Lof der oppervlakkigheid: Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en buurtbewoners Bredewold, F.H.

Vergelijkbare documenten
Lof der oppervlakkigheid: Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en buurtbewoners Bredewold, F.H.

Biodiversity responses to climate and land-use change: A historical perspective Aguirre Gutierrez, J.

Bedrijfsovername en milieurecht : een onderzoek naar juridische aspecten van bedrijfsovername en milieu Mellenbergh, R.

"Our subcultural shit-music": Dutch jazz, representation, and cultural politics Rusch, L.

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK)

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Rondon de mondingen van Rijn & Maas: landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek

Published in: Aansluitmonitor wiskunde VO-HO: Zicht op de cursusjaren en

Op en in het web: Hoe de toegankelijkheid van rechterlijke uitspraken kan worden verbeterd van Opijnen, M.

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland Hooghiemstra, B.T.J.

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Symptom monitoring and quality of life of patients with cancer in the palliative phase Hoekstra, J.

Schaal in het primair onderwijs : een studie naar de relatie tussen schaal en organisatie-effectiviteit van de Venne, L.H.J.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland Hooghiemstra, B.T.J.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

Gevaarlijke kinderen - kinderen in gevaar: De justitiële kinderbescherming en de veranderende sociale positie van jongeren, Komen, M.M.

Consequences of success in pediatrics: young adults with disability benefits as a result of chronic conditions since childhood Verhoof, Eefje

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek b twintig organisaties Biemans, P.J.

Een dynamische driehoek. Gezinsvoogd, ouder en kind een jaar lang gevolgd Schuytvlot, A.H.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Nederland en het verhaal van Oranje Huijsen, J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Improving the preoperative assessment clinic Edward, G.M. Link to publication

Liefde, solidariteit en recht. Een interdisciplinair onderzoek naar het wederkerigheidsbeginsel. Pessers, D.W.J.M.

Bezwaar en beroep in de praktijk van NWO : een empirische verkenning naar de oordeelsprocessen binnen NWO van der Valk, L.J.M.

Citation for published version (APA): Gaemers, J. H. (2006). De rode wethouder: de jaren Amsterdam: Balans.

De jaren zestig herinnerd: over gedeelde idealen uit een linkse periode

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek bij twintig organisaties

Behouden beleid: Naar decentrale arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderws van Schoonhoven, R.

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Ficino en het voorstellingsvermogen : phantasia en imaginatio in kunst en theorie van de Renaissance van den Doel, M.J.E.

Citation for published version (APA): Oderkerk, A. E. (1999). De preliminaire fase van het rechtsvergelijkend onderzoek Nijmegen: Ars Aequi Libri

Professionalisering van de personeelsfunctie: Een empirisch onderzoek b twintig organisaties Biemans, P.J.

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Vascular factors in dementia: prevention and pathology Richard, E. Link to publication

Tradities in de knel: Zorgverwachtingen en zorgpraktijk bij Turkse ouderen en hun kinderen in Nederland

Werelden van verschil : hoe actoren in organisaties vraagstukken in veranderprocessen hanteren en creëren Werkman, R.

Worshipping the great moderniser : the cult of king Chulalongkorn, patron saint of the Thai middle class Stengs, I.L.

The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Het sociaal plan van der Hulst, J. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Meer voorzorg bij DNA-onderzoek M'charek, A.A.; Toom, V.H. Published in: Het Tijdschrift voor de Politie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Regulation of pyruvate catabolism in Escherichia coli: the role of redox environment

Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU

Herdenken in Duitsland. De centrale monumenten van de Bondsrepubliek

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Tracheoesophageal Speech. A Multidimensional Assessment of Voice Quality

Some issues in applied statistics in clinical restorative dental research Tobi, H.

Piratenbibliotheken en hun rol in de kenniseconomie: 'ignoti et quasi occulti' Bodó, B.

Citation for published version (APA): Bullens, L. (2013). Having second thoughts: Consequences of decision reversibility

Bedrijfsovername en milieurecht : een onderzoek naar juridische aspecten van bedrijfsovername en milieu Mellenbergh, R.

Dental anxiety and behaviour management problems: The role of parents

Network of networks: Uncovering the secrets of entrepreneurs' networks

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Controlled light exposure microscopy Hoebe, R.A. Link to publication

Aspects of protein metabolism in children in acute and chronic illness Geukers, Vincent

Melatonin treatment and light therapy for chronic sleep onset insomnia in children van Maanen, A.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

Amsterdam University of Applied Sciences. Leren redeneren en experimenteren met concept cartoons Kruit, P.M. Link to publication

Planhiërarchische oplossingen : een bron voor maatschappelijk verzet

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Onder moeders paraplu? Determinanten en effecten van merkportfoliostrategieën Cramer, K.V.B.

"In dienste vant suyckerenbacken." De Amsterdamse suikernijverheid en haar ondernemers, Poelwijk, A.H.

Een koopwoning nabij: onderzoek naar de verkoop van huurwoningen in Nederland in Bonnerman, F.; Hoppesteyn, M.; de Klerk, A.

Anxiety, fainting and gagging in dentistry: Separate or overlapping constructs? van Houtem, C.M.H.H.

The impact of paediatric inflammatory bowel disease. Epidemiology, disease activity and quality of life Loonen, H.J.

Gevaarlke kinderen - kinderen in gevaar: De justitiële kinderbescherming en de veranderende sociale positie van jongeren, Komen, M.M.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

Dr. Tobie Goedewaagen ( ): een leven lang nationaal-socialist van Berkel, A.B.

Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Constitutionele rechtspraak vanuit rechtsfilosofisch perspectief van Dommelen, S.T. Link to publication

Citation for published version (APA): Stam, R., & Piersma, N. (2017). Kencijfers laadinfrastructuur Gelderland. Amsterdam: HVA Publicaties.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Collagen VI mutations in Bethlem myopathy. Jöbsis, G.J. Link to publication

De slimme gemeente nader beschouwd: Hoe de lokale overheid kan bijdragen aan het oplossen van ongetemde problemen Gerritsen, E.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Use and Appreciation of Mycenaean Pottery outside Greece van Wijngaarden, G.J.M. Link to publication

Citation for published version (APA): Boot, A. W. A. (2004). Management en Organisatie: wat nu? Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs, 2,

De jonge jaren van de luchtmacht: Het luchtwapen in het Nederlandse leger

Als ik morgen niet op transport ga, ga ik s avonds naar de revue : kamp Westerbork in brieven, dagboeken en memoires ( )

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication

Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch Burgerlijk Recht: Algemeen deel Scholten, Paul

Observations and analysis of early-type stars at infrared wavelengths Zaal, P.A.

Een dynamische driehoek. Gezinsvoogd, ouder en kind een jaar lang gevolgd Schuytvlot, A.H.

Operational research on implementation of tuberculosis guidelines in Mozambique

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Het wijzigen van de arbeidsovereenkomst in vermogensrechtelijk perspectief Bungener, A.F.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Genetic variation in Helicobacter pylori Pan, Z. Link to publication

The effects of meniscal allograft transplantation on articular cartilage Rijk, P.C.

Eerste hulp bij tweede taal: experimentele studies naar woordenschatdidactiek voor jonge tweede-taalverwervers Bacchini, S.

Dienaren van het gezag. De Amsterdamse politie tijdens de bezetting Meershoek, A.J.J.

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Citation for published version (APA): Schijf, G. M. (2009). Lees- en spellingvaardigheden van brugklassers Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut

Transcriptie:

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Lof der oppervlakkigheid: Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en buurtbewoners Bredewold, F.H. Link to publication Citation for published version (APA): Bredewold, F. H. (2014). Lof der oppervlakkigheid: Contact tussen mensen met een verstandelijke of psychiatrische beperking en buurtbewoners General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) Download date: 09 Feb 2017

9. Aanbevelingen Op grond van de conclusies die in het voorgaande hoofdstuk zijn getrokken worden in dit hoofdstuk aanbevelingen geformuleerd voor het verder vormgeven van beleid en van de praktijk in de zorg voor en aan mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische achtergrond. Er worden aanbevelingen gedaan op drie niveaus: 1. Voor beleidsmakers van de nationale en gemeentelijke overheden en zorg- en welzijnsinstellingen. 2. Voor beroepskrachten werkzaam binnen zorg- en welzijnsinstellingen en 3. Voor de wetenschap (op welke punten is nader onderzoek gewenst?). 9.1 Aanbevelingen voor beleidsmakers Hieronder volgen aanbevelingen voor beleidsmakers van de nationale en gemeentelijke overheden die zich bezighouden met het ontwikkelen van zorgen welzijnsbeleid en voor de managers van zorg- en welzijnsinstellingen die het beleid vormgeven rondom zorg en welzijn van mensen met een beperking. Reële verwachtingen van informele netwerken Het is van belang dat beleidsmakers zich realiseren dat sociale afstand tussen mensen en de plaats waar mensen elkaar ontmoeten, van invloed zijn op de sociale codes binnen het contact. Deze sociale codes zijn niet gemakkelijk te veranderen. Door te zeggen dat we meer voor elkaar moeten gaan zorgen zal er geen verandering op gang komen. Zes jaar na de invoering van de Wmo valt te constateren dat een toename van informele hulp tussen burgers zonder beperkingen al niet het geval is (Jager-Vreugdenhil, 2012, Veldheer et al., 2012), laat staan contact tussen burgers met en zonder beperkingen. Tussen mensen met en zonder beperkingen die geen familie van elkaar zijn, maar die elkaar ontmoeten als buren of elkaar tegen komen op het werk, de sport- of hobbyclub of in de kerk, is de sociale afstand in het algemeen groot. Als er al contact ontstaat, is het contact vaak licht en oppervlakkig en willen beide partijen dit graag zo houden. Een buurman zit er niet op te wachten om zijn buurman met een verstandelijke beperking te douchen en buren staan niet te springen om wekelijks in het buurthuis te gaan eten met mensen met een psychiatrische achtergrond. Het is van belang dat beleidsmakers zich hiervan bewust zijn en op grond daarvan realistische verwachtingen hebben over wat burgers voor mensen met een beperking kunnen betekenen. Dit houdt in dat het beter is om in te zetten op licht, oppervlakkig en begrensd contact. Elkaar groeten in de buurt, een praatje maken met elkaar, een keer elkaars container aan de weg zetten, iemand halen en brengen naar de hobbyclub en ander contact in deze orde van grootte past bij contact tussen mensen met en zonder beperkingen. Stimuleren van contact tussen mensen met en zonder beperkingen zou zeker vormgegeven kunnen worden, ook gezien de positieve opbrengsten van dit contact, maar ook Aanbevelingen 165

hiervoor geldt dat de noties van begrenzing en licht contact in ogenschouw moeten worden genomen. Projecten waarin mensen op een lichte en begrensde manier met elkaar in contact kunnen treden passen het beste bij de manier waarop burgers met en zonder beperkingen met elkaar om kunnen en willen gaan. Inzetten op zwaardere vormen van contact, heeft niet veel zin omdat hiervoor emotionele betrokkenheid vereist is. Die betrokkenheid laat zich echter niet afdwingen. Ontmoeting kan wel leiden tot het doorbreken van stigma s, maar leidt zeker niet vanzelfsprekend tot warm contact. Daarnaast ontstaan er bij zwaardere contacten gemakkelijker problemen. Houd rekening met de draagkracht van de buurt Het huidige huisvestingsbeleid van mensen met een beperking zorgt ervoor dat mensen met een beperking in goedkope huizen in minder goede buurten terechtkomen. Hierdoor zijn het de zwakste schouders die de zwaarste lasten dragen en ontspringen de meest weerbare burgers de dans. Dit zorgt voor het vergroten van de kloof tussen weerbare en kwetsbare burgers, terwijl de overheid nu juist die weerbare burger aanspoort om solidair te zijn met kwetsbare burgers in de samenleving. Gemeenten zouden daarom, in nauw overleg met zorg- en welzijnsinstellingen en rekening houdend met de draagkracht van buurten, mensen met een beperking over buurten moeten verspreiden. Om de draagkracht te kunnen bepalen, kunnen speciaal daartoe ontwikkelde meetinstrumenten worden ingezet. Overheden kunnen zittende burgers al direct bij de komst van bewoners met een beperking betrekken. Niet om hun toestemming te vragen, maar wel om de doelgroep onder goede voorwaarden te kunnen vestigen. Wat hebben buurtbewoners nodig om op een prettige manier samen te kunnen wonen in dezelfde straat of buurt? Willen ze bijvoorbeeld contact onderhouden met hulpverleners? Hebben ze vragen over de doelgroep? Vinden ze het prettig om kennis te maken met de nieuwe bewoners? Hoe kan geluidsoverlast over en weer zoveel mogelijk beperkt worden? Door de voorwaarden voorafgaand aan vestiging zo goed mogelijk te bepalen, kunnen situaties worden voorkomen waarin burgers met en zonder beperkingen elkaar tot last zijn en kunnen ze wellicht in harmonie naast elkaar wonen. Mensen met een verstandelijke beperking alleen zelfstandig in de samenleving onder voorwaarden Aangezien met name zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke beperking het slachtoffer lijken te zijn van uitbuiting, snel verstrikt raken in conflicten met buren en vaak kampen met gevoelens van eenzaamheid is het wenselijk om mensen met een verstandelijke beperking zoveel mogelijk bij elkaar te huisvesten. Dit wel met inachtneming van een spreidingsbeleid dat ervoor zorgt dat de kwetsbare groepen goed over diverse wijken worden verdeeld. Verdeeld over verschillende wijken, zouden ze dan in clusters van afzonderlijke appartementen in elkaars buurt kunnen wonen. Zo hebben zij wel 166 Lof der oppervlakkigheid

de privacy waar ze van blijken te genieten (Verplanke en Duyvendak, 2010), maar kunnen ze eveneens bescherming en gezelligheid bij elkaar zoeken. Het is daarbij van belang, dat ze te allen tijde een beroep kunnen doen op een hulpverlener die mogelijk in de buurt van het cluster van woningen zijn kantoor houdt. Daarnaast zouden mensen alleen zelfstandig moeten gaan wonen als zij een zinvolle dagbesteding hebben, waar zij andere mensen kunnen ontmoeten. Dit gaat namelijk eenzaamheidsgevoelens tegen en draagt bij aan toename van waardering en zelfrespect. 9.2 Aanbevelingen voor beroepskrachten Hieronder volgen een aantal aanbevelingen die direct betrekking hebben op zorgprofessionals werkzaam bij zorg- en welzijnsinstellingen. Al deze aanbevelingen zijn erop gericht om meer netwerkgericht te werken, zowel in de samenwerking met andere professionals, als bij de ondersteuning van het netwerk van mensen met een beperking. Organiseer positief contact op buurtniveau vanuit het concept wederkerigheid Mede omdat ontmoeting kan leiden tot vermindering van stigmatisering is het van belang om als zorginstelling op een positieve manier een rol te vervullen in de directe woonomgeving. Het is van belang om dergelijke ontmoetingen mede vanuit het concept van gebalanceerde wederkerigheid op te zetten. Een klussenproject voor de buurt zou hieraan bij kunnen dragen, maar ook op andere manieren kan contact gemaakt worden met buren, bijvoorbeeld door kennis te maken wanneer mensen nieuw zijn in de buurt of door actief diensten aan te bieden, zoals dit bij burenhulp past. Bijvoorbeeld: bij het sneeuwruimen ook het pad van de oudere buurman meevegen of het organiseren van boodschappenhulp door cliënten voor zieke of oudere buurtbewoners. Het gaat erom dat mensen met een psychiatrische achtergrond en mensen met een verstandelijke beperking op een positieve manier bijdragen aan de buurt of wijk. Andere groepen burgers betrekken bij mensen met een beperking via projecten Positief, begrensd contact kan tevens door middel van projecten georganiseerd worden. Hierdoor kunnen ook andere weerbare burgers dan mensen die al ervaring hebben met mensen met een beperking, worden betrokken. En mede omdat spontaan contact slechts bij een zeer beperkte groep tot stand komt en contact wel een positieve uitwerking kan hebben op beide groepen, kan het helpen contact te organiseren. Zorg- en welzijnsinstellingen kunnen dergelijke positieve begrensde contacten gezamenlijk organiseren. Bijvoorbeeld in voorzieningen voor de buurt waarin mensen met beperkingen een duidelijke rol hebben een kinderboerderij, fietsenmakerij, plantsoenendienst, winkel of restaurant. Bij het organiseren en opzetten van de projecten dienen instellingen rekening te houden met een aantal voorwaarden. Deze zijn in dit onderzoek beschreven, maar worden hier nog een keer op een rijtje gezet: Aanbevelingen 167

Bij het opzetten van projecten moet niet ingezet worden op het realiseren van intensieve contacten tussen mensen met een beperking en hun buren. Contact moet ook helemaal niet het belangrijkste doel zijn. Dat is voor veel mensen met en zonder beperkingen te spannend en een stap te ver. Het vreemde vertrouwd maken kan wel een mooie doelstelling zijn. Dat kan gerealiseerd worden door in te zetten op een gezamenlijke interesse of een gezamenlijk doel. Bij het organiseren van projecten is het van belang na te denken over de manier waarop burgers met een beperking een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Door wederkerigheid op projectniveau te organiseren kunnen burgers met een beperking op een veilige plek in een gevende rol komen die eraan bijdraagt dat ze ontdekken welke meerwaarde zij kunnen hebben voor de samenleving. Het draagt bovendien bij aan het versterken van hun eigenwaarde en de waardering van groepen burgers voor elkaar. De rollen en het doel van de projecten moet helder zijn, zodat burgers weten wat ze kunnen verwachten. Open ontmoetingsplaatsen zoals een buurtrestaurant waar mensen met en zonder beperkingen elkaar kunnen ontmoeten, een buurtfeest waar mensen zonder beperkingen geacht worden gezellig met vreemde mensen met beperkingen te gaan praten, zijn beangstigend voor beide partijen. Ook bij contacten die ontstaan middels projecten dienen zorgprofessionals zich te realiseren dat enige mate van ondersteuning van contact gewenst kan zijn. Begrenzen van contacten Voorgaande aanbevelingen hebben met name betrekking op het organiseren van nieuwe contacten tussen mensen met en zonder beperkingen. Waar contacten al bestaan is het van belang dat professionals zich in alle gevallen zeer bewust zijn van de begrenzing van contact. Als het liefdadigheidsrelaties tussen vrijwilligers en mensen met een beperking betreft is het van belang dat ze onnodige afhankelijkheid (van mensen met beperkingen) en uitputting (van mensen zonder beperkingen) voorkomen. Tevens dienen ze alert te zijn op uitbuiting. En in wederkerige contacten is het van belang om alert te zijn op het overschrijden van codes die horen bij de sociale relatie. Om dit overschrijden van grenzen te voorkomen is nauw contact met de cliënt en het netwerklid van belang. Nauwere samenwerking met andere zorg- en welzijnsprofessionals Sociale professionals dienen een goed contact en korte lijntjes te onderhouden met andere professionals in de wijk zoals welzijnswerkers, woonconsulenten en wijkagenten. De samenwerking tussen deze partijen kan problemen tussen burgers met en zonder beperkingen voorkomen en de integratie van mensen met beperkingen bevorderen (vgl. Jager-Vreugdenhil & Bredewold, 2012). Uit dit onderzoek blijkt deze samenwerking nog te wensen over te laten. 168 Lof der oppervlakkigheid

Zorg voor een duidelijk informatieloket of aanspreekpunt voor mensen zonder beperkingen Om problemen tussen mensen met en zonder beperkingen te voorkomen is het van belang dat het voor mensen zonder beperkingen in de samenleving volstrekt helder is met welke professional ze contact op kunnen nemen als ze vragen hebben of er problemen zijn met mensen met een beperking. Ook is het van belang om ervoor te zorgen dat deze burgers te allen tijde te woord worden gestaan. Daarvoor zou een speciaal telefoonnummer ingesteld kunnen worden waarop een hulpverlener 24 uur per dag bereikbaar is. Deze persoon zou bij een acute noodsituatie direct hulp en ondersteuning kunnen regelen, informatie over ziektebeelden en gevolgen daarvan kunnen verstrekken en mensen van andere informatie of advies voorzien met betrekking tot de omgang met mensen met beperkingen. 9.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Hieronder volgen aanbevelingen voor nader onderzoek om meer inzicht te krijgen in de interactie tussen burgers met en zonder beperkingen. Uitdiepen van de diverse interactiepatronen Medeburger Burger met Beperking Geven Ontvangen Geven Wederkerigheid Uitbuiting Ontvangen Liefdadigheid Geen contact Schema 1 Type interacties tussen burgers In dit onderzoek kwamen diverse patronen van contact aan de orde en is, waar mogelijk, uitgebreid ingegaan op de voor- en nadelen van de verschillende vormen van contact (Schema 1). Op een aantal, hieronder vermelde punten zouden de interactiepatronen nog nader uitgediept kunnen worden. In de enquête die is uitgezet onder mensen met en zonder beperkingen, is bijvoorbeeld niet gevraagd naar het bestaan van negatief contact, waardoor er geen inzicht is ontstaan hoeveel mensen met beperking met een of andere vorm van uitbuiting te maken hebben gehad. Aangezien de overheid inzet op een beleid van deïnstitutionalisering en ambulantisering, is het wenselijk om hier een preciezer beeld van te hebben. Ook het thema liefdadigheid zou nader uitgediept kunnen worden en dan met name de positieve kanten van liefdadig contact voor mensen zonder beperkingen. Hier is nog weinig over bekend. Tevens is het interessant om uit te diepen, wat er met contact gebeurt wanneer Aanbevelingen 169

er helemaal niets terugkomt, dus ook geen glimlach, knuffel of andere blijk van waardering. In contact met diep verstandelijk gehandicapten zou dit het geval kunnen zijn. Dit geeft nog meer inzicht in de rol van wederkerigheid in contact. Langdurig onderzoek Het veldonderzoek voor het verkrijgen van de empirische data voor dit onderzoek heeft ongeveer een jaar in beslag genomen en met de meeste burgers is slechts één gesprek gevoerd. Om nog meer inzicht te krijgen in de duurzaamheid van de contacten, zou het goed zijn om respondenten gedurende langere tijd te volgen en in de tijd meerdere gesprekken te hebben. Dat is juist nu interessant omdat de gevolgen van ingevoerde beleidswijzigingen in de zorg beter zichtbaar kunnen worden. Als de urgentie toeneemt om zorg voor elkaar te dragen, kunnen de gevolgen hiervan nog groter zijn voor contacten. Meer schaarste kan leiden tot meer uitbuiting en meer hulpvragen kunnen leiden tot meer uitputting van zorggevers. Een grotere druk op netwerken zal er waarschijnlijk voor zorgen dat mensen eerst hulp en zorg willen geven aan hun naaste verwanten, wat grote gevolgen zal hebben voor mensen met een beperking die een klein netwerk hebben waar weinig sterke banden mee bestaan. Onderzoek vanuit beleidsperspectief Dit onderzoek is uitgevoerd vanuit het perspectief van mensen met en zonder beperkingen in de samenleving. Waarom treden zij wel of niet met elkaar in contact. In de gesprekken met de zorgprofessionals kwam zijdelings het beleid van de (gemeentelijke) overheid en zorginstellingen ter sprake en de rol die de vormgeving van hun beleid heeft op het ontstaan van contact tussen burgers met en zonder beperkingen. Nader onderzoek op dit punt is gewenst om de rol hiervan te bepalen op het wel of niet ontstaan van contact tussen mensen met en zonder beperkingen. (Ontwikkel)onderzoek naar projecten voor ontmoeting In de aanbevelingen voor zorgprofessionals werd aangegeven dat het organiseren van contact tussen burgers met en zonder beperkingen van belang kan zijn, om zodoende meer en andere dan kwetsbare burgers en burgers met ervaring met beperkingen te betrekken bij mensen met een beperking. In dit onderzoek zijn enkele van dergelijke op ontmoeting gerichte projecten onderzocht waarna er een aantal criteria is opgesteld waaraan projecten dan zouden moeten voldoen. Het zou interessant zijn om projecten te ontwikkelen op basis van deze criteria en deze projecten nader te volgen en de effectiviteit van dergelijke projecten vervolgens in kaart te brengen. Wie weet, leiden deze projecten ertoe dat meer weerbare burgers op een prettige, begrensde en lichte manier in contact komen met mensen met een beperking, en komen meer 170 Lof der oppervlakkigheid

mensen met een beperking door deze projecten op een positieve manier in de spotlights te staan wat hun eigenwaarde vergroot. Dat zou toch prachtig zijn?! Aanbevelingen 171