van de meer recente gegevens (2007-2010) leunt zeer dicht aan bij schattingen van het restafval van bedrijven door 20/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

andere actoren. Valipac doet bijvoorbeeld ook metingen van het restafval van bedrijven met het oog op de bepaling van de totale hoeveelheid bedrijfsmatige verpakkingen die erin aanwezig zijn. Zij bekomen zeer gelijkaardige gegevens. 1.600 1.400 1.200 1.000 kton 800 600 400 200 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 gemengd primair bedrijfsafval Figuur 9: Gemengd primair bedrijfsafval (ton) Tabel 6: Gemengd primair bedrijfsafval (kton) (kton) Gemengd primair bedrijfsafval 2004 1.402 2005 1.483 2006 1.328 2007 1.065 2008 967 2009 1.061 2010 1035 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 21/31

5 Productie van bedrijfsafvalstoffen door specifieke sectoren in Vlaanderen Inleiding Alle bedrijven die een afvalstoffenrapportering via het IMJV doen dienen aan de hand van een NACE-code aan te geven in welke economische sector ze actief zijn. Op deze manier is de OVAM in staat om statistieken per sector op te maken. Voor de berekening van de afvalstatistieken deelt de OVAM de Vlaamse bedrijven op in een zestigtal sectoren. De definities van deze sectoren kan u vinden op de OVAM-website. Sectoren met meeste primair afval in 2010 8% 24% 8% 25% 3% 3% 3% 3% 4% 6% 5% 5% 4% Figuur 10: Sectoren met meeste primair afval in 2010 (%) bouwsector voedingssector rioolwaterzuivering chemie energiesector excl. electriciteitscentrales papierproductie productie van ferrometalen productie en verwerking van vlees metaalverwerkende bedrijven (algemeen en productie van juwelen) groothandel productie van minerale producten (cement, beton, gips) productie van nonferromaterialen overige sectoren De bouwsector is verantwoordelijk voor maar liefst 24% van de totale primaire bedrijfsafvalproductie. De puingranulaten afkomstig van het breken van bouw- en sloopafval zijn hier niet bij inbegrepen, omdat deze reeds een verwerkingsstap ondergaan hebben en dus tot de categorie van het secundair bedrijfsafval behoren. De voedingssector, de rioolwaterzuiveringsinstallaties en de chemie nemen respectievelijk 8%, 8% en 6% voor hun rekening. In de loop van 2013 zal de OVAM extra aandacht besteden aan het in kaart brengen van het voedingsafval dat in 2012 is geproduceerd in landbouw, voedingsindustrie, groothandel in voedingswaren, kleinhandel in voedingswaren, hotels en eet-en drankgelegenheden. Ook EUROSTAT zal bij de volgende rapportage over referentiejaar 2012 extra aandacht besteden aan deze stroom uit de vermelde sectoren. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 23/31

6 Productie van bedrijfsafvalstoffen volgens bedrijfsgrootte Inleiding Bedrijven worden ingedeeld in negen dimensies afhankelijk van hun aantal werknemers. De definitie van de RSZ-dimensieklassen vindt u in onderstaande tabel. Tabel 7: RSZ-dimensieklassen voor bedrijven Dimensie 1 1 4 2 5 9 3 10 19 4 20 49 5 50 99 6 100 199 7 200 499 8 500 999 9 > 1000 Aantal werknemers Voor de analyses van bedrijfsafvalstoffen deelt de OVAM bedrijven zonder werknemers in onder dimensieklasse 1. Aantal bedrijven in Vlaanderen en hoeveelheid bedrijfsafval per dimensie in 2010 Vlaanderen is een regio waarvan de economie gedragen wordt door een groot aantal kleine en middelgrote ondernemingen. Het hoeft dus niet te verwonderen dat de grootste hoeveelheid afval ook uit deze groep van bedrijven afkomstig is. 64% van het bedrijfsafval is afkomstig van bedrijven met minder dan 50 werknemers (dimensie 1-4). Naast de RSZ-bedrijven (die alle minstens één werknemer hebben), is er een veel groter aantal bedrijven zonder werknemers. Een onbekend deel van deze groep produceert relevante hoeveelheden bedrijfsafval (vb. garages, schilders, sanitair installateurs, enz.). Het is echter niet altijd duidelijk of deze bedrijven hun bedrijfsafval al dan niet afvoeren via het gemeentelijk inzamelcircuit. Momenteel worden een deel van deze bedrijven mee ingedeeld in dimensie 1. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 25/31

Tabel 8: Aantal bedrijven in Vlaanderen en hoeveelheid bedrijfsafval per dimensie in 2010 Dimensie Aantal bedrijven Aantal bedrijven (%) Afval (kton) Afval (%) 1 96.847 60,4% 5.406 14,3% 2 26.200 16,4% 4.912 13,0% 3 15.503 9,7% 7.150 18,9% 4 12.684 7,9% 6.710 17,7% 5 4.836 3,0% 4.199 11,1% 6 2.475 1,5% 3.420 9,0% 7 1.219 0,8% 3.783 10,0% 8 333 0,2% 803 2,1% 9 125 0,1% 1.426 3,8% Totaal 160.222 100,0% 37.814 100,0% 26/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

7 Ontkoppeling primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, slib en grond) versus BTW in de industrie Inleiding Eén van de doelstellingen in het afvalbeleid is de ontkoppeling van de afvalproductie (zonder de afvalstromen bouw- en sloopafval, grond en slib) ten opzichte van de economische groei in de industrie. Wanneer de afvalproductie minder snel stijgt dan de bruto toegevoegde waarde in de industrie, spreekt men van ontkoppeling. Als economische indicator wordt de bruto toegevoegde waarde in kettingeuro s van de industrie (nace rev. 2, afdeling 05-35) gebruikt. Door het gebruik van kettingeuro s wordt het effect van de prijsveranderingen geëlimineerd. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) berekent voor Vlaanderen enkel de bruto toegevoegde waarde per sector in lopende prijzen. De gebruikte data in kettingeuro s zijn een raming van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. Om de evolutie van de geproduceerde afvalhoeveelheden in te schatten, wordt een lineaire regressie gebruikt. De industriële sectoren die we in rekening brengen in deze indicator zijn de volgende: de chemiesector, drukkerijen, de energiesector, houtverwerkende bedrijven, metaalverwerkende bedrijven, mijnbouw, papierproductie, raffinaderijen, rubberproductie en -verwerking, de textielsector, de productie en verwerking van vlees, de voedingssector en de productie van ferroen non-ferro-materialen, van juwelen, van meubelen, van transportmiddelen en van minerale producten. De afvalstromen bouw- en sloopafval, grond en afval van (afval)waterbehandeling worden niet meegenomen, omdat er bij deze stromen niet specifiek naar ontkoppeling gestreefd wordt. Afvalproductie (excl. afvalstromen bouw- en sloopafval, slib van waterbehandeling en grond) en BTW in de industrie De bruto toegevoegde waarde steeg langzaam tot en met 2007, maar daalde sterk in 2008 en 2009 door de economische crisis. In 2010 is de bruto toegevoegde waarde terug gestegen. We merken dat de evolutie van de afvalproductie de evolutie van de BTW van de industrie volgt. Opmerkelijk echter is dat ondanks de crisis, de trendlijn voor de afvalproductie in de industrie sterker daalt dan die van de BTW. We kunnen dus nog steeds spreken van een ontkoppeling van afvalproductie en BTW. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 27/31

120% 110% 100% 90% 80% afvalproductie Lineaire (afvalproductie) BTW Lineaire (BTW) 70% 60% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Figuur 11: Primair bedrijfsafval (excl. bouw- en sloopafval, grond en slib) en BTW in de industrie 28/31 Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012)

8 Ontkoppeling totaal primair bedrijfsafval versus BBP Inleiding De indicator totale primaire productie van bedrijfsafvalstoffen versus bruto binnenlands product wordt op Europees en Vlaams niveau breed gehanteerd als een maat voor ontkoppeling. Als economische indicator maakten we gebruik van het bruto binnenlands product in kettingeuro's (bron: Studiedienst Vlaamse Regering). De afvalproductie betreft hier, in tegenstelling tot het vorige hoofdstuk, de totale productie van het primair bedrijfsafval, hoewel we voor een aantal stromen niet echt sturen op ontkoppeling. Daarenboven is deze indicator ook afhankelijk van de economische structuur. Het gros van de afvalstromen is immers afkomstig van industrie, terwijl een groot deel van het BBP ook wordt voortgebracht door de handel en diensten. Deze indicator is dus zeker geschikt om de ontkoppeling in een regio in de tijd te volgen, maar is minder geschikt voor vergelijking van verschillende regio's. Primaire afvalproductie en Bruto Binnenlands Product van het Vlaams Gewest 120% 110% 100% 90% 80% afvalproductie Lineaire (afvalproductie) BBP Lineaire (BBP ) 70% 60% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Figuur 12: Primaire afvalproductie en BBP van Vlaanderen In bovenstaande figuur wordt de ontkoppeling weergegeven tussen de totale primaire bedrijfsafvalproductie en het BBP van het Vlaams Gewest. Ook hier nemen we een ontkoppeling waar. Terwijl het BBP licht toeneemt doorheen de jaren, met een knik in 2009, zien we een dalende trend voor het bedrijfsafval. De hoge waarden voor bouw- en sloopafval in 2005 en 2006 vertekenen wel de helling van de trendlijn voor de afvalproductie. Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 29/31

9 Basisstatistieken De indicatoren in deze publicatie werden berekend aan de hand van een hele set gedetailleerde basisstatistieken. Deze set van statistieken bestaat onder meer uit onderstaande types en wordt ter beschikking gesteld op de OVAM website. afvalproductie per afvaltype afvalproductie per sector productie van gevaarlijke afvalstoffen verwerking van bedrijfsafvalstoffen Bedrijfsafvalstoffen productiejaar 2004-2010 (uitgave 2012) 31/31